en de oude Hanzestad Deventer F ïm imt oerderijen thema Tri 30 Een eerste verkenning maakte duidelijk dat deze boeren verspreid woonden en dat men vaak verhuisde. Het was kennelijk niet erg bezwaarlijk een burgerhuis en erve te verbouwen tot eenvou dige huisvesting voor mens en dier. We kunnen ons dat tegenwoordig in de binnenstad bijna niet meer voorstellen. Door de dichte bebouwing is het heel moeilijk precies vast te stellen waar deze boerderijen gestaan hebben. Waar het in deze bijdrage over gaat zijn de boer derijen in het buitengebied, speciaal aan de noord- en oostzijde van de stad gelegen, als eilan den in het landschap. Hier werd eeuwenlang geboerd; de boerderijen werden in de loop der tijd steeds vernieuwd, of totaal nieuw opgebouwd als ze versleten waren of te klein geworden. Maar de huisplaats lag veelal vast; men kan ook nu vrij gemakkelijk de plaatsen terugvinden. Genealogen die regelmatig onderzoek doen in Overijssel en Oost-Gelderland zijn meestal wel op de hoogte met het gegeven dat veel bewoners hun familienaam in dit gebied ontle nen aan de boerderij waarop zij wonen. Verhuisden deze mensen van bijvoorbeeld erve Stormink naar erve Haverkamp dan was de kans heel groot dat men daarna ook van familienaam wisselde en, zoals dat zo mooi werd aangeduid, 'men schreef Haverkamp'. In bepaalde streken was het zelfs niet zo lang geleden nog zo dat de familie alleen onder de boerderijnaam bekend was in de buurschap. Maar ook dit verandert. Met het invoeren van de vaste familienamen rond 1811 werd natuurlijk op papier al veel vast gelegd. Maar het blijft in dit deel van het land heel lastig om families te volgen. In de officiële documenten, denk aan kadaster en bevolkingsregisters, vindt men zelden de naam van een boerderij. Dit in tegenstelling tot het notarieel archief waar vaak wel allerlei boer derijnamen en veldnamen genoteerd staan. Door de huidige adressering met straatnamen en huisnummers, ja zelfs postcode, raken de namen van huizen en boerderijen steeds meer in onbruik. De stad Deventer, gelegen westelijk tegen de [Jssel en zuidelijk grenzende aan het vroegere gebied van Gelre, had aan de noord- en oostzij de een groot plattelandsgebied, dat de naam Schoutambt Colmschate droeg en vanaf 1576 onder bestuur van Deventer kwam. Natuurlijk was het gebied veel ouder, archeologische opgra vingen hebben dat op een aantal plaatsen reeds duidelijk aangetoond. Voor deze bijdrage is het van belang te weten dat de stad Deventer vanaf 1576 het bestuur vormde. Dit bleef zo tot de Franse Tijd toen op last van Napoleon het genoemde gebied werd omgezet in een zelfstan dige maire en later gemeente Diepenveen. Deze situatie bleef bestaan tot 1 januari 1999, toen de gemeente Diepenveen door annexatie geheel bij Deventer werd gevoegd. Voordien hadden er reeds enkele grenswijzigingen plaatsgevonden, waarbij onder andere het dorp Colmschate in 1970 bij Deventer was gevoegd. Door de geschetste ontwikkeling is het niet vreemd dat het oud rechterlijk archief van het Schoutambt Colmschate steeds deel heeft uitge maakt van het stadsarchief van Deventer. Natuurlijk had de gemeente Diepenveen haar eigen archief van na 1811 in eigen beheer. Dit laatste is na de fusie ook ondergebracht in Deventer en vormt met dat van het Schoutambt een logisch geheel. Omstreeks 1982, dus ver voor de opheffing van de gemeente Diepenveen, heb ik als mede- werker van de toen nog Gemeentelijke Archiefdienst van Deventer een begin gemaakt met een onderzoek, dat tenslot te voor het gebied van Diepenveen een achttal kaartenbakken met gegevens opleverde. Uit diverse bronnen werden gegevens over bewoners en boerderijen op handgeschreven fiches vastgelegd. Tevens werden datum of jaar en de bron vermeld. Ook werden vaak de eigenaren, hetzij particulieren of instellingen in de stad vermeld. De boeren waren vaak pachters die soms generaties lang op dezelfde boerderij ble- ven wonen. Maar anderen waren minder gelukkig en moesten soms na vier of zes jaar een andere pachtboerderij zoeken. Het systeem begint met gegevens over verponding uit 1601. Vervolgens is getracht uit diverse bronnen, bijvoor beeld vuurstedenregisters en dergelijke, per periode van dertig tot veertig jaar gegevens vast te leggen. Als basis is niet uitgegaan van de naam van de bewoners, maar van de naam van de boerderij. Op dat gegeven is alles opgeborgen. Het rechterlijk archief bleek een schat aan gegevens te bevatten; datzelfde geldt voor het notarieel archief en diverse andere losse bronnen. Het resultaat was per boerderij een grotere of kleine stapel kaartjes, die desgevraagd aan onderzoe kers ter inzage werden gegeven met het verzoek de volgorde te handhaven. In de praktijk blijkt echter dat niet iedereen alles laat zoals het is aangetroffen. Toen ik een begin maakte met het vastleggen van de gegevens per boerderij naam, had ik nog geen idee dat in de archiefwereld twintig jaar later op ieder bureau een pc zou staan. Als gepensio neerd medewerker van het archief ben ik nu enkele dagen per week bezig 'om de duizenden gegevens van de fiches in te voeren in een database. Het werk vordert langzaam, maar het is verrassend te zien hoe snel de machine een gevraagde naam uitlicht en hoe die namen verwij zen naar zoveel verschillende boerderij en. Meestal zijn namen van zowel de man als de vrouw, als ook van mom bers/voogden en dergelijke genoteerd. Wat mag de bezoeker in de toekomst van dit systeem verwachten? Niet dat alles op een presenteerblad wordt aangedragen. Men zal zelf zeker nog het nodige heb ben uit te zoeken, maar het grote voor deel is dat men snel een aantal aankno pingspunten en bronnen te pakken heeft. Bijvoorbeeld waar een bewuste familie woonde in welke periode; of men pachter was of eigenaar van een boerde rij; of er een tweede huwelijk werd geslo ten na een sterfgeval en of er een boedel verdeling heeft plaatsgevonden. Voor de elektronische verwerking van namen met diverse spellingen en varian ten in schrijfwijze heb ik gemerkt dat de 'gulden regel' in de archiefwereld: name lijk steeds alle schrijfvarianten letterlijk overnemen, in deze situatie geen goed resultaat geeft. Ik heb gemeend de oplos sing te zoeken door steeds één vaste naam te kiezen en per geval de afwijken de naam ervoor of erachter te typen. Op deze manier blijven de gegevens per boerderij ook in de pc bij elkaar. Het doel is immers dat de onderzoeker zo eenvou dig mogelijk bij de bron komt. Vaak zal het nodig zijn het origineel te raadple gen. De beschrijving van een akte is veel te uitgebreid om samen te vatten. Ook is de kans dat men verkeerde conclusies trekt te groot. Toch bevatten de fiches informatie die een vrij duidelijk beeld geeft waar het over gaat. Het op ruime schaal beschikbaar komen van deze informatiebron zal de druk op de studiezaal zeker vergroten, maar in het kader van het beschikbaar stellen van bronnen voor onze bezoekers is dat een gewenst neveneffect. I 31 Boerderij gegevens Door Teun Kloosterboer* Boerderijgegevens en de oude Hanzestad Deventer zijn twee begrippen die op het eerste oog weinig met elkaar gemeen hebben. Toch blijkt het stadsarchief van Deventer gegevens te bevatten over boerderijen uit het omringende platteland die nu in het jaar van de Boerderij extra aandacht verdienen. In Deventer woon den vanouds naast kooplieden en handwerkslui ook stadshoeren, die vaak werden aangeduid als 'wortel- boeren'. Zij woonden, meestal met hun vee, in verschillende straten binnen de muren van de binnenstad. Na 1880 vestigden zij zich meer en meer buiten de stadskern. Naar deze groep van boeren is tot nog toe weinig onderzoek gedaan. Familienamen en boerderijnamen Stadsarchief Boerderijonderzoek en een voorlopig resultaat Nijmegen Rechts een voormalige stadsboerderij met stal in de Bottelstraat te Nijmegen, 1955. Deze boerderij met koeienstal, gebouwd op een lange smalle kavel, was tot in de zestiger jaren in bedrijf en daarmee de laatste echte stadsboerderij binnen de singels van Nijmegen. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog waren er nog een kleine vijftig boerenbedrijven met koeien, paarden en varkens in de stad actief. Tussen beide wereldoorlogen nam dit aantal in rap tempo af. archievenblad september 2003 Strengere eisen op het gebied van de hygiëne, gepaard met riool- en waterleidingaanleg, waren hier debet aan. (Henk Rullmann) Erve Haverkamp. Boerderijnamen in de computer september 2003 Teun Kloosterboer was een aantal jaren medewerker van het stadsarchief van Deventer. Door zijn belang stelling voor genealogie en zijn kennis van het platte land rond zijn geboorteplaats Colmschate was hij in de gelegenheid een stuk geschiedenis vast te leggen. Op deze manier hoopt hij dat de oude gegevens over plaats en bewoning van boerderijen worden bewaard voor het nageslacht. archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 15