Roger Miellet, Marieke Voorn, Winkelen in Weelde,
Warenhuizen in West-Europa 1860-2000.
46
literatuur
Vincent Viaene, Belgium and
the Holy See from Gregory
XVI to Pius IX (1831-1859).
Catholic Revival, Society and
Politics in 19th-century
Europe.
Henk J. Porck, René Teygeler,
Preservation Science Survey,
An Overview of Recent
Developments in Research on
the Conservation of Selected
Analog Library and Archival
Materials.
I 47
Pas dit najaar kregen die plannen
daadwerkelijk gestalte in een ambitieus
programma, dat diverse boekuitgaven,
een website, een reeks tv-programma's,
een vaksymposium en bijzondere aan
dacht tijdens de Open Monumentendag
in september jl. omvatte. Ook verschil
lende archiefinstellingen met historische
interieurs openden op die dag deuren die
normaal gesproken voor het publiek
gesloten blijven.
Eén van de paradepaardjes bij de boek
uitgaven over historische interieurs is
Leven in toen. Vier eeuwen Nederlands inte
rieur in beeld. Een zeer kloek boek met een
heel bijzondere en fraaie band. In een
tweetal inleidingen (Van Spartaanse
behuizingen tot vorstelijke residenties 1600-
1850 en Verbreding, verbetering, vernieu
wing 1850-1940) wordt een schets van de
ontwikkelingen van het woonhuisinteri
eur gegeven (p. 22-41). 'Tot het midden
van de zeventiende eeuw waren de ver
trekken van een grote soberheid,' vol
gens Pieter Biesboer (p. 23). Pas in de
tweede helft van de zeventiende eeuw
treedt een grotere weelderigheid op, met
name door buitenlandse (Franse) invloe
den. Toch zijn er ook, in eerdere perio
den, nogal bonte interieurs in de
Nederlanden geweest, zoals blijkt uit het
aardige boekje Anders bekeken. De geschie
denis van het Zeeuwse binnenhuis. Hierin
wordt namelijk ook de zestiende eeuw
behandeld. En dat is de tijd van decora
tief houtsnijwerk, beschilderde balken en
wandtapijten. De huizen van vooraan
staande Zeeuwen moeten toen een nogal
'drukke' indruk hebben gemaakt. In
Anders bekeken wordt aandacht gevaagd
voor archiefonderzoek in dezen en wor
den onder meer boedelinventarissen als
bron gebruikt. Nieuw en oorspronkelijk
onderzoek is niet de opzet van Leven in
toen. Dit prachtboek beoogt de nog
bestaande historische interieurs onder de
aandacht van een breed publiek te bren
gen. Na de historische overzichten in
vogelvlucht, volgen in chronologische
volgorde honderd belangrijke interieurs
uit alle delen van Nederland. Telkens
over twee pagina's en voorzien van kleu
renfoto's. Die interieurfoto's logenstraf
fen mijns inziens de beweringen over de
grote soberheid in de eerste decennia van
de zeventiende eeuw (zie bijvoorbeeld p.
51, 53 en 55). Tussen de vele buitenplaat
sen en patriciërshuizen vinden we ook
een archiefinstelling, en wel het Zeeuws
Archief te Middelburg, gevestigd in een
achttiende-eeuws stadspaleis in combi
natie met nieuwbouw (p. 124-125). In
deze hoofdmoot van het boek zijn ook
korte hoofdstukken over watervoorzie
ning, verwarming, verlichting, sanitair
en dergelijke opgenomen. Het laatste
hoofdstuk bestaat uit een met kleine
zwart-witfoto's geïllustreerde adressen
lijst, waarin alle in het boek besproken
panden alfabetisch per plaats worden
opgesomd en waarbij wordt aangegeven
of ze te bezoeken zijn. Anders bekeken
heeft een originele illustratievorm.
Kunstenares Franfoise van Lynden was
gedurende twee jaar bijna wekelijks te
gast bij telkens een andere monumente
neigenaar. In die periode vervaardigde ze
de tientallen gouaches, aquarellen en
tekeningen die in dit boek zijn opgeno
men. Anders bekeken eindigt bij het
prachtige Wooldhuis (uit 1930-1931) op
de kop van de Vlissingse boulevard en
Leven in toen behandelt als laatste pand
het landhuis Noorderheide (uit 1940) in
Vierhouten. Wat ik in beide boeken
eigenlijk mis (op enkele winkelinterieurs
in Anders bekeken na) is het (woon)huis
van de gewone man. Nu is er van die
arbeiderswoningen, middenstandshui
zen, winkels en boerenbedoeninkjes
natuurlijk relatief weinig bewaard geble
ven, maar het lijkt me een uitdaging om
hier na alle glitter en schitter van de top-
monumenten in een vervolgonderzoek
eens aandacht aan te besteden. Een
samenwerking van verschillende discipli
nes, als archeologen, architectuurhistori
ci, bouwhistorici, kunsthistorici en archi
varissen, kan hierbij zeker vruchten
afwerpen. Want dat soort interdiscipli
naire samenwerkingsverbanden komt
naar mijn smaak helaas nog te weinig
voor.
Peter Sijnke
Walburg Pers, Zutphen, 2001
ISBN 90-5730-160-1, 318 blz., 31,95 (f 70,41)
In dit jaargetijde trekken we er weer
massaal op uit om in binnen- en buiten
landse winkels en warenhuizen voor onze
dierbaren cadeaus te kopen voor
Sinterklaas en Kerst. Hoe de ontwikkeling
van grossierderij en 'Winkel van Sinkel' tot
warenhuis verliep, kan in Winkelen in
Weelde worden nagelezen en zal als present
in een (grote) schoen of onder de kerst
boom in de smaak vallen. Het is een
geschiedenis verrijkt met tal van zwartwit-
en kleurenfoto's en oude advertenties,
gehaald uit archieven, musea en bibliothe
ken. Miellet zelf werkte jarenlang bij
Galeries Modernes en Koninklijke Bijen
korf Beheer, studeerde na zijn
pensionering geschiedenis en
publiceerde een aantal geschiede
nissen over het Nederlandse
grootwinkelbedri j f
sit IRC/TI
In een aantal hoofdstukken behandelen de
auteurs de opkomst van de negentiende-
eeuwse detailhandel via de markt- en
straathandel. Het begon in Parijs waar de
detailhandelaren zich heroriënteerden en
de bakermat legden voor de modernisering
tot grootwinkelbedrijf en uiteindelijk tot
grootwarenhuis. In die tijd was de Franse
hoofdstad uitgegroeid tot de grootste stad
van de wereld met grote gebouwen, passa
ges, een moderne infrastructuur, omnibus
sen, trams en een metronetwerk. De brede
boulevards en avenues
leenden zich uitste
kend voor de bouw
van grote warenhui
zen als Au Bon Marché
en Grand Bazar. Het
publiek stroomde mas
saal toe en vergaapte
zich aan de lichtkoe
pels, prachtig gesti
leerde trappen en de
overdadige uitstalling
van waren. Dit voor
beeld vond navolging in Groot- Brittannië,
waar Harrod's zich ontwikkelde van luxe
zaak in levensmiddelen en delicatessen tot
een warenhuis met aanlokkelijke etalages
en een heuse roltrap.
Het succes van de warenhuizen was te
danken aan de massale wijze waarop arti
kelen ter verkoop werden aangeboden;
dankzij dat massale aanbod lagen de prij
zen relatief lager. Het personeel maakte in
die dagen lange werktijden en woonde
veelal intern op de zolder van het waren-
archievenblad
december 2001
huis. Er waren strenge voorschriften voor
hun gedrag ten opzichte van klanten; zo
mocht men niet zitten, leunen of kletsen
in de nabijheid van een klant. Mijn oma
vertelde vroeger regelmatig hoe ze zich
vergaapte aan de knappe en uiterst beleef
de, joodse verkoopsters die in de vooroor
logse Amsterdamse Bijenkorf in meerder
heid emplooi vonden.
De werkgevers waren de slechtste niet, in
de regel. Zo werd er voor het personeel van
Au Bon Marché een pensioenfonds inge
steld door de grondleggers, het echtpaar
Boudicaut, en erfde datzelfde personeel
van de weduwe het gehele aandelenpakket
van de zaak. Bij Vroom en Dreesman kreeg
het (katholieke) personeel na de winkel
sluiting een drankje van de zaak: de man
nen een glas bier en de vrouwen een glaas
je melk. Relatief laat kwam het grootwa
renhuis in ons land op. De Duitser Anton
Sinkel was in de negentiende eeuw een
van de eersten met een winkelketen, al
waren dat nog geen massale winkels. Het
eerste grote warenhuis opende in 1914 als
De Bijenkorf zijn deuren. Door de toene
mende concurrentie waren de hoogtijda
gen rond het ontstaan van het ene na het
andere grootwarenhuis toen al voorbij.
Zaken als De Gruyter en C&A met lage
eenheidsprijzen betekenden voor een
luxebedrijf als De Bijenkorf een concurrent
waarmee rekening gehouden moest wor
den. Aan de andere kant onderscheidde
juist deze winkel zich jarenlang door het
aanbod van de nieuwste trends op interi
eur- en modegebied en wie herinnert zich
niet de prachtige etalages van Benno
Premsela?
In 1926 opende De Bijenkorf een HEMA,
waar men tegen eenheidsprijzen relatief
goedkoop aan artikelen kon komen. Het
was trouwens de Pools-joodse immigrant
Michael Marks die in Leeds als een van de
eersten in zijn marktkraam een eenheids
prijs hanteerde. Alles kostte één penny.
Marks moest dergelijke prijzen wel aan
houden teneinde met zijn klanten te kun
nen communiceren: hij sprak geen woord
Engels. Marks bezat rond 1900 met zijn
compagnon Spencer meer dan twintig kra
men en elf winkels, de Penny Bazars.
In deze tijd is de economische macht van
het warenhuis in West-Europa danig
geslonken. Er wordt minder tijd aan win
kelen besteed en voor warenhuizen wordt
het steeds lastiger om in te spelen op de
snel wisselende trends. Eens machtige hui
zen zijn onderdeel geworden van holdings
en verworden tot koopmarkten, alhoewel
het verlangen naar het luxe winkelen weer
een trend aan het worden is. Denk bijvoor
beeld aan het drukbezochte Arsenaal in
Naarden.
Peggy van Bochove,
bloemenstilist; ze werkt in opdracht van
warenhuizen en musea en is een 'shopper'.
Signalementen door Patricia Böschen en Peter Sijnke
Leuven University Press, KADOC-Studies 26,
2001
ISBN 90-5867138-0, 647 blz., 44,66
Vincent Viaene, die moderne geschie
denis studeerde en zich specialiseerde in
godsdienstgeschiedenis en de geschiedenis
van internationale betrekkingen, schreef
een omvangrijk en geleerd boek (oorspron
kelijk een dissertatie uit 1999) over het
katholicisme in het België van het midden
der negentiende eeuw. Het jonge konink
rijk, dat zich net aan zijn noorderbuur had
ontworsteld, oriënteerde zich zeer sterk op
Rome. Dit vormde de hoeksteen van de
Katholieke Revival, die zo geslaagd was
dat de katholieke leidsman Barthelémy
Dumortier in 1865 opmerkte 'ce pays oü le
Pape est Pape comme il l'est dans aucune
autre contrée de l'Europe' (p. 11). Een
merkwaardige tegenstelling: een moderne
constitutionele monarchie, waarbinnen
een niet eerder vertoonde vrijheid van
handelen voor Rome bestond. Het centrale
thema van dit boek is feitelijk het proces
van wederzijdse beïnvloeding. De auteur
betoogt dat er sprake was van wederzijdse
integratie, zelfs acculturatie. Als de Bel
gische katholieken meer 'Romeins' werden
in het midden van de negentiende eeuw,
dan werd de Heilige Stoel meer 'Europees'.
Er ligt veel archiefonderzoek aan dit boek
ten grondslag, uiteraard in de archieven
van het Vaticaan en in diverse Belgische
overheids- en particuliere archieven, maar
ook in Frankrijk, Oostenrijk en het
Katholiek Documentatiecentrum te Nijme
gen.
Council on Library and Information Resources
(Washington DC) European Commission on
Preservation and Access (Amsterdam)
ISBN 90-6984-316-1, 67 blz., op verzoek ver
krijgbaar via e-mail: ecpa@bureau.knaw.nl; zie
ook: www.knaw.nl/ecpa
Dit overzicht geeft een heldere en
beknopte indruk van de meest recente en
belangrijkste internationale ontwikkelin
gen op het gebied van de conservering van
archief- en bibliotheekcollecties. Ook
wordt aangegeven waar nog gebrek aan
kennis over bestaat en waarnaar meer
onderzoek verricht zou moeten worden.
Nuttig zijn de verwijzingen naar relevante
publicaties, de per land lopende conserve
ringsprojecten en de instituten waar
onderzoek wordt verricht.
'reservation Science Survey
§Slf|||| An Overview of Recent
Developments in Research
g on the Conservation of
3 Selected Analog Library and
t| Archival 'Materials
rtnik J. IV.icJ: and
december 2001 archievenblad