NIEUWS F.J. Duparc-prijs voor archivarissen en studenten archivistiek L2! OUDE SCHEEPSLOGBOEKEN NIEUWE BRON VOOR KLIMAATONDERZOEK nieuws uit het veld De Woonomgeving on line 8 nieuws uit het veld mm talon Vervolg van pagina 7 Standaardisatie zal, verwacht ik, in Nederland voorlopig wel een marginaal verschijnsel blijven. Er is nog te weinig draagvlak voor. De toepassing van ISAD(G) en ISAAR zal beperkt blijven tot enkele vingeroefeningen van studenten aan de archiefschool. En een enkele instel ling zal wat experimenteren met Encoded Archival Description, het enige 'freeware' instrument dat thans beschikbaar is. Je kunt je ook afvragen of we ons hierbij moeten neerleggen. Ikzelf ben overtuigd van de voordelen van standaardisatie. De voordelen liggen op het terrein van uni forme informatieverstrekking, van gericht en accuraat zoeken en vinden van infor matie over archieven, alsook van het uit wisselen van digitale toegangen tussen de archiefdiensten onderling en met andere gebruikers van de standaard. Er zullen in Nederland een of enkele nationale archiefdatabases ontstaan, al dan niet op commerciële basis, waarbij het essentieel is dat de beschrijvingen van archieven en archiefbestanddelen aan minimale stan daarden voldoen. Als je als archiefinstelling naar buiten wilt treden, is het van groot belang dat je de producten die je levert zo duidelijk moge lijk beschrijft. Uniforme informatiever strekking is daartoe een noodzakelijke voorwaarde. Op den duur zullen onze klanten dat van ons verlangen. Nu zijn ze al blij als een toegang via het internet te raadplegen is. Het doet er nu niet toe in welke vorm en in welk formaat. Over een paar jaar worden de verwachtingen hoger en de eisen stelliger. Daarop kunnen we natuurlijk wachten. Maar we kunnen ook nu alvast een aantal betrekkelijk eenvou dige afspraken maken over verbetering, verrijking en standaardisatie van beschrij vingen van archieven als geheel en archiefbestanddelen. En deze afspraken ook daadwerkelijk gaan toepassen. Wat we hierbij dan echt nodig hebben, is een opleidingsprogramma en enkele soft warepakketten, die volledig ISAD(G)- en ISAAR-compatibel zijn. Ofwel, om het eens in commerciële termen te zeggen: een 'turn key'-oplossing. dïva 25 september 2003 is het zover; achttien pilots, 17.000 gedigitali seerde minuutplans van de kadastrale kaart van 1832 en 150.000 gescande bladzijden uit de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels: www.dewoonomgeving.nl gaat de lucht in. De website van De Woonomgeving is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen DIVA, het Kadaster en het Nationaal Archief. Het gaat om een project in het kader van 'De Kleur van Nederland: mensen, wonen en werken 1800-1970'. Verzamelplan van Maastricht. De WoonOmgeving voor de verrijking van deze basisgege vens. Het resultaat mag er zijn. Een schat aan kadastrale kaarten uit de eerste helft van de negentiende eeuw biedt, in combinatie met miljoenen persoonsgegevens, de basis voor een ware ontdekkingstocht naar het rijke verleden van ons land en de mensen die er woonden. Daarnaast tonen de achttien inspi rerende projecten binnen De Woonomgeving nu al de ongeken de mogelijkheden van deze website. Feestje Reden dus om de website feestelijk te presenteren op 25 september a.s. Ter ere hiervan en gekoppeld aan de lance ring organiseert DIVA een congres met als thema 'Geschiedenis en Emotie'. Drie sprekers, onder wie Ad van Liempt, VPRO Andere Tijden, en Bert Looper, directeur Historisch Centrum Overijssel, zetten hun gedachten uiteen over dit onderwerp. Hierna volgt de officiële lancering van www.dewoonomge- ving.nl. Ook de moderator TOP (Toegang Op Personen), dat gelinkt zal zijn aan De Woonomgeving, wordt deze dag gepresenteerd. Uiteraard sluit DIVA de dag af met een feestelij ke borrel. Het congres en de presentaties vinden plaats in het Stadhuis van Nijmegen. Voor meer informatie kunt u terecht bij het secretariaat van DIVA: diva@divakoepel.nl of (020) 462 77 22. Het resultaat Bijna drie jaar lang werkte de projectgroep, onder leiding van Jos Wieland, met man en macht aan de totstandkoming van de website. Zij zorgde voor de basis van de site: het scannen van de OAT's en het digitaliseren van de minuutplans. Daarnaast coördineerde zij achttien archiefdiensten en andere archiefbehe- rende instellingen in het land, die in pilotprojecten zorgden Het septembernummer van Diversa, het kwartaalblad van de vereniging DIVA, is geheel gewijd aan De Woonomgeving. Naast afbeeldingen en artikelen over de pilots ook o.a. aandacht voor de moderator TOP en een interview met Jaap Besemer van het Kadaster. archievenblad september 2003 De F.J. Duparc-prijs wordt eens in de drie jaar uitgeloofd voor de beste studie op het gebied van de archiefwetenschap of het archiefrecht die in die periode ver vaardigd is. De prijs bedraagt 2000 euro. De jury roept archivarissen en studenten archivistiek op één of meer werkstukken in te zenden voor mededinging naar de Duparc-prijs. De voorwaarden die aan de inhoud van de werkstukken zijn gesteld zijn opzette lijk ruim gekozen. Elk onderwerp op het gebied van de archiefwetenschappen en het archiefrecht komt in principe in aan merking. Werkstukken en scripties in het kader van een archiefopleiding en -stu dies kunnen bekroond worden, mits zij geschreven respectievelijk gepubliceerd zijn tussen november 2000 en november 2003. De inzendtermijn sluit op 1 november 2003. De auteur kan alleen meedingen naar de prijs indien hij niet langer dan tien jaar in het bezit is van een diploma archivis tiek A of archivistiek B of studeert voor dit diploma. Behalve eigen werk kunt u ook werk van anderen (studenten, mede werkers, collega's, enz.) voordragen voor beloning. De F.J. Duparc-prijs werd ingesteld in 1972 naar aanleiding van het afscheid van dr.mr. F.J. Duparc van het toenmalige ministerie van CRM. Duparc had grote verdiensten voor het archiefwezen. In 1973 werd de prijs voor het eerst uitge loofd. De jury bestaat uit: drs. F.J. Duparc, directeur van het Mauritshuis en zoon van de naamge ver van de prijs (voorzitter); algemeen rijksarchivaris dr. M.W. van Boven; hoogleraar archiefwetenschap prof.dr. F.C.J. Ketelaar; hoofdredacteur van het Archievenblad R. Braad; directeur van de Archiefschool drs. A.M.J.L. Feryn (secretaris). Info en inzending U kunt het werk vóór 1 november 2003 sturen naar de secretaris van de jury, Adelheid Feryn, Archiefschool, Postbus 1025, 1000 BA Amsterdam. Met haar kunt u ook contact opnemen voor meer inlichtingen of een exemplaar van het reglement, tel. (020) 595 19 00 of via a.m.j.l.feryn@archiefschool.nl. 'Nederland is verder opgewarmd', luidde onlangs de boodschap van het KNMI. Het is het zoveelste zorgwekkende geluid over veranderingen in ons kli maat. Wetenschappers wijzen het broei kaseffect aan als de belangrijkste oorzaak van de wereldwijde klimaatverandering. Hoe groot de globale opwarming precies is, weet men niet. Belangrijk vergelij kingsmateriaal over hoe het weer er voor 1850 uitzag, voordat de industrie op grote schaal COz ging uitstoten, is er namelijk niet. Het Europese project Climatological Database for the World's Oceans (CLIWOC) brengt daar nu veran dering in. Onderzoekers hebben in de archieven van de vroegere zeemogendhe den nieuwe weersgegevens gevonden in logboeken van schepen die tussen 1750 en 1850 de oceanen bevoeren. In totaal zijn er 900 logboeken geanalyseerd, waarvan 150 afkomstig uit het Nationaal Archief. Wetenschappers kunnen met deze nieuwe informatie vaststellen hoe het klimaat er zonder het broeikaseffect uitzag en hoe groot het effect van de opwarming vandaag de dag is. Projectleiding KNMI In het CLIWOC-project werken kli- matologen samen uit Nederland, Engeland en Spanje. Het vastleggen van de gegevens uit de scheepsjournalen, yd- gefinancierd door de Europese Unie, heeft drie jaar geduurd en wordt in december afgerond. In Nederland is de projectleiding in han den van het KNMI. Maritiem meteoroloog Frits Koek is verant woordelijk voor de data base waarin uiteindelijk alle weersgegevens te rechtkomen. Het hoofd klimaatanalyse Giinther Können is verantwoor delijk voor de interna tionale coördinatie. Het verzamelen van de in- formatie en het invoe ren is gedaan door het Nederlands Instituut voor Weten schappelijke Informatiediensten (NIWI), onderdeel van de KNAW. Resultaten Een team van tien medewerkers van beide instituten heeft de afgelopen jaren in de Nederlandse archieven en musea gezocht naar scheepslogboeken. Alle rele vante informatie over het weer zette het CLIWOC-team in een database waar wetenschappers uit de hele wereld straks bij kunnen voor hun eigen onderzoek. De systematische rapportages leveren een vracht aan nieuwe gegevens op. Alleen al uit de 150 logboeken uit het Nationaal Archief haalden ze 30.000 weerswaarne- mingen. Daar komen nog eens 36.000 Pagina uit een scheepsjournaal van het oorlogsbrik De Vlieg dat onder leiding van kapitein Willem Kreekel in de jaren 1807-1808 naar Brazilië voer. Het scheepslogboek maakt deel uit van het archief van de Marine 1795-1813. gegevens bij uit de logboeken van het KNMI zelf. In totaal bevat de grote CLIWOC-data- base van alle Europese part ners in december meer dan 150.000 weerwaarnemingen. Het KNMI zal al deze infor matie ordenen naar windge- gevens, bewolkingsfractie, stroomsnel heid van de zee en luchtdruk. Zo ontstaat er voor het eerst een gedetailleerd beeld van het wereldwijde klimaat in de periode voor de menselijke invloed. Op verzoek van het Nationaal Archief heeft het CLIWOC-team ook vele ander soortige historische gegevens opgeno men in de database. Deze geven historici en biologen nieuwe informatie over het leven aan boord van de schepen, de lading, oorlog en schermutselingen op zee en de fauna die de opvarenden onderweg zagen. september 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 4