Studiedag Sportarchieven
Naar één landelijk regstratiepunt voor sportarchieven
O
c
l
JL
J
sportarchieven
sportarchieven
Wilfred van Buuren, een van de oprichters
en nu projectcoördinator van stichting de
Sportwereld, was de eerste spreker op de studie
dag. Hij ging in op het belang van sport in onze
maatschappij. Sport is een middel tot ontspan
ning, levert vele mensen een baan, weet een
enorme industrie achter zich, maar is ook vanuit
politiek en maatschappelijk oogpunt een be
langrijk issue. Interessant is bijvoorbeeld een
vergelijking te maken tussen de emancipatie van
de vrouw in de sport in de twintigste eeuw en de
pogingen die er nu plaatsvinden om allochtone
Nederlanders via de sport meer te laten integre
ren in de samenleving. De verschillen tussen een
samenleving die er aan het begin van de vorige
eeuw nog schande van spreekt dat vrouwen aan
sport doen en de euforie rond de olympische
successen van Leontien van Moorsel, Inge de
Bruin en Ankie van Grunsven zijn mooie voor
beelden van emancipatie en doet de hoop leven
dat deze ook voor andere groepen gaat gelden.
Zo hebben de voetbalspelers van Surinaamse
afkomst al voor een belangrijke stap in de rich
ting van integratie gezorgd.
Nico van Horn, bestuurslid van stichting de
Sportwereld, stond in zijn inleiding stil bij de rol
die sportbonden kunnen vervullen ten aanzien
van archieven. Zo kunnen ze, naast het veilig
stellen van hun eigen archieven, bijvoorbeeld
richtlijnen voor archivering van verenigingsar
chieven opstellen en aanbieden aan hun leden.
Jeroen van Oss, sinds 2000 hoofd inspectie
en acquisitie bij Het Utrechts Archief en daar
voor hoofd acquisitie bij het Gemeentearchief
Amsterdam, sprak vanuit zijn praktijkervaringen
met sportarchieven. Archiefdiensten hebben
weliswaar een lange traditie in het verzamelen
van particuliere archieven, maar de acquisitie
was vroeger voornamelijk gericht op kerken,
belangrijke personen, families en huizen en de
laatste jaren op bedrijven en sociale instellingen.
Het Gemeentearchief Amsterdam heeft deze
tamelijk eenzijdige opbouw van particuliere
archieven vastgesteld door middel van een
bestandsanalyse, waarbij duidelijke lacunes naar
voren kwamen op het vlak van amusement,
media, migranten en sport. Men bezat wel de
nodige aan de sport gerelateerde archieven (acco-
modaties, gemeentelijke instellingen) en een
aantal verenigingsarchieven (roeien, turnen,
atletiek), maar er waren nauwelijks archieven
van sporten waarom Amsterdam bekend staat,
zoals voetbal (Ajax), korfbal, hockey, tennis en
boksen. Voor Het Utrechts Archief blijkt dit beeld
niet veel te verschillen van dat van Amsterdam.
In Amsterdam zijn sportarchieven vijf jaar gele
den tot speerpunt gemaakt en is sindsdien actief
geworven. Met als resultaat dat onder meer de
archieven van Ajax, de Amsterdamse Hockey en
Bandy Club, enkele korfbalverenigingen en de
voetbalclub Veni, Vidi, Vici zijn verworven. Ook
het archief van het Olympisch Stadion is, mede
door toedoen van de redders van het stadion
zelf, bewaard en heeft een plek heeft gevonden
in het Gemeentearchief.
Een praktijkvoorbeeld van de samenwer
king tussen sportbond en archiefdienst vormt de
overdracht en inventarisatie van het archief van
de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond
(KNVB). Agathe Fris, werkzaam bij het Algemeen
Rijksarchief, was betrokken bij dit grootschalige
project en gebruikte voor haar presentatie de
inhoud van het archief om aan te geven dat de
voetbalsport een goede weergave biedt van de
Nederlandse maatschappij in de negentiende en
twintigste eeuw.
De Nederlandse voetbal- en atletiekenbond,
opgericht op 8 november 1889, organiseerde het
in 1879 in ons land door Pim Muiier
geïntroduceerde voetbalspel. Al na een
jaar verdween de atletieksport uit de
bond en bij het 40-jarig bestaan verkreeg
de NVB het predikaat Koninklijk. In het
begin was voetbal een sport van de elite,
pas na de mobilisatie in 1914 gingen ook
arbeiders wedstrijden spelen. Het toene
mende belang van de arbeidersklasse aan
het begin van de twintigste eeuw weer
spiegelt zich ook in de voetbalsport en
zorgt ervoor dat de KNVB in 1929 al
30.000 leden telt. De twintigste eeuw was
de eeuw van de verzuiling en ook binnen
de voetbalsport ontstonden er katholieke
en protestantse bonden. De ontzuiling
van na de Tweede Wereldoorlog zette bij
de KNVB al in 1940 door, toen de con
currerende katholieke en protestantse
bonden in de KNVB integreerden. Wel
bleven er katholieke commissies binnen
de bond bestaan, die zich vooral over de
jeugdopleiding ontfermden.
De verzuiling was dan weliswaar al vrij
snel in de kiem gesmoord, met het feno
meen van het betaalde voetbal had de
KNVB meer moeite. De invoering van het
betaalde voetbal wist de bond tot 1954
tegen te houden. De opkomst van het
betaalde voetbal in het buitenland leidde
na de Tweede Wereldoorlog tot het ver
trek van goede voetballers naar Frankrijk
en Italië. Een benefietwedstrijd voor de
slachtoffers van de watersnoodramp in
1953 tussen het Franse nationale elftal en
ET MOOISTE PARTICULIERE ARCHIEF VAN..
de in Frankrijk spelende Nederlanders,
die werd gewonnen door de Neder
landers, leidde tot zoveel enthousiasme
in ons land dat ook hier uiteindelijk in
1954 betaald voetbal werd ingevoerd.
Een ander verschijnsel in de voetbalsport
is de opkomst van het damesvoetbal. Al
in 1896 bestond er een dameselftal bij de
club Sparta in Rotterdam, maar wedstrij
den van dit team tegen een Engels team
werden door de NVB nog verboden. De
maatschappij was er nog niet klaar voor
en ondanks enkele pogingen in de jaren
twintig en dertig (bijvoorbeeld van de
Haagse vrouwenvoetbalclub Chelsey)
duurde het tot de jaren zestig vooraleer
het vrouwenvoetbal op de golven van
het feminisme terrein begon te winnen.
De Algemene Nederlandse Dames Voet
bal Bond ontstond eind jaren zestig en
ging in 1971 op in de KNVB.
Als laatste spreker vertelde Jurryt van
de Vooren, freelance journalist bij NRC
Handelsblad en schrijvend voor het voet
balblad Johan, aan de bezoekers van de
studiedag hoe hij aan bronnen komt
voor zijn kranten- en tijdschriftartikelen
en wat zijn ervaringen daarmee zijn. De
belangrijkste bronnen voor historisch
onderzoek op met name voetbalgebied
zijn de archieven van Amsterdam,
Kennemerland, Rotterdam, Den Haag en
het ARA, alsmede van het sportmuseum
in Lelystad. Overige bronnen voor Van
de Vooren zijn tijdschriften, met name
de sportbladen, boeken en kranten, die
onder meer door het documentatiecen
trum Infostrada in Zoetermeer verzameld
worden. Ook bij de clubs zelf wordt de
historie in veel gevallen bijgehouden; zo
hebben Ajax en Feyenoord een eigen
archief en hebben veel verenigingen een
eigen museum. Ook zijn bij veel clubs
supporters actief in het verzamelen van
materiaal, zo zijn bijvoorbeeld de oude
clubliederen van NAC uit Breda opnieuw
ontdekt en worden ze binnenkort op cd
gezet. Tenslotte spreekt Van de Vooren
veel met oud-spelers, waardoor het ver
haal dat uit schriftelijke bronnen, foto's
en films naar voren komt nog verder
wordt ingekleurd.
Toch blijft er voor een sportjournalist
nog wel wat te wensen over, aldus Van de
Vooren: het zou ideaal zijn als er één cen
trale plaats was waar alle informatie over
de sport verzameld wordt, een combina
tie van archieven, musea en documenta
tiecentrum Infostrada. Een fysieke bun
deling van de inhoud van archieven,
musea en documentatiecentra is onhaal
baar, maar de creatie van één landelijk
informatiecentrum, waar alle documen
tatie berust en van waaruit een digitale
koppeling naar alle overige gegevens
gemaakt kan worden moet toch haalbaar
zijn.
14
15
Door Peter Diebeis*
Prentbriefkaart uit 1900. Bron: collectie
J. Steendijk-Kuypers, Steenbergen.
I Mama lrttW> r» rfruk me*-
sporF
kortiF voor baby Fyd ft KorK
Op 6 juni organiseerde stichting de Sportwereld in
samenwerking met de Sectie Particuliere Archieven
van de KVAN en CANNET in het Olympisch Stadion
te Amsterdam een studiedag over sportarchieven.
De studiedag trok ruim vijftig belangstellenden uit
de wereld van de sport en het archiefwezen.
Dagvoorzitter was Hans Pars, sportjournalist en
programmamaker bij Radio West.
Acquisitie
Voetbal
HET NEDERLANDS ItHEEPVAARTMUSEUM
Archief NDSM: de Nederlandsche Dok
en Scheepsbouw Maatschappij
De Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij (NSM) liet
direct na haar oprichting in 1894 foto's maken van de nieuw
bouw van de gebouwen van de werf door Gustaaf Oosterhuis
(1858-1938). Deze foto's zijn na de fusie tot NDSM bewaard
gebleven in het archief van de maatschappij. Oosterhuis
fotografeerde vanaf de begintijd van de werf maandelijks alle
schepen die in aanbouw waren. Hij maakte zijn laatste foto's
van de werf in 1932. Na de Eerste Wereldoorlog nam de werf
als vaste fotograaf jan Nijman (1929-1990) in dienst. Hij
fotografeerde naast de schepen die in aanbouw waren ook
schepen met averij en het dagelijkse werk op de werf.
Hij bouwde het fotoarchief uit tot een van de grootste verza
melingen van een Nederlandse werf. Het archief van de werf
is na het faillissement in 1979 overgedragen aan het scheep
vaartmuseum.
Het archief bevat: 10.000
technische tekeningen van
schepen, 25.000 foto's, de
bedrijfsbibliotheek en
notulen van de raad van
commissarissen.
Archiefbescheiden van de
personeels- en bedrijfsad
ministratie zijn niet overge
dragen en zijn waarschijnlijk
verloren gegaan.
Plaats: Nederlands Scheepvaartmuseum,
Amsterdam
Periode: 1894-1979
Omvang: niet in meters te schatten
Toegankelijkheid: database in computer
Bronnen voor onderzoek
Peter Diebeis is hoofd Concernarchief Nederlandse
Spoorwegen.
Conclusies
De discussie onder leiding van dagvoorzitter
Hans Pars leidde uiteindelijk tot de volgende
opmerkingen en conclusies:
Er moet meer aandacht moet komen voor
sportarchieven, zowel bij de verenigingen
als bij de archiefdiensten in Nederland.
Hiertoe moeten de verenigingen geholpen
worden met praktische richtlijnen en advie
zen. De cd-rom en de handleiding in boek
vorm van stichting de Sportwereld en DIVA
zijn een heel goed initiatief.
Archiefdiensten moeten veel meer reclame
maken voor hun eigen dienst en voor de
schatten die ze in huis hebben.
Centraal moet geregistreerd worden waar
bepaald sportmateriaal zich bevindt. Het
Centraal register van particuliere archieven
bij het ARA in Den Haag zou hierin een grote
rol kunnen spelen.
Veel meer materiaal zou digitaal ontsloten
moeten worden, zoals het KNVB-archief
(www.archief.nl/knvb), zodat surfers op
internet ook op deze bronnen bij archief
diensten worden gewezen.
Het zou goed zijn om geen onderscheid te
maken tussen archief, documentatie en
fotomateriaal, waardoor in sommige geval
len collecties van verenigingen uit elkaar
gehaald zijn en verdeeld over diverse instel
lingen. Veel verenigingen en particuliere ver
zamelaars zijn huiverig om hun materiaal af
te staan, wanneer dat versnipperd raakt.
Gebruik lokaal-historische verenigingen bij
het promoten van de lokale archiefdienst en
het ieggen van contacten met sportvereni
gingen.
Het centraliseren van alle bronnen op sport
gebied is niet haalbaar, maar het ware goed
als één archiefdienst als centraal meldpunt
fungeert voor sportarchieven. Zoals Het
Utrechts Archief dat is voor kerkgeschiede
nis en vervoer en het Rijksarchief in Noord-
Holland voor wetenschap, zou misschien
het Rijksarchief in Flevoland deze taak op
zich kunnen nemen.
archievenblad
augustus 2001
augustus 2001
archievenblad