Archivaris zoekt stuk r> column K 1 18 I zoekwerk'. 'Primeurtjes en schandalen', dacht een volgende, 'daar leen ik mij niet voor'. 'Er zit wat in', wist een ander. Wat verwacht een virtuele klant van archieven? Voor internetgebruikers is dat geen vraag, zij zijn namelijk op zoek naar informatie, niet speciaal naar een archief. Riemer Knoop en Paul Settels, thuis in de wereld van internet en cultuuraanbod, verwoordden hiermee het gezichtspunt van de virtuele klant. Een consequentie van die houding is dat de aanbieder van informatie onzichtbaar wordt; belangrij ker is het om samen met anderen (uit eenlopende instellingen en vakgebieden) informatie over een onderwerp aan te bieden. Combineer en vul elkaar aan. Internet is veel meer dan 'oud' (dat wat archieven altijd al te bieden hadden) in een nieuw jasje. Het gemeentearchief in Delft benut inter net voorlopig nog op de ouderwetse manier, vertelde Gerrit Verhoeven. De voordelen zijn groot: 24 uur per dag kun nen mensen waar ook ter wereld terecht. Drie niveaus van toegangen zijn te raad plegen. De bronnen zelf kunnen nooit op de website, dat zal niet gaan, alleen zoekinstrumenten en instructies voor onderzoek. Circa 100.000 bezoekers jaar lijks heeft de Delftse archiefwebsite. De visies van Els van de Bent, gemeentearchivaris Rotterdam, en Wim Reijnders, directeur RHC Tilburg, op kos ten en bekostiging van archieven ston den aan het slot op het programma. Voor Van de Bent staan de culturele doelstel lingen voorop, niet de commerciële. Ondernemend omgaan met cultuur is mogelijk door creatief in te spelen op de omgeving waarbinnen de dienst functio neert. Reijnders pleitte er daarentegen voor dat archieven zich, naast het ver richten van hun overheidstaak, commer ciëler gaan gedragen. Hij schuwt com- merciële activiteiten niet: breng gerust kosten in rekening wanneer het gaat om bijvoorbeeld foto's of bidprentjes. Is het niet Reijnders geweest die een tijdje terug de woorden sprak: "Wij zitten op goud, maar we eten hout."? Na de uitspatting van de vorige stu diedagen - flitsend, beweeglijk en inter actief - oogde de opzet dit keer minder verrassend: plenaire inleidingen, kleinere werkgroepen en een paneldiscussie. Het thema maakte veel goed: de belangstel ling voor beide dagen was dan ook groot. De plenaire bijeenkomsten, geleid door een dagvoorzitter, hadden de overhand. De eerste dag begon traag. Een duidelijk vermoeide Sint-Nicolaas sprak de zaal vanaf een groot scherm toe maar had kennelijk al zijn kruit verschoten in de voorafgaande weken. De dagvoorzitter, voor deze taak speciaal ingehuurd, ver keek zich schaamteloos op zijn rol door zijn neiging om de entertainer te gaan uithangen. Alsof deelnemers naar studie dagen komen om zich te laten vermaken. De dagvoorzitter op 7 december, even eens een buitenstaander, had het beter begrepen. Hij hield het zakelijk en pro beerde telkens weer de zaal op te porren. Maar lauwheid was troef. Toch een beetje lui achterover geleund? column Een veelgehoorde klacht onder archivarissen luidt dat het zo moeilijk is om personeel te vinden; vooral goed per soneel schijnt schaars te zijn. Gek hè? Het is nog niet zo lang geleden dat door aspirant-leerlingen van de Rijksarchief- school, met name door degenen die de 'hogere' opleiding wilden volgen, moest worden geknokt om een onbetaalde sta geplek. In mijn jaar (1988/1989) waren er 120 kandidaten voor slechts zes plaatsen. En zelfs zes was volgens sommigen al te veel, want de voorheen zo vanzelfspre kende baangarantie werd voor ons niet meer afgegeven. Voor de 'hogeren' die in de jaren tachtig afstudeerden duurde het doorgaans inderdaad jaren voor zij een vaste baan vonden. Maar de tijden zijn veranderd. Je kunt het Archievenblad niet openslaan of er staat een reeks vacatures in. Zelfs voor de aantrekkelijkste posten blijkt het moei lijk kandidaten te vinden. Ook in de archiefwereld is de headhunter inmiddels een vertrouwde figuur geworden. Dit is natuurlijk een veel gezondere situ atie dan die van de jaren tachtig. Het is niet meer vanzelfsprekend dat er een drom kandidaten staat te dringen om tegen een hongerloontje in het archief wezen te mogen werken. Wij moeten concurreren. Om te beginnen moeten wij jongeren duidelijk maken dat ons vak interessant genoeg is om je erin te laten opleiden. Daarna moeten wij afgestu deerden zo ver zien te krijgen dat zij in het openbaar archiefwezen solliciteren. Dat betekent dat wij de banen die wij aanbieden aantrekkelijk moeten maken, niet alleen qua inhoud, maar ook wat werkomgeving en salaris betreft. Degenen die toehappen en dus niet kie zen voor de ICT of de accountancy, moe ten wel heel gemotiveerd zijn voor ons vak. Dit kan de kwaliteit van de instroom alleen maar ten goede komen. Wij moe ten niet klagen dat het nu zo moeilijk is aan personeel te komen. Wij kunnen ons beter afvragen hoe het in vredesnaam mogelijk is dat er decennialang als van zelf nieuwe aanwas kwam. O AR Maar stel nu eens dat het niet lukt het personeelstekort op te lossen via traditio nele methoden als voorlichting en actie ve werving, hoe moet het dan verder? Ik stel voor dat wij Joop van den Ende inhuren en een datingshow organiseren. Er bestaan al verschillende tv-program- ma's om jongens aan meisjes te koppelen of omgekeerd, daar wil ik vanaf zijn. Er is zelfs een show waarbij op geld beluste vrouwen aan een miljonair worden geholpen en er schijnt serieus te worden nagedacht over een programma waarin een alleenstaande dame een spermado nor op zicht kan krijgen. Mij dunkt dat dit perspectieven biedt. Op mijn bruiloft voerden mijn Delftse collega's een hilari sche sketch op over een contactadverten tie die een juriste en een archivaris bij elkaar brengt. Titel: archivaris zoekt stuk Marion Claessens). Dat is toch een machtige titel voor een avondvullend programma op een commerciële zender? Niks wervingskosten: reclame-opbreng sten! 19 1 archievenblad maart 2001 Internet Els van de Bent. Uitgeteld Aandachtige toehoorders. Achterover leunen Door Gerrit Verhoeven ARCHIE F ARCHIEF Tekening: Peter Vlot maart 2001 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 9