Dr. Paul Schneiders, 50 jaar Documentaire Informatievoorziening literatuur maakten deze gegevens het mogelijk om een eventuele relatie tussen welstand (aan de hand van de personele belasting) en opkomst vast te stellen. De conclusie is dat verschillen in stembedrag en opkomstpatronen primair langs gods dienstige lijnen verliepen en dat sociale verschillen secundair waren. Het monnikenwerk wat het geweest moet zijn om per kiezer in het Delftse district de religieuze overtuiging vast te stellen, presenteert de auteur in een bescheiden bijlage. Daar ontbeerde ik wel wat toelichting over de precieze metho de. Zijn de godsdienstige overtuigingen vastgesteld aan de hand van het bevol kingsregister? Zo ja, waarom wordt dat dan niet als bron vermeld in de bronnen lijst? Zo nee, waar komen ze dan van daan? Om hoeveel mensen gaat het uit eindelijk, want je mag aannemen dat een deel van de kiezers van, zeg, 1873 toch ook in 1875 tot het electoraat behoorde. Ook zou ik het prettig vinden om in de bronnenlijst niet alleen maar "Gemeente archief Almelo' of "Gemeentearchief Nijmegen' tegen te komen, maar ook om welke stukken het daar gaat. Die worden uiteraard wel in de noten vermeld, maar erg elegant is het niet. Maar dit zijn klei ne kanttekeningen bij een interessante dissertatie en de allereerste zin ervan: "Dit boek is het resultaat van langdurig archiefonderzoek' (p.5), zal geen enkele lezer in twijfel trekken. De oprichting 50 jaar geleden van de Stichting Gemeenschappelijke Opleiding voor Archief, Bibliotheek en Informatie bewerking, bekender in de afgekorte vorm GO, is de aanleiding voor de uitga ve van dit jubileumboek. De archiefoplei ding ervan is algemeen gevolgd door bedrijfsarchivarissen en post- en archief medewerkers van non-profit instellingen buiten de overheid, wat aanleiding is om er hier aandacht aan te besteden. Het boek wordt gepresenteerd als een terugblik op 50 jaar en perspectief voor de sector, maar kennelijk niet als deugde lijke geschiedschrijving. Het is opge schreven "in hoop dat vele lezers er lees plezier aan beleven". Dat laatste zal ongetwijfeld het geval zijn, want de beoogde doelgroep is groot genoeg. Ook de vormgeving is goed. De inhoud van het boek bestaat uit een grote hoeveel heid korte en inderdaad prettig leesbare impressies. De feiten worden niet onder steund door bronvermeldingen maar slechts door summiere literatuurverwij zingen. Er is een index op persoonsna men, maar niet op zaken. Het boek bevat vele gegevens over de geschiedenis van de GO, haar relatie met de omgeving en het vakgebied, die ik nergens anders bij elkaar heb aangetroffen, en het bezit zo dus een zekere praktische waarde. Er zit ten echter toch zo veel onvolledigheden en fouten in, dat men het slechts met voorzichtigheid kan hanteren. J.S. Mooijweer, J.C. Streng en A.J. Mensema, De Ridder schap van Overijssel. Le Métier du Noble. ISBN 90-400-9472-1. 152 blz., fl 45.00, De rijksarchieven in Overijssel, Gelderland en Drenthe beheren toe gankelijke huisarchieven en familiear chieven waaruit geput is voor dit boek over de Ridderschap in Overijssel over de periode 1424 tot 1950. Daarnaast werden de archieven van de Ridderschap en de Staten van Overijssel geraadpleegd. Het boek schenkt vooral aandacht aan de poli tieke en staatkundige positie van de adel in Overijssel; levensstijl en mate riële cultuur zijn buiten beschouwing gebleven. Helaas staan de geraadpleeg de archieven niet apart in een over zicht vermeld. Ze zijn alleen af te lei den uit het notenapparaat. Het boek is mooi uitgegeven met veel illustraties in kleur en zwart-wit. 36 literatuur Herman Stapelkamp, Gerhardus Fabius (1806-1888). Een leven voor de marine. In de biografie over de negentiende- eeuwse marineofficier en Tweede Kamer lid Fabius zijn de feiten zo veel mogelijk chronologisch geordend en geplaatst in de context van zijn tijd. Van Gerhardus Fabius zijn in veel particuliere- en over heidsarchieven gegevens te vinden, zoals de correspondentie en gedenk schriften in het familiearchief Fabius in het Algemeen Rijksarchief en de collec tie brievenboeken en journalen in het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam. Van een familielid ontving de auteur zelf een aanzienlijke hoeveel heid particuliere brieven van Fabius (worden die ook overgedragen?). Ook de archieven van de ministeries van Oorlog en Marine bevatten veel informatie. De schrijver wilde niet alleen een beeld schetsen van de marineman Fabius, maar ook van zijn privé-leven en de ont wikkeling van zijn persoonlijkheid. Door de grote hoeveelheid beschikbare bronnen heeft hij dit inderdaad kunnen realiseren. Leo van der Meule, Het Rijn lands Huis teruggevolgd in de tijd. Ontleedkunst op een Leidse kavel 2000-1578. In een gedurende eeuwen opge bouwd archief van het Hoogheemraad schap van Rijnland bevindt zich een groot aantal archiefstukken over het gemeenlandshuis van het waterschap aan de Breestraat in Leiden. In deze bij zonder vormgegeven en rijk geïllustreer de publicatie wordt de bouwgeschiede nis van het huis beschreven. Belangrijke passages zijn in een blauwe tekst afge drukt. Het huis werd tot aan de 19de eeuw gebruikt als woning voor de dijk graaf en als vergaderplaats voor het bestuur van Rijnland. Later kreeg het pand uitsluitend een kantoorfunctie. De auteur begint in 1998 en gaat stapsge wijs terug in de tijd tot aan het jaar 1598. Het is vooral een beschrijving van de fysieke toestand van het huis. De materialen waaruit het bestaat en de technieken die in de loop der eeuwen werden gebruikt voor verbouwing en onderhoud, de werkwijzen van metse laars, timmerlieden en andere hand werkslieden, alles komt aan bod. Een apart hoofdstuk is gewijd aan het kaart materiaal als archiefbron en het bestek van het huis uit 1598. Een handige woordenlijst met bouwkundige termen is aan deze publicatie toegevoegd. Helaas ontbreekt een overzicht van geraadpleegde archieven. David Baute, Cort relaas sedert den jare 1609. De avonturen van een Zeeuws koopman in Spanje tijdens de Tachtig-jarige Oorlog. ISBN 90-6550-171-1. 96 blz., fl 25, 35,-. In het jaar van zijn overlijden liet de Zeeuwse koopman David Baute (1588- 1657) een autobiografie na, die hij cort relaas noemde. Hierin beschrijft hij zijn avontuurlijke leven in Zeeland en Spanje als koopman. Zo vermeldt hij hoe hij na afloop van het Twaalfjarig Bestand gear resteerd werd op verdenking van smok kel en handel met de vijand. Na verloop van tijd wist hij met een schip vol han delswaar te ontsnappen. Hij vestigde zich in Middelburg waar hij onder meer tot bewindvoerder van de Westindische Compagnie werd aangesteld. Het laatste deel van zijn dagboek gaat over het leven van zijn familie en gezin met negen kinderen. De uitgevers van het egodocument beschrijven in de inlei ding de resultaten van het onderzoek naar het leven van David Baute in diver se archieven. Aan de editie zijn bijlagen toegevoegd over de munteenheden in de periode 1600-1640 en een register van persoonsnamen, een woordenlijst en een overzicht van de geraadpleegde archieven en literatuur. lil -ivy/ Cort relaas SEDERT DEN JARE 1609 37 Boudien de Vries, Universiteit Leiden Den Haag 2000, ISBN 90-803980-2-0 Arnold den Teuling Signalementen door Annabelle Meddens-van Borselen Waanders Zwolle, 2000. Ontwerp van het kostuum voor de Ridderschap archievenblad oktober 2000 Bataafsche Leeuw Amsterdam, 1999. ISBN 90—6707-507-8. 360 blz. Hoogheemraadschap Leiden, 2000. ISBN 90-72381-08-4. 230 blz. Uitgegeven door Robert Kuiper. Verloren Hilversum, 2000. Lijfstraffen bij de Marine. Admlrul P-M. op/... dal ja! die brave berde gved doe Spotprent uit 'Uilenspiegel' naar aanleiding van Fabius' pleidooi voor handhaving van lijfstraffen aan boord van marineschepen. 19 december 1874 T\HIJNLANT] p - HUI,5 te LEIJDEN LrEVEE LANl^S EE B^EeHjEE ^TcyiAT. egodocumenten deel 20 oktober 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 18