li Vmtërslaap ten einde Nederlandse archieven in Moskou burengerucht Inderdaad, het Hollands Dagboek van de algemene rijksarchivaris is in de hoogste kringen gelezen en niet alleen in Nederland. Maar hoe belangrijk de door de staatshoofden getoonde interesse ook is geweest - deze factor alléén was niet voldoende. Uit de lange voorgeschiede nis blijkt hoeveel mensen, in Nederland en in Rusland, de kar in de goede rich ting hebben getrokken zodat een duwtje van koningin en president uiteindelijk resultaat kon hebben. De archieven zijn tij dens de Tweede Wereld oorlog door Duitse instanties in Nederland in beslag genomen, ver volgens naar Duitsland vervoerd, in verschillen de bergplaatsen opge slagen en aan het eind van de oorlog door de Sovjet-Unie als krijgs buit veroverd. Het me rendeel is geroofd door de Einsatzstab Rosen berg, ten behoeve van het Institut zur Erforschung der Judenfrage. Maar er waren ook concurrerende Duitse instanties, zoals het Referat Internationale Organisationen van Rijkscommissaris Seyss-Inquart, dat de in Nederland gevestigde internationale organisaties moest liquideren en het Reichssicherheitshauptamt, dat materiaal van en over de tegenstanders van het Derde Rijk verzamelde. Uit stempels op sommige stukken van Defensie blijkt dat ook het Duitse Heeresarchiv (sedert juli 1940 met een eigen vertegenwoordiger in Den Haag) archivalia uit Nederland heeft weggehaald. Van een aantal Nederlandse archieven is evenwel nog niet duidelijk om welke reden ze door de Duitsers zijn mee genomen. Begin 1992 rapporteerde de Neder landse Slavist Mare Jansen in NRC Handelsblad over het kort tevoren aan de dag gekomen Osobyj arkiv, het Speciale archief, te Moskou, bewaarplaats voor talrijke archiefbestanden in beslag geno men door de Sovjet-Unie tijdens de veld tocht van het Rode Leger in Duitsland aan het einde van de Tweede Wereld oorlog. Voor het vervoer van deze krijgs buit naar Moskou waren enige tientallen treinwagons nodig. Daaronder bleken ook archieven van Nederlandse her komst te zijn: Jansen telde 26 fondsen. In die tijd was ik algemeen rijksarchivaris. Meteen na de publicatie door Mare Jansen heb ik, in samenwerking met OCenW en Buitenlandse Zaken, een afspraak gemaakt met mijn Russische collega, Rudolf Pichoja. In maart 1992 waren Pim van der Meiden (hoofd Voorlichting Internationale Aangelegen heden van de Rijksarchiefdienst en vloei end Russisch sprekend) en ik de eerste buitenlandse archivarissen die het Speciale archief betraden. We namen steekproeven uit elf fondy, met een totale omvang van 173 grote dozen (elke doos circa 20x40x50 cm). Van vijftien andere fondy (totale omvang 662 dela dossiers) konden we alleen de inventarisbeschrij ving controleren. De totale omvang van het Nederlandse bestand schatten we op ruim 2500 inventarisnummers. Gesteund door de Nederlandse ambassadeur voor culturele samenwerking Paul Brouwer en de Nederlandse ambassadeur in Moskou Joris Vos werd er met de leiding van de Federale Russische Archiefdienst (Rosar- chiv) onderhandeld over de teruggave van de archieven. Die leiding bestond, behalve uit Pichoja, uit zijn adjuncten, onder wie Vladimir Kozlov, in de Sovjet- tijd in de oppositie, maar sedert de vor ming van de Russische Federatie een van de 'coming men'. Een jaar eerder had Kozlov als gast van de KVAN het eeuw feest in Groningen bijgewoond. Verder nam aan de besprekingen deel Vladimir Tarasov. Tarasov was de counterpart van Van der Meiden: zij pendelden heen en weer tussen de archiefbazen om te polsen hoever we konden gaan in de formule ring van een protocol tot teruggave. Dat protocol werd tenslotte door Pichoja en mij (met Brouwer, Vos en Van der Meiden als Nederlandse getuigen) onder tekend. Het voorzag in teruggave van de Nederlandse archieven, onder voorwaar de van goedkeuring door de Doema - een formaliteit, zo werd ons verzekerd. Maar dat pakte heel anders uit. Vanaf de zomer van 1992 werd de terug gave van op Duitsland veroverde kunst schatten in de Russische politiek gekop peld niet alleen aan compensatie voor het van Duitsland ondervonden leed, maar ook aan de vraag wie hierin - en op allerlei andere terreinen - het laatste woord zou hebben: de president en zijn regering of de Doema. Niet alleen de uit voering van het met Nederland gesloten protocol leed hieronder: ook de terugga ve aan Frankrijk (175.800 dossiers) werd halverwege gestaakt: slechts één trans port kwam in Parijs aan, de rest bleef in Moskou achter. Toch kwam er wel Nederlands archiefmateriaal terug: in 1994 verwierf het Internationaal Infor matiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging microfilms van de in Moskou berustende IIAV-archieven (203 dossiers). Uitgeprint leverde dat 35.000 documenten op. Daaronder bleken zich nogal wat afgedwaalde stukken te bevin den die tot andere Nederlandse archie ven behoren: Allert de Lange, de Amster damse synagoge enz. Niet alleen Nederland, maar ook lan den als België, Duitsland, Frankrijk en Griekenland bleken belang te hebben in de in Moskou ontdekte archieven. In het verband van de International Council on Archives is de restitutie van deze archie ven - maar ook meer in het algemeen de kwestie van restitutie en claims - vele malen aan de orde geweest. Zo drongen de conferenties van de Table Ronde des Archives in Thessaloniki en in Washing ton (1994 en 1995) aan op restitutie. Bij iedere ontmoeting in ICA-verband verze kerde de leiding van Rosarchiv (Pichoja was inmiddels opgevolgd door Kozlov en Tarasov was adjunct-directeur geworden) dat de vertraging niet aan de archivaris sen te wijten was. Hogere machten moes ten beslissen. Ook aan Nederlandse kant raakte het archievendossier wat uit het zicht en kreeg minder aandacht dan bij voorbeeld de teruggave van de Koenigs- collectie. In december 1998 had in het State De partment van de Verenigde Staten de 'Washington Holocaust era assets confe rence' plaats. Bob Lodder (OCenW) en ik spitsten de oren toen, in een plenaire zit ting, de Griekse delegatie op haar vraag waarom de Russen het archief van de joodse gemeenschap van Thessaloniki nog steeds in het Speciale archief achter hielden, als Russische reactie kreeg: laat de Griekse regering maar een claim indie nen. Lodder stapte meteen naar de Russische delegatie en zorgde ervoor dat Nederland zich opnieuw met de archie- venclaim tot de Russische autoriteiten wendde. Maar aan Russische zijde kon men nog niets doen, zolang de in 1998 door de Doema aangenomen 'Federale wet inzake de culturele kostbaarheden die naar de USSR zijn verplaatst als gevolg van de Tweede Wereldoorlog en zich bevinden op het grondgebied van de Russische Federatie' getroffen bleef door een veto van president Jeltsin: de presi dent achtte de wet in strijd met het inter nationale recht. Tenslotte verklaarde het Russische Constitutionele Hof op 20 juli 1999 de wet geldig (zie het artikel van A. van Woudenberg, in het Nederlands Juristenblad van 29 oktober 1999, blz. 1804-1811). De maand erop diende de Nederlandse ambassade opnieuw een 'note verbale' in bij het Russische minis terie van Cultuur, nogmaals verzoekende om teruggave van 'archiefmateriaal van Nederlandse herkomst dat gedurende of als gevolg van de Tweede Wereldoorlog naar de Sovjetunie is verplaatst en zich bevindt op het grondgebied van de Russische Federatie'. In november 1999 voerden in Moskou een Nederlandse en een Rus sische delegatie overleg over de Koenigs- collectie en andere schatten. Afgespro ken werd dat Russische en Nederlandse experts gezamenlijk de aard en herkomst van de Nederlandse archieven in het Russische Militaire Staatsarchief (waarin het Osobyj arkiv is opgegaan) zouden identificeren. Aan Nederlandse zijde waren de experts Huub Sanders, werk zaam bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Am sterdam, Irina Novichenko, onderzoeks leider van de Academie van Weten schappen van Rusland en vertegenwoor digster van het IISG te Moskou, ambassa deraad Jan Hesseling en Eric Ketelaar. Zij verbleven in Moskou van 6 t/m 12 maart 2000. Laatstgenoemde deed zich (buiten bezwaar van 's rijks schatkist) vergezellen door zijn dochter Anne Ketelaar, slaviste 37 Door Eric Ketelaar In zijn Hollands Dagboek (NRC Handelsblad, 16 december 2000) berichtte algemeen rijksarchivaris Maarten van Boven over de raad die de Israëlische ambassadeur in Praag had gegeven voor een snelle afwik keling van de sinds 1992 slepende terugga ve door Rusland van Nederlandse archie ven: 'Laat uw koningin een brief naar Poetin schrijven, daar zijn ze gevoelig voor.' En een half jaar later, tijdens het staatsbezoek van koningin Beatrix aan Rusland, kwam de officiële verklaring (6 juni 2001) dat de Russische regering heeft besloten tot resti tutie aan Nederland van archiefbestanden: 22 op korte termijn en negen andere wat later omdat er eerst een nadere beschrijving gemaakt moet worden. In de kou voor het Russisch Staats Militair Archief in Moskou 10 maart 2000), v.r.n.l. Huub Sanders, Anne Ketelaar, Alia Namazova en Eric Ketelaar. Ontdekking Archieven in Moskou De gezamenlijke verklaring van de Russische Federatie en Nederland van 6 juni 2001 noemt materiaal van: het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis het Secretariaat van de Socialistische Jeugdinternationale Uitgeverij Allert de Lange (een paar achtergebleven dossiers: 147 num mers waren door de Sovjet Unie aan de DDR overgedragen; in 1991 zijn deze aan Allert de Lange teruggegeven) Uitgever Joseph Bloch, toebehorend aan het MSG Redactie van de Nederlandse Katholieke krant 'der Deutsche Weg' te Oldenzaal Rotaryclubs Roomsch-Katholieke Propaganda club te Amsterdam Katholieke Bond 'De Jonge Werkman' te Tilburg Katholieke studentenvereniging 'Carolus Magnus' te Nijmegen Congregatie Heilige Maria te Den Haag Katholieke Organisatie 'Voor God' Nationaal Jongerenverbond Provinciaal van de Sociëteit van Jezus Jehova's Getuigen Incassobank en Pierson en Co. Particulieren: vier persoonsbewijzen en de inschrijving in het handels register van de Watch Tower Tract Society (Jehova's Getuigen) Uitgeverij 'Katholieke Documentatie' en Uitgeverij Pegasus Departement van Defensie Internationale Vereniging 'Bellamy', Afdeling Amsterdam Hervormde organisatie 'Kerk en Vrede' en de Roomsch-Katholieke Vredesbond Amsterdamse Vredesraad archievenblad studenten- en jongerenorganisaties De meeste bestanden tellen slechts enkele inventarisnummers. Van het totaal van bijna 1000 inventarisnummers wordt een belangrijk deel (233 nummers) gevormd door archivalia van verschillende Nederlandse Rotaryclubs en ruim 300 nummers van het ministerie van Defensie. In dat Defensiebestand echter zijn ook stukken verdwaald van de Koolhoven vlieg- machinefabriek, handelsondernemingen in Den Haag en Rotterdam, een dic taat van de ambachtsschool in Gouda enz. Verder zijn er negen bestanden (bijna 2200 inventarisnummers) die door Rusland zijn aangemerkt als van Nederlandse herkomst, maar waarvan de inhoud nader beschreven dient te worden voordat de Russische regering besluitvorming over restitutie kan afronden. Universum Bank (trustee voor kloosterordes en charitatieve instellingen) magonnieke organisaties: Vrijmetselaars, Odd Fellows en Le Droit Humain (ruim 400 nummers) joodse instellingen en religieuze organisaties: met 1024 nummers het grootste Nederlandse bestand. Hieronder niet alleen talrijke stukken van de Hoofdsynagoge en van het Seminarium, maar ook van lokale joodse gemeenten zoals die in Den Haag en Utrecht. pacifistische organisaties Nederlandsche Esperantisten-Vereeniging Nederlandsch Comité voor Intellectueele Samenwerking Internationaal Archief van de Vrouwenbeweging Nederlandsche Handelsbank religieus-mystieke, antroposofische en theosofische organisaties augustus 2001 Kinken in de kabel Internationale druk Missie van experts augustus 2001 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 18