TAB NAAR SLIM, integraal docnmentmcwacjemmt juridische zaken ris gegevensbescherming, College Be scherming Persoonsgegevens en de Ar chiefinspecties). In algemene zin kan een overheidsorgaan het beheer van persoonsgegevens in archiefbescheiden regelen in de archief- beheersregels. Deze beheersregels moeten worden afgestemd op de regels die een overheidsorgaan voor het verwerken van persoonsgegevens binnen zijn organisatie opstelt, bijvoorbeeld in een privacyregle ment of in een gedragscode. De volgende regels kunnen opgenomen worden: Persoonsgegevens die voorkomen in een te bewaren archiefbestand, worden niet vernietigd, tenzij een bijzondere wettelijke regeling dit vereist. Persoonsgegevens in archiefbeschei den waarvoor nog geen vernietigings- of selectielijst bestaat, worden niet ver nietigd totdat daarop een selectielijst van toepassing is. Over de audits naar de uitvoering van de Wbp behoort niet alleen aan de beheer der van de desbetreffende bewerking van persoonsgegevens gerapporteerd te worden, maar ook aan de beheerder van de desbetreffende archiefbescheiden. Naast de Wbp en de Archiefwet zijn er nog tal van andere wetten die voor schriften bevatten over de verwerking van persoonsgegevens. Deze bijzondere wetten ('bijzonder' op het punt van de bescherming van persoonsgegevens) bevatten of een uitputtende regeling of niet. Het eerste is het geval bij de Wet politieregisters en de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Daarop is de Wbp niet van toepassing (art. 2 Wbp). Op wetten die geen uitputtende regeling bevatten, zoals het Burgerlijk Wetboek, is de Wbp wel van toepassing, zij het in aanvullen de zin.5 Per regeling zal nagegaan moe ten worden hoe de bijzondere wet zich op het punt van de verwerking van per soonsgegevens verhoudt tot de Archief wet. Twee voorbeelden: 1.De Wet politieregisters bepaalt uitdruk kelijk dat de persoonsgegevens na ver loop van tijd vernietigd moeten wor den. De wet bevat geen wettelijke bewaarplicht voor persoonsgegevens, bijvoorbeeld op grond van de Archief wet. Er kan dus geen selectie voor te bewaren en te vernietigen persoonsge gevens gemaakt worden. Het vernieti gen van persoonsgegevens in de diver se politieregisters betekent uiteraard niet dat de registers zelf vernietigd moeten worden. Het gaat uitdrukkelijk alleen om de vernietiging van daarin opgenomen persoonsgegevens. 2. Sommige wettelijke voorschriften bevatten de bepaling dat niet de per soonsgegevens maar de archiefbeschei den waarin de persoonsgegevens zijn opgenomen, vernietigd moeten wor den. Ook hier zal per voorschrift nage gaan moeten worden, of er een uitzon deringsregel is die zich tegen vernieti ging verzet. Zo bepaalt het Burgerlijk Wetboek over de Overeenkomst inzake geneeskundige behandeling, dat de arts of andere hulpverlener de patiëntendos siers tien jaar na hun ontstaan bewaart, 'of zoveel langer als redelijkerwijs uit de zorg van een goed hulpverlener voort vloeit'. Een langere bewaartermijn kan aangehouden worden op grond van het bepaalde bij of krachtens een andere wet.6 Hierbij kan men denken aan de Archiefwet. Patiëntendossiers die op een selectielijst als te bewaren zijn aan gemerkt, worden dus niet vernietigd. Voor historisch en ander weten schappelijk onderzoek zijn sporen naar het verleden onmisbaar. Een groot deel van dit onderzoek gaat over het optreden of de eigenschappen van personen.7 Daarom staat de Wbp toe dat persoons gegevens die in te bewaren archiefbe scheiden voorkomen bewaard blijven. In beginsel voor onbepaalde tijd. Persoons gegevens die nog niet op grond van een selectie- of vernietigingslijst selecteerbaar zijn, moeten tijdelijk bewaard blijven, totdat hun bestemming op grond van een selectielijst vast staat. Wel moet dit onder condities gebeuren die het alge meen gebruik van die gegevens uitslui ten. Uit het bovenstaande volgt dat de selectielijst niet alleen voor de selectie van archiefbescheiden, maar ook voor de selectie van persoonsgegevens een uiter mate belangrijk instrument is. Het College Bescherming Persoonsgegevens dringt er dan ook op aan, dat alle over heidsorganen op korte termijn een selec tielijst vaststellen. Om ervoor te zorgen dat Wbp en Archiefwet goed op elkaar aansluiten, moeten de huisregels voor de toepassing van deze wetten goed op elkaar afgestemd worden. Verder moet het interne toezicht op de uitvoering van beide wetten goed op elkaar inspelen. Op deze wijze kan gewaarborgd worden dat de cruciale sporen naar het verleden niet gewist maar bewaard worden. 35 iiffigsg Efficiënt en integraal documentmanagement wordt steeds belangrijker. Hoe sneller informatie toegankelijk en beschikbaar is, hoe beter bedrijfsprocessen zijn te managen. Dit spaart tijd en geld en verbetert uw concurrentiepositie. TAB biedt de volgende diensten: consultancy organiseren van documentaire informatie software services (voorbereiding) digitalisering TAB is dé professional in integraal documentmanagement TAB Europa BV maakt deel uit van de inter nationale TAB-organisatie. Met ruim 1000 medewerkers wereldwijd behoort TAB tot de toonaangevende spelers op het gebied van documentmanagement. TAB heeft ruim 50 jaar ervaring in het managen van zowel elektronische als fysieke documenten. Vanwege ons succes hebben wij nieuwe mensen nodig. TAB zoekt op korte termijn: (senior) adviseur'documentmanagement account manager marketing executive business consultant Interesse? Vraag naar Ger Rooth, bel: (020) 312 12 32. Meer info? Bel: (020) 697 53 33 Fax:(020)6979841 e-mail: www.tab.com site: info@tab.nl TAB Europa BV Flettenheuvelweg 8-10 1101 BN Amsterdam Nederland Bijzondere wetgeving Sporen naar het verleden Lodewijk Hovy is werkzaam bij de Rijksarchief inspectie. 1 Aan de verwerking van persoonsgegevens bij archiefdiensten, na de overbrenging van te bewaren archiefbescheiden, heeft F.C.J. Ketelaar eerder aandacht besteed; zie Archievenblad van mei en juni 2000: 'Elke handeling telt. Archiefdiensten en de Wet bescherming per soonsgegevens'. De toenmalige Registratie kamer heeft hierop in www.registratiekamer.nl publicaties Bescherming van persoonsgege vens bij archiefdiensten commentaar gegeven. In het Archievenblad van september 2001 heeft Ketelaar aandacht besteed aan het Vrijstellings- besluit Wbp. 2 Zie memorie van toelichting Wbp, Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998, 25 892, nr. 3, pp. 95-96. 3 Zie in dit verband art. 4 onder b van de Rege ling geordende en toegankelijke staat archief bescheiden. 4 Selectielijst Binnenlandse Veiligheidsdienst, vast gesteld bij besluit van de staatssecretaris van OCW en de minister van BZK, Stcrt. 1997, 217. 5 Tweede Kamer, vergaderjaar 1999-2000, 26 410, nr. 7, p. 2. 6 Zie boek 7, art. 454, lid 3 en art. 455, lid 2. 7 In de derde aflevering van de Nieuwsbrief (2001) van het Koninklijk Nederlands Historisch Genoot schap heeft Henk Wals aandacht gevraagd voor het behoud van persoonsdossiers. Afscherming van te bewaren persoonsgegevens bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst 'De verwijderde gegevens die niet mogen worden vernietigd, blijven op zodanige wijze bij de dienst bewaard dat zij niet meer toegankelijk zijn voor de uitvoering van de diensttaak. De gegevens zijn dan uitsluitend nog toe gankelijk voor archiefdoeleinden en in het kader van verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur en der gelijke.'4 december 2001 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 17