werk in uitvoering Eigenlijk deden we het allemaal al lang. Maar dan moet het nog op papier gezet worden. Net voor de plannen van het Jeroen Boschjaar 2001 in een definitieve fase kwamen, formuleerde het Stadsarchief 's-Hertogenbosch een eigen missie. Die luidt: 'Het Stadsarchief is, mede vanuit de wet- en regelgeving, gericht op het veiligstellen van bronnen voor en kennis van de geschiedenis van 's-Hertogenbosch en het op een actie ve, hoogwaardige en klantgerichte wijze beschikbaar stellen van die bronnen en kennis. Dit met als doel het bevorderen van de cultuurhisto rische interesse door anderen be wust te maken van en te laten par ticiperen in - primair de Bossche - samenleving.' Twee prachtige volzinnen waar je als ambte naar de komende jaren mee uit de voeten kunt. Maar de missie vereist een actie ve houding, dus werd er in het Jeroen Boschjaar 2001 aanleiding gevonden om meteen flink van wal te steken. Van september tot en met november 2001 vond in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam de grote kunsttentoonstelling 'Jheronimus Bosch' plaats. De aankondiging van deze expositie was aanleiding voor de gemeente 's-Hertogenbosch, woonplaats van de beroemde kunstenaar (ca. 1450-1516), om het jaar 2001 uit te roepen tot Jeroen Boschjaar. Het gehele jaar vonden talloze activiteiten plaats op cultureel, cultuurhistorisch en toeristisch gebied. Doel was een basis te leggen voor structurele aandacht voor de laatmiddeleeuwse schilder Jheronimus 40 van Aken, oftewel Jeroen Bosch. Het Stadsar chief zag het als zijn rol om, getrouw aan zijn kersverse missie, bij te dragen aan de bevorde ring van de cultuurhistorische interesse rond deze persoon. Aan het begin van het jaar bleek dat het met de kennis van de gemiddelde Bosschenaar over de persoon van Jeroen Bosch zeer slecht gesteld was. Een inhoudelijke bijdra ge aan het Jeroen Boschjaar vanuit het Stadsarchief, een van de weinige plekken ter wereld waar schaars bronnenmateriaal over 'Joen die maelre' aanwezig is, leek geen overbo dige luxe. Die inhoudelijke bijdrage van het Stadsarchief kwam er overigens ook wel zonder een actieve opstelling. Zowel de samenstellers van de Rotterdamse tentoonstelling, die uitein delijk ruim 220.000 bezoekers trok, als van de expositie 'De wereld van Bosch' in het Noordbrabants Museum in 's-Hertogenbosch, die is verlengd tot eind januari 2002, vroegen bruiklenen op uit het Stadsarchief. Naast deze bijdrage aan de beide exposities was het Bossche Stadsarchief zelf (mede-)initiator van een drietal zaken. Op de eerste plaats was dat het weten schappelijk historisch onderzoek naar het leven en werken van Jeroen Bosch, ten tweede een internationaal wetenschappelijk congres over Jeroen Bosch en tenslotte een toegankelijk boek voor het grote publiek over deze schilder, De wereld van Bosch. Het waren met name deze laat ste twee activiteiten die vanaf het tweede kwar taal van het Jeroen Bosch jaar 2001 het dagritme (en soms ook het nachtritme) van verschillende archiefmedewerkers bepaalden. En dat was nog niet alles, want gedurende het jaar was het Stadsarchief ook nog eens nauw betrokken bij het verstrekken van gegevens en historische adviezen ten behoeve van het educatief project rond de Bossche tentoonstelling, voor een Bosch-wandeling in de vorm van een audio- tour, de kinderspeurtocht 'Loop naar de hel met je trechter' en andere zaken. Tussendoor bevolk ten met de regelmaat van de klok Japanse, Franse en Nederlandse tv-ploegen en schrijven de en fotograferende journalisten het Stads archief. Voor kranten, magazines, folders of ander drukwerk werden foto's en dia's rond het thema Jeroen Bosch aangevraagd. Wanneer je, zoals mij gevraagd is, terugkijkt op de werkzaamheden van het Stadsarchief 's-Hertogenbosch gedurende het Jeroen Bosch jaar 2001, dan overheerst een positief gevoel. werk in uitvoering Eigenlijk is het nog steeds niet te geloven wat er in korte tijd tot stand is gekomen. Tijd was de belemmerende factor. Pas in het voorjaar van het reeds lopende Jeroen Boschjaar was voor sommige activiteiten be kend dat deze doorgang kon den vinden. Onafhankelijk daarvan werden de voorberei dingen voor de publicatie van het boek De wereld van Bosch en het internationaal congres Jheronimus Bosch revealed? The painter and his work door het Stadsarchief in samenwerking met vele andere organi saties, reeds voortvarend ter hand geno men. Eén gegeven speelde daarbij natuur lijk een grote rol: als er iets gedaan moest worden, dan moest dat gedurende dit jaar zijn beslag krijgen. En het is gelukt: in september verscheen het boek De wereld van Bosch in vier talen, terwijl begin november meer dan tachtig wetenschap pers uit de gehele wereld het internatio naal Jeroen Boschcongres bezochten. Beide activiteiten maakten deel uit van het officiële programma van het door de Stichting Bosse Nova (bekend van theaterfestival De Boulevard) gecoördi neerde Jeroen Boschjaar 2001. Voor het boek De wereld van Bosch leverde het Stadsarchief inbreng in de vorm van een hoofdredacteur/auteur, een beeldre dacteur en faciliteiten op het gebied van scanning van beeldmateriaal. Iedereen die wel eens een boek heeft gemaakt weet dat dit alles geen sinecure is. Het boek was een gezamenlijke uitgave van Adr. Heinen Uitgevers, de Stichting Archeologie, Bouwhistorie en Cultuur, het Stadsarchief en het Noordbrabants Museum, alle te 's-Hertogenbosch. De complexiteit was bij dit project vooral gelegen in de korte spanne tijds die er was, het feit dat het boek behalve in het Nederlands ook in het Engels, Frans en Duits uitkwam en de herkomst van tallo ze afbeeldingen uit alle hoeken van de wereld. De technische aspecten van scan ning van beeldmateriaal kregen een extra dimensie doordat dit nu direct in dienst van een drukproces stond. Was het boek duidelijk op de markt van 'het grote publiek' gericht, het eerste internationale Jeroen Boschcongres ffl kende duidelijk een meer wetenschappe lijke doelgroep. Hier tekende het Stadsarchief, in samenwerking met Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam en de Katholieke Universiteit Nijmegen in de persoon van prof.dr. J. Koldeweij, zowel voor de inhoudelijke inbreng als voor de organisatorische aspecten van een en ander. Dat beteken de vanuit het Stadsarchief de inzet van een verantwoordelijke voor de hoofdor ganisatie, een secretarieel medewerker, een medewerker voor de wetenschappe lijke inhoud en een voor de (internatio nale!) communicatie. Kort voor en tij dens de drie dagen dat het congres duur de waren meer medewerkers van het Stadsarchief ingeschakeld voor hand- en spandiensten. De praktische gang van zaken tijdens die dagen was uitbesteed aan een congresbureau. Behalve het wetenschappelijk programma was rond om het congres ook ruimte ingeruimd voor publieksactiviteiten. Dat betrof een publiekslezing, gelardeerd met filmbeel den en muziek, alsmede een groot con cert in de Sint-Janskathedraal, opnieuw met muziek uit de tijd van Bosch. Naast de ruim tachtig congresdeelnemers maakten bij beide bijeenkomsten enige honderden geïnteresseerden hun op wachting. Evaluatie Wat hebben deze activiteiten, in het kader van de missie van het Stadsarchief, nu eigenlijk voor betekenis? Een defini tieve evaluatie moet nog plaatsvinden, maar duidelijk is dat het Jeroen Boschjaar 2001 het Bossche Stadsarchief in de gele genheid heeft gesteld om een aantal hoofddoelstellingen uit de missie direct in de praktijk te brengen. De bij het Stadsarchief aanwezige bronnen en ken nis zijn via een aantrekkelijke publicatie en een congres met publieksactiviteiten, actief naar buiten gebracht. De bezoe- kersaantallen van de beide exposities (ruim 250.000), de afname van het educatief pro ject (3.500 exemplaren; uitver kocht) en het boek De wereld van Bosch (10.000 exemplaren; de Nederlands uitgave in herdruk), maar ook de deelname aan congres en publieksactiviteiten (ruim 700 bezoe kers), bewijzen dat er veel, soms massale aandacht is voor Jeroen Bosch als cul tuurhistorisch fenomeen. Het Jeroen Boschjaar kwam als een trein buiten het spoorboekje op de weg van het Stads archief, maar er was in feite maar één kans om er op te springen. Ik ben blij dat we die kans benut hebben. Door samen werking en flexibiliteit en geholpen door de geautomatiseerde wereld, is het Stadsarchief erin geslaagd om zijn activi teiten tot een goed einde te brengen. We hebben er veel van geleerd en laten zien wat we waard zijn. Jeroen Bosch is als een soort verloren zoon teruggehaald naar 's-Hertogenbosch en zal naar het zich laat aanzien in de aandacht blijven. Ook in het Stadsarchief 's-Hertogenbosch, waar inmiddels de gebruikelijke orde van de dag weer is teruggekeerd. 41 In het beantwoorden van een basale vraag als 'waartoe zijn wij op aarde?' treden archiefinstellin gen de laatste jaren meer en meer buiten de van oudsher ontstane kaders. De omvorming van gemeente-, streek- en rijksarchieven tot regionale historische centra betekent immers meer dan alleen een wijziging van naam. Het heeft alles te maken met de visie op de positie van een instelling als een archief in de samenleving. Zonder een dergelij ke naamsverandering heeft ook het Stadsarchief 's-Hertogenbosch een missie die heel nadrukkelijk die relatie met de (in dit geval Bossche) samenle ving legt. En daarom was het niet verwonderlijk dat veel medewerkers van deze instelling dit jaar hun handen vol hadden aan activiteiten in het kader van het Jeroen Boschjaar 2001. Jeroen Boschjaar archievenblad december 2001 Activiteiten Terugblik De onthulling van het beeld van Jeroen Bosch op de Bossche markt, 1930. (Foto: Stadsarchief's-Hertogenbosch) J. van Oudheusden en A. Vos (red.), De wereld van Bosch ('s-Hertogenbosch: Heinen, 2001), 164 p., f 27,50 (paperback), f 37.50 (gebonden). De gelijknamige tentoonstelling in het Noordbrabants Museum, Verwersstraat 41, 's-Hertogenbosch is verlengd tot en met zondag 20 januari 2002. Van het congres zal een congresbundel verschijnen. Drs. Jac. Biemans studeerde geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, volgde vervolgens de opleiding tot Hoger Archiefambtenaar aan de Rijksarchiefschool te 's-Gravenhage en tot communica tiemedewerker bij Van der Hilst communicatie-oplei dingen te Amersfoort. Hij werkte als assistent-archiva ris te Waalwijk van 1992-1999 en is sindsdien als medewerker educatie en public relations verbonden aan het Stadsarchief te 's-Hertogenbosch. december 2001 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 20