ICA Congres Sevilla ICA Congres Sevilla Als archivarissen beheren wij met elkaar een gigantische hoeveelheid mate rialen met een enorme culturele en eco nomische potentie. Hoe groot de totale marktwaarde van dat alles is, weten wij niet en het is zelfs een onzinnige vraag; het gedeelte van de archivalia van de overheid dat behouden dient te blijven wordt bewaard zonder dat de stukken op de vrije markt te koop worden aangebo den. Toch gebeurt het een enkele keer dat wij een reële indicatie kunnen krijgen van de marktwaarde van archivalia. Zo werd dit jaar bij Sotheby's in New York een exemplaar van de Amerikaanse Declaration of Independance geveild. Degene die het ter veiling aanbood, had dit exemplaar aangetroffen achter een schilderijtje dat hij voor 4 US$ op een rommelmarkt had gekocht. De veiling opbrengst was maar liefst 8.140.000 US$. Aangezien aan de Amerikaanse Vrijheids oorlog op 4 juli 1776 een einde kwam met de ondertekening te Philadelphia van ten minste 26 identieke exemplaren van de 'Declaration', kan de commerciële waarde van alle exemplaren van dit document te samen op zo'n 210.000.000 US$ worden geschat. Het moge duidelijk zijn dat voor een succesvolle verkoop van topstukken uit de archiefbewaar plaatsen nauwelijks een marketingstrate gie is vereist. Waar voor iedere onderne mer geldt dat hij met 'unique selling points' het verst komt, kan het uit de aard van archivalia niet anders dan dat verkoop van unieke archiefstukken een ongekend commercieel succes zou bete kenen. Wij zouden met verkoop overi gens niet de enige culturele ondernemers zijn. Zo verkennen de collega's van de musea permanent de grenzen van een goed evenwicht tussen hun taak als bewaarders van het culturele erfgoed en hun taak als culturele ondernemers, in die wereld doemt nu ook de vraag op of verkoop van voorwerpen uit de eigen collectie ethisch verantwoord is, wan neer het doel daarvan is om de opbreng sten aan te wenden om de eigen concur rentiepositie op de culturele markt te ver sterken. Is verkoop van een Picasso acceptabel om de kosten van renovatie van het museum of uitbreiding met een bezoekersrestaurant te bekostigen? Wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden van marketing voor de archiefsector? Ter definiëring van het begrip 'marke ting' beperk ik mij tot de veel gehanteer de definitie van Philip Kotier, die het omschrijft als het geheel van activiteiten die zijn gericht op het bevredigen van behoeften en wensen van consumenten door middel van ruilprocessen. Marke ting heeft dus alles te maken met klant gerichtheid en met het produceren en aanbieden van goederen en diensten ter bevrediging van een vraag op de consu mentenmarkt. Kotier maakt ten aanzien van die vraag van de consument een onderscheid tussen behoeften ('needs') en wensen ('wants'), hetgeen juist wan neer we over archieven en marketing spreken een zinnig onderscheid is. Bij marketing gaat het om activiteiten die de in- en uitgaande goederenstroom (lees: informatie en informatiebronnen) bestu ren. Een klantgericht archief heeft voor wat betreft marketing te maken met marktonderzoek, acquisitie, ontwikke ling van producten en diensten, kwali teitsbeheer, prijsstelling, distributie en reclame en public relations. Op de mees te van deze terreinen onderscheiden archieven zich niet of nauwelijks van andere sectoren; er zijn consumenten met behoeften en wensen, voor hun wor den er diensten en goederen op de markt gebracht die bedoeld zijn om hen tevre den te stellen en dat tegen een aanvaard baar prijsniveau. Gezien de maatschappelijke functies van archieven voorkomt de overheid dat vraagstukken met betrekking tot behoud en vernietiging, conversie, toegankelijk heid, openbaarheid en toezicht onderhe vig zijn aan de dominantie van de marktwerking. Dat neemt niet weg dat ten aanzien van te stellen prioriteiten in de verwerving, ontsluiting en benutting van archieven belangrijke politieke en maatschappelijke trends hun invloed hebben. Een goed voorbeeld daarvan is de slavenhandel (door Martin Luther King aangeduid als 'the Black Holocaust of 80 million African slaves') die bij ver schijning van Johannes Postma's stan daardwerk 'The Dutch in the Atlantic Slave Trade, 1600-1815' in 1990 nauwe lijks aandacht kreeg. Maar nog geen tien jaar later heeft een mix van behoeften en wensen er een 'hot item' van gemaakt. Ook in tijden van weinig inte resse in bepaalde thema's zal de archiva ris relevante materialen moeten verwer ven en ontsluiten ten einde op een nader moment vragen en bronnen bij elkaar te brengen. Aldus kan hij op waar devrije wijze maatschappelijk relevante vraagstellingen voorzien van concrete en betrouwbare gegevens, omdat hij als instrument van het publieke domein ook zonder enige vorm van marktwer king in materiële en immateriële zin zijn werk heeft kunnen doen. Vrij van beïnvloeding van de maat schappelijke discussie is dit aspect van archiefzorg niet; zoals niet de markt het dagelijkse nieuws bepaalt maar het nieuws de markt wel beïnvloedt, zo bepaalt niet de markt de archiefzorg maar beïnvloedt de archiefzorg wel dege lijk de markt. Begrippen als marktaan deel, omzet en winst dienen hierbij nau welijks of geen rol te spelen. Evenals andere voorwerpen van kunst en cultuur en evenals de natuur en het milieu val len archieven door de combinatie van uniciteit en authenticiteit in economi sche zin binnen het domein van de 'niet-reproduceerbare goederen'. Hier behoort het gebruikelijke mechanisme van vraag en aanbod niet op te gaan, ter wijl het in marketingtermen toch om consumenten-goederen gaat, omdat ze in bepaalde behoeften van consumenten voorzien. In deze sector van de econo mie (de 'bewaareconomie') dient de financiering zo min mogelijk afhankelijk te zijn van de wispelturigheid van de markt. Het is goed met het huidige offensief van marktwerking en deregule ring eens te meer de wereld van politiek en bestuur te overtuigen van het perma nente belang van een adequaat archief beheer. Achtergrond van deze visie is dat er een relatie bestaat tussen de (mate van) vrije toegang tot de overheidsar chieven en het democratische gehalte van een samenleving. Is marketing toepasbaar op de taken die zich buiten het marktmechanisme om en geheel binnen de werking van de non- profitsector voltrekken? Het antwoord is bevestigend, omdat er binnen de veilig gestelde kaders nog altijd keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van priorite- ring van de werkzaamheden, de vorm van toegangen, de wijze waarop de informatie gedistribueerd wordt, de aard van de infor matie die beschikbaar wordt gesteld via het www, de prijs van de voor betaling in aan merking komende diensten en goederen etc. Bovendien werkt marketing een meer klantgerichte benadering in de hand en leidt het tot consultatie van bezoekersra den en het werken met kwaliteitshandves ten. Daarnaast is marktonderzoek een goed instrument om 'changes in consuments tastes' tijdig te signaleren en voorstellen te doen hoe deze veranderingen in nieuwe producten en diensten te verwerken. Dat succes hierbij niet per definitie is verze kerd, blijkt uit de casus van het integreren van de openbare bibliotheek- en archief functies in Maastricht. Als basisvoorzienin gen rond de thema's informatie, educatie en cultuur zijn openbare bibliotheken momenteel op zoek naar nieuwe vormen om hun taken in de digitale maatschappij in te vullen. De uitwerking wordt gezocht in de ontwikkeling van de bibliotheek als zowel fysieke als virtuele toegangspoort tot informatie op educatief, recreatief en cultu reel gebied. De parallellen met archieven zijn zo evident dat bij de opzet van nieuwe huisvesting van beide Maastrichtse instel lingen is gekozen voor integratie met als doel een groter en meer divers publiek te bereiken dan vroeger mogelijk was. Na anderhalf jaar moet evenwel geconclu- deerd worden dat deze doelstelling voor wat de archieftaken betreft nog niet is ver wezenlijkt. Dit is overigens niet het gevolg van een tekort aan geld, strategische visie en potentie. Naast een aantal meer logistie ke punten is het vooral de verminderde mate van professionele bemiddeling tussen informatiebron en onderzoeker (inherent aan de uitwerking van de visie) die door de archiefbezoeker niet wordt gewaardeerd. Naar de mening van de archiefbezoeker onderscheidt het archief zich bovendien in onvoldoende mate als specifiek kennis- en informatiecentrum en komt de geplande integratie van historische literatuur en archivalische informatie niet goed uit de verf. Achteraf zal marktonderzoek ons als nog de gegevens moeten aanleveren om scherp te krijgen wie onze bezoekers zijn (in een open bibliotheekopstelling is dat moeilijker te achterhalen dan binnen een gesloten studiezaalopstelling) en hoe wij tegemoet kunnen komen aan hun wensen. Achteraf bezien hadden we met de 'histori sche supermarkt' wel een strategisch maar niet een inhoudelijk goed onderbouwde visie. Het zal nu zaak zijn tot bijstelling te komen zonder overigens de latente voorde len van de integratiewinst die het samen gaan van bibliotheek en archief biedt uit het oog te verliezen. Naar mijn stellige overtuiging zijn de voordelen van de schaalvergroting namelijk noodzakelijk voor een gezonde toekomst van het gemeentearchief in de digitale samenle ving. 13 A rchieven en marketing Door Philip Maarschalkerweerd Tijdens het congres in Sevilla vergastte Philip Maarschalkerweerd de bezoekers op een lezing over de mogelijkheden en onmogelijkheden van marketing voor de archiefsector. Is marketing toepasbaar op taken die zich buiten het marktmechanisme om en geheel binnen de werking van de non-profitsector voltrekken? Ja, is zijn con clusie, al was het maar omdat marktonder zoek een goed instrument is om 'changes in consuments tastes' tijdig te signaleren en voorstellen te doen hoe deze veranderingen in nieuwe producten en diensten te verwer ken. Dat marketing niet zonder public relations kan, is evident volgens Maarschalkerweerd in deze bewerking van zijn lezing*. Concurrentiepositie op culturele markt Diensten en goederen De volledige lezing van Philip Maarschalkerweerd staat op de DIVA website. (Foto: Pieter Koenders) Instrument van het publieke domein Bewaareconomie Casus in Maastricht Integratie functies: succes niet per definitie verzekerd met Maastricht als voorbeeld. archievenblad november 2000 november 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 6