(E)ffectieve (B)igitale (B)uurzaamheid... niet alleen in (S)msterdam «fj- de praktijk Een van de essenties, zo niet de harde kern van de regeling, wordt gevormd door artikel 3: de zorgdrager zorgt eivoor dat de onder hem ressorterende overheidsorganen beschikken over een actueel, compleet en logisch samen hangend overzicht, geordend overeenkomstig het ten tijde van de vorming van het archief daarvoor geldende documentaire structuur plan, van: de bij dat overheidsorgaan berustende archiefbescheiden; en de bestanden waarin deze bewaard wor den, met daarin tenminste de in artikel 9 bedoelde gegevens, alsmede de verblijf plaats van de archiefbescheiden Het Gemeentearchief Amsterdam (GAA) is enkele jaren geleden begonnen met het maken van een vragenlijst voor het in kaart brengen van de kenmerken van digitale archieven. Deze vragenlijst is destijds beschikbaar gesteld voor belang stellenden. Op basis van deze vragenlijst is een elektronische versie ontwikkeld, in eerste instantie in samenwerking met ODRP, een voormalig onderdeel van de VNG dat diensten verleende op het ter rein van de documentaire informatie voorziening. Deze versie is verder uitge bouwd tot het huidige programma EDDA. Per bestand of per applicatie kan informatie worden opgeslagen over de gebruikte apparatuur, programmatuur, gegevensdragers en de daarop opgeslagen gegevens; ook voor gegevens over de beschikbare documentatie en de pro- grammatuurversie is plaats. Daarnaast kan informatie worden vastgelegd over het waarborgen van de authenticiteit, de beveiliging van de applicatie, de conver sie en migratie van gegevens, de informa tiestromen, maar ook over bewaartermij nen, de output en het werkproces waar binnen de archiefbescheiden worden ontvangen of gecreëerd. Het is dus de bedoeling dat de archiefvor mer dit in EDDA vastlegt. De archiefvormer krijgt daardoor over zicht over de digitale archiefbescheiden, zowel op termijn vernietigbaar als per manent te bewaren, en kan zich voorbe reiden op maatregelen om die archiefbe scheiden te bewaren. Dat bewaren is nog een hele kunst, omdat enerzijds de gege vensdragers niet het eeuwige leven heb ben en regelmatig 'ververst' moeten wor den. Anderzijds - een veel groter pro bleem - worden de versies van appara tuur en programmatuur in cycli van ongeveer drie tot vier jaar vernieuwd, reden waarom het van belang is om naast de bestanden zelf ook apparatuur, programmatuur (en dan de juiste versies) en documentatie te bewaren. Kijkend naar de archiefbewaarplaats, zal die zich dus ook moeten voorberei den op het bewaren van niet alleen de bestanden, maar ook weer op - wat we nu maar even aanduiden als - de 'omgeving'. Op termijn zal dit echter een ondoenlijke zaak zijn, omdat we dan een heel muse um moeten gaan aanhouden van appara tuur en programmatuur die allang verou derd is en waar - wat betreft de appara tuur - geen onderdelen meer voor te krij gen zijn. De hoop is dat tegen die tijd een 'blijvende' oplossing is gevonden. Bijvoorbeeld doordat bestanden in de toekomst op een uniforme wijze 'geco deerd' zullen zijn en dus door alle com puters gepresenteerd kunnen worden (die dan natuurlijk die uniforme code moeten kunnen lezen). In de tussentijd wordt enig soelaas geboden door artikel 6 van de regeling, die bepaalt dat digitale archiefbescheiden, uiterlijk op het tijd stip van overbrenging als bedoeld in de Archiefwet, dienen te worden opgeslagen volgens een aantal standaarden. Deze standaarden zorgen er dus voor dat, zelfs als de onderliggende programmatuur en apparatuurversies om wat voor reden dan ook verloren zijn gegaan of niet meer beschikbaar zijn, de bescheiden altijd nog kunnen worden ontsloten. Het effect daarvan is mogelijk dat niet alle functionaliteit meer beschikbaar is, omdat immers de oorspronkelijke pro grammatuur met alle bedoelde functies niet meer voorhanden is. Een voorbeeld is een functie om rapporten die met behulp van de oorspronkelijke program matuur uitgedraaid konden worden uit een database, te reproduceren. Ernstiger is de mogelijkheid dat 'doorklikken' op bestanden niet meer mogelijk is. Wanneer we bijvoorbeeld een zogenaam de 'digitale kaart' willen bewaren, zou 14 het zonde zijn als die doorklikmogelijkheid niet meer voorhanden is zodat niet alle lagen, bij voorbeeld die van kadastrale gegevens of milieu gegevens, meer getoond kunnen worden. Daarom zal het in aanzet de voorkeur verdienen om de oorspronkelijke 'omgeving' te bewaren, hoewel het een hele opgave is en op termijn, zoals gezegd, onmogelijk moet worden geacht. De ambitie van EDDA is om voor de korte en middellange termijn te zorgen dat de problema tiek beheerst wordt, maar helaas, een blijvende oplossing voor de uitdagingen rond digitale duurzaamheid kunnen we nog niet leveren. De eerste stap, na het vastleggen van de naam van de applicatie, bijvoorbeeld GBA, of van het bestand waarvan gegevens worden vast gelegd, is het maken van een beschrijving van de inhoud van de applicatie. De inhoud van een applicatie zijn archiefbescheiden. In scherm 1 kunt u zien dat in de applicatie 'Openbare ver lichting' onder meer archiefbescheiden betreffende de aanleg, de reconstructie en verbe tering van straten zijn opgeslagen. Deze gege vens, de beschrijving van de inhoud van de applicatie, kunt u vinden door in de applicatie zelf te kijken of gebruik te maken van de voor handen documentatie. Twee voorbeelden van documentatie zijn: datamodel en privacyregle ment. De tweede stap is het waarderen van de inhoud van de applicatie. Bij een gemeente wordt bij het waarderen gebruik gemaakt van de 'Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stuk ken in gemeentearchieven'. Met behulp van deze lijst wordt de bewaartermijn bepaald. In scherm 1 ziet u hiervan een voorbeeld. Bij het waarderen van de archiefbescheiden moet u zich de vraag stellen: beschouw ik deze archiefbe scheiden als de originelen of wordt een vorm van output, bijvoorbeeld dezelfde archiefbe scheiden maar dan op papier geprint, als het ori gineel gezien? Vergelijking van de digitale versie met de vormen van output moet uitwijzen of er verschillen zijn. Worden geen verschillen gecon stateerd, dan moet de digitale versie als het ori gineel worden beschouwd. Onderdeel van stap twee is dus het in kaart brengen van alle vormen van output van een applicatie. Dit kan de volle dige inhoud van een applicatie zijn maar ook een gedeelte, bijvoorbeeld de journaalposten van een financieel systeem die op papier zijn uitgedraaid, terwijl de rest van de financiële gegevens (bijvoorbeeld het grootboek) alleen in digitale vorm aanwezig is. In scherm 2 ziet u hiervan een voorbeeld. Het resultaat van stap 1 en 2 is een overzicht. Dit overzicht bevat per appli catie de volgende gege vens: omschrijving originele archiefbescheiden; omschrijving van de dubbele archiefbeschei den; waardering van de origi nele en dubbele archief bescheiden. Op basis van deze gege vens kunt u het beheer van de archiefbescheiden in richten. Het zal duidelijk zijn dat het beheerregiem van dubbelen anders dient te zijn dan dat van origine le archiefbescheiden. 10* De volgende stap is het vastleggen van gegevens over onder meer het op slagformaat, de gebruikte programmatuur en de ge gevensdrager (zie scherm 3 en 4). Deze gegevens zijn voorhanden bij de afdeling ICT, de applicatie- en sys teembeheerders, en in de vorm van documentatie, bijvoorbeeld de applicatie handleiding, gebruikers handleiding of technische specificaties. Deze gege vens zijn nodig om de archiefbescheiden, opge slagen in een applicatie, in de tijd leesbaar en interpreteerbaar te houden. Kortom, gegevens die nodig zijn voor het beheer van applicaties. Dezelfde gegevens zijn ook een belangrijke bron voor een archiefdienst. Enerzijds als bron voor het efficiënter kunnen uitvoeren van inspecties en anderzijds om inzicht te bieden in de ken merken van de digitale archieven die in het digi taal depot terecht moeten komen. Door Carolien Schönfeld en Anco Jansen* Op 2 oktober jl. werd in de aula van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag het start sein gegeven voor de voorlichtingscampagne over drie nieuwe ministeriële regelingen die nadere invulling geven aan de Archiefwet 1995. Dit artikel bespreekt op welke wijze het softwareprogramma 'Effectieve Digitale Duurzaamheid Amsterdam' (EDDA) ondersteu ning kan bieden bij het voldoen aan de nieu we 'Regeling geordende en toegankelijke staat archiefbescheiden'. Scherm I Bestand Bewerken Overzichten Onderhoud Venster Help q a q. - Openbare verlichting Algemeen Omschrijving j Mufetie Output Vindplaats Gegevens Classificatie 1 Omschrijving 1 Subomschrijving" -1811.111 Reconstructiestraat -\ .811.111 Verbetering straat .811.111.2 Gemeentelijk onderhoud wegen- -\.811.111.2 Gemeentelijk onderhoud wegen- -1.811.1113 Straatverlichting /-1.811.111.3 Straatverlichting JLl_l Voorbereiding Voorbereiding Groot onderhoud en reparatie Jaarlijks onderhoud en reparaties Aanleg onderhoud Overeenkomst Verwijderen Beginjaar, eindjaar |01-01-1972 J - - Waardering Categorie l Omschrijving Bewaartermijn 3.3.2 Stichti. Tav voorzieningen van tijdelijk 10jear Wijzigen jlH Opheffen De omgeving archievenblad december 2001 Hoe ziet EDDA eruit? 1 Gegevens - Openbare verlichting Algemeen Omschrijving Mutatie Output Vindplaats Gegevens output Classificatie Omschrijving Subomschrijving .811111.2 Gemeentelijk onderhoud wegen- -1.811111.2 Gemeentelijk onderhoud wegen d-I. 811 111.3 Straatverlichting -d-1.811111.3 Straatverlichting /-1.811.111.3 Straatverlichting -1.811.111.5 Parkeerterrein -1.311.33 Aanwijzings- en waarschuwingste Groot onderhoud en reparatje Jaarlijks onderhoud en reparaties Aanleg onderhoud Overeenkomst Tarieven, schakeltijden, klachten Aanleg onderhoud Plaatsing en onderhoud Categorie Omschrijving Bewaartermijn 1 ^2.18DubbeVoorde beoordelin gvendevern.. 1 jaar Scherm 2 Programmatuur - Openbare verlicl Ming Omschrijving Beheer Bouw Naam Beginjaar Openbare verlichting Eindjaar 04-06-1998 Ondersteuning Eigendoms- of licentierechten Jansen BV Onderhoud en helpdesk Eigendom Documentatie Ornschrijvinq Beqinjaar Eindjaar Gebruikershandleiding 01-06-1998 Algemeen Omschrijving Mutatie Output Vindplaats Opslag van gegevens Carolien Schönfeld en Anco Jansen zijn werkzaam bij het Gemeentearchief Amsterdam. Scherm 3 k Gegevens - Openbare verlichting I Gegevensformaten 1 1 Databestand. Database, Microso 1 i yoes gegevensopslag Reoistratie Gegevensdragers 1 Harde schijf Omvang gegevens (Mb) Toename per jaar (Mb) Scherm 4

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 7