e c e n s i e s gnalemente De oogst van 2002: Boeken over de VOC literatuur Het kan niemand ontgaan zijn: het jaar 2002 stond in het teken van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Deze eerste 'multinational' ter wereld werd namelijk op instigatie van Johan van Oldenbarnevelt opgericht op 20 maart 1602. Vandaar dat er het afge lopen jaar talrijke VOC-manifestaties plaatsvonden. Opvallend was de grote concentratie daarvan in Zeeland (zoals de première van het muziektheaterstuk 'Lucia' van Flairck en Corpus, diverse tentoonstellingen, stadswandelingen en stijlkamers, oude zeilschepen ter bezich tiging, symposia, een monumentaal kunstwerk en programma's op de regio nale tv). Nu is dat op zich niet zo ver wonderlijk aangezien Middelburg de tweede VOC-stad in de Nederlanden was. Uiteraard leverde de herdenking ook tal van boeken op. Wat was de oogst van het afgelopen jaar? Met voorbijgaan aan kleinschalige lokale uitgaven en inmid dels (vrijwel) uitverkochte boeken komen we aan zo'n twintig nieuwe titels, waarvan we er hieronder dertien bespre ken. Herdrukken van eerder verschenen boeken tellen we daarbij niet mee, met één uitzondering: de 'jubileumuitgave' van De geschiedenis van de VOC door Femme Gaastra. Dit boek beleefde in 2002 zijn zesde druk (de oorspronkelijke uitgave dateert van 1982) en werd in een speciale gebonden uitgave met vele kleu renillustraties op de markt gebracht. Wat moeten we er nog over zeggen? U heeft het vermoedelijk in uw boekenkast staan en zo dat niet het geval is dan dient u het onverwijld aan te schaffen. Het is, hoewel een tikkeltje saai, namelijk hét standaardwerk over de VOC en als zoda nig onovertroffen. Het boek bij 'de nationale VOC-tentoonstelling' in de scheepvaartmusea te Amsterdam en Rotterdam heet De kleurrijke wereld van de VOC. Het verscheen onder redactie van Leo Akveld en Els M. Jacobs. Kleurrijk is het zeker, maar helaas lijdt dit boek aan hetzelfde euvel als de tegen vallende tentoonstelling(en), die onder een overdaad aan vormgeving schuilgin gen: té veel en té divers. 'Alles' laten zien en 'alles' willen vertellen en je richten op alle doelgroepen kan nu eenmaal niet. Er wordt in nog 200 bladzijden dus wel heel veel overhoop gehaald (van 'Japonse rok' tot 'De strijd in de peper handel'). Leuk zijn de doorgeprikte mythen (in kaderteksten door het boek verspreid): scheurbuik was na 1670 niet meer de belangrijkste doodsoorzaak van de schepelingen, de vaart op de Oostzee was belangrijker dan de vaart op Indië en de VOC is niet Vergaan Onder Corruptie. Het boek is mooi geïllustreerd en verscheen in zowel een gebonden als een paperbackeditie. Geheel anders van aard is Kennis en Compagnie. De Verenigde Oost-Indische Compagnie en de moderne Wetenschap (onder redactie van Leonard Blussé en Ilonka Ooms). In deze bundel, evenals de voorgaande boeken in groot formaat uitgegeven (het is opvallend dat veel boeken over de VOC in een kloeke uitga ve verschijnen), vinden we een bunde ling van voordrachten gehouden in het kader van het studium generale aan de Rijksuniversiteit Leiden. Er komt onder de noemers Exacte wetenschappen, Maatschappijwetenschappen, Geestes wetenschappen, Natuurwetenschappen en 'Vrije kunsten' nogal wat aan de orde. Zoals de overeenkomsten tussen de VOC en de moderne NV, de invloed van de Hollandse schilderkunst op de Japanse kunst en de Nederlandse nederzettingen in India, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika en de mogelijkheden tot conservering daar van. Dit sluit weer aan bij De Hollanders uiten thuis (redactie: M.H. Bartels, E.H.R Cordfunke en H. Sarfatij), een bundeling van lezingen, gehouden op een archeo logisch congres in oktober 2001. Aardig is daarbij dat met name aandacht geschonken wordt aan bouwwerken overzee (zoals forten in Sri Lanka en India). De artikelen over archeologische verkenningen in het Caribisch gebied en over de vesting Oudeschans lijken me hier wat verdwaald, hoewel de ondertitel van deze bundel luidt Archeologie, geschiedenis en bouwhistorie gedurende de VOC-tijd in de Oost, de West en thuis. Cultuurhistorie van de Nederlandse expan sie. Er is trouwens relatief weinig onder zoek gedaan naar Nederlandse overblijf selen in het Verre Oosten. In steen geschreven. Leven en sterven van VOC-die- naren op de kust van Coromandel in India is de titel van een zeer fraaie uitgave ver vaardigd door kunsthistorica Marion Peters en fotograaf Ferry André de la Porte. Het is de neerslag van een langdu rig onderzoeksproject naar begraafplaat sen op de kust van Coromandel. Zie ook de recensie hieronder. Een heel leuk boek is In dienst van de Compagnie. Leven bij de VOC in honderd getuigenissen (1602- 1799), samengesteld door Vibeke Roeper en Roelof van Gelder. Gemaakt volgens de beproefde methode (van onder ande re Geert Mak) zijn hierin, losjes in de vorm van een reis naar de Oost, autobio grafische fragmenten opgenomen. Leuk en leerzaam omdat de VOC-dienaren hier zelf aan het woord komen (bijvoor beeld over aanmonsteren, inschepen, het leven aan boord, 'kutkykum bij de Hottentotten', waarin de soldaat David Tappe in december 1668 beschrijft hoe Hottentottenvrouwen in Zuid-Afrika hun geslacht tonen in ruil voor tabak, of 38 de beschrijving, door de arts Engelbert Kaempfer, van de ondervraging van een Hollands gezelschap aan het Japanse hof in 1691). Vibeke Roeper schreef ook Zwarte peper, scheurbuik. Kinderen op reis met de VOC. In dit boek, met tekeningen van Tom Eyzenbach, heeft zij VOC-ver- halen bijeengebracht waarin kinderen een rol spelen. Een leuk initiatief: over kinderen voor kinderen. Schrijver Thomas Rosenboom gaf Het Journaal van Bontekoe in hertaalde versie uit. Ook hier komen we Vibeke Roeper weer tegen, ze tekende voor de inleiding en de annota tie. Het journaal van de Hoornse schip per Willem Ysbrantsz. Bontekoe is in zijn eigen tijd heel beroemd geworden en vele malen herdrukt. Het was bij de dood van Bontekoe in 1657 zelfs het meest herdrukte reisverhaal in de Nederlanden. Dat is ook geen wonder: een schipper die de ontploffing van zijn eigen schip in de Indische Oceaan over leeft, vervolgens met twee bootjes met overlevenden ronddobbert en vele ont beringen doorstaat, spreekt natuurlijk tot de verbeelding van een groot publiek. Over spannende verhalen gesproken: De ondergang van de Batavia van Mike Dash is een historische roman, gebaseerd op ware feiten. De gebeurte nissen (de schipbreuk van de 'Batavia' bij Australië in 1629 en de merkwaardige gevolgen daarvan) waren allang bekend (en het wrak en de replica van het schip - in Lelystad - ook) en reeds diverse malen eerder beschreven, maar het geheel is nu in romanvorm gegoten. Muiterij, moord en verkrachting, het komt allemaal aan bod in dit door de jonge Engelse historicus Mike Dash met verve geschreven boek. Hoewel er wel heel veel - in speculatieve zin - bijge haald wordt (bijvoorbeeld over de ach tergrond van de hoofdrolspelers) is het boek beeldend en haast filmisch geschre ven (bijvoorbeeld het begin waarin op het door de golven ploegende schip wordt ingezoomd). Het schijnt dan ook dat Paul Verhoeven bezig is met plannen voor de verfilming van dit boek. Journalist Dick Schaap schreef Onrust, het Nederlandse Duivelseiland. Ook in de bundel Hollanders uit en thuis komt een bijdrage, door A.H. Bonke, over dit negen hectare grote koraaleiland voor de kust van Java voor. Slechts twee van de zes hoofdstukken van het boek van Schaap gaan over de VOC-periode, ter wijl het hele boek door het VOC-vignet bovenaan de bladzijden prijkt. Onrust was tussen 1614 en 1795 de belangrijk ste scheepswerf van het Verre Oosten. Later was het eilandje in gebruik als quarantainestation, interneringskamp en verbanningsoord (vandaar de verwij zing naar het Franse Duivelseiland). Zo werden de muiters van de kruiser De Zeven Provinciën er in 1933 berecht. Veel schepen van de VOC zijn in de zeventiende en achttiende eeuw ver gaan. Ruud Paesie is duikinstructeur op de Malediven. Hij ontdekte in 1997 de restanten van het VOC-schip Ravesteyn en schreef er een boek over. Hij kreeg de smaak te pakken, want dit jaar verscheen van zijn hand Het VOC-fluitschip Stavenisse en de ontdekking van Terra Natal. De Stavenisse strandde in 1686 voor de Zuid-Afrikaanse kust bij de Umzimkulu rivier (ten zuiden van het huidige Durban). Een deel van de overle venden wist met een zelfgebouwde sloep de Kaap te bereiken. Paesie geeft in dit boek veel meer dan de titel belooft. Hij begint met een brede inleiding, waarbij de bouw van het schip in 1681 op de VOC-werf te Middelburg voor de Kamer Zeeland wordt besproken. Later werd de Stavenisse door de kamer Amsterdam gecharterd. Daarna verhaalt hij van de stranding en bespreekt hij de handels post aan de Delagoabaai. L.P van Putten schreef Ambitie en onver mogen. Gouverneurs-generaal van Neder- lands-Indië 1610-1796). Dat 'Nederlands- Indië' in de titel is eigenlijk niet terecht want daarvan is in de VOC-tijd nog geen sprake. De auteur bezocht in 1998 de afdeling Nederlandse geschiedenis van het Rijksmuseum. Hij raakte onder de indruk van de portrettengalerij van de gouverneurs-generaal en schreef over enkelen van hen artikelen in het tijd schrift 'Moesson'. Dit is nu uitgebreid tot een volledige reeks. In een tweede, nog te verschijnen deel moeten de landvoog den in de negentiende en twintigste eeuw aan bod komen. Chronologisch worden korte biografieën van enkele bladzijden gegeven van alle gouver neurs-generaal van Pieter Both (1610- 1614) tot Willem Arnold Alting (1780- 1796). Er is hiermee een handig naslag werk gecreëerd. De portrettengalerij in het Rijksmuseum komt ook aan bod in De Nederlandse ont moeting met Azië. De 66 staatsieportret ten prijkten namelijk tot 1949 in Batavia. Azië is het blikveld van dit boek, dat tevens de catalogus vormt bij de gelijknamige tentoonstelling, die nog tot en met 9 februari 2003 in het Rijksmuseum te Amsterdam te bezichti gen valt. Zowel boek als tentoonstelling zijn 'ouderwets' chronologisch, maar degelijk, helder en overzichtelijk opge zet. Onze aanwezigheid in Azië hield niet op in 1800, dus hebben de makers van tentoonstelling en boek (onder aan voering van het hoofd van de afdeling Nederlandse Geschiedenis Kees Zand vliet) de goede gedachte gehad de lijn door te trekken tot de onafhankelijkheid van Indonesië. Tijdgenoten ervoeren de opheffing van de VOC ook niet als een cesuur. Bestuur, diplomatie, geweld, handel en de Indische samenleving: het komt allemaal aan de orde. Wat is nu onze conclusie? Er zijn heel veel en heel diverse boeken verschenen over de VOC, maar een nieuw stan daardwerk heeft dat niet opgeleverd. Gaastra blijft wat dat betreft onvermin derd met stip op nummer één staan. Wel zijn er nogal wat zijpaden bewandeld en nieuwe deelterreinen ontgonnen, waar in de toekomst ongetwijfeld nog meer over zal volgen (zoals VOC-relicten in het Verre Oosten). Meest informatieve boek: Femme Gaastra, De geschiedenis van de VOC, spannendste boek: Mike Dash, De ondergang van de Batavia en leukste boek: Vibeke Roeper en Roelof van Gelder, In dienst van de Compagnie. 39 Het logo van de Kamer Zeeland van de VOC op de voormalige woning van de opperequipagemeester van de VOC-werf aan de Maisbaai te Middelburg. archievenblad december 2002 Peter Sijnke, Zeeuws Archief december 2002 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2002 | | pagina 19