Blauwdrukken
voor morgen
SMART SOLUTIONS
http://www.geac.be
http://www.geac.nl
gebruiksvriendelijk
uitgebreide zoekmogelijkheden
één cliënt voor alle modules
zelf definieerbare indexen
draait op alle standaard servers
flexibele database formaten
de praktijk
Een mondvol en een brede doel
groep, hoe met de archivistische bril op
het congres te volgen? Door de sfeer van
het congres maar te proeven, af te gaan
op interessante aankondigingen en een
selectie van mijn indrukken op te schrij
ven. Een beter geïnformeerde medestu
dente maakt duidelijk dat de NVB in
wezen de beroepsvereniging van bibliot
hecarissen is; ook hier heeft de ICT
invloed gehad op de naamgeving. De
NVB is de paraplu boven een organisatie
ingedeeld volgens werksectoren en spe
ciale interessegroepen. Achtereenvolgens
de secties: Wetenschappelijke Biblio
theken (WB), Hogescholen Bibliotheken
(HB), Speciale Bibliotheken (SB) en de
Openbare Bibliotheken (OB), Serials
Group (SG), Literatuuronderzoekers en
Informatiespecialisten (LI), de Nederland
se Vereniging van Gebruikers van
Interactieve Informatiesystemen
(VOGIN), Juridische Informatie (JI) en de
Biomedische Informatie (BMI). De twee
speciale interessegroepen zijn: professio
nalisering van de informatieontsluiting
op het internet en de eenpersoonsbiblio
theek.
In parallelsessies werd de diepgaande
invloed van de ICT op het vak van bibli
othecaris in kaart gebracht. Hetgeen
meteen de eerste algemene overeen
komst is met de beroepsgroep van archi
varissen: de invloed van de informatie-
en communicatietechnologie op de uit
oefening van het vak. Hóe grip te krijgen
op de informatietechnologie en de ver
anderende eisen die gesteld worden aan
ontsluiting en beschikbaarstelling en aan
de professional. Opvallend genoeg waren
-
de vele gastsprekers niet afkomstig uit
het bibliotheekvak, maar werkzaam bij
een groot advocatenkantoor, een con
sultancy, een commercieel bedrijf en een
ziekenhuisapotheek. En hiermee heb ik
ze lang niet allemaal opgesomd. Naast de
opkomst van de digitale bibliotheek ver
legt het werkterrein van de bibliothecaris
zich klaarblijkelijk in toenemende mate
naar advies en informatieverzorging op
maat voor de webnetwerken van soms
zeer grote organisaties.
Het congres werd geopend door prof.dr.
Paul Frissen met een blik op de toekomst
van informatie in de netwerksamenle
ving. Een luchthartig overzicht begin
nend met de stelling dat de invloed van
de huidige ICT-revolutie vergelijkbaar is
met de industriële revolutie en eindigend
met de mededeling 'Kunt u hier iets aan
doen? Nee, u kunt uitsluitend intelligent
meebewegen', waarna het congres opge
wekt uitwaaierde naar de diverse sessies.
De gastsprekers van de afdeling
'Juridische Informatie' schetsten het
complexe domein van de juridische
informatie. Met het Vredespaleis, het
Internationale Tribunaal en de komst
van het Internationale Gerechtshof heeft
Den Haag de ambitie de tweede of derde
stad van de Verenigde Naties te worden.
Dat stelt eisen aan de informatievoorzie
ning: standaardisatie, onderzoek naar en
het leveren van betrouwbare informatie
door de Haagse bibliotheken aan speci
fieke doelgroepen, bijvoorbeeld rechters.
Een situatie die voorlopig nog niet is
bereikt. Advocaten- en notariskantoren
schetsten een vergelijkbaar beeld met de
specifieke eis die meer en meer gesteld
wordt door organisaties: informatie dient
idealiter op de werkplek aanwezig te zijn
voor medewerkers.
De titel The paperless library trok mijn
aandacht omdat het papierloze kantoor
vooralsnog een mythe is gebleken.
Gastspreker Anne Marie Koomen, werk
zaam bij PricewaterhouseCoopers, gaf
helder inzicht in de plek en visie van het
documentatiecentrum in het bedrijf. Het
documentatiecentrum is bezig met de
omslag naar een elektronische biblio
theek met het acroniem KRC: verant
woordelijk voor Knowledge Facilitation
op de werkplek, Research Analysis en
Content Information.
Napratend met een aantal congresgan
gers werkzaam bij schoolmediatheken
had ik enigszins spijt de secties
'Bibliotheken in Hogescholen' en
'Openbare Bibliotheken' niet te hebben
bezocht. Hoe pakken de mediatheken in
het onderwijs het nu aan? Spijtig, zeker
nu ik het artikel van Nuala Bennett en
Beth Sandore, The IMLS Digital Cultural
Heritage Community Project: A Case Study
of Tools for Effective Project Management
and Collaboration (zie: http://firstmon-
day.org/issues/issue6_7/bennett/index.ht
ml) in First Monday las. Bij archivarissen
is de belangstelling voor educatieve ont
sluiting van cultureel erfgoed groot.
Bennett en Sandore beschrijven welke
webinformatietechnologie is gebruikt
om het project - de bouw van een infor
matieve database die aansluit op het
basisschoolcurriculum - te laten uitvoe
ren door medewerkers geleverd door een
consortium van archieven, bibliotheken
en basisscholen. Een mooi voorbeeld dat
laat zien welke kant het op gaat in de toe
komst. Met behulp van de webtechnolo
gie is ontsluiting van informatie met toe
gevoegde waarde gericht op specifieke
doelgroepen onder handbereik gekomen.
Mijns inziens de belangrijkste ontwikke
ling die op het congres in zijn algemeen
heid werd geconstateerd en besproken.
25
Geac NV
Genèvestraat 6, bus 7
1140 Brussel
België
Tel.: +32 (0)2 727 78 11
Fax: +32 (0)2 727 78 12
E-mail: info@geac.nl
Geac Benelux BV
Postbus 2067
5202 CB 's-Hertogenbosch
Nederland
Tel.: +31 (0)73 624 34 00
Fax: +31 (0)73 624 34 05
E-mail: info@geac.nl
Door Marianne Vos*
De ICT-revolutie raakt alle informatiespecia
listen, nieuwsgierig over de grenzen kijken
naar verwante beroepsgroepen kan dan
nooit kwaad. Afgelopen 21 juni heb ik met
interesse het zomercongres Blauwdrukken
voor morgen: op weg naar efficiënt informa-
tiegebruik van de Nederlandse Vereniging
voor Beroepsbeoefenaren in de bibliotheek-,
informatie- en kennissector (NVB) gevolgd
(zie ook: http//www.kb.nl/infolev/nvb/
Congres/verslag totaal.html). Het was een
studieopdracht voor het college Informatie-
en Kennismanagement gegeven aan de
UvA-Archiefopleiding, waarvan ik hier kort
verslag doe.
Prof.dr. Paul Frissen
Marianne Vos is doctoraal student archivistiek. Met
dank aan Maria Heyne, adjunct-bibliothecaris
Bibliotheek TU Delft.
oktober 2001
archievenblad