Vergeten groenten zijn de spiegel van onze eetcultuur (De culinaire band met onze voorouders oerderijen thema thema 34 35 Door Jac Nijskens, Lizet Kruyff en Ton Vreeken* Eeuwenlang hebben boeren hun eigen variëtei ten ontwikkeld die het best aangepast waren aan de lokale teeltomstandigheden. Dat leidde tot een rijkdom aan streekgebonden variëteiten zoals de Katwijkse peentjes, de Opperdoezer ronde aardappel of de Limburgse gele wortel. Door allerlei oorzaken zijn veel van die variëtei ten verdwenen. Lamsoor, aardpeer, kardoen, duinpiepers, muuskes, molsla, zuring... wie kent de smaak van die groenten nog? Ze heb ben een hele geschiedenis, wij willen ze mis schien wel opnieuw leren kennen. Wie herkent zich in het volgende eet patroon? We eten maandag Mexicaans, dinsdag pizza, woensdag wrappen we erop los en misschien is er nog in het weekend plek voor de traditionele gehaktbal met bloemkool. In het geweld van de globalise ring kreeg Neerlands dis een rijkdom aan exotische smaken toebedeeld. Nederland scoort in Europa het hoogst in dit 'culinaire exotisme'. In vergelijking met andere EU- landen scoren we relatief laag in het kopen van ambachtelijke, traditionele levensmid delen. Vergeten groenten bieden mensen die houden van de goede dingen des levens de mogelijkheid om de rijkdom en de sfeer van de moestuin en de boomgaard van onze grootouders opnieuw te ontdekken. Op dit moment kennen de vergeten groen ten een opleving. Hernieuwd landbouw kundig onderzoek naar de teelt van aard peer, wortelpeterselie en pastinaak is opge start en jonge koks werken steeds meer met historische groenten. Vergeten groenten Vóór de daadwerkelijke doorbraak van de aardappel1 als volksvoedsel bestond de plantaardige dis van onze voorouders veelal uit pastinaak (pincksternakel), aardperen, granen en peulvruchten. Tot de groenten die vroeger vaak op het menu stonden, maar in de 21ste eeuw vrijwel niet meer, behoren: de kardoen, knolselderij, kool raap, latuwe (een soort sla) lamsoren (zee groente), meiknolletjes, pastinaken (knol gewas), postelein (bladgroente), pompoen, raapstelen, rabarber, radicchio (soort andij vie), radijsjes, rapen, rammenas, schorsene ren (soort van witte wortel), spitskool, topinamboer (zeventiende-eeuwse wortel knol), tuinkers, zeekraal (zeegroente). En volgens een persbericht van The Greenery (de grootste Nederlandse groenteveiling) in januari 2003 dreigt de oer-Hollandse krop sla aan dit rijtje te worden toegevoegd. Pastinaak - pincksternakel Pastinaak is een oude groente die wordt beschouwd als voorloper van de aardappel, want het was lange tijd het volksvoedsel nummer één. De groente was vrij gemakke lijk te telen en kon uitstekend een winter lang bewaard worden. De pastinaak wordt al sinds lang verbouwd en was bekend bij de oude Grieken. In de Middeleeuwen kwam de pastinaak naar Noord-Europa. Pastinaak behoort tot de familie van de wortelen, seldersoorten, peterselie, kervel en knolvenkel. Hier is de pastinaak bijna vergeten, in Engeland is hij nog populair. De witte wortel heeft een zoetige smaak die sommigen aan anijs doet denken. Schil de wortels met een dunschiller. Stoof plakjes pastinaak in een beetje boter gaar in twintig minuten. Pastinaken zijn vanaf september tot en met januari verkrijgbaar. Kardoen - Kardonzen Kardoen is een voorouder van de artisjok. De plant is al bekend sinds de vierde eeuw voor Christus, afkomstig uit het Middellandse- Zeegebied. In Limburg werden in de jaren veertig van de vorige eeuw nog op grote schaal kardoenen geteeld door tuinders. Ze werden gebleekt in de mergelgrotten om hun lekkere zoetige smaak te verkrijgen. Het uiterlijk van de bladsteel is vergelijkbaar met bleekselderij. De smaak is echter totaal anders. De eerste indruk van de 'beet' is mals, sappig en zoetig. De smaak is een mix van artisjok, selderij en schorseneer. Bitter en toch ook een beetje zoet. Je zou zeggen, die omschrijving moet het grote publiek dat spruitjes en lof koopt toch aanspreken. Voorbijgestreefd door de nobeler geachte artisjok werd de kardoen in onze streken ver geten. Maar niet in Zuid-Europa, waar de faam van de kardoen vanaf de oudheid onder de Grieken en Romeinen tot op heden nog populair is. Kardoen komt vaak gestoofd op tafel met kastanjes of met walnoten. Ze zijn net zo te bereiden als asperges, en ook als beignets smaken ze uitstekend. Kardoen is verkrijgbaar van juni tot en met november. Schorseneer - keukenmeidenverdriet - armelui's asperges De schorseneer wordt ook wel zwarte wor tel, keukenmeidenverdriet, armelui's asper ges (voor de arme man) of winterasperge genoemd. Het verbruik is sterk afgenomen, maar in Limburg wordt de plant nog hier en daar geteeld. De voornaamste reden voor het nagenoeg verdwijnen van de schorse neer is dat het schoonmaken een minder plezierige bezigheid is. Men krijgt er plakke rige handen en zwarte nagels van, vandaar de naam keukenmeidenverdriet. Een soort schorseneer (de haverwortel) heeft een witte of bleekbruine schil; de bekendste soort is van buiten zwart. Het vruchtvlees is bleek-crème en de smaak herinnert aan arti sjok en asperge. De zwarte soort zou het lek kerst zijn en wordt ook wel eens vergeleken met oesters. Daarom heet hij ook wel de oesterplant, maar veel mensen valt die gelij kenis niet op. Schorseneren vormen een aparte en leuke aanvulling op het menu, hetzij in een roomsaus, gekookt in melk of gebakken in boter. Ze zijn ook bruikbaar in soep. Vroeger werden de wortels samen met blad en bloemen gebruikt tegen maagzuur, gebrek aan eetlust en diverse leverkwalen. Schorseneer is verkrijgbaar van september tot en met maart. Aardperen - topinamboer - Jeruzalem-artisjokken Aardperen worden ook wel topinamboer of Jeruzalem-artisjokken genoemd, hoewel ze niets met Jeruzalem noch met artisjokken van doen hebben. Het is een knol met een rijke en lange geschiedenis. Ze werden omstreeks het begin van de zeventiende eeuw hier ingevoerd en kenden toen een groot succes in onze tuinen van kastelen en kloosters. In de twintigste eeuw was de plant bij de meeste boerderijen te zien. De bloemen werden twee meter hoog en waren gangbaar als erfafscheiding. Door de aard appel is de aardpeer verdrongen. Aardperen zijn knobbelige grillige knollen, enigszins op verse gember lijkend, van pruimgroot tot de maat van een aardappel. De smaak is zacht met iets van noten en artisjokken. De aardpeer is lekker in soepen en stoofscho tels, gekookt met kaas-, tomaten-, of kerrie saus. Gefrituurd (zwevend gebakken) is de aardpeer lichter en krokanter dan de aard appel. Aardperen zijn van oktober tot en met maart verkrijgbaar. Waarom zijn vergeten groenten vergeten? Lamsoor, aardpeer, kardoen, duinpie pers, muuskes, molsla, zuring. Vermeld deze namen in jong gezelschap en ze zullen je Oudewater iohanna en Hillegonda Vroesen stamden uit de Rotterdamse regentenfamilie Vroesen, maar ze hadden ook voorouders in Oudewater: de wiskun dige Willebrord Snellius van Rooyen bijvoorbeeld. In 1703 verhuisden ze naar Oudewater. In 1716 kochten ze een boerderij met wagenhuis, twee hooibergen en een erf aan de Kromme Haven in het stadje. Het woonhuis van de boerderij was niet zo groot en er was geen kelder, zodat de boer geen kaas kon maken. In 1720 kochten de dames de naastgelegen boerderij en verbouwden die tot een statig woonhuis met een grote kelder. Een aankijken als koeien die voor het eerst een trein zien passeren. Maar bij oudere genera ties roepen deze groenten herinneringen op aan 'de goede oude keuken'. Soms is het gis sen waarom bepaalde groenten het predikaat 'vergeten' hebben. We zetten het op een rij. Eetcultuur: vergeten groenten zijn vaak wortel- en knolgewassen. Deze worden gerelateerd met zware kost, zware licha melijke arbeid en arme tijden. In de Tight-periode', ingezet begin jaren tach tig, paste deze groenten niet goed in de populaire gerechten. Veredeling: veredeling tot moderne ras sen leidt tot hogere opbrengsten dan de oudere rassen. Wegens de hoge kosten van het veredelen van een ras brengen veredelaars een beperkt aantal rassen op de markt en zijn de oude rassen verdron gen. Jammer want die hebben vaak meer smaak. Bijvoorbeeld de Langedijker bewaarkool (rode kool) of de Berner Landfrau (boon) zijn oude rassen die dui delijk beter smaken dan moderne rassen. Landbouwkundig: de oogstbaarheid en de bewaareigenschappen na de oogst zijn soms in het nadeel van soorten vergeten groenten. Te noemen zijn kardoen en aardpeer. Deze zijn moeilijk lang te bewa ren. Bovendien is de teelt van kardoen bewerkelijk en is de aardpeer moeilijk te oogsten. Voor een aantal vergeten groenten is het ronduit gissen waarom ze van onze dis zijn verdwenen. Ze zijn gezond, voed zaam, lekker, makkelijk te telen en te oogsten. Wortelpeterselie, zuring, diverse zeer smakelijke oude tomaten- of koolras- De Kromme Haven in Oudewater, foto van E.C. Rahms, ca. 1880. deel van die kelder was te bereiken vanuit hun pachtboer- derij. Zo kon de boer toch kaas maken. (Nettie Stoppelenburg) sen, het is ons een raadsel waarom we die niet meer eten. Vergeten eetcultuur Nederland heeft door de eeuwen heen een verrassend geva rieerde en rijke eetcul tuur gekend. Maar dat zijn we voor een deel vergeten. Toen de Ro meinse legioenen naar de lage landen kwa men, brachten ze ook hervorming van de landbouw mee. De sol daten moesten voldoende eten krijgen, en dat kwam van de boerderijen in de regio. Onderzoek naar het plantaardige materiaal van de opgravingen in en rond Maastricht bewijst dat de Romeinen bijvoorbeeld sel derij, koriander, bonenkruid en dille kweek ten. Die kruiden waren tot dan toe in ons land niet bekend. Ook verbouwden ze biet jes en linzen. De akkers leverden graan, erwten en veldbonen. Het smaakpatroon breidde zich aanzienlijk uit in het door de Romeinen bezette deel van ons land. De richtlijnen van Karei de Grote (500-1400 na Chr.) Karei de Grote geeft uitgebreide richt lijnen voor het inrichten van zijn landerij en. Het was een verlanglijstje, want niet alles zal het in ons klimaat tot wasdom hebben gebracht. Prei, ui, knoflook, worte len, rapen, tuinbonen en kropsla schaar den zich naast pompoen, meloen, augurk, selderij, kervel en venkel. Kookboeken uit die tijd geven recepten voor een soepje van lente-uitjes, of spinazie met gember en eieren. De vis werd geserveerd met groene kruiden, het kalfsvlees met een groene saus van peterselie, snijbiet, azijn en spece rijen. Prei werd met wat ui gestoofd in olie en bouillon, waarna de schotel werd gebonden met gemalen amandelen. Ook in de latere middeleeuwen (800-1600 na Chr.) blijven groenten op tafel. Vlees geeft weliswaar de status aan het maal, evenals de uit verre landen geïmporteerde specerij en (peper, gember, kaneel, saffraan, noot muskaat), maar groente en verse kruiden fleuren de anders eentonige maaltijd op. De potagie van bonen, de aelmoes (een voorloper van waterzooi, de Vlaamse vis soep met veel groen erin), de groene toerte (hartige taart met snijbiet, spinazie, kom- kommerkruid) of ossentong (buglos), bewijzen dat veel groenten op een heel uit eenlopende wijze in de gerechten verwerkt werden, soms in voor ons verrassende combinaties. Ncgentiende-eeuws huiselijk tafereeltje met onder andere kool. Bonte mengeling (1500-1800 na Chr.) Als de nieuwe wereld is ontdekt, komen daar nog tal van groentesoorten bij. Maar de traditionele groenten verdwijnen niet. Salades met nog steeds die bonte men geling van kruiden, grauwe erwten, kool, wortelen en knolgewassen blijven een belangrijk deel van de dagelijkse dis. In de achttiende eeuw gaan aardappelschotels gepaard met champignons, uienragout, peultjes, erwtjes, sperzieboontjes en salades. Worteltjes voor bij de vis, wat anders? In het Nieuw Burger Kookboek bevat hoofdstuk 7 de recepten voor groenten, voor alle genoemde soorten ten minste twee berei dingswijzen. Andijvie, asperges, aardappe len, artisjokken, bloemkool, boontjes (er wordt onderscheid gemaakt tussen slaboon- tjes, sperzieboontjes en prinsessenboontjes. Wij gooien dat tegenwoordig op een grote hoop), doperwten, kapucijners, groene en gele erwten, rode kool, witte kool, spruitjes, savooienkool, kroten, knollen, prei, peulen, postelein, snijbonen, schorseneren, selderij, knolselderij, kropsalade, spinazie, uien, wortelen, zuring, cichoreiiof en mol- of paardebloemensalade. Hoofdstuk 9 gaat over het inmaken van groenten en hoofd stuk tien over de salades, waarbij weer onderscheid wordt gemaakt naar de soort: andijvie, veldsla, latuw, kroost en dunsel, molsalade, koolsalade en natuurlijk kropsla. Dat is in 1833. Variatie in soort en bereiding en een vanzelfsprekendheid, dat groente bij de maaltijd hoort. Het belang van de commercie (vanaf 1850 na Chr.) Dan komt er in 1887 een nieuw kook boek, van de hand van Odilia Corver, direc trice der tijdelijke kookschool te OAmsterdam. Er verschijnen veel drukken van Aaltje, de volmaakte en zuinige keuken meid. Hoofdstuk 8 is gewijd aan aardappe len en groenten. Vijftien pagina's aardappe- archievenblad september 2003 september 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 17