Kwaliteitsverbetering met een handvest dienstverlening liic kwaliteitshandvest kwaliteitshandvest Wat René Spork betreft is de tijd waarin de archivaris tamelijk onbekommerd achter geslo ten deuren het geschiedkundig jaarboekje vol schreef voorgoed voor bij: "Het archiefwezen was lange tijd verlegen en in zichzelf gekeerd maar de laatste decennia is het archiefwezen aar zelend begonnen om een relatie aan te gaan met het publiek." De tijd is aangebroken om een belofte van trouw en goede zorg vast te leggen in de vorm van een kwa liteitshandvest. Het Gemeentearchief Rotterdam heeft vorig jaar een kwaliteitshandvest ingevoerd. Het handvest is zowel op de website als in de vorm van een folder gepubliceerd en voor bezoekers beschik baar. Het RHC Tilburg speelt op zeker en heeft het handvest nog niet gepresenteerd aan de bezoekers. Het gaat onderdeel uitmaken van het promotiemateriaal dat voor de vernieuwde orga nisatie wordt ontwikkeld. Voor René Spork was de relatie met het publiek te vrijblijvend. Uit bezoekersonderzoe- ken bleek weliswaar dat het publiek tevreden was, maar, zo vroeg hij zich af, als duidelijke normen voor dienstverlening ontbreken, wat meet je dan eigenlijk? Hij merkte dat het publiek de neiging heeft medewerkers te waarderen omdat ze aardig zijn, meestal ook deskundig en, nog belangrijker, vaak de enige partner waar bezoekers terecht kunnen. Van dat laatste kun je wat René Spork betreft niet langer misbruik maken: "Het publiek stelt zich niet langer lijd zaam op, maar wordt steeds assertiever. Er wor den eisen gesteld aan het partnerschap, het publiek wil beloften en beloften maken schuld." Vanaf 1999 wordt in Tilburg gewerkt met bedrijfsplannen volgens het model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK). Toen van uit DIVA initiatieven ondernomen werden om het begrip kwaliteitszorg in het archiefwezen te introduceren was voor John Boeren de keuze niet moeilijk. Deze initiatieven sloten prima aan bij de ambities van het RHC Tilburg om de kwa liteit van de dienstverlening steeds verder te ver beteren. De bezoeker (gemiddelde leeftijd 49+, man, genealoog) hecht, zo blijkt uit de onderzoeken, vooral waarde aan een goede informatievoorzie ning (producten en diensten, tarieven, opening stijden, klachtenprocedure), een korte wachttijd bij het aanvragen van stukken, niet te lange levertijd van reproducties, ongevraagd hulp bie den door personeel en herkenbaarheid en beschikbaarheid van personeel. Over de hoogte van de tarieven wordt vrij veel geklaagd. Wanneer we uit deze zaken een passend menu samenstellen moet er nog wel worden gekookt. René Spork geeft als fictief voorbeeld het afhan delen van correspondentie: "De maximale ter mijn voor de afhandeling van schriftelijke ver zoeken om inlichtingen stond op drie weken. Voordat we de norm in het eigen handvest kon den bepalen moest worden gemeten hoelang we er op dat moment over deden. Helaas wist nie mand hoeveel tijd met de afhandeling van cor respondentie was gemoeid. De medewerkers die de brieven behandelen hebben de indruk dat het in de meeste gevallen lukt om binnen drie weken te blijven, maar door het ontbreken van een goed postregistratiesysteem is dit niet pre cies vast te stellen. En ja, in de zomer lukt het zeker niet want dan zijn beide medewerkers op vakantie, maar dat geeft niet want dan komen er toch veel minder brieven binnen dan normaal. Klachten zijn er volgens de medewerkers overi gens nauwelijks." René Spork wijst erop dat de huidige praktijk alleen in beeld is te brengen door te meten en door het werkproces 'afhandelen van correspon dentie' te beschrijven. Daarna kan worden nage gaan wat kan worden veranderd en welke norm haalbaar is. Een goed postregistratiesysteem maakt het daarbij voor de hele organisatie een stuk eenvoudiger. Voor beide medewerkers die in de zomer op vakantie zijn, moet een achter- wacht worden gevonden die in geval van nood in kan springen (ook handig bij ziekte). Hij waarschuwt dat andere taken van de beoogde achterwacht daardoor wel enigszins in de knel kunnen komen: "Er zullen keuzes moeten wor den gemaakt." Het beschrijven en invoeren van werkprocessen met uiteindelijk als doel het kunnen waarmaken van beloofde servicenormen is een tijdrovende zaak, maar, zegt René Spork: "Wel leuk, omdat je gedwongen wordt om je goed en kritisch reken schap te geven van de wijze waarop het werk is georganiseerd. Zijn de servicenormen gepubli ceerd dan is er geen weg terug. Stapje voor stap je zie je in de organisatie evenwel concreet zaken verbeteren. Het kwaliteitshandvest als stok achter de deur houdt je alert." Ook in Tilburg bleek dat veel procesbeschrijvin gen nodig moeten worden herzien. De afhande ling van bestellingen moet sneller en de bezet ting van de studiezaal kan worden verbeterd door een betere inroostering van de lunchtijden. In 2002 zullen door het RHC Tilburg op het gebied van dienstverlening in overleg met alle betrokkenen de werkprocessen opnieuw beschreven worden. Uit een bezoekersonderzoek in 2000 bleek dat de dienstverlening van het RHC Tilburg hoog gewaardeerd wordt. Ruim 90 procent van de bezoekers noemde de dienstverlening in de studiezaal goed of zelfs zeer goed. John Boeren was daarover natuurlijk verheugd. Dit was voor hem echter geen reden om alles bij het oude te laten, want er was ook kritiek: op de openingstij den en op de kwaliteit van de reader printer/kopieën. Met ingang van 1 januari 2001 zijn de openingstijden gewijzigd. Het probleem van de slechte kopieën is opgelost door de aan schaf van twee nieuwe digitale microfiche readers met printers. Daarnaast voldeed het RHC Tilburg niet aan alle minimumnormen. Er moest iets gebeuren aan de herkenbaarheid van het personeel, de beweg wijzering en de bestaande handleidingen. Het invoeren van naambordjes kon in korte tijd worden gerealiseerd. De bewegwijzering wordt in 2002 verbeterd bij een totale aanpassing van de studiezaal. Nieuwe handleidingen moeten ervoor zorgen dat bezoekers bij het gebruik van apparatuur niet tegen onduidelijke situaties aan lopen. Bij het volgende bezoekersonderzoek in 2001 bleek dat deze acties bij de bezoekers in goede aarde vielen. Het RHC Tilburg scoorde overdui delijk beter op de punten van openingstijden en kopieën. Ook werd duidelijk dat de verbetering van de kwaliteit van de kopieën doorwerkte in het gevoel van de bezoekers bij de prijs van de kopie. De prijs blijkt acceptabel te zijn als de kwaliteit van de kopie goed is. In Rotterdam is in vergelijking tussen de twee bezoekersonderzoeken op meer dan de helft van de punten en in de totale score een lichte verbe tering bereikt. Het eindcijfer van de klant voor het Gemeentearchief Rotterdam is een 8.00 (dit was 7.82). René Spork vindt de resultaten van al het werk voor bezoekers en medewerkers zeer de moeite waard: "Een kwaliteitsverbetering van de organisatie, een verhoogde tevredenheid bij de klant, meer duidelijkheid voor de medewerkers en niet in de laatste plaats een verbeterd imago in de ogen van het eigen bestuur." Voor John Boeren heeft het handvest bewezen een goed instrument te zijn om binnen het 1NK- model te werken aan kwaliteitszorg: "De dienst verlening wordt ingericht aan de hand van de normen uit het handvest. Daarna vindt toetsing plaats door middel van de bezoekersenquête. De uitkomsten worden meegenomen in het bedrijfsplan, dat weer de basis is voor de 'her nieuwde' dienstverlening. En zo is de cirkel rond. Wie klantgerichte dienstverlening wil garanderen zal in ieder geval deze cirkel telkens weer moeten voltooien en kan dan niet zonder een basis: het handvest." 23 Kokkerellen in l HDurg en R« tterdam Door Fred Schot en Marijke de Bruijne* Het Regionaal Historisch Centrum Tilburg. Een jaar geleden was de archiefgastronoom op bezoek bij het Stadsarchief Breda en het Zeeuws Archief. Onder de subtitel 'Op naar minimaal één Michelinster' namen Leo Hollestelle (Zeeuws Archief) en Marie-Louise van den Wijngaard (Stadsarchief Breda) in het Archievenblad van okto ber 2000 een voorproefje op het DIVA-project 'nor mering dienstverlening". Dit jaar wordt er geproefd in Tilburg en Rotterdam. John Boeren van het Regionaal Historisch Centrum Tilburg en René Spork van het Gemeentearchief Rotterdam vertellen over de bereiding van een handvest dienstverle ning. De verschillende ingrediënten waaruit het menu wordt samengesteld worden nauwlettend gekeurd, de potten staan te pruttelen op het vuur. Hoe smakelijk het uiteindelijke resultaat wordt, zul len de klanten beoordelen. Kokkerellen in Tilburg en Rotterdam: een kijkje in de keuken. Waarom een menukaart? Wat staat er op het menu? Bezoekers keuren de maaltijd De studiezaal van het Gemeentearchief Rotterdam. Koken is gewoon leuk! Fred Schot is projectmanager kwaliteitszorg bij DIVA en Marijke de Bruijne is werkzaam bij het Streekarchief Regio Eindhoven. Monitor dienstverlening 2002 In 2000 onderzochten tien instellingen samen de waarde ring van bezoekers voor de dienstverlening om te komen tot een handvest met minimumnor men. Dit onderzoek is in 2001 herhaald en net als in 2000 blij ken communicatie en informatie zeer belangrijk voor de waarde ring. Het eigen aanbod en verbe teringen goed zichtbaar maken, vragen blijvend om aandacht. Opvallend is dat bijvoorbeeld sneller reageren op vragen van bezoekers kan leiden tot stijging van de waardering met zelfs een heel punt! Zeer leerzaam blijkt ook de vergelijking met de resul taten van andere instellingen; een lagere waardering roept van zelf de vraag op hoe het beter zou kunnen. Deze positieve ervaringen heb ben ertoe geleid dat DIVA in 2002 een landelijke kwaliteits monitor organiseert waaraan alle archiefbeherende instellingen kunnen meedoen. Het is de bedoeling dat de monitor prakti sche informatie oplevert waar door instellingen kunnen nagaan in hoeverre inzet op verbeter- punten effect heeft gesorteerd. Voor instellingen wordt het bovendien mogelijk om hun scores onderling te vergelijken (benchmarking). De overall scores dienen als kengetalten voor de branche. 22 archievenblad februari 2002 februari 2002 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2002 | | pagina 11