c e n s i e s
ignalementen
Ajax. Van voetbalvereniging
van vrienden naar beursgenoteerd bedrijf.
Jacques van Gerwen, Marco H.D. van Leeuwen (red)
Studies over zekerheidsarrangementen. Risico's, risicobestrijding en verzekeringen in
Nederland vanaf de Middeleeuwen.
literatuur
UW!
Vorig jaar wijdde het tijdschrift Hol
land in het themanummer Duizend jaar
Holland een artikel aan Ajax en het voetbal
in de twintigste eeuw. Het is een vlot
geschreven bijdrage, met foto's uit de
beginperiode van het voetbal. Dit jaar viert
Ajax zijn honderdjarig jubileum onder
meer met een dik jubileumboek. Het is
geen naslagwerk met een opsomming van
alle gebeurtenissen en cijfers. Wel zijn alle
kampioenschappen en belangrijke interna
tionale bekersuccessen beschreven in de
vorm van interviews met spelers (o.a. Johan
Cruijff, Sjaak Swart, Piet Keizer en Marco
van Basten), trainers (o.a. Rinus Michels en
Louis van Gaal), verzorgers, verenigingsle
den en de archivaris van Ajax, Wim
Schoevaart. Niet alleen deze beroemde
Ajacieden komen aan het woord, ook
medewerkers van de club uit diverse gele
dingen doen hun zegje. Mensen die zich
jarenlang hebben ingespannen voor de ver
eniging en voor wie Ajax een belangrijk
deel van hun leven was. Ook stelden de
auteurs een kroniek samen over de jaren
1894-2000 met wetenswaardigheden en
anekdotes opgetekend uit clubbladen, die
zich in het archief van Ajax bevinden. Dit
archief wordt bewaard in de ArenA te
Amsterdam.
Ajax blijkt al in 1893 te zijn opgericht door
enkele HBS-leerlingen. Na enige tijd niet
actief te zijn geweest wegens gebrek aan
geld, leden en een speelveld, werd de club in
1900, en nu officieel, opnieuw opgericht.
Achterin het boek is een lijst opgenomen
met alle Ajacieden met vermelding van het
jaar van aanmelding bij de club. Voor
naamste bron van informatie na 1916 was
het clubblad. Voor de periode daarvoor zijn
bladen als Sportkroniek en Het Sportblad ge
raadpleegd en oude (K)NVB-lijsten, die zich
in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag
bevinden. Het boek staat vol foto's uit het
archief, waarmee het op de eerste plaats een
prachtig fotoboek is geworden.
Opvallend is het ontbreken van een hoofd
stuk over de club tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Dit gemis wordt goedge
maakt met een themanummer van het
voetbaltijdschrift Hard Gras, dat voorname
lijk is gewijd aan Ajax en zijn joodse spelers,
joodse bezoekers en joodse sponsors. De
aflevering heeft de enigszins vreemde titel
'Ajax, de joden, Nederland' en is geschreven
door de Zuidafrikaanse, in Engeland opge
leide joodse journalist Simon Kuper. Hard
Gras vroeg hem omdat hij als buitenlander
een onbevangen kijk had op de
Nederlandse geschiedenis. Kuper deed vier
maanden onderzoek naar het joodse aspect
van Ajax en het Nederlandse voetbal voor
en in de Tweede Wereldoorlog. Hij las her
denkingsboeken en memoires van overle
venden en interviewde hen. Ook de archie
ven van de Rotterdamse voetbalclubs
Feyenoord en Sparta raadpleegde hij. Het is
een kritisch en indringend verslag gewor
den, bijvoorbeeld over de in zijn ogen volg
zame houding van de Nederlandse bevol
king tijdens de Duitse bezetting. Op 15 sep
tember 1941 verordonneerden de Duitse
bezetters, dat joden niet meer in het open
baar mochten sporten. Een maand later is
ook het lidmaatschap van een sportvereni
ging voor hen verboden, evenal het bezoe
ken van cafés, bioscopen en voetbalwed
strijden. In het archief van Sparta trof de
auteur nog een bord aan met de tekst
Verboden voor joden. De voetbalclubs gaven
direct gehoor aan de verordeningen en
Ajax royeerde in de herfst van 1941 net als
alle andere Nederlandse clubs haar joodse
leden. Kupers publicatie bevat tal van tries
te en soms schrijnende verhalen van joodse
sporters, scheidsrechters en andere betrok
kenen, zoals dat van Salo Muller, fysiothe
rapeut van Ajax-spelers. Hij overleefde de
oorlog als kind op acht onderduikadressen.
Ook het jubileumboek Ajax 1900-2000
bevat een interview met Muller. Hierin ver
telt hij dat hij in 1959 bij de club kwam als
verzorger en masseur van het elftal. Zijn
bekendheid had hij vooral te danken aan
zijn karakteristieke loopje waarmee hij snel
het veld op kwam als een Ajax-speler
geblesseerd was.
In de loop der jaren werd het voetbalteam
steeds professioneler, maar het bestuur bleef
amateuristisch. Muller kreeg in zijn gehele
loopbaan nog geen honderd gulden opslag.
"Ik kreeg de indruk dat ik niet meer was dan een
kostenpost, in plaats van iemand die meehielp
resultaten te behalen". In 1972 stopte hij bij
Ajax en koos voor zijn eigen praktijk. Als
dank werd hij door Ajax geboycot. Ondanks
deze negatieve ervaring is hij nog steeds een
fan. Zo staan er in het jubileumboek meer
kritische opmerkingen van geïnterviewden.
4 2
literatuur
In Ajax, de joden, Nederland heeft de auteur
op de allerlaatste pagina nog een indrin
gende boodschap over het huidige
Amsterdam en de Ajax-supporters. "Watmij
in de Arena opvalt, zijn de mensen die er niet
zitten: er zijn slechts een paar Turken,
Marokkanen en Surinamers. Toch vreemd mid
den in Amsterdam Zuidoost". Volgens Kuper
is het een Amsterdams fenomeen. "Dage
lijks is mij de segregatie in deze stad opgevallen.
Volgens mij is het hier extremer dan in
Johannesburg, waar veel restaurants een
gemengd publiek trekken. Bijna elk café in
Amsterdam is óf geheel zwart óf geheel blank.
De Amsterdamse joden voelden zich zestig jaar
geleden blijkbaar meer deel van Nederland dan
de bruine en zwarte Amsterdammers nu. Zij
gingen wel naar Ajax".
fp1
Hoewel de laatste jaren veel histori
sche publicaties zijn verschenen over zeker
heidsstellingen en verzekeringsmaatschap
pijen, ontbreekt tot nu toe een verband
tussen de verschillende onderzoeksresulta
ten en een overzicht van het Nederlandse
zekerheidssysteem in de afgelopen vijf eeu
wen. Gebruikmakend van recent onder
zoek worden vragen beantwoord als: welke
zekerheidsregelingen bestonden er en wat
hielden zij in? Wie maakten hiervan
gebruik en waarom? Wie boden zeker
heidsregelingen aan en waarom? Welke
ontwikkelingen vonden in de loop van de
tijd plaats en hoe zijn deze te verklaren?
Deze omvangrijke bundel geeft in 41 arti
kelen een overzicht van 'zekerheidsarran
gementen' vanaf 1500 tot heden. Deze
arrangementen strekken zich uit tot ver
scheidene vormen van risico's waartegen
een mens zich kan verzekeren: levensverze
kering, brandverzekering, treinverzekering
in de 19de eeuw, transportverzekering,
begrafenisfondsen, ziekteverzekering en
pensioenfondsen. Naast deze individuele
vormen van zekerheidsarrangementen
besteedt deze bundel ook aandacht aan
georganiseerde risicodekking die op initia
tief van de overheid (bijstandswet), de ker
ken (armenzorg en liefdadigheid) en
publiekrechtelijke lichamen zoals de gilden
plaatsvond. Daarnaast komen ook andere
vormen van zekerheidsarrangementen,
STUDIES OVER ZEKER
HEIDSARRANGEMENTEN
gebaseerd op hulp via de netwerken van
buren, vrienden en familie, aan bod.
Aparte hoofdstukken zijn gewijd aan spa
ren en beleggen en de ontwikkeling van de
actuariële theorie en de politiek van de
overheid tegenover het verzekeringsbedrijf.
De stof wordt thematisch gepresenteerd in
chronologische blokken: 1500-1800; 1800-
1890; 1890-1950; 1950-heden. Aan de bun
del werkten auteurs uit verschillende vak
gebieden mee; naast historici schreven ook
sociologen, antropologen, juristen, econo
misten en wiskundigen een of meer bijdra
gen. Een aantal daarvan is gebaseerd op
literatuur en archiefonderzoek, in sommige
artikelen zijn ook interviews verwerkt.
Voor het onderzoek zijn ondermeer de
archieven geraadpleegd van het ministerie
van Binnenlandse Zaken, afdeling Arm
wezen (Algemeen Rijksarchief Den Haag),
de archieven van de gemeentebesturen van
Rotterdam, Amsterdam en Dordrecht, de
gildenarchieven van Leiden, Haarlem,
Amsterdam, Delft, Utrecht en Rotterdam,
het archief van het Burgerlijk Armbestuur
van Rotterdam en het archief van de gods
huizen te Den Bosch. De bijdragen van de
economisten hebben een meer theoretisch
perspectief. De artikelen die tot de huidige
tijd doorlopen blijven wat aan de opper
vlakte, maar zorgen wel voor volledigheid
van de feitelijke gegevens en de algemene
lijnen.
Met uitzondering van de bijdrage van
Marco van Leeuwen over 'twee eeuwen
charitas' ontbreekt over het algemeen een
globale synthese per deelgebied. Hoewel
het schrijven van zulke syntheses een echte
krachttoer is en ze de toch al aanzienlijke
omvang van de bundel zouden hebben
vergroot, zou de waarde van het boek er
wel mee zijn gemaximaliseerd. Bij de
behandeling van de verschillende onder
werpen krijgt de lezer veel informatie aan
gereikt over regelingen, hun betekenis, het
ontstaan en de manier waarop er gebruik
van is gemaakt. De analyse komt niet altijd
even goed uit de verf. Opvallend is ook het
ontbreken of onderbelichten van de
machtsdimensie van de verzekeringsmaat
schappijen. Deze zullen het overheidsbe-
43
Rob van Zoest, David van den Endt e.a., Ajax 1900-2000.
Thoth Bussum, 2000. ISBN 90-6868-244 X. 504 blz, fl.124,50
Simon Kuper, Ajax, de joden, Nederland.
Uitgeverij Veen, Uitgave van Hard Gras voetbaltijdschrift nummer 22, maart 2000.
ISBN 90-204-5659-8. 159 blz., fl.18,90
Gerrit Valk en Susan Smit, Voetbal van 1900 tot 2000: van vermaak voor welgestelde jonge
tjes tot miljoenenbusiness in: tijdschrijft Holland, Duizend jaar Holland.
Verloren Hilversum, 1999. ISBN 90- 70403-44-7. fl. 25,-
Ajax spelers in 1904.
archievenblad
juli 2000
Annabelle Meddens-van Borselen
Amsterdam/Den Haag, NEHA/Verbond van
Verzekeringen, 1998. ISBN 90-574-016-3.
1059 fl-69,90
Risico's, risicobestrijding en verzekeringen
in Nederland vanaf de Middeleeuwen
juli 2000
archievenblad