Ike handeling telt ARCHIEFDIENSTEN en de WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS 1 juridische zaken BB2 juridische zaken In verband met vastlegging en verstrekking van persoonsgegevens beschermt de Wbp de persoonlijke levenssfeer. Het terrein van de eer biediging van die persoonlijke levenssfeer is ech ter ruimer, hetgeen duidelijk wordt als we het recht op privacy omschrijven in de klassieke definitie 'The right to be Iet alone'.121 Het blijft dan ook zinvol dat de Archiefwet 1995 het, naast de Wbp, mogelijk maakt de openbaarheid van archiefbescheiden te beperken met het oog op "de eerbiediging van de persoonlijke levens sfeer" (artikel 15, eerste lid, onder avan de Archiefwet 1995). Er zijn ook openbaarheidsbe perkingen te formuleren die verder gaan dan bescherming van persoonsgegevens volgens de Wbp: ter eerbiediging van de privacy of met het oog op de (in artikel 15, eerste lid, onder b en c, genoemde) belangen van de Staat of zijn bond genoten of "het anderszins voorkomen van on evenredige bevoordeling of benadeling van betrokken natuurlijke personen of rechtsperso nen danwel van derden." Zo kan ik mij voorstel len dat archiefwettenjke beperking van de open baarheid van bepaalde persoonsgegevens die overledenen betreffen (die niet vallen onder de Wbp), nodig is met het oog op de privacy (dan wel ter voorkoming van onevenredige benade ling) van (in de stukken zelf niet eens voorko mende!) levende personen. Over juridische en ethische vraagstukken die daar verband mee houden heb ik al vaker geschreven'31: nu gaat het om de Wet bescherming persoonsgegevens. Gegevens over overleden personen zijn geen per soonsgegevens in de zin van de Wbp. Hoewel het voor archiefdiensten vaak lastig of onmoge lijk is vast te stellen of de persoon op wie de gegevens betrekking hebben al of niet is overle den, mogen we er van uitgaan dat in bescheiden van 110 jaar en ouder geen gegevens over thans levende personen voorkomen[4]. Zij vallen dus niet onder de Wbp. Dit heeft als consequentie dat de archiefdienst persoonsgegevens in archiefbescheiden jonger dan 110 jaar moet aan merken als gegevens van nog levende personen, tenzij vaststaat dat de betrokkene(n) overleden is (zijn). Aan de verwerking van dergelijke gegevens bindt de wet strikte voorwaarden. Verwerking houdt in ieder geval in: het verzamelen, vastleg gen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, maar ook het afschermen, uitwissen of vernieti gen van gegevens. Dus alle handelingen van een archiefdienst met betrekking tot persoonsgege vens aangaande levende personen (zowel het bewaren in het depot, het toegankelijk maken, het ter beschikking stellen, enz.), ongeacht of deze vóór of na de inwerkingtreding van de Wbp zijn verworven, zijn een verwerking in de zin van de Wbp. Op de (geheel of gedeeltelijk) geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens is de Wbp zonder meer van toepassing. De niet geautomati seerde verwerking valt slechts onder de Wbp voor zover het gaat om gegevens die in een bestand zijn opgenomen of die daarvoor bestemd zijn. Onder 'bestand' verstaat de wet: elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is en betrekking heeft op verschillende personen. Onder deze definitie vallen eigenlijk alle archief bestanden voor zover gestructureerd toeganke lijk (door ordening of door een index) op naam of op een ander persoonsgegeven. Let wel, ook gegevens over een onderneming, transacties van woningen, kentekens van auto's, postcodes met huisnummers en herkenbare (video) afbeeldin gen kunnen persoonsgegevens zijn. Ja, zelfs de vermelding van personen of functionarissen in bijvoorbeeld notulen is een persoonsgegeven; wel moeten de notulen dan gestructureerd op naam toegankelijk zijn. Wat telt is of het gege ven bepalend kan zijn voor de wijze waarop de betrokken persoon in het maatschappelijk ver keer wordt beoordeeld.[5] Is een collectie foto's of advertenties, briefhoofden enz. of de stam boeken op naam of op een ander persoonsgege ven over een levende persoon toegankelijk, dan betekent dat voor de archiefdienst o.m. dat de collectie een bestand in de zin van de Wbp is. Het feit dat een onderzoeker in een niet op naam toegankelijke fotocollectie wel personen kan identificeren, maakt die collectie nog niet tot een bestand waarin persoonsgegevens zijn opgenomen. "Iedere verwerking van persoonsgegevens die deel uitmaken van archiefbescheiden als bedoeld in de Archiefwet 1995 valt onder artikel 8, onder c en e, van de Wbp. Binnen de daar gestelde randvoorwaarden is het mogelijk zoda nige persoonsgegevens te verwerken" (MvT, blz. 43). Volgens art. 8 mogen persoonsgegevens slechts worden verwerkt in één van de volgende geval len, namelijk indien: a de betrokkene voor de verwerking zijn ondubbelzinnige toestemming heeft ver leend; b de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is, of voor het nemen van precontractuele maatregelen naar aanlei ding van een verzoek van de betrokkene en die noodzakelijk zijn voor het sluiten van een overeenkomst; c de gegevensverwerking noodzakelijk is om een wettelijke verplichting na te komen waar aan de verantwoordelijke onderworpen is; d de gegevensverwerking noodzakelijk is ter vrijwaring van een vitaal belang van de betrokkene; e de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelij ke taak door het desbetreffende bestuursor gaan dan wel het bestuursorgaan waaraan de gegevens worden verstrekt; f de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bij zonder het recht op bescherming van de per soonlijke levenssfeer, prevaleert. Verder is, onder bepaalde voorwaarden, gege vensverwerking voor historische, wetenschappe lijke of statistische doeleinden toegelaten (zie stappen 6 en 7). Art. 13 eist passende technische en organisatori sche maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van Zelfs de vermelding van personen of functionarissen in bijvoorbeeld notulen is een persoonsgegeven. 18 archievenblad 19 Waarschijnlijk per 1 september a.s. treedt de Wet bescherming persoonsgegevens in werking en wordt de Archiefwet 1995 met een nieuw artikel 2a aangevuld. De Wbp regelt niet, zoals de oude Wet persoonsregistraties, de registratie van persoonsgege vens, maar veel ruimer de verwer king ervan: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens. De wet geldt zowel voor de overheid als voor particulieren die persoonsgegevens verwerken. Een persoonsgegeven is elk gegeven dat een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon betreft; gegevens over overleden personen zijn geen persoonsgegevens in de zin van de Wbp. De meeste persoonsge gevens in een archiefbewaar plaats zullen dan ook niet onder de Wbp vallen. Verder valt verwerking door een archiefdienst van persoonsgegevens (aangaan de levende personen) in archief bescheiden, onder de door de Wbp toegelaten verwerking, aldus de Memorie van toelichting (MvT)'11, blz. 43. Bij die verwerking is men evenwel gebonden aan de wettelijke rand voorwaarden, evenals bij de ver werking van persoonsgegevens van bezoekers enz. Door F.C.J. Ketelaar Zoals het er nu uitziet treedt per 1 september 2000 de Wet bescherming persoonsgegevens in werking en wordt de Archiefwet 1995 met een nieuw artikel 2a aangevuld. Wat betekent dit voor het beheer van archiefbewaarplaatsen die onder de Archiefwet 1995 vallen? En op welke manier krijgen de catego riale archiefbeherende instellingen, bedrijfsarchief diensten en registratuur met het nieuwe artikel te maken? Een toelichting. Stap 1: Persoonsgegevens, bestanden, verwerking Levende personen CHECKLIST VOOR ARCHIEFDIENSTEN 1 Stel vast in welke bestanden (in de zin van de Wbp) (kunnen) voorkomen a. persoonsgegevens inzake levende personen; b. bij zondere persoonsgegevens inzake levende personen: die welke iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven betreffen. Ook strafrechtelijke persoonsgegevens en die betreffende het lidmaatschap van een vakvereni ging; c. persoonsgegevens inzake bezoekers en andere klanten. 2 Voor de onder ia bedoelde persoonsgegevens gelden de stappen 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 15. 3 Voor de onder ïb bedoelde persoonsgegevens gelden de stappen 5, 8, 9, 10, 11, 12, 15. 4 Voor de onder ie bedoelde persoonsgegevens gelden de stappen 5, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15. 5 Neem maatregelen ter beveiling: blokkering in ABS/Archeion, invoering van een onderzoekersverkla ring (zie onder 7), beveiliging van depots, controle op de genomen maatregelen enz. 6 Tref voorzieningen die verzekeren dat de verstrekking aan en de raadpleging door derden van de onder ia bedoelde gegevens uitsluitend geschiedt ten behoeve van historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden. 7 In verband met 6 moet de onderzoeker die de per soonsgegevens wil raadplegen een verklaring (verge lijkbaar met de gebruikelijke onderzoekersverklaring) ondertekenen. 8 De verstrekking aan en de raadpleging door derden van de onder ïb bedoelde gegevens is alleen toege staan ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek voor zover: dit een algemeen belang dient, de verwerking voor het betreffende onderzoek of de betreffende statistiek noodzakelijk is, het vragen van uitdrukkelijke toestemming onmo gelijk blijkt of een onevenredige inspanning kost en bij de uitvoering is voorzien in zodanige waarbor gen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrok kene niet onevenredig wordt geschaad. In verband met het vorenstaande moet de onder zoeker die de bijzondere persoonsgegevens wil raadplegen een speciale verklaring ondertekenen; uit zo'n verklaring moet blijken dat en hoe aan de genoemde voorwaarden is voldaan. 9 Stel vast welke geautomatiseerde verwerking van per soonsgegevens niet valt onder de vrijstellingen: meld deze bij het College of bij de functionaris voor de gegevensbescherming. 10 Bepaal de procedure van en wie beslist op verzoeken om onjuiste persoonsgegevens te corrigeren en hoe u van een correctie kennis geeft aan derden aan wie de gegevens tevoren zijn verstrekt. 11 Bepaal de procedure van en wie beslist op verzoeken van een betrokkene om mee te delen of over hem per soonsgegevens worden verwerkt. 12 Leg als verwerking van persoonsgegevens aan derden is uitbesteed, in een contract o.m. de beveiligings maatregelen schriftelijk vast. 13 Stel een reglement voor de bezoekersregistratie vast, dat o.m. de doeleinden van de registratie, de herkomst en het gebruik van de gegevens regelt. 14 Zorg dat iedere bezoeker bij registratie een exemplaar van het reglement ontvangt. 15 Maak, bijvoorbeeld in het relatiebeheer en bij de archief inspectie, de overheidsorganen duidelijk dat de Wbp niet verplicht tot vernietiging van persoonsgegevens. Bestanden Toegelaten gegevensverwerking Stap 5: Beveiliging Maatregelen mei 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 9