De Nederlanders en hun kerk in
PI
burengerucht
Die stad is achter de horizon van de geschie
denis verdwenen, bijna in letterlijke zin bedol
ven onder het stof van een eeuw van revoluties
en wereldoorlogen. Maar sinds een aantal jaren
waait er een andere wind, worden herinnerin
gen opgediept, museumschatten afgestoft en
oude documenten uit archiefkasten aan het
licht gebracht.
Dankzij naspeuringen van een aantal Neder
landse en Russische archivarissen zijn enkele
jaren geleden in het Centraal Staatshistorische
Archief van Sint-Petersburg de archieven ont
dekt van de Hollandse hervormde kerk. Met elk
document dat sindsdien naar boven komt,
wordt het beeld scherper van de Nederlanders
die sinds de stichting van de stad in 1703
in Sint-Petersburg woonden en werkten.
In de geschiedenis van de Hollandse kerk
in Sint-Petersburg licht de geschiedenis
op van de Nederlandse kolonie aan de
oevers van de Neva. Het is de geschiede
nis van admiraals in dienst van tsaar Peter
de Grote, van diplomaten en van kooplie
den, van de ondernemingsdrang van
Hollanders die een kerkgebouw hebben
neergezet dat niet onderdoet voor de
koopmansbeurs in Amsterdam en van de
Hollandse 'society', met bals en soirees
waarin zelfs de liefdesavonturen van een
Hollandse predikant niet ontbreken.
In de tentoonstelling 'De Nederlanders en
hun kerk in Sint-Petersburg, 1704-1927',
die van 3 april tot 26 mei 2002 te zien is
in het gebouw van de voormalige
Hollandse kerk aan de Nevski Prospekt 20
te Sint-Petersburg, is een schat bijeengebracht
aan documenten, kaarten, boeken, schilderijen,
tekeningen, gravures en voorwerpen uit ver
schillende musea (waaronder de afdeling
Rusland van de Hermitage), archieven, docu
mentatiecentra, bibliotheken en particuliere ver
zamelingen in Rusland en Nederland (waaron
der de verzamelingen van het Huis van Oranje-
Nassau), die de geschiedenis van de Neder
landers en hun kerk in Sint-Petersburg door de
eeuwen heen tot leven wekken. Die geschiede
nis begint in 1704, toen de Nederlands-Noorse
vice-admiraal C. Cruys, die door tsaar Peter uit
Nederland was gehaald voor de organisatie van
de Russische vloot, in zijn huis kerkdiensten
organiseerde voor buitenlandse protestanten. Zij
eindigt in 1927, toen alle kerkdiensten in het
gebouw van de Hollandse kerk aan de Nevski
Prospekt 20 werden beëindigd.
De tentoonstelling is vormgegeven door
Russische ontwerpers en wordt begeleid door
een catalogus in de Russische en de Nederlandse
taal. Zij is ingericht volgens een zestal thema's.
Het eerste, De stad van de tsaar, vertelt iets over
de stad die tsaar Peter de Grote stichtte met de
bedoeling Rusland een 'blik op het westen' te
geven. Centraal in dit hoofdstuk staat het docu
ment waarin tsaar Peter bepaalde dat buitenlan
ders die zich in zijn nieuwe hoofdstad vestigden,
daar de volstrekte vrijheid zouden hebben hun
eigen godsdienst uit te oefenen. Onder de bui
tenlanders die naar Sint-Petersburg kwamen,
bevonden zich veel Nederlanders. Dat was niet
zo vreemd, nadat de tsaar zich op een lange reis
door Europa ook enige tijd in Amsterdam en
Zaandam had opgehouden, waar hij het vak van
(scheeps)timmerman en de Nederlandse taal
leerde. Op de tentoonstelling bevindt zich ook
een fraaie maquette uit het begin van de negen
tiende eeuw van het huisje, waarin tsaar Peter in
Zaandam gewoond heeft.
De Nederlanders spelen de hoofdrol in het
thema Nederlanders in Sint-Petersburg. Dit tweede
hoofdstuk besteedt veel aandacht aan de
'Ruslui', Nederlandse kooplieden uit Vriezen-
veen, die eerst naar Sint-Petersburg kwamen om
linnen te verkopen en, onder meer, huiden in te
kopen en naar Nederland te brengen, maar die
gaandeweg hun gezinnen meenamen en zich
vestigden in het oude centrum van de stad, waar
ze al gauw een prominente plaats innamen als
gerenommeerde ondernemers. Zij dreven han
del, maar vielen ook in andere opzichten op. Zo
stichtte een Nederlander het Hotel Europa dat
nog steeds de reputatie heeft een van de belang
rijkste en beste hotels van heel Rusland te zijn.
Dit thema wordt op de tentoonstelling tot leven
gebracht met een uitvergrote plattegrond van
Sint-Petersburg met kleine maquettes van
gebouwen die in de geschiedenis van de
burengerucht
Nederlanders een rol hebben gespeeld,
en met veel documenten, voorwerpen en
foto's uit het aan de Ruslui gewijde muse
um in Vriezenveen en uit particuliere ver
zamelingen van Nederlandse en Russi
sche nakomelingen van de Ruslui. De
meeste Nederlanders integreerden in de
Petersburgse gemeenschap. Van hen
heeft een deel er dan ook voor gekozen
na de Revolutie van 1917 in Rusland te
blijven.
Het derde thema staat letterlijk en figuur
lijk centraal in de tentoonstelling, omdat
het over de Hollandse kerk zelf gaat.
Tentoongesteld zijn zeldzame afbeeldin
gen, reconstructies en bouwtekeningen
van het oudste kerkje dat in de vroege
achttiende eeuw op het erf van de vice-
admiraal heeft gestaan, van de achttien-
de-eeuwse kerk op de hoek van de Moika
en de Nevski Prospekt en van de kerk die
in de jaren dertig van de negentiende
eeuw op dezelfde plaats aan de Nevski
Prospekt werd gebouwd. Uniek zijn de
twee grote maquettes van de kerk. De ene
toont het exterieur van de opvallende
kerk, zoals die er circa 1838 van buiten
uitzag, en de andere laat het interieur
zien, zoals het, op grond van recent ont
dekte documenten, is gereconstrueerd.
Dit hoofdstuk gaat niet alleen over het
kerkgebouw en over de kerk als centrum
van het kerkelijk leven van de Neder
landers in Sint-Petersburg, maar ook over
de kerk als middelpunt van het sociale
leven van deze buitenlandse protestan
ten in een Russisch-orthodoxe stad.
Het vierde thema besteedt ruime aan
dacht aan de dienaren, de predikanten.
Het is onmogelijk, en het zou ook saai
worden, om die allemaal te behandelen.
Daarom is gekozen voor een aantal boei
ende predikanten die op cruciale mo
menten en op buitengewone wijze hun
ambt vervuld hebben. Onder hen domi
nee Gillot die - ten minste - een warme
vriendschap onderhield met de bekende
vriendin van grote Europese kunste
naars, Lou Salomé.
Het vijfde thema laat zien dat de tsa
ren en koningen in het bestaan van de
Hollandse kerk een belangrijke rol heb
ben gespeeld. Dat gold zeker in 1842,
toen de Russische tsaar besloot dat de
predikanten van de buitenlandse kerken
de Russische nationaliteit moesten heb
ben en aan een Russische universiteit
moesten zijn opgeleid. Dankzij de goede
betrekkingen tussen de Nederlandse
koning Willem 11 en tsaar Nicolaas 1 van
Rusland kon het daaruit ontstane pro
bleem opgelost worden. Bezoekers kun
nen de documenten zien die daarop
betrekking hebben, maar ook portretten
van tsaar Nicolaas 1 en koningin Anna
Paulowna uit het Koninklijk Huisarchief
in Den Haag, en geschenken van de
Nederlandse gemeenschap en de kerk in
Sint-Petersburg aan leden van het ko
ninklijk huis bij bijzondere gelegenhe
den.
In het laatste thema gaat het om de afloop
van de geschiedenis van de Hollandse
kerk. Krijgshaftige beelden van de Okto
berrevolutie leiden het thema in, maar
de kern bestaat toch uit registers van
geroofde voorwerpen en waardeloos
geworden Russische spoorwegobligaties,
de schriftelijke neerslag van de inspan
ningen van de predikant en later van een
ouderling om te redden wat er nog te
redden viel, en ten slotte het beeld van
het schip De Lingestroom waarmee de
laatste Nederlanders uit Rusland vlucht
ten. Al deze documenten en foto's tonen
het einde van de Nederlandse gemeen
schap in de stad waar zij in de negentien
de eeuw als kooplieden en ondernemers
een belangrijke rol hadden gespeeld,
maar ook de ondergang van de kerk die
door het nieuwe Russische bewind werd
onteigend en nu nog als Alexander Blok
Bibliotheek aan de Nevski Prospekt staat.
De herdenking van het driehonderdjarig
bestaan van de stad van tsaar Peter de
Grote in 2003 biedt een uitstekende aan
leiding de fascinerende geschiedenis van
de Nederlandse aanwezigheid in Sint-
Petersburg gedurende meer dan twee
eeuwen in het algemeen en die van de
Hervormde kerk in die stad in het bij
zonder in een tentoonstelling in beeld te
brengen. Dat een tentoonstelling over de
Nederlanders in Sint-Petersburg, die de
nadruk legt op het leven rond en in de
Hollandse kerk, gehouden kan worden
in het voormalige gebouw van de Hol
landse kerk, is uniek. Het gebouw zelf is
een hoogtepunt van de tentoonstelling.
De tentoonstelling is voorbereid door
een comité ad hoe onder voorzitterschap
van drs. B. Woelderink, directeur van het
Koninklijk Huisarchief. De financiering
kon geregeld worden door giften en sub
sidies van tal van fondsen, stichtingen
en bedrijven waaronder het door de alge
mene rijksarchivaris beheerde N.O.T.
Fonds. Het Catharijneconvent in
Utrecht heeft belangstelling getoond
voor het overnemen van de tentoonstel
ling. Wie niet in de gelegenheid is naar
Sint-Petersburg af te reizen, kan over één
of twee jaar zijn schade inhalen. Maar
men mist dan wel de ambiance van het
fraaie kerkgebouw in het hartje van Sint-
Petersburg.
Door Pieter Holtrop*
'Kinderen, kinderen, kijk naar de Neva, we zien
haar nooit terug,' zei Egbert Engberts tegen zijn
kinderen toen zij op 2 oktober 1918 de brug over
de Neva opreden op weg naar de trein die hen van
uit Sint-Petersburg naar Nederland zou brengen. Hij
heeft de stad en de rivier inderdaad niet meer
terug gezien. Maar die beeldschone, levende,
adembenemende stad aan de Neva, met zijn brede
boulevards en prospekts, zijn weidse pleinen en
parken, en zijn hartstochtelijke kosmopolitische
bevolking heeft altijd voortgeleefd in zijn herinne
ringen. Hij heeft de stad in verhalen aan zijn kinde
ren en kleinkinderen overgeleverd, het Russische,
het Duitse, het Nederlandse Sint-Petersburg in de
tijd van tsaren en dvornjiks, datsja's en paleizen.
Ruslui
archievenblad
april 2002
Portret van vice-admiraal Cornelis I.Cruijs (1657-1727),
dat in bezit is van de Hermitage.
Tsaren en koningen
Maquette van het interieur van de Hollandse kerk uit
1838. De maquette is eigendom van deTheologische
Universiteit Kampen.
Pieter Holtrop is hoogleraar aan de Theologische
Universiteit te Kampen.
april 2002
archievenblad