E.J. Roskam Hzn., F.E. Posthuma, het Nederlandsch Agrarisch Front en de Nederlandsche Landstand Onder het motto 'Boerenland in boe renhand' werd Evert Jan Roskam Hzn. (Barneveld 1892 - Lunteren 1974) de belangrijkste figuur in de agrarische beweging. Van huis uit was hij geen boer. Als twintigjarige nam hij de bakkerszaak van zijn vader over. Na een paar jaar actief te zijn geweest in de ARP, werd hij in 1933 lid van de NSB onder stamboek nummer 2698.2 In 1938 begon zijn boe- rencarrière: hij werd hoofd van de Agrarische Dienst van de NSB. In deze functie was hij de oprichter van het Boerenbont, dat in 1940 met de Nationale Bond 'Landbouw en Maatschappij' fuseerde tot het Nederlandsch Agrarisch Front (NAF). Roskam groeide op in een streng gerefor meerd milieu. Zijn opvattingen over God en de schepping vermengde hij op eigen 'wijze met nationaal-socialistische ge dachten over het volk, met name de boe renstand, als eenheid van bloed en bodem. Zelfs in NSB-kringen viel zijn fas cinatie voor de 'Blut und Boden'-gedach- te op: ter gelegenheid van 5 december kreeg hij van zijn kameraden een bloem pot cadeau, gevuld met aarde. Bovenop had Sinterklaas een plak bloedworst gelegd.3 Het NAF haalde fel uit als het om de vleeshandel en joden ging en de combi natie van die twee wekte regelrechte woede op.4 In het archief bevindt zich een lijst van 850 slagerijen in Amsterdam. De 150 joodse zaken zijn met een J gemerkt. Natuurlijk hadden die zaken 'heel best' vlees hangen en de bij het NAF aangesloten slagers niet.5 In maart 1941 liet het NAF aan de Beauftragte des Reichskommissars voor de provincie Noord-Holland weten belangstelling te hebben voor het groten deels ontruimde Joodse werkdorp in de Wieringermeer. Er moest een opleidings instituut komen voor aankomende nationaal-socialistische boeren die in de Sovjet-Unie land wilden verwerven. Het bestuur van de polder, de Directie Wieringermeer, heeft, met succes, veel moeite gedaan om het gebouw en de ter reinen uit de handen van het NAF te houden. Het werd een proefboerderij voor landwerktuigen.7 Na nog geen jaar hield het NAF op te bestaan vanwege de oprichting van de Nederlandsche Landstand. In oktober 1941 werd Roskam benoemd tot Boerenleider van de Nederlandsche Landstand. Via de radio en de dagblad pers, waarvan hij zich steeds goed wist te bedienen, schetste Roskam de toekomst van zijn organisatie. Het zwaartepunt zou niet bij de leiding in Den Haag komen te liggen, maar bij 'den boer op zijn erf'. De dorpsboerenraad en de dorpsboerenleider moesten ervoor zor gen, dat de gedachten en wensen van de boeren binnen de Landstand leefden. 'Onze bodem is goed en onze vakkennis mag er zijn'. Roskam zag de Nederlandse boeren als 'de dragers van de oude en altijd weer nieuwe en nooit verstorven levenswaarde van ons volk Alleen voelden de meeste Nederlandse boeren er niets voor zo'n drager te zijn. De door de Duitse overheid verplicht gestelde contri butie aan de Landstand riep bij de boeren veel weerstand op, ook al stelde Roskam een goede toekomst voor boerenjongeren in de Oekraïne in het vooruitzicht, 'zodat zij niet hoeven te martelen op dwergboer derijtjes, waar geen heil in zit'.8 Net zoals in zijn Agrarisch Front-periode besteedde Roskam veel aandacht aan de distributie van landbouwproducten. In zijn toespraken en publicaties wond hij zich op over frauduleus slachten op de boerderij en het verkopen van eieren bui ten de gewone distributiekanalen om. Dit ondanks het feit dat volgens Roskam het boerenvolk veel gezond rechtsbesef in zich droeg.9 Begin 1943 hield de Boerenleider een rede waarin hij zich erover beklaagde dat de Landstand alleen als adviserend lichaam op mocht treden.10 Maar de Duitse overheid in Nederland had in november 1941 al duidelijk gemaakt, dat zij niet wilde experimenteren met de voedselvoorziening door deze in handen van een nationaal-socialistische organi satie als de Landstand te geven: 'In der Nahrungsversorgung treiben wir Wirt- schaft, kein Politik'.11 Na een felle rede van Roskam in Alkmaar, liet J.C.C. von der Wense van de Geschaftsgruppe Ernahrung und Landwirtschaft in juli 1942 weten, dat hij liever niet zag, dat de Boerenleider het Nederlandse staatsappa raat openlijk aanviel. De voedselvoorzie ning was naar omstandigheden goed: het percentage geleverde landbouwproduc ten lag volgens hem hier aanzienlijk hoger dan in Duitsland.12 Onbekwaam en met zijn medebestuurder O.F.J. Damave betrokken bij het soort malversaties dat hij wezensvreemd vond aan de Nederlandse boer werd Roskam op 30 september 1943 door Reichs- kommissar A. Seyss-lnquart, wel eervol, uit zijn functie ontslagen.13 De organisa tie bleef chaotisch, de administratie ook. Archivaris P.N. Bot van de Landstand schreef in mei 1944 aan zijn werkgever, dat hij met zeven, grotendeels onge schikte, krachten orde moest zien te scheppen in een chaos van brieven die sinds de oprichting van de organisatie zonder enig systeem waren opgebor- gen. 4 Nadat Roskam na Dolle Dinsdag was uit geweken naar Duitsland, nam hij de Duitse nationaliteit aan. Onder de naam Roszkamp beheerde hij tot zijn arrestatie door de Canadezen in mei 1945 een landgoed van een Duitse relatie.15 In 1948 werd hij berecht. Zijn straf had hij in voorarrest al uitgezeten. Met zijn gezin ging hij in Lunteren wonen. Als Boerenleider woonde hij daar ook, maar dan in een door de Duitsers inbeslagge- nomen boerderij van het Leger des Heils. Roskam is een van de weinige Neder landse nationaal-socialisten die na de oorlog de publiciteit niet schuwde. Zo liet hij zich in 1969 uitgebreid intervie wen door Eelke de Jong voor het week blad De Spiegel. In 1961 publiceerde hij in De Vrije Boer, het blad van Koekoeks Boerenpartij, waartoe hij zich aangetrok ken voelde.16 Het recht werkzaam te zijn in de journalistiek dat hem na de oorlog voor twaalf jaar was ontnomen door de Commissie voor de Perszuivering, had hij weer.17 Dr. Folkert Evert Posthuma (Leeuwarden 1874 - Ruurlo 1943) had meer expertise op het gebied van land bouw en voedselvoorzienig dan Roskam en de zijnen. Van 1914 tot 1918 was hij minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Daarna kwam hij, ondanks zijn nationale en internationale functies op zuivelgebied, niet echt meer uit de verf. In maart 1941 benoemde Seyss-lnquart hem tot voorzitter van de Commissie ter ondersteuning van de maatregelen, oerderijen Wesepe NEDERLAND 100% VOEDT 100.000 HA zichzelf! getroffen voor de regeling van de land bouwproductie (meestal Commissie Posthuma genoemd). Deze organisatie gaf het blad 'Nederland voedt zichzelf' uit.18 De commissie was landelijk georga niseerd en kende vele streekcommissies. In het materiaal komt enige correspon dentie uit juli en augustus 1941 voor tus sen Posthuma en Sicco Mansholt, toen tertijd boer in de Wieringermeer en lid van de streekcommissie gewest Noord- Holland. Mansholt trok zich 20 augustus op verzoek van Posthuma terug na een conflict over het bestaansrecht van de commissie en de zelfstandigheid van de leden. Posthuma viel vooral over het door Mansholt gebezigde woord 'Kadavergehorsam'.19 In 1941 werd Posthuma tot Generaal- Adviseur van de Nederlandsche Land stand benoemd. Eerder was hij actief bin nen het Nederlandsch Agrarisch Front, ook al was hij geen lid van de NSB. Roskam zag hij niet zitten. Daarin werd hij gesteund door het Referat für Agrarpolitik en tot op zekere hoogte ook door A.A. Mussert. In het voorjaar van 1943 benoemde Mussert hem in ieder geval tot diens 'Gemachtigde voor Landbouw en Visscherij'. Posthuma heeft het niet overleefd. Op 3 juni 1943 werd hij geliquideerd terwijl hij de krant las in de serre van zijn huis in Ruurlo. Het schot werd gelost door de 24-jarige Jan Verleun van de verzetsgroep CS-6, die zich tussen de struiken in Posthuma's tuin had verscholen.20 Boerenleider Roskam woonde de begrafe nis niet bij.21 l6 17 oerenland in boerenhand Door Annemieke van Bockxmeer* Vanuit de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) zijn verschillende pogingen onderno men om het Nederlandse boerenbedrijf, vis serij inbegrepen, en de voedselvoorziening te nazificeren. Dat leidde tenslotte tot de Nederlandsche Landstand, een agrarische eenheidsorganisatie die in oktober 1941 per Verordening door het Duitse bezettingsbe stuur werd opgericht.1 Boerenleider V.l.n.r. E.J. Roskam, F.E. Posthuma en Seyss-lnquart. Collectie NIOD. 14 Generaal-Adviseur Groot-Meijlink is gelegen in de Meilingerhoek te Wesepe (Raalte). In het verpondingsregister van Salland (1520) wordt deze boerderij al genoemd, met als pachter jan Thoenissen. De boerderij was eigendom van het St.-Jurrien Gasthuis te Deventer. In 1736 ging de boerderij over in parti culiere handen. Vanaf eind 1600 tot 1784 heb ben mijn voorouders er gewoond, totdat ze de pacht niet meer konden betalen. In 1864 werd de boerderij verkocht aan het Grote- en Voorster Gasthuis, die hem wederom verpachtte. De boerderij heeft een bijzonder detail, namelijk een rond karnhuis (niet zichtbaar op de foto). (Ans Kleijheeg-Meijlink) wmmwiK otMOfri-r uit eieen aooer-i voo« o Mei w» 1 peUlAHHJCHTBK oMOAPPeten BOT6R EU MABGABME S3 urr fcroert Bootn mogelijk moren hog GOAStanc gésowubd women WAO OVAM 50. OOO HA VOOB B0000604AH MELK Gooerrren 5QOOOHA.VOOO KOOLZAAD HIER IS DE FAMILIE JAHSErt UIT IEVERSTAD Annemieke van Bockxmeer is werkzaam bij het NIOD. Voor onderzoek naar de Nederlandsche Landstand en haar voorgangers zijn de volgende archieven van belang: Nationaal-Socialistische Beweging, 1931-1945 (51,1 meter); Höhere SS- und Polizeiführer, Generalkommissar für das Sicherheitswesen (1938) 1940-1945 (32,9 meter); Generalkommissar zur besonderen Verwendung (met name het Referat Agrarpolik), 1940-1945 (9,4 meter); Nederlandsche Landstand, 1940-1945 (33,5 meter), waarin opgenomen de archieven van het Nederlandsch Boerenfront, het Nederlandsch Agrarisch Front en de Commissie Posthuma. Een bron van informatie over het agrarische gedachtegoed van E.J. Roskam zijn diens publica ties en de tijdschriften die onder zijn leiding wer den uitgegeven. In de Boerenfrontperiode schreef hij in Boerenfront, het weekblad van die organisa tie, maar ook in Volk en Vaderland en Het Nationale Dagblad. Later publiceerde hij in De Agrarische Post, het weekblad van het NAF, en in de Landstand-periode in het weekblad van deze organisatie en in het maandblad Volk en Bodem. Verder schreef hij zes brochures met titels als De Stem van ons Bloed (1940) en De Eenheid van Stad en Land (1940). De bovengenoemde archieven, kranten, periodie ken en publicaties kunnen geraadpleegd worden op het NIOD. Noten 1. A.J.T.G. Sniekers, Politieke biografie van de NSB'er en 'Boerenleider' E.J. Roskam Hzn., 1933-september 1943. Doctoraalscriptie KU Nijmegen, april 1988, p. 2. 2. Sniekers, p. 10. 3. I. Schöffer, Het nationaal-socialistisch beeld van de geschiedenis der Nederlanden. Een his toriografische en bibliografische studie. Utrecht 1978, p. 28. 4. Dit leidde tot anti-joodse acties in de abattoirs van Utrecht en Amsterdam. In Amsterdam kwam het tot een demonstratieve arische slachting van een speciaal versierde koe onder muzikale begeleiding. Zie: F. Roest en J. Scheren, Oorlog in de Stad, Amsterdam 1939- 1941. Amsterdam, 1998, p. 371"374- 5. NIOD, Archief 120 Nederlandsche Landstand, 27 f. 6. NIOD, Archief 120, 6 a. 7. H.B.J. Stegeman en J.P. Vorsteveld, Het Joodse Werkdorp in de Wieringermeer 1934-1941, Zutphen, 1983, p. 131. 8. NIOD, Documentatiedienst NSB, KA-I Roskam, E.J.Hzn. 9. Het Nationale Dagblad 26-06-41. 10. NIOD, Archief 120, 42 e. 11. NIOD, Archief 120, 47 a. 12. NIOD, Archief 120, 45 e. 13. Sniekers, p. 2. 14. NIOD, Archief 120, 41 b. 14. Sniekers, p. 15. 16. NIOD, KB-I, 5856, Roskam, E.J. 17. Sniekers, p. 15. 18. NIOD, Archief 120, 29g. 19. NIOD, Archief 120, 36g. 20. NIOD, Documentatiedienst NSB, KA-I 3304 Posthuma F.E. 21. Sniekers, p. 258; L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 7, 's-Gravenhage, 1976, p. 958. archievenblad september 2003 september 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 8