©moties? Wat koop er voor?
6
thema
In maart 2001 deden B en W van
Middelburg, op advies van de archivaris,
een voorstel aan de gemeenteraad om
het schilderij van Kimpe voor de stad aan
te kopen en een plaats te geven in het
stadhuis. Heftige reacties van de kant van
het voormalig verzet, kunstenaars en
anderen bleven niet uit, want gemeen
schapsgeld besteden aan het werk van
een collaborateur, een NSB'er, een Belg
die in WO 1 ook al fout was... dat kon
niet. Dat zou een zekere erkenning zijn
van zijn opvattingen. Gek genoeg waren
al deze zaken over Kimpe al jaren bekend
en was hij vooral in Zeeland een gezocht
kunstenaar - menig Zeeuw heeft een
echte Kimpe aan de muur hangen.
De emoties golden vooral de persoon van
Kimpe. Maar ook het feit dat dit schilde
rij door Mussert gekocht zou zijn, was
reden tot protest. Allicht kwamen de pro-
en contrageluiden in de pers terecht of
werden juist via de kranten geuit. Al deze
commotie leidde ertoe dat de gemeente
Middelburg afzag van de koop en tegelij
kertijd werd door al deze opwinding de
aandacht van het Rijksmuseum gevestigd
op dit schilderij.
Wat zijn de nuchtere feiten achter al
deze opwinding? Reimond Kimpe werd
geboren in Gent in 1885 en vestigde zich
in 1920 in Middelburg, waar hij woonde
tot zijn dood in 1970. Als Vlaams acti
vist, en dus pro-Duits, was hij na de
Duitse nederlaag in 1918 meteen rich
ting Nederland vertrokken. Bij verstek
werd hij ter dood veroordeeld, deze ver
oordeling werd later omgezet in een
boete.
Vanaf begin jaren twintig had hij zijn
atelier in de Lange Noordstraat, hartje
centrum van Middelburg. Bij het Duitse
bombardement op Middelburg (17 mei
1940)1 brandde het atelier van Kimpe
geheel uit, 200 schilderijen en vele teke
ningen gingen verloren. Kimpe zelf was
op dat moment geïnterneerd, al sinds 10
mei, als verdacht vreemdeling. De 18de
kwam hij vrij.
Op 12 september 1940 meldde hij zich
aan als lid van de NSB en bleef dit tot
augustus 1943. Ook werd hij lid van de
Kultuurkamer.2 Tijdens de oorlog nam
hij deel aan diverse exposities. Na de
bevrijding van Zeeland eind 1944 werd
Kimpe voor een jaar vastgezet in een
kamp. Hierna volgde een kort huisarrest
en een boete van 2.500. Vanaf eind
1946 kon hij weer zijn eigen leven gaan
leiden, mits 'betrokkene zich gedraagt
ware hij een goed Nederlander'.3 Ware hij
kwam in de plaats van het woordje als,
want Kimpe had nog steeds de Belgische
nationaliteit.
Het schilderij stelt het - tengevolge van
het Duitse bombardement - uitgebrande
stadhuis van Middelburg voor. Alhoewel
gedateerd 'V 1940', is het vermoedelijk
eind van de zomer of later ontstaan,
want het meeste puin voor het stadhuis
is namelijk al opgeruimd. Weliswaar een
emotionele gebeurtenis, maar vreemd
genoeg vrij afstandelijk, bijna zakelijk
geschilderd.
Dit zijn in grote lijnen de kale, meren
deels al langer bekende feiten, die wel
alle ingrediënten bevatten om emoties
flink naar boven te doen borrelen. Kimpe
kan niet vrijgepleit worden van verkeer
de sympathieën, maar wat was hij voor
persoon en waarom hoort juist dit werk
in een museum?
Kimpe, zo lijkt het, was een tamelijk
emotioneel mens, iemand die impulsief
kon handelen. Persoonlijke motieven lij
ken hierbij belangrijker dan hogere poli
tieke idealen. Al sinds de Eerste
Wereldoorlog hield hij er Groot
Nederlandsche ideeën op na. Hij behoorde
toen tot de Flaminganten samen met
mensen als Wies Moens.4 Zij streefden,
met steun van Duitsland, naar afschei
ding van Vlaanderen van Wallonië om
zo een Groot Nederland te vormen.
Dat de (culturele) Groot Nederlandsche
gedachte van de NSB hem aansprak is
dan ook niet verbazingwekkend en in
een bui van kwaadheid en gedeprimeerd
heid werd hij in september 1940 lid. 'Als
spontane reactie, meer dan uit overtui
ging, daar ik voor het Nat. Soc. niets
voelde, kwam bij mij de opwelling
op, mij bij de NSB aan te sluiten. Zoals
dat bij ons artiesten meestal het geval is,
wat niet direct gebeurd komt niet uit het
hart en komt er niets meer van terecht',5
Kwaad was hij over zijn internering tus
sen 10 en 18 mei 1940 als verdacht
vreemdeling en gedeprimeerd over al z'n
verloren gegane werk. In 1942 probeerde
hij zijn lidmaatschap op te zeggen, hij
was, zegt hij zelf, eigenlijk alweer verge
ten dat hij lid was, maar dat lukte aan
vankelijk niet. Toch gaf hij in 1941 en
1943 geld aan de Nationale Jeugdstorm6
voor uniformen. En ook eenmaal een
bedrag, vermoedelijk in 1942, voor de
verjaardag van de leider. Maar hij las ook
het illegale blad De Vrije Kunstenaar als
dit in de bus werd gestopt. Op 21 augus
tus 1943 beëindigde hij zijn lidmaat
schap, volgens een stempel op zijn stam
kaart: 'Bedankt'.7
Uit correspondentie tijdens de oorlog en
door hem later geschreven stukken over
die periode komt hij naar voren als
iemand die niet één duidelijke conse
quente opvatting heeft, maar zich liet
sturen door de (oorlogs)omstandigheden
en de wens om als kunstenaar erkend en
verkocht te worden.8 Ter onderstreping
van zijn 'goede houding' in de oorlog
vermeldde hij zijn vriendschap met P.S.
Gerbrandy, de latere premier van het oor
logskabinet in ballingschap in Londen,
die nog kort voor mei 1940 twee werken
van hem had aangekocht. In bijna
dezelfde alinea staat te lezen dat hij in
RCH I E F EN EMOTIE
44
thema
het najaar van 1940 een schilderij aan
Mussert verkoopt9 - hetzelfde schilderij
dat nu in het Rijksmuseum te zien is. Hij
kende Mussert al sinds de jaren twintig,
beroepsmatig, want Kimpe was net als
Mussert opgeleid tot waterbouwkundig
ingenieur. Maar ook de burgemeester van
Middelburg, de heer J. Walré de Bordes,
die in 1942 aftrad omdat hij niet met de
Duitsers samen wilde werken, was een
goede bekende van Kimpe. Iemand die
tijdens de eerste oorlogsjaren kennelijk
geen moeite had met de opvattingen van
Kimpe en hem als schilder zeker waar
deerde.
Kimpe was lid geworden van de Kultuur
kamer en exposeerde in 1941 in Amster
dam in het Rijksmuseum op een ten
toonstelling georganiseerd door het,
voornamelijk door NSB'ers geleide,
Departement van Volksvoorlichting en
Kunsten.10 Zij kochten op deze tentoon
stelling zelfs een schilderij van hem aan.
Het Duitsgezinde deel van de Neder
landse pers schreef heel positieve recen
sies over zijn werk. Bijna tragikomisch is
het dan om te lezen dat Duitse instanties
bij monde van de Beauftragte van Seyss
Inquart in Zeeland Willy Münzer11 en
een blad als Storm SS hem een kunstenaar
vinden die 'entartete Kunst' maakt: men
sen met Schlitzaugen en negroïde
typen. Vanwege deze aantij
gingen moet hij in 1942 zelfs
enige maanden Middelburg
gedwongen verlaten.
Dat pleit natuurlijk alleen maar
voor zijn werk anno 2002! Je
zou enerzijds kunnen zeggen
dat de soms wat 'volkse' boeren
en matrozen en bijbehorende meiden die
op veel van zijn werk van voor 1940
voorkomen en zijn manier van schilde
ren iets zeggen over zijn opvattingen,
maar anderzijds kan je net zo goed zeg
gen dat zijn werk expressionistisch van
stijl is. Ook schilders als Permeke,
Gustaaf de Smet en Leo Gestel, toch van
onbesproken gedrag, schilderden graag
boeren en het gewone volk.
Moet er nu, zoals een tegenstander
van de aankoop in Middelburg voorstelde,
een bordje bij het schilderij komen te
hangen: Dit is van een foute schilder?
Stelt het schilderij 'het fascisme dat onder
leiding van de Nazi's verrijst uit zijn as'
voor?12 Betekent het voorgaande dat je
zijn werk niet zou mogen aankopen? Is er
over de opvattingen van Kimpe iets terug
te vinden in zijn schilderij 'Verwoest stad
huis van Middelburg'? Naar mijn mening
niet. Persoon en schilderij zijn een bron
voor verhalen. In een museum kan dit
genuanceerd uitgelegd worden, in een
stadhuis veel minder.
'Verwoest stadhuis van Middelburg' lijkt
niet echt typerend voor de stijl van Kimpe
en iedere interpretatie over een diepere
bedoeling die Kimpe met het schilderij
gehad zou kunnen hebben is en blijft een
interpretatie en dus speculatie, meer niet.
Je zou hoogstens kunnen denken dat het
schilderen van juist dit onderwerp iets
weergeeft van zijn gemoedstoestand van
dat moment en geholpen heeft bij het
verwerken van het verlies van een groot
deel van zijn werk bij datzelfde bombarde
ment dat ook het stadhuis getroffen heeft.
Hij schilderde het stadhuis twee maal. Eén
maal in opdracht van de toenmalige bur
gemeester van Middelburg J. van Walré de
Bordes; dit werk hangt al sinds de jaren
veertig in het stadhuis! Dit feit maakt alle
commotie over het andere schilderij des te
opmerkelijker. Het tweede is het exem
plaar dat nu in het Rijksmuseum te zien is.
Wat het schilderij zo boeiend maakt en
waarom het dan ook, zonder veel discus
sies en emoties, door het Rijksmuseum is
aangekocht is de diversiteit, de gelaagd
heid aan historische verhalen die er, im
pliciet en expliciet, mee te vertellen zijn:
gevechtshandelingen in de meidagen van
veertig en capitulatie van Zeeland (the
ma's waarover weinig kunstwerken
bekend zijn), de rol van kunstenaars in de
oorlog, de NSB, de goed/fout-problema-
tiek en alle grijs daartussen. Anders
gezegd: de symboolwaarde die het heeft
voor het begin van het verhaal over vijf
jaar Duitse bezetting. Het feit dat het in
het najaar van 1940 werd aangekocht door
Mussert, maakt het voor het Rijksmuseum
alleen maar boeiender om te bezitten, in
plaats van dat dat een reden zou zijn om
het niet te willen aanschaffen.
Archieven en musea zijn een fundgrube
van emoties, voor wie daar gevoelig voor
is; maar ook plaatsen waar emoties in het
juiste perspectief geplaatst kunnen en
behoren te worden.
I 45
januari 1802
februari 1802
~i f—
maart 1802
april 1802
mei 1802
-u
juni 1802
Door Jet Baruch*
Voor emoties koop je niks, althans niet in
de archief- en museumwereld. Psychiaters
en romanschrijvers leven bij de gratie van
emoties, maar als conservator van het
Rijksmuseum moet ik door die emoties
heen kijken. Want emoties spelen natuurlijk
wel een rol in ons werk en kunnen zelfs
hele onverwachte en interessante gevolgen
hebben. Zoals de aankoop van een schilde
rij. In dit geval het schilderij 'Verwoest
stadhuis van Middelburg' van Reimond
Kimpe uit 1940.
Nuchtere feiten
Aha-erlebnis
Voel ik emotie of ben ik geraakt bij mijn onderzoek in
een archief? Ik kan persoonlijke emotie voelen bij
bijvoorbeeld een 'zielig' verhaal, maar gelijktijdig kan
ik ook de zogenaamde onderzoekeremotie ondervin
den. Deze laatstgenoemde treedt op als ik iets opmerk
in het archief dat in mijn ogen geweldig is. Vele
medeonderzoekers kennen deze emotie als een zoge
naamde 'Aha-erlebnis'. Deze beide emoties kwamen
bij mij min of meer gelijktijdig op tijdens mijn onder
zoek in het archief van de gemeente Enschede naar de
Dr. Ariënsstraat, de straat waarin ik geboren ben. De
archievenblad
september 2002
juli 1802
augustus 1802
september 1802
oktober 1802
35 september
Keizer Napoleon Bonaparte ontbiedt Rutgerjan Schimmelpenninck
naar Keulen en wil dat deze de leiding van de Bataafse Republiek op zich neemt.
Anders zal hij de Republiek bij Frankrijk inlijven.
november 1802
december 1802
Historische verhalen
september 2002
Jet Baruch is conservator bij het Rijksmuseum te
Amsterdam.
1. In Zeeland werd na de capitulatie van 15 mei
nog doorgevochten door het Nederlandse leger
dat onder Frans opperbevel stond en dat nog niet
gecapituleerd had.
2. De Nederlandse Kultuurkamer, ingesteld door de
Duitsers in 1941, moest in nationaal-socialistische
geest leiding geven aan het culturele leven in
Nederland.
3. Zeeuws Archief-Archief gemeentepolitie Middel
burg 1941 - 1946. Toegang 1140.2. Inv. No. 27.
4. Wies Moens - Vlaams activist en tijdens WO II
onder andere actief lid van het Vlaams Nationaal
Verbond, de Belgische NSB.
5. Nationaal Archief - Centraal Archief
Bijzondere Rechtspleging, inv. No. 11164
(Verweerschrift, januari 1945).
6. Nationale Jeugdstorm - jongerenafdeling van de
NSB.
7. Nationaal Archief - CABR, inv. No. 11164.
8. Nationaal Archief - CABR, inv. No. 11164
(Verweerschrift, januari 1945).
NIOD - DVK Archief 102. Inv. No. 125A-F.
(Brief Kimpe aan E. Gerdes, dd. 25 Maart 1941).
9. Nationaal Archief-CABR, inv. No. 11164
(Verweerschrift, januari 1945).
10. Departement van Volksvoorlichting en Kunsten.
Een in november 1940 opgericht ministerie, geheel
naar Duits voorbeeld. De meeste werknemers
waren lid van de NSB. Het DVK hield zich vooral
bezig met propaganda. De Kultuurkamer was een
afdeling van het DVK.
11. Nationaal Archief - CABR, inv. No.11164
(Brief W. Münzer aan Seyss Inquart,
dd. 3.1.1942).
12. De Volkskrant, 13-09-2002. I
archievenblad I
onderzoekeremotie trad op
toen ik een nagenoeg onont
gonnen stukje archief ontdek
te. De persoonlijke emotie vol
gde toen ik in dat archief zag
dat mijn overgrootvader aan buikvliesontsteking was
overleden. Dit is dus duidelijk dubbele emotiebeleving
in een archief.
Frans j.M. Agterbosch,
bezoeker gemeentearchief Enschede