NVBA nieuws nodig dat er duidelijke afspraken worden gemaakt over de samenwerking tussen bedrijfsarchivaris en ICT. Dit kan alleen als de bedrijfsarchivaris goed op de hoog te is van de ontwikkelingen die er spelen op het terrein van digitaal documenten- beheer, maar ook dat hij/zij in de eigen organisatie als zodanig ook als expert wordt erkend. Een belangrijk punt dat hiermee verband houdt is de vraag wie verantwoordelijk gesteld moet worden voor het ontwikke len van digitale documentprocessen. Is dit de bedrijfsarchivaris of de afdeling ICT? De deelnemers aan de workshop waren van mening dat de verantwoorde lijkheid bij de bedrijfsarchivaris gelegd moet worden. De afdeling ICT kan hier bij een ondersteunende, een systeem technische, rol vervullen. Als thema's voor de vervolgseminars wer den genoemd: - Nieuwe informatiedomeinen: toegan kelijk maken, zoeken, structureren (o.a. via het intranet). - Nieuwe rol/profiel voor het organiseren van de archieffunctie. - Het opzetten van een producten- en dienstencatalogus, waarin de dienstver lening van de archiefafdeling op het gebied van het documentenbeheer en de documentaire informatievoorzie ning beschreven worden. Door dien sten in de vorm van producten te beschrijven en via een dergelijke catalo gus te 'verkopen' aan anderen ontstaat er in de organisatie een duidelijk beeld over wat het archief kan leveren en daardoor ook een beter inzicht in het profiel, de deskundigheid en de rol van de bedrijfsarchivaris. De deelnemers van de workshop Organi satie hebben ontwikkelingen besproken van organisaties waarbinnen archiefafde lingen een plaats hebben. Als belangrijke organisatieveranderingen werden ge noemd: - Het fuseren van afdelingen en/of orga nisaties. Dit leidt tot de samenvoeging van archieven. Hoe deel je die in en hoe zorg je voor migratie? Digitalisering van documentprocessen. Wat is de meerwaarde van het archief hierbij? Computergebruik wordt ge meengoed, mensen moeten creatiever worden om zichzelf te kunnen en blij ven onderscheiden. Hoe geef je als archief aan dat de functionaliteiten die je biedt niet elders binnen de organisa tie worden belegd/geclaimd? Met ande re woorden: de traditionele positione ring van de archiefafdeling binnen organisaties is aan het verschuiven. - Introductie van procesmatig werken in organisaties. - Kwaliteitsmanagement (bijvoorbeeld door de invoering van het INK-model). Het doel van een archiefafdeling is het ondersteunen van de bedrijfsprocessen door het opzetten en onderhouden van een inhoudelijk systeem. Het inhoudelijk systeem moet gericht zijn op het leggen van verbanden tussen informatie uit de primaire en ondersteunende processen van een organisatie. De samenwerking met ICT'ers is belang rijk, omdat ICT'ers verantwoordelijk zijn voor de technische infrastructuur. De scheidslijnen tussen het inhoudelijk sys teem en de technische infrastructuur zijn niet altijd duidelijk (zie ook het voor beeld uit Workshop 1), maar het beschrij ven van administratieve processen c.q. de administratieve organisatie wordt gezien als een verantwoordelijkheid van de bedrijfsarchivaris. Deze verantwoorde lijkheid is een mogelijkheid om 'voor aan' invloed uit te oefenen; zeker als dit gebeurt onder de noemer 'kwaliteitsma nagement'. Het 'front-office'-concept wordt ook hier onderkend. Een archiefafdeling is een ondersteunen de afdeling die organisatorisch op ver schillende plaatsen ondergebracht kan zijn. Een archiefindeling kan onder meer vallen onder een hoofd ICT, een hoofd Facilitaire Zaken of een hoofd Communicatie Marketing. Er was verschil van mening in de work shop over het belang van de organisatori sche plaats van de archiefafdeling. Enerzijds werd gesteld dat niet de plaats in de organisa tie, maar de voor de organi satie herkenbare meerwaar de (die weer afhankelijk is van onder meer de commu nicatieve vaardigheden van de archivaris) doorslagge vend is voor de positie van de archiefafdeling. De archieffunctie worden namelijk binnen alle primai re en ondersteunende pro cessen van een organisatie uitgevoerd. Anderzijds werd gesteld dat een plaats aan de beheer- of de beleidskant invloed heeft op de (on mogelijkheden van een archiefafdeling. Er werd verder een verschuiving gesigna leerd in de aandachtsgebieden van de bedrijfsarchivaris: niet alleen het statisch archief, maar nu ook het dynamisch archief. De verschuiving van de aandacht voor documentsoorten naar aandacht voor informatie noodzaakt archivarissen tot samenwerking met de bibliotheek- en documentatie-afdeling. Problemen met de positionering van de archiefafdeling hangen vaak samen met een onduidelijk beeld bij de directie en de medewerkers van een organisatie over de archieffunctie. Goede communicatie binnen en buiten de archiefafdeling is essentieel om de meerwaarde van de afdeling duidelijk te maken. Door de 46 medewerkers van de organisatie goed te informeren over en te ondersteunen bij het gebruik van het inhoudelijk systeem kan het draagvlak worden verbreed. Het maken van een afdelingsplan, het opstellen van een convenant waarin afspraken met het management over de positie van het archief zijn vastgelegd als mede ook de bevoegdheden naar andere werknemers toe en het beschrijven van het archief als onderdeel van kwaliteits borging (in een kwaliteitshandboek) kunnen de positie van het archief in de organisatie versterken. De vraag of de functie bedrijfsarchivaris in organisaties over een x-aantal jaren nog bestaat kan niet worden beant woord. Wel wordt geconcludeerd dat voorlopig meer personeel nodig zal zijn om de digitalisering vorm te geven. Het aantrekken en behouden van de juiste mensen voor een archiefafdeling kan las tig zijn. Het komt nog steeds voor dat de archiefafdeling wordt gebruikt om men sen van andere afdelingen 'te parkeren', waardoor het vereiste kennisniveau ont breekt. Als gevolg van bezuinigingen en het toenemend belang dat wordt gehecht aan de voortgang van documenten laten verschillende organisaties de archieffunc tie uitvoeren door secretaresses. Het niveau van de afdeling en de salarië ring van de archieffunctionarissen kan alleen verhoogd worden als het manage ment een helder beeld heeft van de archieffunctie. Voldoende geld voor tech nische hulpmiddelen, bijscholing en der gelijke zijn belangrijk om de archieffunctie te kunnen (blijven) ontwikkelen waardoor goede mensen uitgedaagd worden om een bijdrage te blijven leveren aan nieuwe ont wikkelingen zowel op het eigen vakgebied als in de gehele organisatie. Als thema's voor vervolgseminars zijn naar voren gekomen: - Positionering van het archief in de organisatie. - Kwaliteit van dienstverlening: hoe meet je die en hoe verbeter je die? - Opstellen van een handreiking: 'Hoe te overleggen met directie/management'. De communicatie binnen een organisa tie is vaak niet duidelijk en niet open. Macht speelt hierbij een belangrijke rol. Archieffunctionarissen zijn in de regel meer tactisch en operationeel gerichte mensen. Voor het definiëren van de archieffunctie moeten echter strategi sche vraagstukken opgelost worden. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat archivarissen hierin vastlopen. - Mogelijkheden tot samenwerking rond digitalisering en een rol van de NVBA hierin. De indruk bij de workshopleden bestaat dat veel archivarissen het 'digi tale wiel' iedere keer opnieuw zelf uit moeten uitvinden. De vraag hierbij is hoe we intern en extern kunnen of zou den moeten samenwerken. De informatievoorziening in organisaties is zich onder invloed van allerlei factoren enorm aan het verbreden. Het belang van het participeren in die bredere infor matievoorziening als onderdeel van de functie van het archief werd door de aan wezigen onderkend. In feite zou dit moe ten leiden tot meer archivarissen en/of meer type functies, die daarbij vervuld moeten worden. Die verbreding heeft ook alles te maken met ontwikkelingen op het vakgebied alsmede met de steeds meer uitdijende mogelijkheden die de technologie ons biedt. Die twee factoren beïnvloeden elkaar sterk. De komst van internettech- nologie bijvoorbeeld biedt meer en bete re mogelijkheden om informatie aan te bieden, die anders binnen het archief zou blijven. Opkomst van kennismanage ment in welke vorm of definitie dan ook, stelt eisen aan de (ICT-)hulpmiddelen die we daarbij in willen zetten. De volgende ontwikkelingen op ons vak gebied werden door de aanwezigen genoemd als zijnde van invloed op de positie en de functie van het archief: - Ontstaan kenniscentra. - Samenvoegen van afdelingen, zoals de integratie van bibliotheek en archief. - Nieuwe functies en/of nieuwe bena mingen voor bestaande functies die extra taken met zich meebrengen, zoals informatiemanager, documentmanager, kennismakelaar etc. Het belang van bij scholing neemt hierdoor toe. - Effecten van bezuinigingen uit heden en verleden. - Veranderingen in regelgeving/bewaar termijnen vanuit de organisatie zelf met inachtneming van wettelijke kaders. De workshopdeelnemers noemden de volgende technologische ontwikkelingen of situaties die door toepassing van nieu we technologie ontstaan zijn en waar we als archief mee te maken hebben of gaan krijgen: - Steeds verdergaande koppeling van 1CT- systemen. - Verruiming van de mogelijkheden om informatie aan derden beschikbaar te stellen. - Digitale duurzaamheid. Hierbij komt vaak ook conversieproblematiek om de hoek kijken. Met name het kostenas pect daarvan is een rem op de ontwik kelingen. - Hybride situatie: informatie is deels digitaal en deels via papier beschikbaar. - Invloed van nieuwe standaarden op informatiestructuring en uitwisseling zoals XML en alle daarvan afgeleide ver ticale standaarden. - Wat dient allemaal van de gedigitali seerde informatie te worden gearchi veerd? Bijvoorbeeld het dilemma om e- mail te archiveren (inclusief bijlagen). Moeten gebruikers dit zelf aangeven? 47 NVBA, vereniging van en voor personen werkzaam in het beheer van organisatie - eigen informatie v/h Nederlandse Vereniging van BedrijfsArchivarissen Workshop 3: Organisatie archievenblad mei 2003 NVBA, vereniging van en voor personen werkzaam in het beheer van organisatie - eigen informatie v/h Nederlandse Vereniging van BedrijfsArchivarissen Workshop 2 en 4: Vakgebied/Technologie mei 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 23