1 lil juridische zaken Het gaat niet om vernietigen, maar om het verwijderen van de informatie uit de registratie en het in een statische toestand brengen. De overheid heeft nogal wat aspiraties op het gebied van transparantie van het openbaar bestuur, overheidsloket 2000 en in zijn alge meenheid on-line communicatie met de burger, maar zij moet op belangrijke onderdelen gas terugnemen. Een groot deel van de door haar beheerde informatie mag zij niet digitaal opslaan en distribueren. Hoe groot dat deel is durf ik niet te schatten, maar voor archiefdien sten - en breder de overheid - gaat het niet om de minst belangrijke informatiebronnen. In het regeringsstandpunt over de verhouding van auteursrecht en openbaarheid van bestuur heeft - kort gezegd - openbaarheid van bestuur voorrang. We weten niet of de rechter de bescherming van auteursgerechtigden niet hoger inschat. De rechter kan ook van oordeel zijn dat openbaarheid van bestuur inbreuken op het auteursrecht toelaatbaar maakt, mits reke ning wordt gehouden met exploitatiebelangen van auteursgerechtigden. Maar ook dit stand punt heeft tot gevolg dat archiefdiensten het zich niet kunnen permitteren bepaalde informa tiebronnen digitaal aan te bieden. Echter nu omdat daarvoor financiële barrières worden geschapen. Ook deze kwestie moeten we oplos sen wil het archief van de toekomst volwaardig kunnen functioneren. Privacywetten Dan is er het gebied van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dit kreeg in Nederland pas vanaf 1989 goed gestalte in diver se wetten. Als eerste trad in 1989/1990 de Wet persoonsregistraties (WPR) in werking. Deze ■n heeft een algemeen karakter en beperkt zich niet tot een specifieke sector. In de jaren '90 volgde een flink aantal sectorale privacywetten. Kenmerkend hierbij is dat ze zijn vormgegeven vanuit deelbelangen en deze dikwijls voortreffe lijk regelen. Op andere terreinen scheppen ze echter weer onduidelijkheid of maken ze zelfs rechtstreeks inbreuk op elders door de wetgever geformuleerde belangen. Dit geldt ook voor in de Archiefwet vormgegeven belangen. Alle privacywetten kennen bepalingen inzake het verwijderen van gegevens uit een registratie. Dat moet in ieder geval gebeuren als de gege vens niet meer noodzakelijk zijn voor het doel van de registratie. Dat dit niet leidde tot ernstige spanningen met de wens bepaalde informatie te bewaren vanuit cultureel en historisch belang, is het gevolg van nadere uitleg van het begrip 'verwijderen1: het gaat niet om vernietigen, maar om het verwijde ren van de informatie uit de registratie en het in een statische toestand brengen. Dat maakt het mogelijk de regels inzake selectie conform de Archiefwet 1995 toe te passen. Er zijn verschillende sectorale privacywet ten, die een problematische verhouding met de Archiefwet kennen, zoals bijvoorbeeld de Wet op de geneeskundige behandelingsovereen komst, maar het meest rigoureus daarin is wel de Wet politieregisters. Deze Wpolr breekt met bovengenoemd gevolg van verwijdering van gegevens uit een registratie: zij stelt verwijdering gelijk aan vernietiging. Dat levert nogal wat concrete problemen op. Enkele jaren na inwerkingtreding van de Wpolr werden rijks- en gemeentepolitie samengevoegd tot de thans bestaande regionale politiekorpsen. De vroegere gemeentepolitie maakte de zoge naamde dag- en nachtrapporten op met daarin alle incidenten en aangiften per 24 uur. Op grond van de vigerende vernietigingslijst dienen ook de dag- en nachtrapporten uit de jaren 1940-1945 bewaard te blijven, evenals de door de korpschef aan de burgemeester overgelegde algemene dagrapporten. Bovendien konden gemeenten, als dat vanuit cultureel en historisch perspectief was gewenst, kiezen voor het inte graal bewaren van die rapporten. Dit nu is op grond van de Wpolr niet meer mogelijk wat betreft de in geautomatiseerde systemen gegene reerde dag- en nachtrapporten. De wet confron teert gemeentearchieven met een breuk in het bewaarbeleid. 18 Schel spiëSll Blijft er dan niets bewaard? Ja, maar frag mentarisch. Zo blijft van de in de bedrijfsproces sen systemen BPS) en soortgelijke systemen opgenomen gegevens op grond van selectie bij Justitie alleen de informatie bewaard die betrek king heeft op een bekende dader, waartegen een gevangenisstraf van méér dan één jaar is geëist of waaraan een dergelijke straf is opgelegd. De consequentie van een dergelijk fragmentarisch bewaarbeleid is, dat waardevolle gegevens niet bewaard kunnen worden. Bijgevolg wordt vrij wel zeker - op termijn - onderzoek op een aantal terreinen belemmerd, zoals naar protesten tegen de Eurotop feitelijke toedracht geweldsmisdrijven krakersrellen kleine criminaliteit moeizame integratie allochtone jongeren Een evident problematische ontwikkeling die zich zelfs uitstrekt naar de beleidsevaluatie door de overheid zelf (effectmetingen, onderzoek vuurwapengebruik etc.). De overheid schiet zich hiermee in eigen voet. Dat de parlementaire enquête naar de Bijlmerramp geen hinder heeft ondervonden van de bepalingen in de Wet Politieregisters is eigenlijk een klein wondertje, want op grond van de geldende regels had de informatie al uit BPS- of vergelijkbare systemen moeten zijn geschoond en vernietigd. Met de specifieke gevolgen van digitale opslag en distributie van gegevens in diverse wettelijke regimes had de archivaris tot nu toe slechts in zeer beperkte mate van doen. Nu drin gen deze regimes door in zijn kerntaken: de ver werving, het beheer en de terbeschikkingstelling van archiefbescheiden. Hij wordt geconfron teerd met belemmeringen, die op het niveau van de individuele archivaris niet zijn op te los sen, maar die vragen om goede organisatie en vertegenwoordiging van belangen. Zo zijn we niet overtuigend genoeg in het uitdragen van het noodzakelijk primaat van de Archiefwet voor de selectie van archiefbescheiden van de overheid. En op het gebied van de gevolgen van de verbin ding van informatietechnologie en auteursrecht voor de openbaarheid zijn we in het geheel niet present, terwijl er nog zeer veel ruimte is voor beïnvloeding van de meningsvorming. Het archiefwezen moet zich op deze gebieden duidelijker profileren. Of we laten het archief van de toekomst een gezond juridisch perspec tief na, of we laten collecties en dienstverlening na vol met gaten en gebreken. De archivaris wordt geconfronteerd met belemmeringen, die op individueel niveau niet zijn op te lossen, maar die vragen om goede organisatie en vertegenwoordiging van belangen. Gemeenten konden vanuit cultureel en historisch perspectief kiezen voor inte graal bewaren van de dag- en nachtrap porten van de gemeentepolitie uit de jaren 1940-1945. De Wpolr confronteert gemeentearchieven met breuk in bewaar- beleid. Foto: Gemeentearchief Amsterdam Gas terugnemen ■MlHi Rigoureus vernietigen archievenblad juni 2000 -rrl' V_ üwwj'hrtüiIjjBi Fragmentarisch bewaarbeleid Klein wondertje bij Bijlmerramp: op grond van geldende regels had informatie al moeten zijn geschoond en vernietigd. Foto: Gemeentearchief Amsterdam Waar zijn de archivarissen? Foto: Gemeentearchief Amsterdam Gemeentearchivaris Den Haag Dit artikel is een bewerking van mijn bijdrage aan het symposium ter gelegenheid van het afscheid van Theo Schelhaas als gemeente archivaris van Leiden in mei 1999.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 9