Archivistiek in visiting professor visiting professor Overigens, als het echtpaar Pieter van Rooden en Joke Spaans (beiden werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam; in 1997-1998 deelden ze het visiting professorship) voor twee geteld wordt, dan komt het aantal op 46. Onder die 46 waren twee vrouwen: behalve Joke Spaans ook de Utrechtse hoogleraar in de Oude geschie denis en antieke cultuur Heieen Sancisi (1989- 1990). Van de Netherlands Visiting Professors kwamen er veertien uit de geesteswetenschap pen, dertien uit de exacte wetenschappen, elf uit de sociale en gedragswetenschappen, vier uit medicijnen en tandheelkunde, twee uit de archi tectuur en twee uit de rechtsgeleerdheid. In verband met een bij de herdenking van het vijftigjarig bestaan door de University of Michigan uitgegeven boekje, had ik 26 van mijn nog levende voorgangers gevraagd naar hun ervaringen. Bijna iedereen maakte gewag van de fantastische mogelijkheden die het intellectuele verkeer met collega-hoogleraren biedt, naast het overweldigende aanbod aan wetenschappelijke en culturele activiteiten. Daarvan kan ik mee praten. Het valt soms zwaar te kiezen uit wat er allemaal on campus gebeurt. Een paar voorbeel den. Martin Luther King day (15 januari, een officiële feestdag) wordt aangegrepen om diversi ty en positieve discriminatie in de schijnwerpers te zetten: bijna twee weken lang zijn er van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat lezingen, theater- en museumvoorstellingen, seminars, demonstraties. Dit zijn universiteitbrede mani festaties. Daarnaast organiseert elke faculteit of afdeling regelmatig eigen seminars, symposia en lezingen. Elke dinsdag is er in de School of Information (SI) een lunchbijeenkomst van de Collaboratory for Research on Electronic Work (CREW), de groep die onderzoek doet naar infor matie en communicatie in het elektronische (virtuele of fysieke) kantoor. Vaak komt er een spreker van buiten Ann Arbor. In CREW ligt de nadruk op de technologie, in het Inter disciplinary Committee on Organizational Studies (ICOS) op de organisatie-sociologische en -anthropologische aspecten van de nieuwe werkvormen. ICOS is een interdisciplinaire groep studenten, promovendi en stafleden orga nizational studies, die elke vrijdag bij elkaar komt (www.si.umich.edu/ICOS/events.html). In een van die bijeenkomsten hoorde ik Tom Malone van MIT over het onderzoek dat hij, JoAnne Yates en anderen verrichten naar nieuwe methoden om het organisatiege heugen te onder houden. De histo rische dimensie van dit vraagstuk werd door Yates onderzocht (zie s@p Jaarboek 2000 Context In terpretatiekaders in de archivistiek, 'Be sturen door regi stratuur, 1870- 1940'). Dan zijn er - be halve het weke lijkse seminar over 'Archives, documentation and the Institutions of Social Memory' - de spe ciale lezingen die als aanhangsel tot het seminar worden gegeven (www.umich.edu/~iinet/asc): Verne Harris (Pretoria), Boris Ananich (Sint Petersburg), Joan Schwartz (Ottawa) en andere prominenten traden op. Van de deelname aan het seminar door buitenlandse collegae maakte ik dankbaar gebruik. In mijn collegereeks Understanding National Archives through Comparative Archivistics (www.hum.uva.nl/ bai/home/eketelaar/webpageEric.html) kwamen als gastsprekers Joan van Albada, Inge Bundsgaard (Denemarken), Verne Harris (Zuid-Afrika), Serhy Yekelchyk (visiting scholar University of Michigan) en drie Canadese collega's: Terry Cook, Wendy Duff en Laura Millar. Het lezingenprogramma brengt je vooral ook buiten de eigen faculteit. Zo kon ik in februari Svetlana Alpers (University of California, Berkeley en New York University) horen vertel len over de veranderingen van de kunstgeschie denis in de afgelopen decennia - als inleiding op een magistraal college over Las Hilanderas (De spinsters) van Velazquez. Alpers' boek The Art of Describing ('De kunst van het kijken', 1989) schokte indertijd de Nederlandse kunsthistori sche gemeenschap, onder meer door haar kritiek op de iconologische school van De Jongh die haars inziens ten onrechte speurde naar allerlei verborgen boodschappen in Hollandse schilde rijen, in plaats van 'gewoon' te kijken en te genieten. De lezing die ze nu gaf, maakte echter duidelijk dat Velazquez' schilderij alleen te 'begrijpen' valt als men weet heeft van de histo rische, sociale en culturele context. Daags na haar college, in een paneldiscussie over Alpers' interpretaties, maakte ze duidelijk weinig heil te zien in postmoderne of feministische decon structie in de kunstgeschiedenis. De University of Michigan is natuurlijk niet de enige die sprekers van buiten uitnodigt. Zelf was ik twee dagen de gast van de University of Manitoba in Winnipeg. Aan deze Canadese uni versiteit verzorgt Tom Nesmith het master's pro gramma archival studies. De grootmeester van de functionele selectie Terry Cook is er gastprofes- sor. Samen leidden wij een dag lang een seminar over What's It All About? 'Postmodernism' and Archives. Een dertigtal studenten en praktiseren de archivarissen (financieel ondersteund door de Association for Manitoba Archives) werd ingeleid in het postmodernisme. Terry, Tom en ik hielden ieder korte presentaties (ik behandelde het post moderne museum respectievelijk Jacques Derrida's archief-filosofie) en leidden om beurt de discussie met de deelnemers. In de definitie van Lyotard is postmodernisme 'incredulity in meta-narratives', ofwel ongeloof in algemeen aanvaarde schema's. Ik zelf gebruik graag Anthony Giddens' kenschetsing van de post-traditional society waarin tra dities en dogma tische zekerhe den niet langer als voornaamste redengeving voor ons handelen kunnen worden opgeroepen. Het postmodernisme is een kaleidosco- pische visie op 'werkelijkheden' en 'waarheden' (er is niet één werkelijkheid of één waarheid). De kunst is om die nieuwe per spectieven te ver talen in de archivistische theorie en praktijk. Wat zijn de werkelijkheden die een archief(stuk) tussen de regels door toont? En wat zijn de rol len van de auteur, de archivaris, de onderzoeker in het scheppen en aanpassen van die werkelijk heden? Zij beseffen vaak niet dat zelfs iets onschuldigs als de ordening van een archief of de beschrijving (of de restauratie) van een archiefbestanddeel - of iets minder onschuldig: de selectie en vernietiging - een betekenis of ver tekening aan het archief geeft. In een lezing aan de Universiteit van Winnipeg, daags na het seminar, noemde ik die interacties, interventies en interpretaties (door auteur, gebruiker, archi varis en onderzoeker): activering van het archiefstuk. Iedere activering laat vingerafdruk ken achter die attributen zijn voor wat ik wil aanduiden als de 'semantische genealogie' van het stuk. Als voorbeeld gebruikte ik de Liro-kaar- ten waarover Henny van Schie schrijft in het s@p Jaarboek 2000 ('Joodse tegoeden en archie ven. Context in de praktijk'). De Liro-kaarten zijn aangelegd tijdens de Bezetting, daarna tot in de jaren vijftig 'opnieuw' gebruikt door de liquidateur van Liro, de Liquidatie van Verwaltung Sarphatistraat, vervolgens gebruikt voor de claims bij de Duitse regering, tegen woordig in weer nieuwe contexten benut voor allerlei doeleinden. Dick Brongers (GA Den Haag) neemt deze verschuivende perspectieven als uitgangspunt voor zijn dissertatie-onderzoek. Door alles wat er is gebeurd, kunnen we de Liro- kaarten niet meer lezen zoals voorgangers dat deden. Dit voorbeeld laat zien dat, in de woor den van Jacques Derrida (Mal d'archive), het archief nimmer wordt afgesloten: het is een ver wachting van de toekomst. 12 AMERIKA Door Eric Ketelaar In 1847 vestigde zich een eerste groep Nederlandse kolonisten, Afgescheidenen onder leiding van ds. A.C. van Raalte, in de Amerikaanse staat Michigan. Zij en degenen die hen volgden stichtten er, in de wildernis aan het Lake Michigan, kolonies als Holland, Graafschap, Vriesland, Zeeland. Bij de viering van het eeuwfeest (1947) besloten de staat Michigan en de Nederlandse regering tot de instelling van een leerstoel voor een Netherlands Visiting Professor aan de University of Michigan in Ann Arbor (een stad van ruim 109.000 inwoners ten westen van Detroit). Vanaf 1950 is er jaarlijks in Ann Arbor een Nederlandse geleerde die als gasthoogleraar is benoemd door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en de University of Michigan. In het studiejaar 2000-2001 is The Netherlands Visiting Professor Eric Ketelaar, hoogleraar archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en de Leidse Universiteit. Professor Eric Ketelaar. Vijftig jaar geleden was de historicus Th.J.G. Locher de eerste Netherlands Visiting Professor aan de University of Michigan. Dat jubileum vieren we op 5 april. In dat tijdvak van vijftig jaar zijn er enkele jaren geweest waarin, om allerlei redenen, Ann Arbor geen visiting professor ontving. Daardoor komt het dat ik nu de 45ste ben en niet de 50ste (over vijf jaar kan men dus weer een mijlpaal vieren). Activiteiten Tom Malone. Postmodernisme Martin Luther King day (15 januari, een officiële feestdag) wordt aangegrepen om diversity en positieve discriminatie in de schijnwer pers te zetten. archievenblad april 2001 april 2ooi archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 6