Rabobank
De afdeling Bedrijfshistorie van de
bedrijfsarchieven
Het coöperatieve alternatief 1 is een
wetenschappelijke geschiedschrijving
over de Rabobank, die in 1998 haar hon
derdjarig bestaan vierde. De betrokken
onderzoekers hadden herhaaldelijk te
kennen gegeven dat het een grote handi
cap was dat de Rabobank geen structureel
archiefbeleid had. Zij moesten voor het
noodzakelijke bronnenmateriaal dan ook
vaak een beroep doen op individuele
medewerkers. Wat gold voor de archie
ven, bleek ook te gelden voor de andere
historisch waardevolle collecties: de
foto's, films, video's, voorwerpen en het
promotiemateriaal. Als deze verzamelin
gen al waren te traceren, dan bleken ze
veel hiaten te kennen en waren ze onvol
doende toegankelijk gemaakt. Bovendien
bleek er in het verleden veel belangrijk
materiaal te zijn vernietigd en afgestoten.
Dit was een bedroevende situatie. Zeker
voor de Rabobank, die al zo lang in de
samenleving is geworteld en daardoor is
gezegend met een verleden met een bij
zondere maatschappelijke waarde. De
hoofddirectie van Rabobank Nederland
nam haar maatschappelijke verantwoor
delijkheid en stemde eind 1999 in met de
oprichting van een afdeling Bedrijfs
historie.
Op zichzelf is het misschien bijzon
der dat een commerciële onderneming
besluit zo'n afdeling op te richten.
Binnen de Nederlandse financiële wereld
is de Rabobank echter bepaald geen
trendsetter op dit terrein. Zo beschikken
De Nederlandsche Bank, ABN AMRO, de
ING Groep en Amsterdam Exchanges al
veel langer over afdelingen die zich
bezighouden met het historisch archief
en het verleden van de organisatie. Een
voordeel hiervan is dat de Rabobank kan
leren van deze praktijkvoorbeelden. Een
ander voordeel is dat er al allerlei formele
en informele vormen van overleg
bestaan, zelfs in internationaal verband.
Te noemen valt met name de European
Assocation for Banking History, die tijd
schriften en andere publicaties uitgeeft
en internationale congressen organiseert.
Veel belangrijke Europese banken met
bedrijfshistorische afdelingen zijn lid
van deze organisatie.
Om goed te begrijpen wat de afdeling
Bedrijfshistorie doet, is het zinvol eerst
iets over de Rabobank te vertellen.
Bekend is dat de Rabobank een coöpera
tie is en agrarische wortels heeft. De eer
ste coöperatieve banken in Nederland
dateren uit de jaren negentig van de
negentiende eeuw. Die banken waren de
voorlopers van de lokale Rabobanken die
iedereen kent. Hun voorbeeld waren de
Duitse kredietinstellingen die waren
gemodelleerd naar de ideeën van de soci
aal bewogen plattelandsburgemeester
Friedrich Wilhelm Raiffeisen. Coöpera
tieve banken in Nederland richtten in
1898 twee centrales op: de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank en de
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank.
Rabobank Nederland is in 1972 ontstaan
uit een fusie tussen die twee. Rabobank
Nederland en de bijna vierhonderd loka
le Rabobanken met ruim zeventienhon
derd kantoren maken deel uit van de
Rabobank Groep. Deze groep bestaat ver
der nog uit Rabobank International en
allerlei gespecialiseerde bedrijfsonderde
len en dochterondernemingen, zoals
Interpolis en de Robeco Groep.
Wat doet de afdeling Bedrijfshistorie
nu zoal? Eén van de taken is natuurlijk
het verwerven van materiaal met een bij
zondere historische waarde. De afdeling
richt zich met name op Rabobank Neder
land en haar twee voorgangers. Het gaat
dan niet alleen om hun historische
beleidsarchieven, maar ook om het
audiovisueel materiaal, het promotie
materiaal, de foto's en de objecten. Dit
verzamelen gebeurt met behulp van
enquêtes, oproepen in interne bladen,
intranet en persoonlijke contacten. Een
deel van het historisch materiaal dat de
afdeling Bedrijfshistorie zoekt, ligt nog
tussen de vijftig kilometer archivalia die
het centraal archief van de Rabobank
beheert. Dit depot in Best fungeert vooral
als opslagplaats. Onlangs nog heeft de
afdeling hier een flink aantal - verloren
gewaande - notulen en stukken van ver
gaderingen van verschillende beheerscol-
leges teruggevonden.
Een andere taak is het bepalen welke
archieven van historisch belang zijn, en
dus bewaard moeten blijven, en welke
niet. De afdeling Bedrijfshistorie ontwik
kelt hiervoor een selectiedocument. Deze
lijst, die wordt opgesteld aan de hand
van institutioneel onderzoek, geeft per
afdeling een overzicht van werkproces
sen en een selectiewaardering voor de
neerslag daarvan. De afdeling kijkt dus
niet alleen naar archieven uit het verle
den, maar ook naar die van de toekomst.
Dit voorkomt enerzijds het onnodig
opslaan van overtollige archieven en
anderzijds het vernietigen van belangrijk
en onvervangbaar historisch materiaal.
Bovendien zijn medewerkers zich er dan
beter van bewust wat ze moeten bewa
ren. Bankhistorici uit de academische
wereld hebben bij het samenstellen van
deze richtlijnen geadviseerd.
Een andere belangrijke activiteit is
het toegankelijk maken. Gezien de enor
me hoeveelheid materiaal, beperkt de
afdeling zich vooralsnog tot het toeken
nen van een nummer aan een dossier,
dat zij in een eenvoudige database
invoert. Het einddoel is echter een klas
sieke inventaris voor de archieven van
bedri fsarchieven
Rabobank Nederland en haar twee voor
gangers. Intussen worden ook de ontwik
kelingen op het gebied van de Encoded
Archival Description op de voet gevolgd.
Voor de ontsluiting van films, video's,
foto's, documentatie en voorwerpen is
gekozen voor The Museum System. Niet
alleen musea, maar ook de bedrijfshisto
rische en kunstafdelingen van andere
instellingen maken al gebruik van dit soft
warepakket voor het digitale beheer van
hun collecties. Het videoarchief van de
Rabobank is een verhaal apart. De onge
veer duizend beeldjournaals, voorlich
tingsfilms en commercials staan op uiteen
lopende dragers: VHS, U-matic, Betacam
en niet te vergeten de onhandelbare 1
inch-banden. Een groot deel zal worden
overgezet op dvd, die de nieuwe standaard
voor de toekomst lijkt te worden.
Belangrijke argumenten voor deze keuze
zijn ruimtebesparing, standaardisering en -
niet in de laatste plaats - het voorkomen
van verlies van oude opnames.
Tot nu toe is vooral gesproken over het
bijeenbrengen en beheren van het histo
risch erfgoed van de Rabobank. Van
essentieel belang is ook het uitdragen
hiervan. De achterliggende gedachte
hierbij is dat geschiedenis de gezamenlij
ke identiteit van de Rabobank, de corpo-
ET MOOISTE PARTICULIERE ARCHIEF VAN..
rate identity, kan versterken. Met een
beter bewustzijn van het verleden wordt
de eenheid van de onderneming bena
drukt en de trots op de eigen organisatie
vergroot. De afdeling Bedrijfshistorie
kan, in andere woorden, het zogenoem
de wijgevoel stimuleren.
Dit doet zij onder meer met behulp van
een historische expositie in het hoofd
kantoor. Daar staan de karakteristieke
afbeeldingen, spaarpotten, telmachines,
kantoorapparaten en andere voorwerpen
uit de Rabobank-geschiedenis tentoonge
steld. De afdeling verzorgt rondleidingen
en combineert dit met presentaties, aan
gekleed met historische filmbeelden.
Andere manieren waarop zij zich profi
leert, zijn het publiceren over aspecten
van de geschiedenis van de Rabobank in
interne bladen, in vaktijdschriften, op
het intranet en op www.Rabobank-
groep.nl.
Steeds meer medewerkers beseffen dat ze
voor historische informatie over de
Rabobank bij de afdeling Bedrijfshistorie
moeten zijn. Daarnaast hebben ook aller
lei externe onderzoekers en geïnteresseer
den hun weg gevonden naar de afdeling.
Stukken ouder dan twintig jaar zijn, met
wat slagen om de arm, vrij toegankelijk.
En de lokale Rabobanken dan? In tegen
stelling tot vestigingen van andere
Nederlandse banken hebben zij een grote
mate van zelfstandigheid. Sterker nog:
Rabobank Nederland is een dochter van
de lokale Rabobanken. Als gevolg hiervan
is het moeilijk iets van bovenaf op te leg
gen. De afdeling Bedrijfshistorie beperkt
zich dan ook tot het formuleren van
archiverings- en bewaarrichtlijnen. De
bedoeling is dat de lokale Rabobanken zelf
zorgdragen voor hun historisch archief.
Op verzoek geeft de afdeling adviezen op
het gebied van selectie, materiële verzor
ging, bewerking en uitbesteding aan
openbare archiefbewaarplaatsen.
De decentrale structuur biedt echter ook
kansen voor de afdeling Bedrijfshistorie.
Veel lokale Rabobanken zijn trots op hun
geschiedenis en gaan de komende jaren
hun honderdjarige bestaan vieren. Dit
doen zij onder meer door exposities in te
richten en jubileumboeken uit te brengen.
De afdeling levert hieraan bijdragen door
materiaal beschikbaar te stellen en redac
tionele ondersteuning te leveren.
Hoe men het ook bekijkt, een afde
ling Bedrijfshistorie is een vreemde eend
in de bijt binnen een bank. Een afdeling
die eigenlijk alleen maar geld kost. Om
de daarmee gepaarde gaande gevaren te
ondervangen, is zij ondergebracht bij het
concernsecretariaat, de eenheid die de
beheerscolleges van Rabobank Nederland
ondersteunt. Een bijkomend voordeel
hiervan is dat de afdeling een goed zicht
heeft op wat er met de belangrijke stuk
ken gebeurt. Om het draagvlak voor haar
activiteiten en de betrokkenheid hierbij
verder te verbreden, is er tevens een
adviesraad Bedrijfshistorie ingesteld. De
voorzitter van de hoofddirectie van
Rabobank Nederland fungeert als voor
zitter, het hoofd van de afdeling als secre
taris. Verder bestaat deze raad uit functio
narissen die voor de activiteiten van de
afdeling van belang zijn, zoals de hoof
den van de stafgroepen Corporate
Communicatie, Economisch Onderzoek
en het directoraat Juridische en Fiscale
Zaken. Als onafhankelijke, externe des
kundige fungeert een hoogleraar sociaal-
economische geschiedenis. De raad komt
twee maal per jaar bijeen, waarbij ideeën
worden uitgewisseld en de voortgang
wordt besproken.
De afdeling Bedrijfshistorie bestaat uit een
historicus en een archivaris. Voor speciale
projecten, zoals het inrichten van een ten
toonstelling, doet zij een beroep op exter
ne expertise. De afdeling is gehuisvest in
het hoofdkantoor van Rabobank
Nederland in Utrecht. Daar bevindt zich
tevens het depot, dat ongeveer honderd
vijftig vierkante meter beslaat. In deze
geventileerde, droge en brandvrije kluis-
ruimte lagen van oorsprong waardepapie
ren. Nu bevinden zich hier de historische
collecties van Rabobank Nederland.
Mooie collecties, die ons niet alleen veel
Ieren over de organisatie zelf, maar ook
over de Nederlandse landbouw, economie
en maatschappij in het algemeen.
28
29
Door Stefan de Boer*
Voor een goede bestudering van het verle
den van een instelling zijn archieven haast
onmisbaar. In een ideale situatie kunnen de
auteurs van een jubileumboek dan ook
gebruikmaken van een goed geordend his
torisch archief. Maar bij de Rabobank was
de situatie precies omgekeerd. De
Rabobank riep in 1999, een jaar na het ver
schijnen van zo'n boek, een afdeling
Bedrijfshistorie in het leven. Een afdeling
die het historisch erfgoed van de Rabobank
bijeenbrengt, beheert en ook uitdraagt.
Geen trendsetter
Verwerving en selectie
Toegankelijk maken
HET GEMEENTEARCHIEF AMSTERDAM")
Archief van de negentiende-eeuwse ama
teur-fotograaf Jacob Olie (1834-1905)
lacob Olie verdiende zijn dagelijks brood eerst als
timmerman en bouwkundige en later als tekenleraar
en directeur van de ambachtsschool te Amsterdam.
Hij is bekend geworden als negentiende-eeuwse
fotograaf van Amsterdam. Dankzij de bewaarzucht
van de familie Olie is het archief van de tekenleraar,
schooldirecteur en fotograaf Olie vrij compleet. Er zijn
niet alleen duizenden foto's en negatieven bewaard
gebleven, maar ook het persoonlijk archief van Olie
en zijn camera.
Het archief omvat glas
negatieven, duizenden originele
afdrukken, prenten, tekenin
gen, fotoalbums, brieven, leer
boeken, schetsboeken, per
soonlijke documenten en een
houten camera met cassettes.
Plaats: Gemeentearchief
Amsterdam
Periode: ca. 1830 P850J-3904
Toegankelijkheid: voorlopige
inventaris
Friedrich Wilhelm Raiffeisen 1818-1888). Deze Duitse
econoom en burgemeester is de grondlegger van het
coöperatieve bankwezen. (Foto: Rabobank Nederland)
Vreemde eend
Dr. S. de Boer is hoofd van de afdeling Bedrijfshisto
rie. Het adres is: Rabobank Nederland, Concernsecre
tariaat UCB 510, Postbus 17100, 3500 HG Utrecht. Voor
reacties kunt u ook bellen (030-2164286) of mailen
(s.boer@rn.rabobank.nl).
1 K.E. Sluyterman, J.J. Dankers, A.A.M. van der Linden
en J.L. van Zanden, Het coöperatieve alternatief:
honderd jaar Rabobank, SDU Den Haag, 1998.
ISBN 90-12-08529-2, 408 blz.
archievenblad
augustus 2001
augustus 2001
archievenblad