I Tegenwoordig is Oud-Beijerland bijna een forensendorp geworden, met de bekende nieuw bouwwijken, een zich steeds uitbreidende mid denstand en een rechtstreekse verbinding met Rotterdam. Tot halverwege de twintigste eeuw was het een zelfstandig en misschien wat eigen wijs dorp. Er was een groente- en fruitveiling, een suikerfabriek, een paling- en zalmrokerij en een sigarenfabriek. De bevolking was overwe gend protestants, maar er was ook een rooms- katholieke minderheid en, ongeveer tot het eind van de dertiger jaren, een asjkenazim-joodse gemeenschap met een eigen synagoge. Oud- Beijerland vervulde een centrumfunctie voor de omliggende gemeenten en dat bleek ook uit de vestiging van een aantal onderwijs- en over heidsinstellingen. Toch bleef het een tamelijk gesloten gemeenschap, waar je als nieuwkomer niet zo gemakkelijk aansluiting kon vinden. Min of meer los van Oud-Beijerland, met een smalle binnendijk ermee verbonden, strekte zich het buurtschap Zinkweg uit. Een kleine, zeer traditionele, agrarische gemeenschap, met eigen kerken, scholen en winkels. Beneden aan de Zinkweg, aan de Nieuwbeijerlandse Kreek, lag de boerderij van Jan en Catharina Traas. De familie Traas kwam oorspronkelijk uit Zeeland, maar omdat daar voor het grote gezin onvol doende uitbreidingsmogelijkheden waren, trok de familie in de dertiger jaren naar de Zinkweg toe. Vanuit de gereformeerde traditie, die vorm kreeg in de wekelijkse cathechesatie en de bij eenkomsten van de jongelingsverenigingen, had men hier sinds de opkomst van Hitler al nage dacht over het nationaal-socialisme en het zon der meer afgewezen. Hiervandaan was het in de oorlog maar een kleine stap, zo leek het, om hulp te bieden aan onderduikers en illegale blaadjes te verspreiden. Daarmee begon het, zoals meestal. Maar het groeide verder. In het voorjaar van 1943 werd één van de zoons, de toen zeventienjarige Marien Traas, opgepakt wegens anti-Duitse uitlatingen. Hij kwam via het hoofdbureau van politie aan het Haagsche Veer in Rotterdam in het concentratie kamp Vught terecht waarna tewerkstelling in het buitencommando Moerdijk volgde. De fami lie Traas stelde alles in het werk om Marien vrij te krijgen, wat uiteindelijk ook lukte. Maar door deze pogingen om contact te krijgen met de in gevangenschap verkerende Marien, werden rela ties met het verzet aangeboord. In de komende maanden zouden deze betrekkingen steeds hechter en uitgebreider worden. De spil van deze zo ontstane verzetsgroep was de oudere broer van Marien, Israël Traas. Israël, die wegens een vroegere longtuberculose geen zware licha melijke arbeid kon verrichten, had veel contac ten buiten het eiland en was ook min of meer vrij om zijn eigen tijd in te delen. Hij maakte hiervan royaal gebruik bij het opzetten en onderhouden van het illegale netwerk. Zo kregen zowel de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO), de illegale pers en het gewapende verzet voet aan de grond in de boerderij van Traas, het laatste in de vorm van de Knokploeg Zinkweg. Alle op de boerderij aan wezige leden van de familie, zowel mannen als vrouwen, namen deel aan het verzetswerk ter wijl het boerenwerk, dat toch als veeleisend bekend staat, ondertussen gewoon moest door gaan. De Hoekse Waard kende sinds 1944 een eigen illegaal streekblad, 'De Koerier' genaamd. Dit blad, dat niet alleen de bedoeling had de eiland bewoners te informeren maar ook om de ver- 32 mms?. zetshouding onder hen te stimuleren, werd op de boerderij geschreven en gedrukt. Vooral dit laatste was nogal problematisch, omdat de oude stencilmachines een bijzonder vérdragend gestamp produceerden, dat tot in de keuken te horen was. Aangezien die keuken in het voorjaar van 1945 gevorderd was om Duitse militairen in te kwartieren, vereiste dit de nodige omzichtig heid. Toch verscheen het blad regelmatig en het zette door zijn felle, confronterende artikelen velen aan het denken. De Duitsers vermoedden wel dat de boerderij aan de Zinkweg iets te maken had met De Koerier en controleerde de omgeving van de Zinkweg steeds vaker en scher per. Toch duurde het nog tot april 1945 voordat het fout zou gaan. Toen omsingelde, in de nacht van 22 april, een groep van een stuk of veertig soldaten de boerderij en drong er binnen. Er was op dat moment een aantal verzetsstrijders aan wezig, maar de meesten van hen konden zich aanvankelijk verbergen in de schuilplaats op de boerderij. De soldaten probeerden door intimi derend gedrag de locatie daarvan te weten te komen. Zo legden zij een handgranaat voor de voeten van moeder Traas met de bedreiging, die te zullen laten ontploffen indien de gewenste informatie niet werd verstrekt. Moeder Traas, krap 1,50 m hoog, keek hen strak aan, weigerde te spreken en overleefde. Min of meer bij toeval stuitten de Duitsers later toch op de verzetsstrij ders, die men mishandelde en arresteerde. De op de boerderij aanwezige vrouwen werden niet gearresteerd maar moesten, onder bewaking van een aantal Duitse soldaten, het bedrijf gaande houden. Hoewel de leiding van de Knokploeg plannen smeedde om een bevrijdingsactie op touw te zet ten, bleek dit niet nodig te zijn, omdat op 5 mei de capitulatie tussenbeide kwam. Toen was het vrede en op de een of andere manier kwamen de gevangenen weer thuis. Bont en blauw geslagen tijdens een laatste con frontatie met een groep losgeslagen Duitsers kwam Jan Traas op 6 mei thuis op de boerderij bij zijn vrouw en dochters. Eén avond en één nacht hebben ze in vrede kunnen doorbrengen. De volgende dag kwam er een groep Duitsers terug naar de boerderij en één van hen maakte, in aanwezigheid van man en kinderen, met een aantal geweerschoten een einde aan het leven van moeder Traas. 'De boerderij van Traas' is, ook na de oorlog, nog lang een begrip geweest in de wijde omgeving. Uiteraard voor de familieleden die in vredestijd soms maar moeilijk hun draai konden vinden, maar ook voor mensen uit de omgeving. In het begin van de zestiger jaren, na de dood van Jan Traas, begon de boerderij wat in verval te raken en later brandde hij door onbekende oorzaak af. Dit artikel is in de eerste plaats gebaseerd op gesprekken met alle overlevende leden van de familie Traas. Zie verder in het archief van de gemeente Oud-Beijerland de stukken van de Groep Zinkweg en het boek van Albert Oosthoek 'Uit Trouw geboren - Illegaliteit in Oud-Beijerland', dat in mei 1995 verscheen en een gedetailleerd overzicht bevat van de opbouw en de verschillende activiteiten van de verzetsgroepen. 33 1 Door Chaja Beck* Net als het artikel van Annemieke van Bockxmeer 'Boerenland in boerenhand' in dit nummer van het Archievenblad gaat dit artikel over boeren in de Tweede Wereldoorlog. Niet over 'de boerenstand' in zijn totaliteit, maar over een concrete boerderij, haar bewoners en de kring van direct erbij betrok kenen. Dit artikel gaat over mensen die op grond van eenzelfde streng-gereformeerde opvoeding als Evert Jan Roskam Hzn. Toch tot totaal andere keu zes kwamen. Het gaat over een boerderij onder de rook van Rotterdam, met boomgaarden, koeien, kip pen, een kreek vlakbij en een waterput op het erf. Het gaat over een verzetsgroep die grotendeels geleid werd door de leden van één boerenfamilie, de familie Traas aan de Zinkweg bij Oud-Beijerland. Het echtpaar Traas. Opgepakt archievenblad september 2003 De boerderij aan de Zinkweg. Chaja Beck is senior informatiespecialist bij Doxis en redacteur van het Archievenblad. september 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 16