42 I iteratuur PfS| E.J.M.F.C. Broers en B.C.M. Jacobs, Procesgids. Staatse Raad van Brabant. L.A. van Gasteren e.a., In een Japanse stroomver snelling. Berichten van Nederlandse watermannen- Rijswerkers, ingenieurs, werkbazen- 1872-1903. Ruud Paesie, Het VOC-retour- schip Ravesteyn. De laatste reis van een Zeeuwse Oostindiëvaarder. literatuur Kees van der Wiel, Op zoek naar huis, straat of buurt. Handleiding voor historisch huizenonderzoek. 43 Signalementen door Annabelle Meddens-van Borselen j *&k Archiefbescheiden van het proces tussen Frederik Muller en Hendrik Everwijn van de Wal. Verloren Hilversum, 2000. ISBN 90-6550-627-6. 57 blz., fl 19,- Het hoogste rechtscollege van de pro vincie Noord-Brabant ten tijde van de Republiek was de Raad van Brabant in Den Haag. Voor het onderzoek naar de civiele procesgang van dit rechtscollege verscheen onlangs een gids. Bij de eerste kennisma king met deze gids rijst de vraag voor welke doelgroep hij is geschreven. Alleen be stemd voor studenten rechtsgeschiedenis? Uit de gids zelf is dit niet op te maken: een inleiding, toelichting of woord vooraf ont breken. De gids begint direct met een korte uiteenzetting over de rechterlijke organisa tie in Staats-Brabant en de samenstelling en organisatie van de Raad van Brabant en zijn rechtsprekende bevoegdheden. Vervolgens geeft de gids uitleg over de verschillende soorten procedures die in civiele zaken voorkwamen. Dit wordt met schema's toegelicht. Daarna volgt een uitwerking van een voorbeeld van een proces in hoger beroep. Dit gebeurt stap voor stap. De gids besteed tevens aandacht aan de inventarissen en aan de bronnen (archiefstukken) die van pri mair belang zijn voor het archiefonder zoek. De gids bevat een literatuurlijst en een verklarende woordenlijst met recht stermen die voorkomen in de bronnen. Voor studenten rechtsgeschiedenis is dit eerste deel uit een serie gidsen over de procesgang een handreiking bij het archiefonderzoek naar de civiele proces sen die bij deze Raad zijn gevoerd. Helaas is deze gids minder geschikt voor de 'gewone' studiezaalbezoeker. Een gemiste kans wat dat betreft. Een winkel met zijden stoffen. Nederlandse ingenieurs in Japan kwamen in aanraking met een Oosterse cultuur. Walburg Pers Zutphen, 2000. ISBN 90-5730-076-1. 560 blz., fl 89,00 In het kader van de viering van vier eeuwen Nederlands-Japanse betrekkingen verscheen 'In een Japanse stroomversnelling over het aandeel van Nederlandse ingeni eurs in het waterbeheer in Japan in de negentiende eeuw. Dankzij de aanpak van de voorzitter van de redactiecommissie, de filmer Louis van Gasteren, werd het een bij zondere pubLicatie, voorzien van veel illus traties. Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel beschrijft in grote lijnen de tur bulente ontwikkelingen in de geschiedenis van Japan in de tweede helft van de negen tiende eeuw. Hierin wordt ook de geschiede nis van de betrekkingen tussen Nederland en Japan behandeld. In 1868 maakte de Japanse regering een einde aan 250 jaar iso lement. Dit had een technologische om wenteling tot gevolg. Nederlandse ingeni eurs werden aangezocht om de rivieren bevaarbaar te maken en havens aan te leg gen. Het tweede deel van het boek beschrijft de werkzaamheden van de ingenieurs. De meeste ingenieurs werkten zo'n drie tot zes jaar in Japan. Johannis de Rijk (1842- 1913) verbleef niet minder dan dertig jaar in Japan. De belangrijkste bronnen vor men de egodocumenten van de ingeni eurs zelf. Brieven aan familieleden, dag boeken en foto's geven behalve informa tie over Japan ook inzicht in de persoon lijkheden en de belevenissen van de inge nieurs. Deze egodocumenten bevinden zich grotendeels nog in particuliere han den. Aan het einde van het boek p.393- 516) vindt de lezer brieven van drie inge nieurs: Isaac Anne Lindo (1848-1941), George Arnold Escher (1843-1939) en de Rijke. De officiële ambtelijke archiefstuk ken, zoals correspondentie en contracten aanwezig in de archieven van de Minis teries van het Ministerie van Buiten landse zaken en het Ministerie van Koloniën, vormden een tweede bron. De auteurs troffen aanvullende informatie aan in het archief van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs en het archief van de TH Delft, eveneens aanwezig in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Voorts bestudeerden zij Engelstalige klan ten die tussen 1868 en 1904 in Japan ver schenen. Deze kranten bevatten naast gegevens over de sociaal-economische en politieke veranderingen in Japan ook debatten tussen de Engelse en Neder landse ingenieurs over hun vakgebied. Daarnaast werden ook Japanse publicaties over de waardering van Nederlandse ingenieurs geraadpleegd. Het boek is een schitterende uitgave en interessant voor iedereen die geïnteresseerd is in de Nederlands-Japanse geschiedenis in de tweede helft van de negentiende eeuw. 1 archievenblad november 2000 Bataafsche Leeuw Amsterdam, 1999. ISBN 90-6707-480-2. 205 blz., fl 79,- In 1726 raakte het VOC-schip Ravesteyn op weg naar Ceylon uit de koers en verongelukte. Het schip was in 1719 in opdracht van de Zeeuwse Kamer van de VOC gebouwd. In dit prachtig geïllustreerde boek wordt de bouw van het schip Ravesteyn en het reilen en zei len van de Zeeuwse kamer van de VOC in de Republiek en de activiteiten van de Compagnie aan Kaap de Goede Hoop en Ceylon geschetst. Hiervoor bestudeerde de auteur het VOC-archief in Den Haag, het VOC-archive of the Departement of National Archives Colombo, Sri Lanka en het VOC-archief of the National Archive of South Africa te Cape Town. Op grond van monsterrollen, verzoek- boeken van opvarenden, brieven, dagre gisters, resolutie-boeken van Zeeland, de overgekomen brieven en papieren uit Ceylon reconstrueerde hij de rampzalige laatste reis van het schip Ravesteyn en het lot van de schipbreukelingen. Vooral de proces-verbalen van opvarenden ble ken veel gegevens te bevatten over de scheepsramp. Het resolutieboek uit 1726 van de fiscaal independent Adriaan Maten in Colombo bevatte eveneens een schat aan informatie. Uit het proces verbaal bleek dat het scheepsjournaal van het schip in 1727 naar Batavia gezonden was. De auteur acht het niet uitgesloten dat deze journalen nog in Indonesië zijn. Aangezien het VOC- archief in Jakarta op het moment van onderzoek slecht ontsloten en voor publiek niet of nauwelijks toegankelijk was, heeft hij van onderzoek in dit jour naal moeten afzien. In februari 1997 ontdekte de schrijver op grond van het gedane archiefonderzoek het wrak van het Zeeuwse VOC-schip bij de Maldiven. Een verslag van zijn speurtocht naar het wrak is eveneens opgenomen in dit schitterend gedocumenteerde en geïllus treerde werk. Verloren Hilversum, 2000. ISBN 90-6550-629-2. 108 blz, fl 19,25 Veel bezoekers van studiezalen van archiefdiensten doen onderzoek naar de geschiedenis van hun eigen huis, de bewoners van een pand of het bedrijf waar zij werken. De gids 'Op zoek naar huis, straat of buurt' is bedoeld voor iedereen die een dergelijk onderzoek wil doen. Kort, maar heel duidelijk beschrijft de auteur archiefbronnen en literatuur, die informatie over de geschiedenis van huis, bewoners en bedrijfspanden bevatten. Stapsgewijs geeft het boek het onderzoek weer inclu sief alternatieve onderzoeksmogelijkhe den bij een dreigend vastlopend onder zoek. Achterin vindt de lezer stappen plannen voor huizenonderzoek: één voor de periode voor 1811 en één voor de jaren na 1811. Aan het gebruik van kaarten en prenten is aparte aandacht besteed. Illustraties van bronnen en voorbeelden van huizenonderzoek ver duidelijken het verhaal. En, er is zelfs een lijst met begrippen opgenomen in deze praktische gids voor archiefonder zoekers. a jizmi Voorgevel van het Oost-Indisch huis in Middelburg. Anonieme tekening, ca. I860 (rijksarchief Zeeland, Zelandia lllustrata II, 456) november 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 21