Esël Boerderijen en, c*/udw&ven> Boerderij De Galathee bij Ooltgensplaat. Aquarel vanJ.Verheul uit 1929. Gemeentearchief Rotterdam, collectie- Verheul. Door Piet van Cruyningen Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog telde Nederland bijna 192.000 boerenbedrijven. Daarmee had het aantal boerderijen wel zijn hoog tepunt bereikt. Na de oorlog zette een snelle daling van het aantal landbouwbedrijven in. Anno 2000 telde Nederland nog maar 90.000 boerenbedrijven. De stormachtige ontwikkeling die de agrarische sector in de tweede helft van de twintigste eeuw doormaakte, was hier de oorzaak van. Dalende inkomsten en snel stijgende loonkosten dwongen de boeren om te mechaniseren en hun bedrijf te vergroten. Kleine boeren konden daarin niet meeko men en moesten hun bedrijf beëindigen. Daarbij schoof de definitie van een kleine boer steeds ver der op. Iemand met 30 hectare land was rond 1940 nog een grote boer, in 1970 hooguit nog een mid delgrote boer en wordt nu gezien als een kleine boer. Dit proces gaat nog steeds door. Door de schaalvergroting in de landbouw verloren tienduizenden boerderijen hun agrari sche bestemming. Ze werden verkocht aan 'bur gers' of afgebroken. Een inventarisatie van histo rische boerderijen in Nederland uit 2001 komt tot de conclusie dat van de 192.000 boerderijen uit 1938 er ruim 100.000 zijn afgebroken. Van de resterende 91.000 vóór 1940 gebouwde boer derijen heeft vol gens dit onderzoek nog maar 42 pro cent een agrarische bestemming. Bovendien zijn veel oude boerde rijen zo grondig verbouwd dat ze hun historische ka rakter geheel heb ben verloren. Door de veranderingen in het boerenbe drijf kunnen oude boerderijen immers alleen nog door de boer worden gebruikt als ze worden aangepast aan nieuwe eisen, wat vaak gepaard gaat met verlies aan cultuurhistorische waarde. Dat geldt ook voor verbouwingen tot woonboerderij, waarvan het resultaat vaak een quasi-landelijke 'boerde- rette' is. De dreigende teloorgang van de historische boerderij was aanleiding om 2003 uit te roepen tot het Jaar van de Boerderij, met als doel de aandacht te vestigen op de problematiek en aan zetten te geven tot het zoeken van oplossingen. Het accent ligt daarbij vooral op herbestem ming. Omdat het schaalvergrotingsproces in de landbouw ook in de komende decennia zal blij ven doorgaan en er dus nog vele duizenden boerderijcomplexen zullen vrijkomen, is het zaak daarvoor nieuwe bestemmingen te vinden. Het heeft immers alleen zin om deze gebouwen te behouden als er een goede nieuwe bestem ming aan kan worden gegeven. Het belang van historische boerderijen Is het eigenlijk wel zo erg dat historische boerderijen worden gesloopt en vervangen door damwandloodsen en bungalows uit een catalo gus? Velen lijken daar geen problemen mee te hebben; de landbouw moet zich aanpassen aan de moderne tijd en als daarvoor oude boerderij en moeten wijken dan is dat geen ramp. Diezelfde mensen zouden waarschijnlijk hoogst verontwaardigd zijn als je zou voorstellen om de historische huizen langs de Amsterdamse grach ten te vervangen door constructies van staal en beton, want dat zou het beeld aantasten. Historische boerderijen zijn voor het platteland echter net zo beeldbepalend als de grachtenpan den voor Amsterdam. Gesloten hoeves in het Limburgse heuvelland, statige in het groen ver scholen scholtenboerderijen in het Winters- wijkse, de zwartgeteerde schuren in de Zeeuwse polders, alle bepalen ze in hoge mate het land schapsbeeld. Boerderijen zijn meer dan alleen elementen in het landschap. Het zijn ook tastbare herinnerin gen aan het nog niet eens zo verre verleden waarin de landbouw vrijwel de enige bestaans- bron was op het platteland. Uit de bouwwijze van historische boerderijen kan worden afgeleid hoe de boerenbevolking in het verleden leefde en werkte. Ook de verbouwingen en aanpassin gen die zo'n gebouw in de loop der tijd heeft ondergaan, zijn in dat opzicht van belang. Ze geven een indruk van wijzigingen in de bedrijfs voering en van de veranderende eisen die boe ren en boerinnen stelden op het gebied van wooncomfort. Een meermaals aangepaste boer derij kan daardoor historisch interessanter zijn dan een 'authentieke' boerderij waar eeuwen lang niets aan is veranderd. Historische boerderijen zijn dus beeldbepalende landschapselementen met een grote cultuurhis torische waarde, die nog toeneemt naarmate het Nederlandse platteland steeds minder agrarisch wordt. Zet de trend van de afgelopen decennia echter door - en alles wijst erop dat dat inder daad zal gebeuren - dan zal over een jaar of der tig de laatste historische boerderij in Nederland zijn verdwenen. Door de doorgaande schaalver groting in de landbouw zullen jaarlijks duizen den boerderijen vrijkomen en uiteindelijk ver dwijnen. Herbestemming lijkt de enige manier 10 archievenblad september 2003 om iets van het bestand aan historische boerderijen te bewaren. Het is echter niet eenvoudig om zinvolle nieuwe bestemmingen voor boerderijen te vinden. De behoefte aan kinder-, museum-, pannenkoekenboerderijen en dergelijke is niet oneindig en ook laten niet alle boerderijen zich gemakkelijk ombouwen tot woningen. Vooral voor de enorme schuren in Groningen, Friesland en het zuidwesten van Nederland is het vinden van een nieuwe bestemming moeilijk. Voor ombouw tot woonboerde rij zijn ze te groot en vestiging van een of andere vorm van niet-agrarische bedrij vigheid stuit op planologische proble men. Bovendien is het restaureren en verbouwen van een boerderij zo duur dat slechts een enkeling de kosten daarvan kan opbrengen. Tegenwoordig zijn er in alle provincies boerderijenstichtingen die zich inzetten voor het behoud van historische boerde rijen en zoeken naar nieuwe bestemmin gen daarvoor. Daarnaast is ook de over heid zich bewust geworden van het gevaar dat dit cultureel erfgoed zal ver dwijnen. Langzaam maar zeker gaan gemeenten en provincies meer mogelijk heden scheppen - door subsidiëring en versoepeling van planologische regels - om boerderijen te behouden. De ontwik kelingen in de landbouw gaan echter zo snel dat al die goedwillende initiatieven eigenlijk niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat zijn. Onderzoek en documentatie Hoe dan ook zullen er in de komen de decennia nog duizenden boerderijen verdwijnen. Het enige wat dan nog kan worden gedaan is vastleggen hoe het ooit geweest is, zodat in elk geval de herinne ring aan die boerderijen in woord en beeld bewaard blijft. Overal in den lande zijn amateur-historici en verenigingen met dat soort werk bezig. Er is ook een professionele organisatie die zich hier mee bezighoudt, de Stichting Historisch Boerderij-Onderzoek (SHBO) in Arnhem. Toen de SHBO in 1960 werd opgericht, was het besef al doorgedrongen dat de historische boerderijtypen in Nederland aan het verdwijnen waren. Een belang rijk doel van de SHBO was dan ook vast te leggen wat er nog aan historisch inte ressante boerderijen aanwezig was. Dat gebeurt door deze te fotograferen en de belangrijkste gegevens te noteren op vra genlijsten. Van de meest belangrijke boerderijen worden ook opmetingsteke- ningen vervaardigd. Inmiddels heeft de SHBO een collectie opgebouwd die bestaat uit ruim 11.000 tekeningen en circa 100.000 foto's. Die collectie is in de loop der jaren ook gegroeid door schen kingen. Zo zijn de collecties verworven van Klaas Uilkema en H.J. van Houten, onderzoekers die tijdens het interbellum duizenden boerderijen in het hele land hebben gefotografeerd en opgemeten. Tot de oudste foto's in de collectie beho ren die van J.H. Gallée. Deze zijn rond 1900 gemaakt voor Gallée's boek over Het boerenhuis in Nederland en zijn bewo ners, waarin hij de bekende - en inmid dels gedateerde - indeling in Friese, Saksische en Frankische boerderijtypen maakte. De oudste opmetingstekeningen in de SHBO-collectie zijn die uit de verza meling die omstreeks 1810 bijeen is gebracht door Jan Kops, de toenmalige 'Commissaris tot de Zaken van de Landbouw'. Deze verzameling bevat con structietekeningen en plattegronden van typerende boerderijen uit alle delen van het land. Een bijzonder onderdeel van de collectie van de SHBO is het archief van het voor malige Bureau Wederopbouw Boerde rijen, dat in 1940 werd opgericht om de wederopbouw van door oorlogsgeweld verwoeste of beschadigde boerderijen te coördineren. Het bevat de dossiers van duizenden boerderijen die met rijkssteun herbouwd zijn, compleet met tekeningen van de toestand voor en na de wederop bouw en gegevens over de aard en omvang van het bedrijf. Dit archief geeft een prachtig beeld van de boerderijbouw in Nederland tijdens de wederopbouwpe riode. De collectie van de SHBO heeft niet alleen tot doel het verdwijnende agrari sche culturele erfgoed vast te leggen, maar wordt ook gebruikt voor weten schappelijk onderzoek naar de histori sche ontwikkeling van de boerderijbouw in Nederland, zowel door medewerkers van de SHBO als door professionele of amateur-historici van buiten de stich ting. Bij dat onderzoek wordt in toene mende mate ook het gebouw zelf als bron gebruikt. Een boerderij is geen sta tisch verschijnsel, maar wordt in de loop der eeuwen voortdurend aangepast aan veranderingen in de bedrijfsvoering en wijzigingen in de wooncultuur. Die aan passingen hebben sporen achtergelaten in het gebouw, aan de hand waarvan bouwhistorici de vroegere opzet van de boerderij kunnen reconstrueren. Door bouwhistorisch onderzoek van een aan tal boerderijen kan zo de ontwikkeling van de boerderijbouw in een gebied wor den onderzocht. Een probleem daarbij is echter wel dat het aantal historische boerderijen beperkt is en dat boerderijen van vóór 1700 ronduit zeldzaam zijn. Onderzoekers zullen derhalve ook een beroep moeten doen op andere bronnen, zoals resultaten van archeologisch onder zoek, beeldmateriaal en geschreven tek sten. De boerderij in het archief Hoewel de SHBO-collectie veel beeldmateriaal bevat, betreft dat toch maar een deel van alle oude boerderijen in Nederland. Onderzoek in de collecties van archieven is derhalve onmisbaar. Daarbij valt in de eerste plaats te denken aan de verzamelingen foto's en prenten waarop boerderijen zijn afgebeeld. Een wel heel bijzondere collectie op dit gebied is in het bezit van het Gemeente archief Rotterdam. Dat is de verzameling- Verheul die bestaat uit ruim 300 aquarel len van boerderijen in het zuiden en wes ten van Zuid-Holland die in de jaren 1920-1935 zijn vervaardigd door de Rotterdamse architect Jan Verheul. Verheuls aquarellen zijn deels gemaakt aan de hand van foto's, die ook door het Rotterdamse gemeentearchief zijn ver worven. Deze collectie bevat een schat aan informatie over de bouwwijze van de boerderijen in een groot gedeelte van Zuid-Holland. Een andere belangrijke bron voor histo risch boerderijonderzoek wordt gevormd door historische kaarten. Van belang zijn onder andere kadastrale kaarten. Met name de hulpkaarten, die overigens niet in openbare archieven maar bij het kadaster worden bewaard, geven een beeld van de verbouwingen aan boerde rijcomplexen voor zover die gevolgen hadden voor de plattegrondvorm van de gebouwen. Voor de periode vóór 1830 zijn de talrijke kaarten en kaartboeken 11 september 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 5