Art Conservation
memorix, dé webdatabase voor beheren en raadplegen
50.000 records foutloos in drie weken
www.geheugenvannederland.nl collecties
nederland in portretten - begin 20e eeuw
probeer het zelf: www.pictura-dp.nl memorix
LOEK NIJHOLT
ARCHIEFSERVICE B.V
www.artconservation.nl
RESTAURATIE CONSERVERING
column
Voor het project 'het Geheugen van Nederland' heeft
Pictura de Collectie Veenhuijzen van het Centraal Bureau
voor Genealogie (CBG) gedigitaliseerd. De collectie is toe
gankelijk gemaakt door het toevoegen van metagegevens.
Pictura Database Publishing heeft daarvoor een module
ontwikkeld waarbij alle werkzaamheden via internet uitge
voerd kunnen worden. Extern geworven medewerkers
konden zo via internet de gegevens invoeren.
Om een zo hoog mogelijke kwaliteit van de invoer te
garanderen zijn alle knipsels tweemaal ingevoerd, door
verschillende personen. Bij de module hoort dan ook een
controlefunctie die de twee sets naast elkaar zet en verge
lijkt. Automatisch komen dan de fouten naar voren. De
beheerder kan de juist ingevoerde gegevens met één klik
selecteren. Deze module is optioneel verkrijgbaar binnen
Memorix.
Entry test I invoerscherm
Vergelijkingstabel I dubbele invoer
Knipsel
advisering
projecten
documentaire informatievoorziening
archiefbewerking
archiefopslag
Een bekende naam, die staat voor langdurige en brede
ervaring. Deskundigheid, klantgerichtheid en kwaliteit staan bij
ons voorop. Daardoor zijn onze adviezen op maat
gesneden oplossingen. Ook voor de voorbereiding en uitvoering
van projecten staan wij voor u klaar, evenals voor veranderingen
bij uw documentaire informatieverzorging en de
bewerking van uw archieven.Tenslotte bieden wij opslag
van archieven aan in ons eigen archiefdepot.
GOED ARCHIEFBEHEER HEEFT AANDACHT
NODIG. PERSOONLIJKE SERVICE. ONAFHANKELIJK
ADVIES.DAT KUNNEN WIJ U GEVEN.
Bel, schrijf, fax of e-mail voor meer informatie:
Ds. van Haaftenlaan 23
3984 NP Odijk
tel.:030-6572228
fax.: 030-6572228
e-mail: loeknijholtarchief@hetnet.nl
BLAFAARD
Door Bert Looper
Alleen op het schilderij 'Terp bij
Avondlicht' van Hoitze Andringa (1663-
1732) is hij nog te zien: de blafaard. Net
achter een grote hoop aarde steekt hij
zijn spitse snuit omhoog. Het gaat hier
om het legendarische Friese hondenras
dat in de vroege Middeleeuwen de terpen
vrijhield van de mollen en derhalve van
ondermijning van de kwetsbare woonste
den. De effecten van het werk van de
blafaard zijn pas bij de laatste terponder-
zoeken duidelijk geworden. De door de
blafaard verschafte veiligheid gaf de
Friezen de mogelijkheid om het mollen-
vangen in te ruilen voor het dichten (van
gedichten). In de zevende en achtste
eeuw behaalden de Friezen daarmee een
civilisatievoorsprong op de rest van de
wereld die zij nooit meer zouden prijsge
ven.
Dit verhaal kun je met droge ogen vertel
len aan archivarissen die na, zeg, 1990 in
het vak zijn gerold. Misschien een licht
spoor van twijfel, maar als je ook nog
weet te melden dat Boudewijn Büch een
ruggewervel van de blafaard in bezit had,
dan is het pleit beslecht. De blafaard, hij
leefde. Archivarissen van vóór 1990 laten
zich natuurlijk niet in de luren leggen.
Was niet de laatste definitie uit het
Lexicon die je de avond voor het archief
examen er nog in moest stampen die van
de blafaard? Kennis van de definitie van
de blafaard is heden ten dage de ultieme
proef om vast te stellen of we met een
oud- of een nieuw-paradigmatische
archivaris te maken hebben. Wacht
woord? Blafaard!
In de afgelopen maanden heb ik zo nu en
dan onder collega's de term blafaard
laten vallen. Hilariteit, maar ook een
gevoel dat nog het best te omschrijven is
als 'Woudschoten' (voor jonge collega's:
het machtscentrum van de Groot-Friese
koning Pippo na zijn verdrijving uit
Dorestad). Als je verder doordenkt over
de effecten van het uitspreken van het
woord blafaard komt er ook nog iets fun-
damentelers aan de oppervlakte. Na
melijk het gevoel, bij velen de overtui
ging, dat met het verloren gaan van ken
nis van de blafaard er in het algemeen
sprake is van het verloren gaan van
enorm veel kennis in ons vakgebied.
Paleografie, middeleeuws Latijn, het
Bosch Protocol, de grafelijke rekeningen,
de Bataafse administratie, afhangende,
uithangende zegels, de marken, enz. enz.
Wat een enorme schatkamer van kennis
is het Nederlandse archiefwezen toch
altijd geweest. Die schatkamer is nog
steeds rijk gevuld, maar toch is het alge
mene gevoelen
dat we achter
uithollen en dat
er maatregelen
genomen moe
ten worden. Her
en der hoor je al
het geluid dat er
een Nationale
Chartermeester
moet komen die
met zijn of haar
OV-jaarkaart
overal in het
land op afroep
paleografische
en sigillografi-
sche brandjes
kan blussen, zelfs
dorsaal.
Alle gekheid op
een stokje. Heb
ben we hier nu
met een echt
probleem te ma
ken of zadelen
we onszelf op met een schijnprobleem?
De kern van de zaak lijkt me dat we ook
hier eens duidelijke keuzes moeten
maken. Welke kant gaat het op met het
archiefwezen en welke deskundigheden
en kennisgebieden horen daar structu
reel bij? Via DIVA, Archiefschool en
Convent zijn er in de afgelopen maan
den door middel van diverse onderzoe
ken en rapporten belangrijke aanzetten
gegeven. Maar ik constateer dat de gelui
den dubbel en tegenstrijdig zijn. Erf-
goedbrede ontwikkelingen en daarbij
behorende competenties enerzijds, vak
specialismen en gespecialiseerde histori
sche kennis anderzijds. Zijn deze zaken
te combineren? In elk geval niet in de
afzonderlijke diensten. Specialistische
kennis in de diensten is meestal gebon
den aan een individuele medewerker en
is dus vaak per definitie toevallig aanwe
zig. Natuurlijk is het jammer wanneer
zulke kennis verloren gaat, maar, laten
we eerlijk zijn, het was ook meer één spe
cialisme en tientallen vakspecialismen
die evenzeer nodig zouden kunnen zijn
in een organisatie hebben we niet en
missen we ook niet. Het is een zeker
gebrek aan door
zettingsvermogen
dat ons blijkbaar
verhindert om
keuzes te maken
ten aanzien van
de voor de ont
wikkeling van
ons vak beno
digde algemene
en specialistische
kennisgebieden.
Het wordt hoog
tijd dat onze
diensten zich
organiseren als
een grote ken
nisorganisatie
met zorgvuldig
gekozen aan
dachtsgebieden,
onderzoeksge
bieden, histori
sche en hulpwe-
tenschappelijke
specialismen.
Systematiseren
van kennis is ook zoiets waar we nog te
weinig aan toe zijn gekomen en waarvan
de gebruiker enorm zou kunnen profite
ren. Ik zou de stelling nog wel aandurven
dat we gehinderd worden door een teveel
aan kennis. Het voeden van al deze toe
vallige kennis slorpt zoveel energie en
geld op dat een werkelijke sprong voor
waarts in maatschappelijk bereik van
onze sector wordt gehinderd.
Over kennis gesproken. Ik zie nu pas dat
blaffaard met twee ff'en geschreven moet
worden.
b.looper@hcov.nl
Tekening: PeterVlot
21
juni 2003
archievenblad