NATIONAAL ARCHIEF:
e
exi
\t/yi
oerderijen
De archieven van het Ministerie van
Landbouw dateren dus alle uit de twintigste
eeuw. De negentiende eeuw heeft geen herkenba
re landbouwarchieven opgeleverd. Er was immers
geen enkel orgaan - directie of afdeling van een
ministerie - speciaal belast met landbouwaangele-
genheden. Sterker nog, de landbouw was nauwe
lijks een voorwerp
van regeringszorg.
Nu is dat niet zo
vreemd. De rijks
overheid heeft zich
in die periode niet of
nauwelijks bemoeid
met de economische
activiteiten van haar
burgers. De veilig
heid, in de ruimste
zin van het woord,
was vrijwel het enige
waarmee de regering
en het ambtenaren
apparaat in Den Haag zich intensief bezighielden.
En als de regering zich op economisch terrein
ging bewegen, was het vrijwel altijd vanuit het
gezichtspunt veiligheid (Stoomwet, Hinderwet,
Arbeidswet) of rijksfinanciën (Posterijen).
Pas aan het eind van de negentiende eeuw komt
de zorg voor de landbouw hoog op de agenda te
staan. De landbouwcrisis uit de jaren tachtig
heeft veel armoede en onrust veroorzaakt. Na
onderzoek door een - onvermijdelijke - commis
sie (Landbouwcommissie 1886-1891) werd uit
eindelijk de bestaande, versplinterde bemoeienis
met de landbouw bij één minister ondergebracht.
In 1898 werd bij het Ministerie van Binnenlandse
Zaken de Afdeling Landbouw opgericht. Aan het
hoofd van deze afdeling kwam een directeur-
generaal. Dat was nieuw, want tot dan toe had
den alle afdelingen bij ministeries een referen
daris als chef, soms een administrateur. De zorg
voor het landbouwonderwijs kwam van de
Afdeling Onderwijs van Binnenlandse Zaken zelf,
en de veterinaire aangelegenheden werden door
de Afdeling Medische Politie volksgezondheid)
van datzelfde ministerie overgedragen. Van
Justitie kwam de uitvoering van de Jachtwet, van
Financiën de ontginning van woeste gronden,
met name van de duingebieden, en van
Waterstaat ten slotte werd de zorg overgenomen
voor de bestrijding van plantenziekten, de
bescherming van nuttige dieren en de voorko
ming van fraude bij de handel in landbouwpro
ducten, vooral zuivelproducten.
Al snel groeide dat beperkte en weinig cohe
rente takenpakket. De eerste uitbreiding bestond
uit de actieve bosbouw. Woeste gronden werden
door de Staat aangekocht en bebost. Hoofddoel
was een economische: verkrijging van hout, met
name voor de zich ontwikkelende mijnindus
trie. Natuurbescherming was nog in het geheel
niet aan de orde. Voor deze taak werd een nieuw
orgaan in het leven geroepen, het Staats
bosbeheer. Deze methode paste de regering bij
landbouw vrijwel steeds toe als een nieuwe taak
werd opgedragen of een bestaande aanzienlijk
werd uitgebreid. Zo werd de ziektebestrijding
ondergebracht bij de Plantenziektekundige
Dienst (1910) en Rijksseruminrichting (1904),
de uitvoering van de nieuwe Boterwet bij de
Rijkszuivelinspectie (1900) en het landbouw
kundig onderzoek bij de Rijkslandbouw
proefstations, de onderzoeksinstituten te
Wageningen en de laboratoria. Maar de meest
spectaculaire ontwikkeling heeft zich voorge
daan op het gebied van voorlichting en onder-
wijs. Vanuit het tiental rijkslandbouw-
en rijkstuinbouwbouwleraren dat in
1898 werkzaam was, is een zeer omvang
rijk voorlichtingsapparaat opgebouwd,
dat in de jaren zestig zijn hoogtepunt
bereikte. Zo werden successievelijk vele
rijkszuivelconsulenten, rijksveeteeltcon-
sulenten, rijkslandbouwconsulenten,
rijkstuinbouwconsulenten, rijksbijen-
teeltconsulenten, de rijkspluimveeteelt-
consulent, bedrijfsconsulenten voor de
landbouw, cultuurconsulenten en inge
nieurs voor grond- en pachtzaken aange
steld. Deze consulenten verzorgden de
voorlichting aan individuele boeren op
het bedrijf zelf en organiseerden daar
naast ook vele cursussen over uiteenlo
pende onderwerpen over het gehele
land. Zij deden dat vooral in de rustige
winterperiode. Daaruit ontstonden weer
de rijksland- en tuinbouwwinterscholen.
Dit gehele apparaat is de sleutel geweest
tot de succesvolle ontwikkeling van de
Nederlandse landbouw in de twintigste
eeuw. Het voorlichtingsapparaat deed
zijn invloed gelden in alle uithoeken van
het land. Het was in rayons opgedeeld,
waarbij elke consulent een vaste stand
plaats had en woonachtig was in het
rayon waar hij was aangesteld. Zo leerde
hij de streek en de mensen kennen en
kon hij heel praktische adviezen geven,
aangepast aan de situatie waarin elke
individuele boer verkeerde. De ontwikke
ling is niet alleen maar een kwestie van
groei geweest. Tijdens de Eerste
Wereldoorlog werd de Directie ook inge
schakeld bij de bestrijding van de
schaarste door het vaststellen van distri
butie- en teeltregelingen en het verbie
den van de productie van bepaalde
gewassen. Na de Eerste Wereldoorlog is
de Directie van de Landbouw geleidelijk
ingekrompen door bezuiniging, zonder
overigens het takenpakket evenredig te
verminderen. Nieuwe taken kwamen er
in die tijd niet bij. Het gevolg hiervan
was dat de Directie volstrekt niet geëqui
peerd was om na het ontstaan van de
economische crisis begin jaren dertig
bestuurlijk leiding te geven aan de
bestrijding van de gevolgen ervan.
Kennelijk had de regering geen vertrou
wen in het ambtelijk apparaat. De
Directie van de Landbouw werd niet uit
gebreid, maar een geheel nieuwe organi
satie werd in het leven geroepen, de
zogenaamde crisiscentrales. Deze centra
les voerden onder leiding van de nieuwe
Afdeling Landbouwcrisisaangelegenhe
den een groot aantal wetten en verorde
ningen uit ter beteugeling van de over
productie. Dit gehele apparaat werd in
1941 probleemloos omgezet in het voed
selvoorzieningsapparaat: het Rijksbureau
voor de Voedselvoorziening in Oorlogs
tijd. Blijkbaar maakt het niet zoveel uit of
problemen van overproductie of schaars
te bestreden moeten worden.
Het archief, of liever de archieven
van het ministerie bevatten de neerslag
van al deze activiteiten. Archieven, want
de archiefvorming heeft per afdeling
plaatsgevonden. De Afdeling Landbouw,
in 1905 via het Ministerie van Waterstaat
bij het Ministerie van Landbouw,
Nijverheid en Handel ondergebracht, is
in 1906 verheven tot Directie van de
Landbouw. Deze Directie is vervolgens
georganiseerd geweest in een aantal afde
lingen, in de loop der tijd in aantal varië
rend van vier tot twaalf. Evenzovele
archieven zijn er gevormd. Maar bij elke
reorganisatie heeft men de afdelingsar
chieven uit elkaar gehaald en verdeeld
over de nieuw gevormde afdelingen. De
stukken van de ongesplitste Afdeling
Landbouw zelf, uit de periode 1898-
1906, vind je dus over het gehele archief
bestand verspreid. De oorspronkelijke
toegangen (agenda's van ingekomen en
uitgaande brieven, onderwerpen- en
namenklappers) zijn in of rond 1954 ver
nietigd, waardoor de toegankelijkheid
van het archief niet bepaald vergroot is.
De problematiek van het archiefbeheer
bij het Ministerie van Landbouw en
Visserij was in 1968 zo groot geworden,
dat de toenmalige algemene rijksarchiva
ris het grootste gedeelte van het semi-sta-
tisch archief naar Schaarsbergen liet
overbrengen. Als toegang fungeerden
toen simpele, ongestructureerde plaat
singslijsten, vervaardigd in de jaren veer
tig en vijftig. Thans, 35 jaar later, moeten
we nog steeds gebruik maken van deze
plaatsingslijsten. Slechts een beperkt
aantal archieven heeft in de afgelopen
jaren een bewerking ondergaan, waaruit
een nieuwe en betere toegang is voortge
komen.
De archieven van de Directie van de
Landbouw zijn niet erg populair, ze
behoren tot de categorie weinig geraad
pleegde archieven van het Nationaal
Archief. De slechte kwaliteit van de toe
gangen zal daarvan zeker als een belang
rijke oorzaak zijn aan te wijzen. Maar dat
kan niet de enige reden zijn. Er zijn meer
archieven met een matige tot slechte
plaatsingslijst als toegang. Die zijn in de
loop van de jaren wél vaak geraadpleegd.
Onderzoekers moesten dan veel tijd uit
trekken voor het bestuderen van de lijs
ten en soms lukraak - en hoorbaar zuch
tend - maar wat aanvragen om te zien of
de inhoud van de mappen en dozen
enigszins overeenkwam met wat zij, op
grond van de vage beschrijving in de
lijst, ervan verwachtten. Omdat die
archieven wel geraadpleegd werden, en
omdat er dan regelmatig klachten over
werden geuit, zijn dergelijke archieven
inmiddels vrijwel alle van een goede, of
in elk geval acceptabele toegang voor
zien. Zo niet dus die van Landbouw.
Blijkbaar vormen geschiedenis van de
landbouwpolitiek, het nationale land
bouwbeleid of de economische en tech
nische ontwikkelingen in deze bedrijfs
tak in de twintigste eeuw geen onder
werp van wetenschappelijk onderzoek. Ik
ben niet echt op de hoogte van de onder
zoeksprogramma's van onze landbouw-
historici, maar de nationale landbouwar
chieven zijn bij al die onderzoeken blijk
baar niet nodig.
Inhoudelijk zijn de archieven rijk
aan onderwerpen. Vrijwel alles waarmee
de rijksoverheid enige bemoeienis heeft,
en dat tevens de landbouwbelangen
I
21
1
Door Henny van Schie*
Koningin Wilhelmina bezoekt boeren in
1926. Collectie Elsevier, Nationaal Archief.
'De landbouwarchieven in Den Haag' is een wat
vreemde titel. Waarom niet gewoon de archieven
van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij? Dat is een eenvoudig te beantwoorden
vraag. Het Ministerie van LNV staat pas sinds 1989
onder die naam bekend. En van archiefmateriaal uit
de jaren negentig is nog niets in het Nationaal
Archief aanwezig. Het Ministerie van Landbouw etc.
is een tiental keer van naam veranderd. Opgericht
in 1905, is het in 1923 weer opgeheven, heropge
richt in 1935 en opnieuw verdwenen in 1937 en
tenslotte bestaat het zonder onderbrekingen vanaf
1940. Het totale archiefbestand, dat globaal loopt
over de periode 1898-1955, met een aantal jongere
archieven, heeft bij het Nationaal Archief een omvang
van ongeveer 2350 strekkende meter plankruimte.
Die jongere archieven, met stukken tot ongeveer
1985, zijn in het kader van het PIVOT-project recent
overgedragen.
Voorlichting
Brouwershaven
Woonhuis en doorrijschuur van de gewezen stads-
boerderij Schuitkaai aan de Schuitkade in
Brouwershaven, omstreeks 1910. De hofstede kwam in
1793 in handen van boer Willem Gast en tot op de
dag van vandaag is deze eigendom van zijn afstam
melingen gebleven. Voor het huis poseren leden van
de familie Gast (uit: M.E. Jansen-Glas, Brouwershaven
20
archievenblad
september 2003
UuSI'HV.
zoals het was... Zonnemaire, Noordgouwe,
Schuddebeurs, Zierikzee 1972). (Sander den Haan)
Archieven
Rijk aan onderwerpen
I
september 2003
archievenblad