Duurzaamheid van grootboekadministraties: T IEEN ONDERZOEKSVERSLAG u werk in uitvoering werk in uitvoering 0 i y Auyjr. 1/ \*r i 28 29 Door Arnold den Teuling Met opzet ontbreekt in de titel van dit artikel het adjectief 'digitale'. Bij een enquête naar de aanwe zigheid van grootboekadministraties over de perio de 1983-1997 in de provincie Drenthe bleek dat er nog weinig digitale grootboeken bewaard worden, hoewel de boekhoudmachine die gebruik maakte van kartonnen steekkaarten met magneetstrips al in de jaren tachtig is vervangen door de computer. Niettemin is een groot deel van de conclusies van dit onderzoek toepasbaar op digitale grootboekad ministraties en digitale administraties. De aanleiding voor de enquête was drieledig: 1. Aan de uitvoeringsregeling-in-concept voor digitale duurzaamheid, conform artikel 12 van het Archiefbesluit 1995, is bekendheid gegegeven via een inspraakprocedure en een publiciteitsoffensief. Deze werden verzorgd door de archiefinspecties in de drie noordelij ke provincies. De debatten stonden onder lei ding van Jack de Vries. De inspecties vroegen zich af of zich naast de getoonde belangstel ling voor deze problematiek bij gemeenten ook andere feitelijke situaties voordeden. 2. Per 1 januari 1998 waren bijna alle 34 Drentse gemeenten bij een herindeling betrokken. Hierdoor werden de digitale bestanden van meerdere gemeenten door één nieuw bestand vervangen. Zoals bekend bete kent dit een riskante situatie voor digitale archiefbescheiden. 3. Verder werd gevraagd naar de raadpleegbaar heid per 1 januari 2000, in verband met'de mogelijke gevolgen van de millenniumwisse ling. De reden voor de keuze van een enquête over de grootboekadministratie was dat bij de gemeen ten dit systeem, evenals de Geautomatiseerde Bevolkingsadministratie (GBA), voor blijvende bewaring in aanmerking komt. Omdat bewaring van de GBA al is geregeld bij bijzondere wetge ving, viel deze voor de enquêtering af. De kans dat de GBA verloren zou zijn gegaan bij de gemeentelijke herindelingen was niet zo groot. Andere systemen als postregistratie komen op den duur voor vernietiging in aanmerking, zodat ten aanzien hiervan het onderwerp digitale duurzaamheid niet onderzocht hoeft te worden. De gemeentelijke respons was bijna honderd procent, al ontbrak de naam van de gebruikte programmatuur bij sommige respondenten. Computergebruik Sinds 1 januari 1983 gelden nieuwe boek houd- en rekeningvoorschriften en om die reden is dat jaar als beginjaar van de onder zoeksperiode gekozen. Vier gemeenten hadden met ingang van die datum de aloude boekhoud machine op zolder gezet, twee volgden in 1984 en zestien in 1985. Een meerderheid (22) van de gemeenten voerde op 1 januari 1985 op digitale wijze de grootboekadminstratie uit. In 1990 gin gen de laatste twee gemeenten overstag. Omdat de financiële controles nog geruime tijd plaats vonden aan de hand van cumulatieve uitdraaien op lijsten (kettingformulieren), zijn deze lijsten als archiefexemplaar aan te merken, ook indien een gedeelte van de administratie eveneens digi taal raadpleegbaar is. Het omgekeerde komt ook voor: de controles hebben uitsluitend digitaal plaatsgehad, maar de uiteindelijke uitdraai staat op lijsten. Men kan zich dan afvragen of het wis sen van de digitale gegevens in dergelijke geval len illegale vernietiging was. Van twee gemeenten waren de aangedragen gegevens onvolledig door wisselende perso neelsbezetting. Hierdoor waren de gegevens minder goed bruikbaar. Voor zover deze admini straties nog aanwezig of te reconstrueren zijn, gaat het hier om administraties met het eindre sultaat op steekkaarten of lijsten. Enkele gemeenten geven op dat zowel digitaal als op papier gewerkt werd. Waarschijnlijk bete kent dit, dat de accountantscontroles geheel of gedeeltelijk aan de hand van papier en het opmaken van de jaarrekening digitaal geschied den. Van de 34 gemeenten hebben er zes hun grootboekadministraties over een langere perio de uitsluitend digitaal, dan wel op papier en digitaal beschikbaar. Met name de laatste één of twee jaar van de onderzochte periode is er een opvallende groei in uitsluitend digitale beschik baarheid. Twaalf gemeenten, dus ruim een derde deel, heeft vanaf ongeveer 1996 een digitaal grootboek. Het zijn niet steeds de grootste gemeenten die voorop lopen. De enige gemeen te met bijna 100.000 inwoners stelde haar groot boekadministratie tot en met 1999 uitsluitend op lijsten beschikbaar. In twee gevallen zijn de laatste jaren van de administratie op cd-rom gezet, naast de papie ren versie. Een van de twee betreffende gemeen ten gaf hierbij op dat het jaar 1997 slechts gedeeltelijk raadpleegbaar is. Vanaf de jaren tachtig is er van de zijde van de inspectie regel matig op gewezen dat het mogelijk is om naast of in plaats van de papieren uitdraaien 'compu ter output on microfilm-fiches' (com-fiches) te laten maken. Dit om ruimte te besparen en om ÏÓ.X- iL ra l 7L044 M -Of £3, J /M/y f&toHit- y'k/l 'V f, <V. C"i JCljZ» A i y rr\ joxcz/ tVKÓ.ÏL/ CÜ0 2V 0ac t,/ 0*02/ 020M I OJ0 zv ftcz.' OX.0.1/ #110. V 1 3 hl 60 y/j 1 is; 6/^ s /(r>J/.6o yP v; fjJaZrc b z y cy i/ H=4 J' szrc V/ ■1>JX yoJvy-'/y Y7o_o&yy ;écrVy 3oo. zy i day Lé sé s/yyoél de dubieuze papier- en drukkwaliteit te onder vangen. Geen enkele gemeente heeft hieraan gevolg gegeven. Volledigheid De eerste vraag van de enquête betrof de aard van de grootboekgegevens. Grootboeken die uitsluitend cijfermatige, gecodeerde en niet op concrete inkomsten en uitgaven herleidbare gegevens bevatten, zijn volgens de 'Vernie- tigingslijst archiefbescheiden gemeentelijke en intergemeentelijke organen van na 1850' vernie tigbaar. Alle gemeenten gaven op dat hun groot boeken niet onder deze categorie vielen. Dat betekent, dat er 34 x 15 510 grootboeken in Drenthe zouden moeten zijn, over de periode 1983-1997. De opgaven van de gemeenten zijn niet door de inspectie gecontroleerd. Van vijf tien grootboeken is onbekend of ze nog aanwe zig zijn. Daarnaast zijn zeven grootboeken ille gaal vernietigd: twee die op papier beschikbaar waren en vijf die uitsluitend in digitale vorm aanwezig waren. Vier van de digitale grootboe ken zijn in één gemeente verloren gegaan. Dit als gevolg van een misverstand tussen twee ambtenaren, die van elkaar dachten dat de vier jaar door de ander waren geconverteerd. Het vijfde digitale grootboek is verloren gegaan door een ondeskundige ambtenaar die vond dat zijn harde schijf te vol werd. Het betrof grootboeken over de jaren 1989-1992 respectievelijk 1987. De twee verloren gegane papieren grootboeken hadden betrekking op 1991 en 1994. In totaal zijn 32 grootboeken, ongeveer 12 pro cent, over de periode tussen 1990 en 1997 uit sluitend digitaal bewaard. Alle andere groot boekadministraties staan nog op papieren ket tingformulieren. Vijf van de twaalf nieuwe gemeenten hebben ook gegevens over de meest recente periode ver schaft. Van die gemeenten werkt er één uitslui tend digitaal, de overige vier gemeenten werken met lijsten, waarvan één ook met de cd-rom. Er is dus reden tot een vervolgonderzoek over de meest recente periode. Conclusies 1. Gebrek aan digitale duurzaamheid is tot nu toe niet aan de techniek maar uitsluitend aan menselijke vergissingen te wijten. Deze ver gissingen hebben zich vermoedelijk tenmin ste evenveel bij papieren als bij digitale bestanden voorgedaan. Dat betekent natuur lijk niet dat regels voor digitale duurzaam heid overbodig zijn. 2. Pas op voor de cd-rom als alternatieve drager. (Dit onderzoek biedt te weinig materiaal om deze stelling te ondersteunen.) Het medium moet geconverteerd worden zodra er nieuwe programmatuur op de computer wordt gezet: de gegevens zijn in algemeen gangbare codes ingevoerd, maar het systeem waarin ze wor den geraadpleegd, herkent niet de gehele inhoud als gegevensbestanden. Zo werkte de cd-rom van het Nederlands Archievenblad uit 1996 in Drenthe wel onder Windows 3.1, maar slechts gedeeltelijk onder Windows 95. In de toekomst komt daar nog het probleem bij van de veroudering van afspeelapparatuur. Eenzelfde ervaring heb ik met eenvoudige toepassingen als computerspelletjes voor kin deren. Dit gebrek is niet met eenvoudige hulpmidddelen te verhelpen zoals bij micro film. Voorlopig verdient de microfilm dan ook de voorkeur als veiligheidskopie. Bovendien is deze gemakkelijk te digitalise ren. Ik verneem graag zowel positieve als negatieve ervaringen met de duurzame lees baarheid van de cd-rom. 3. Van millenniumproblemen is niets gebleken. archievenblad maart 2001 maart 2001 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 14