De archivaris en de (Archieflwet juridische zaken Kijken we bijvoorbeeld naar de grootte van zijn biotoop, dan valt ons op dat daar weinig verandering in komt. Wel kunnen we ons afvragen of hij zich eigenlijk nog wel voortplant. De soort wordt steeds minder waargenomen en de legersteden van de archivaris communis komen door schaalvergroting steeds ver der van elkaar af te liggen. Dat maakt dat de archivaris communis op zoek naar een geschikte partner zijn oog heeft laten val len op andere soorten, zoals de museo- saurus en de bibliothepitecus. Dit komt de zuiverheid van het ras niet ten goede, zodat her en der al meesmuilend gespro ken wordt over de archivaris mixtus. Als we nog enige tijd zo doorgaan zullen we een fokprogramma moeten opzetten om de oorspronkelijke soort voor uitsterven te behoeden. Er wordt nog net niet op de archivaris communis gejaagd, ik ken daar tenminste geen voorbeelden van. En dat komt nu omdat deze diersoort wordt beschermd door een speciale wet: de Archiefwet. Zoals de Schotse Hooglan ders op de Veluwe ruiming kunnen ont lopen door oormerken te dragen, zo kan de archivaris communis ruiming voorko men door met de Archiefwet te wappe ren. Dat denkt hij althans. Ik zal deze vergelijking niet te ver door trekken (maar misschien vond u dit al te ver). Waar het mij om gaat, is om te beschrijven hoe archivarissen zich ver houden tot hun Archiefwet. De Archiefwet, in eerste instantie bedoeld om bedreigde archieven veilig te stellen is door archivarissen al te vaak gebruikt om hun eigen biotoop veilig te stellen. De door de Archiefwet voorgeschreven raadsbenoeming van gemeentearchiva rissen heeft bij hele generaties archivaris sen het bewustzijn doen postvatten, dat ze hiërarchisch gelijk waren aan de gemeentesecretaris, want die werd im mers óók door de raad benoemd. De rechter sterkte de archivaris ook nog eens in zijn mening, want in 1979 werd bij KB een besluit van de gemeenteraad van Goes vernietigd, waarbij de gemeentear chivaris in de ambtelijke hiërarchie werd opgenomen, in een positie dus, waarin andere ambtenaren zeggenschap over hem kregen. Deze interpretatie heeft veel leed veroorzaakt. Verschillende archiva rissen hebben zich bij reorganisaties hier in vastgebeten en zijn - uiteraard - strij dend ten onder gegaan. De verplichte raadsbenoeming werd ook een reden voor gemeenten om géén archivaris te benoemen: men zat niet te wachten op een ambtenaar met pretenties. Midden jaren tachtig werd daarom door de Landelijke Kring van Gemeente- en Streekarchivarissen hierover rechtskun dig advies ingewonnen. Duidelijk werd toen dat de Archiefwet geen formeel beletsel vormt om de archivaris in te pas sen in de ambtelijke hiërarchie. Andere wettelijke bepalingen die gebruikt wer den om de eigen biotoop veilig te stellen zijn successievelijk ook gesneuveld: de verplichting om hoger archiefambtena ren aan te stellen in specifieke functies verdween met de komst van de nieuwe wet. En op dit moment sneuvelt de raadsbenoeming van gemeentearchiva rissen als gevolg van de Wet dualisering gemeentebestuur. Wat we overhouden aan eisen die de positie van archivarissen beschermen is niet indrukwekkend meer. Er zijn eisen van vakbekwaamheid, blijkend uit het bezit van het diploma archivistiek A of B. Ook hier wordt aan gerammeld: dé archi varis was altijd de directeur van de dienst. Maar als er niet in de wet staat dat die functies in één persoon moeten samenvallen, biedt dat een opening voor creatieve oplossingen: de directeur van een archiefinstelling kan dus iemand zijn zonder een diploma archivistiek A of B, als één van zijn medewerkers dat maar heeft, zodat deze tot archivaris kan wor den benoemd. Sommigen gaan in hun creativiteit nog verder. Een archiefdienst legde mij eens de vraag voor of het niet mogelijk was om voor een soort collectief archivarisschap te opteren: de afdelings hoofden gezamenlijk zouden dan tot archivaris worden benoemd. Dit was nog net iets te creatief. Ooit hadden die beschermingsregels een functie: in een tijd waarin bescherming van ons schriftelijk erfgoed niet vanzelf sprekend was, heeft het stevig neerzetten van de archivarispositie het belang van die bescherming goed duidelijk gemaakt. In feite canoniseerden de opeenvolgende archiefwetten de opvattingen van archi varissen van het eind van de negentiende eeuw. Wij zijn op dit moment op een punt aanbeland, waar enkele tientallen jaren geleden archivarissen van hadden gegruwd: een positie die door de Archiefwet nauwelijks wordt beschermd en instroom van niet-archivarissen in lei dinggevende posities in het vakgebied. De vraag is: hoe erg is dit eigenlijk en zijn we er wel op achteruitgegaan? Wel, de paradox is dat we iets hebben gewonnen omdat we iets zijn kwijtge raakt. Te lang is de formele regeling van de positie van de archivaris vereenzelvigd met het waarborgen van goed archiefbe heer. Dit was al heel lang een anachronis me. Sinds daarin wijziging is gekomen, heb ik geen merkbare verslechtering kun nen constateren in mogelijkheden van archivarissen om hun vak uit te oefenen. Integendeel, de aansluiting van gemeen ten en waterschappen bij archiefregelin gen is sindsdien alleen maar toegeno men. De instroom van niet-archivarissen in leidinggevende functies in het vakge bied zal ons evenmin windeieren leggen. Inteelt leidt op termijn altijd tot lagere effectiviteit. Er zijn uitdagingen én bedreigingen die maken dat verbreding van de groepen waarin wij kunnen wer ven, winst op kan leveren. De kansen, die wij als archiefinstellingen hebben om ons publieksbereik aanmer kelijk te vergroten, zijn dankzij internet enorm toegenomen. Dit communicatie middel is goud voor archieven: internet lijkt voor ons uitgevonden. Meer dan enige andere culturele instelling beschik ken wij over de content die zich op inter net laat presenteren. Vanuit het belang dat wij zouden moeten hechten aan opti- 24 juridische zaken maal publieksbereik, is het logi scher te zoeken naar de meest geschikte personen daarvoor - ook op leidinggevende posi ties - dan het via allerlei ingangseisen realiseren van een closed shop. U hoort mij hier niet pleiten voor het stilletjes laten ondergaan van de vakdisci pline van archivaris. Dat kunt u van een bezitter van de diploma's archivistiek A en B natuurlijk ook niet verwachten. In de context van archiefinstellingen met hun veelsoortige collecties zullen de archieven qua omvang dominant blij ven. De vaardigheid om historische archieven te interpreteren, te ordenen en te beschrijven blijft belangrijk. Daarom is ook de bemoeienis van het archiefveld met het onderwijs belangrijk. Het is een achterhoedegevecht om vanuit dat inhoudelijk belang te zoeken naar een wettelijke bescherming van de positie van archivarissen. We zouden daardoor ook de kans mislopen op verrijking met goede collega's, die vanuit een perifere achtergrond ons wereldje instromen. Deze winst is alleen maar mogelijk dank zij het verloren gaan van de speciale posi tie van archivaris. Wat zou dan de relatie tussen de Archiefwet en de archivaris moeten zijn, als bescherming van de eigen positie is weggevallen? Ik noem enkele punten: - de Archiefwet fungeert als verbindende factor; - de Archiefwet is een ordenende factor in de chaos; - de Archiefwet geeft een toezichtskader. Als eerste iets over de Archiefwet als ver bindende factor. Dat lijkt misschien een beetje gezocht. En eigenlijk is het dat ook wel, want de Archiefwet is er nooit voor bedoeld. Door geheel buiten de Archiefwet liggende factoren is de bete kenis van die wet als verbindend element toegenomen. Ik constateer dat met de - doorgaans positieve - veranderingen van de laatste jaren ook verbrokkeling in het veld is gekomen. De Archiefschool heeft niet meer de centrale functie die hij vroeger had en fungeert niet meer als focuspunt voor de archiefinstellingen. Er is belangrijke verbreding gekomen, nieuwe inzet, maar de functie van de school is veranderd. De Archiefschool doet overi gens zijn best om het veld bij de school te betrekken, terwijl het veld nog niet door heeft dat men zelf ook een inspanning moet leveren. Hier is iets verloren gegaan, wat nog niet teruggewonnen is. De oprichting van DIVA markeert een andere belangrijke stap in dit verbrokke lingsproces. Hoe belangrijk de oprichting van DIVA ook is - ik zie daarin een effi ciënte initiator van nieuwe ontwikkelin gen - toch heeft dit mede geleid tot uit holling van de functie van de KVAN. De KVAN is altijd een belangrijk focuspunt geweest voor het gehele archiefwezen. Hier trof men elkaar, terwijl er nu geen algemeen ontmoetingspunt meer is. Het probleem is bekend, er wordt over nage dacht. Ondertussen is wel ook hier iets verloren gegaan, wat nog niet is terugge wonnen. Wat dreigt te gaan ontbreken is esprit de corps. Zoiets is ook afhankelijk van ont moetingsplaatsen, van vaste ankers die bij iedereen bekend zijn. We moeten en kunnen op dit punt zorgen voor verbete ring. Ondertussen hebben we in de Archiefwet nog steeds een gemeenschap pelijk kader, dat tevens zorgt voor een gemeenschappelijke taal. Niet voor niets dompelt Eric Ketelaar als een moderne Johannes de Doper de nieuwkomers onder in het bad van de Archiefwet. Dit wordt de nieuwe initiatierite van het Archiefwezen, tegen de nieuwkomers zeggen wij: de normen en waarden van ons vak liggen besloten in de Archiefwet, jullie horen pas echt bij ons als jullie de inburgeringscursus van Eric Ketelaar met goed gevolg hebben afgelegd. Ter ver zachting van dit beeld: wij hanteren geen uitzettingsbeleid bij onvoldoende resul taat. Juist door het in belang afnemen van andere kaders is het gemeenschappe lijk kader van de Archiefwet belangrijker geworden. De relatie tussen de archivaris en 'zijn' Archiefwet op dit punt is sterker geworden. De Archiefwet schept ook orde in de chaos: de Archiefwet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving hebben reële betekenis voor ons handelen op het gebied van het ordenen, beschrijven en toegankelijk houden van archieven en op het gebied van openbaarheid. Ook hier kun je de vraag stellen of het niet archaïsch is om dit in een aparte wet te regelen. De vakdiscipline van archeolo gen en museumdirecteuren bloeit toch ook zonder een aparte wet, die ordenen en beschrijven toch ook? En het hele ver haal van de openbaarheid past toch ook wel in de Wet openbaarheid van bestuur en anders toch wel in een integrale infor- matiewet? Allemaal waar. Maar waar het in feite op neerkomt: ergens moeten de waarborgen voor rechtszekerheid van de burger vormgegeven zijn. Hij moet weten dat hij informatie bij de overheid in toegankelijke staat aantreft, dat niet willekeurig vernietigd is. Tot de checks and balances van de democratische rechtsstaat hoort ook dat de Archiefwet de mogelijkheid van de overheid om wil lekeurig te handelen met overheidsinfor matie aan banden legt. Dat is geregeld in de Archiefwet en niet in een informatie- wet (ik kom daar nog op terug). Het feit dat het geregeld is, is het belangrijkste. Een voorbeeld uit eigen huis geeft dat belang nog eens aan. Begin jaren dertig richtte Willem Drees, toen wethouder van Den Haag, de NV Habo op. Dit was een aannemersmaatschappij waarvan de gemeente voor honderd procent eigenaar was. Wanneer een externe aannemer een offerte uitbracht, werd door de gemeente een concurrerende offerte aan de Habo gevraagd. En als de Habo dan lager offreerde, wat bijna altijd het geval was, werd de externe aannemer onder druk gezet om zijn prijs te verlagen. Zo niet dan werd het project gegund aan de Habo. Als je deze dagen zo naar de bouw fraude-enquête kijkt, dan lijkt die Habo een hele slimme constructie om prijsop drijving tegen te gaan. Toch ging het begin jaren negentig mis. Waarschijnlijk liet de gemeente Den Haag de Habo te goedkoop bouwen en daardoor ging de 25 Door Charles Noordam* Dit wordt een beetje een raar verhaal. Ik zeg het maar vast, een gewaarschuwd mens telt voor twee. De archivaris is een bedreigde diersoort, althans de archivaris communis. Net als bij bedreigde diersoorten neemt het aantal exemplaren van de archi varis communis af en wordt zijn biotoop bedreigd door milieufactoren en omdat anderen eigen plannen hebben met dat ter ritorium. Sommige diersoorten weten zich heel goed aan te passen aan veranderende omstandigheden, andere verdwijnen. De vraag rijst hoe het gesteld is met het aan passingsvermogen van de archivaris com munis. Beschermingsregels archievenblad december 2002 Verbindende factor Orde in de chaos december 2002 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2002 | | pagina 12