KVAN nieuws Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland KVAN Nieuws Van Wijnpenning voor Arnold den Teuling Bureau KVAN Redactie Archievenblad KVAN-Agenda 2000 Over Van Wijn en het archiefwezen 44 Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland Roest en de geur van azijn Ook in archieven is de klant koning 45 Bureau Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland. U kunt contact opnemen met het bureau voor Lidmaatschap KVAN en secties informatie over en aanmelding voor KVAN-activiteiten bestelling van KVAN-publicaties wijzigingen in de ledenadmini stratie kopij voor het Archievenblad berichten voor deze rubriek mutaties in de Almanak van het Nederlands Archiefwezen Marieke de Haan Myra Maij Cruquiusweg 31 1019 AT Amsterdam Tel. (020) 462 77 27 Fax: (020) 462 77 28 E-mail: bureau@kvan.nl. Internet: www.kvan.nl Postbank Bureaurekening: 84767 voorjaar 2001 bijeenkomst over veranderend archiefbestel mei 2001 Archiefreis Toscane Op 15 september reikte voorzitter Jo Jamar de Hendrik van Wijnpenning uit aan Arnold den Teuling. Aanleiding voor de voordracht was het 25 jarig jubileum als provinciaal inspecteur in Drenthe. Hieronder volgen de vele argumenten van het LOPAI om Den Teuling voor te dragen voor deze bij zondere onderscheiding. Het bestuur van de KVAN onderschrijft die voordracht van harte en huldigt Den Teuling graag met de Van Wijnpenning. Den Teuling en echtgenote: zichtbaar genietend. "In ons vak, ook buiten de landsgrenzen, is de naam van Arnold den Teuling een begrip. Hij is veel meer dan provinciaal archiefinspecteur in de noordelijke provincies. Decennia lang is hij onze belangrijkste autoriteit op het terrein van het materiële beheer en de toegankelijkheid van archieven. Den Teuling leverde belangrijke bijdragen aan de ontwikkeling van de huidige normeringen en regelgeving op dit gebied, zoals de regels voor bouw en inrichting van archiefbewaarplaatsen en -ruimten en regels voor goede, geordende en toegankelijke staat van archie ven. Daarnaast was hij van betekenis voor de ont wikkeling van de moderne archivistiek, welk vak hij aan de Archiefschool doceerde van 1978 tot 1996. Generaties archivarissen werden door hem opgeleid en ook bijgeschoold. In 1975, aan het begin van zijn loopbaan, ontving hij de F.J. Duparcprijs voor zijn studie over het inventariseren van een 18e en 19e-eeuwse koop mansboekhouding. Daarna ontwikkelde hij in tallo ze publicaties en recensies van inventarissen in het (Nederlandse) Archievenblad zijn ideeën over het inventariseren van vooral moderne administraties van gemeenten, bedrijven en kerkgenootschappen. Den Teuling schreef een indrukwekkend aantal bij dragen aan Archiefbeheer in de Praktijk, waarin hij zijn grote kennis neerlegde op het gebied van mate rieel beheer, ordening en toegankelijkheid van (moderne) archieven, begrippen en terminologie. Op al deze terreinen dient hij als (inter)nationale Toespraak ter gelegenheid van de uitreiking van de Van Wijnpenning door Jo Jamar, voorzitter KVAN, uit gesproken op 15 september 2000. In het Nederlands Archievenblad van december 1985 verscheen een artikel van Jan Kompagnie onder de titel: "De vroegste huisvesting en personele bezetting van het (Algemeen) Rijksarchief 1802-1854." Daarin staat uitvoe rig vermeld hoe het met de archiefzorg in het begin van de 19de eeuw was gesteld. Wij maken ons vandaag op het startsein te geven voor een viering van 200 jaar archiefwezen in Nederland in 2002. Immers algemeen werd en wordt de benoeming van Van Wijn gezien als het begin van het Nederlands Archief wezen. Ik kan overigens niet nalaten hier te wijzen op de Franse wet van 26 oktober 1796 die bepaalde dat alle archieven die eigendom van de staat waren op een centra le plaats in de hoofdsteden van de departementen moest worden samengebracht. Aangezien een groot deel van de huidige provincie Limburg behoorde tot het departement Nedermaas was daar de Franse wetgeving van kracht en moesten de archieven dus in de hoofdstad i.e. Maastricht worden samengebracht. Dat neemt niet weg dat de naam Van Wijn terecht is gege ven aan de penning die door de KVAN wordt verleend aan personen die zich uitermate verdienstelijk hebben gemaakt voor het Nederlands Archiefwezen in het alge meen of voor de KVAN in het bijzonder. De laureaat van vandaag mag zich meten met zijn voorgangers die deze penning in het verleden gekregen hebben, namelijk pro fessor De Smidt, Joan van Albada, Eric Ketelaar en Theo Thomassen. Twee honderd jaar geleden kon Van Wijn nog de opdracht krijgen de belangrijkste oude staatsstukken op te sporen en ze te inventariseren. Later werd de termijn verlengd en kwam daar ook de opdracht bij deze stukken ook fysiek bij elkaar te brengen in Den Haag. Hij was 62 jaar oud toen hij aan deze taak begon. Wat een flexibel en mobiel man, want hij had al een carrière als advocaat In Den Haag, pen sionaris in Den Briel en pensionaris in Gouda achter de rug. in die laatste stad raakte hij zijn ambt van hogerhand kwijt, maar niet zonder gouden handdruk van Gouda. Hij past volledig in onze tijd, wat dat betreft. Maar om tot zijn 90ste levensjaar die functie te blijven uitoefenen en zo de weg versperrend voor jong opkomend talent van zestig jaar en ouder vinden wij niet meer van onze tijd. Huisvesting en toegankelijkheid konden in Van Wijn's tijd nog gebrekkig genoemd worden, maar in 1829 werden 1 ■- archievenblad december 2000 vraagbaak voor vakgenoten en ieder die ermee te maken heeft. Het is vrijwel onmogelijk om alle commissies en werkgroepen binnen het vak te vermelden waarin Arnold zitting heeft of had. Hier volgt een onvolle dige opsomming. Hij had zitting in vrijwel alle werkgroepen ter voorbereiding van ministeriële regelgeving en normeringen, en in de werkgroep die in 1995-1996 de 'Modellen archiefregelingen' voor de lagere overheden samenstelde. Hij is al twintig jaar lang secretaris van het Landelijk overleg van provinciale Archiefinspecteurs en ook al jaren secre taris van de 'Commissie actualisatie provinciale selectielijst'. Sinds 1990 heeft hij zitting in de inter nationale ICA-commissie voor archiefbewaarplaat sen en -inrichtingen. Zijn reputatie als expert werd in 1998 bevestigd toen hem werd gevraagd als onafhankelijk deskun dige deel te nemen aan de parlementaire 'Werkgroep Onderzoek Archieven Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten', in de wandeling de commis sie-Valk. Deze werkgroep bracht op indringende wijze aan het licht hoe archiefbeheer in de praktijk kan falen en kwam met houtsnijdende aanbevelin gen tot verbetering." archivarissen gemachtigd hen bekende personen toegang te verlenen tot het archief voor het doen van onderzoek in het algemeen belang. Daarmee werd wettelijk het recht van openbaarheid vastgelegd. Wat dat betreft was de Franse archiefwet van 1794 een stuk vooruitstrevender: hier geen sprake van beperkingen, ledereen was welkom voor welk doel dan ook en zonder een sou te betalen. Het zou te gek voor woorden zijn als tussen het werk van Van Wijn en dat van de archivarissen van deze tijd geen verschil zou zijn. Toch denk ik dat de periode van de laat ste dertig jaar, met name in de laatste tien jaar, het archiefwezen een grotere ontwikkeling heeft doorge maakt dan in de bijna twee honderd jaar daarvoor. Dat heeft overigens niet alleen te maken met de komst van de computer, maar ook met de taakopvatting van de huidige archivarissen. Dienstverlening en een rol spelen in het culturele leven van de stad en de streek staan centraal. Archieven staan in de etalage. Dat is overigens iets anders dan Archieven staan in de uitverkoop. Organi satievormen zijn niet heilig, maar kunnen veranderen en aangepast worden aan de behoefte van de gebruiker. Wat willen wij de komende jaren de samenleving bieden. Daarover zullen wij straks het een en ander horen. Studiemiddag sectie Audiovisuele Archieven, Meertens Instituut te Amsterdam, 27 september Het thema van de studiemiddag - veroude ringsverschijnselen in film en magneetband - blijkt er een te zijn dat altijd in de belangstelling staat (getuige de 40 deelnemers) en waar zich veel ontwikkelingen in voordoen. Reden waarom de sectie het weer aan de orde stelde. De laatste jaren is daar een reden bijgekomen: de snelle opkomst en ontwikkeling van de digitalisering van beeld en geluid doet voorlopig nog ten onrechte de mening postvatten dat deze nieuwe techniek alle oude conserveringsproblemen eens en voor altijd kan oplossen. Quod non. Robert Egeter van Kuijk bracht bij wijze van inlei ding in herinnering wat de omvang is van het conserveringsprobleem. In 1999 toonde de inventarisatie van de Nationale Audiovisuele Collectie aan dat we een achterstand hebben van grosso modo 636.000 uur film, 145.000 uur video en 418.000 uur geluidsopnamen. Verwacht mag worden dat die hoeveelheden inmiddels toegenomen zijn. Reden voor sectie AVA om als eerste prioriteit per regio conservatieprojecten te doen bundelen en voor te dragen voor subsidië ring. Walter Swagemakers, hoofd Collecties van het Nederlands Filmmuseum, ging in op het 'vinegar syndrome', ofwel de ontbinding van (film)dra- gers die een sterke azijnachtige geur veroorzaakt. Jarenlang hebben de filmarchieven hun oude (nitraat)films overgezet op een moderne drager die 'safety film' genoemd werd, de tri-acetaat film. Helaas blijkt deze allesbehalve veilig, als hij niet van meet af aan goed behandeld en bewaard is. De acetylgroepen die de fysieke drager vormen hebben de neiging om terug te keren naar hun oorspronkelijke vorm, waardoor de drager ver vormt en zelfs week en kleverig kan worden. Hierdoor beschadigen de gelatine- en de beeldla gen en gaat de film uiteindelijk verloren. Proeven van onder meer het Amerikaanse Image Permanence Institute (IPI) tonen aan dat onbe smette tri-acetaatfilm die bewaard zijn op 2°C. en 80% relatieve vochtigheid de respectabele levens duur kan bereiken van 200 jaar. Besmette films Vervolg op pagina 47 De KVAN studiedagen op 6 en 7 december waren een groot succes. Zeker 300 deelnemers uit het archief, de documentaire informa tievoorziening en de over heid waren aanwezig. Het thema 'Kwaliteit in dienst verlening' werd de eerste dag met name vorm gege ven door DIVA met een pro minente hoofdrol voor het Handvest Dienstverlening Archieven. De tweede dag deelden enkele specialisten vanuit hun eigen professionele achtergrond met de aanwe zigen wat zij onder dienst verlening verstaan. Riemer Knoop, Paul Settles en Gerrit Verhoeven bespraken en beoordeelden de ontwik kelingen van dienstverle ning via internet. Els van den Bent en Wim Reijnders trachten tijdens de slotpre- sentatie een antwoord te formuleren op de hamvraag 'Wie gaat dat betalen?' Voor een feestelijke afsluiting stonden De Kandidaten garant. Veslag studiedagen: www.kvan.nl Handvest: www.divakoepel.nl december 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 22