Papier-
Boekrestauratoren
I
www.sterken.nl
LOEK NIJHOLT ARCHIEFSERVICE
i
G. van Krieken, Kapers en kooplieden.
De betrekkingen tussen Algiers en Nederland 1604-1830.
Heeft u onze internet site al eens bezocht?
I STERKEN
I m
advisering
projekten
documentaire informatieverzorging
archiefbewerking
Bel, schrijf, fax of e-mail voor meer informatie:
Ds. van Haaftenlaan 23
3984 NP Odijk
tel.: 030-6572228 fax: 030-6572228
e-mailloeknij holtarchiefhetnet.nl
literatuur
Kapers en kooplieden
37
De nieuwe Denocard Paternostersystemen. Alle ruimte voor uw dynamisch archief. Denocard B.V., Culemborg (0345) 547 547 info@denocard.nl
on
ATELIER m
RESTAURATIE ATELIER
STERKEN BV
Atelier voor conservering en
restauratie van papier en per
kament zoals boeken, prenten,
tekeningen, grafiek,
(wand)kaarten,
charters zegels etc.
De Cloese 7 - 9
7339 CM Ugehelen
Tel. 055 - 5 42 31 47
Fax 055 - 5 43 06 14
Mobiel 06 - 53 93 93 53
Internet: www.sterken.nl
DOCUMENTENWACHT
Documentenwacht omvat een
24 uurs calamiteitenservice en
collectie inspectie met schade
preventie als uitgangspunt.
Telefoon: bovenstaande
nummers en:
Semafoon 06 - 59 28 48 55
Een bekende naam die staat voor vijfentwintig jaar ervaring.
Deskundigheid, klantgerichtheid en kwaliteit staan bij ons
voorop.
Daardoor zijn onze adviezen op maat gesneden oplossingen.
Ook voor de voorbereiding en uitvoering van projekten staan
wij voor u klaar, evenals voor veranderingen bij uw documen
taire informatieverzorging en de bewerking van uw archie
ven.
GOED ARCHIEFBEHEER HEEFT AANDACHT
NODIG. PERSOONLIJKE SERVICE. ONAFHANKELIJK
ADVIES. DAT KUNNEN WIJ U GEVEN.
De Bataafsche Leeuw, Amsterdam, 1999. ISBN 90 6707 460 8. 112 blz., fl. 46,-
In de zeventiende eeuw was de Republiek een echte wereldmacht. De VOC en WIC richt
ten over de hele wereld handelsnederzettingen en forten op en Nederlandse handelaren
verkochten en kochten over de hele wereld spullen. Over de relatie tussen de Republiek
en al deze gebieden zijn 'geschiedenissen' te schrijven. Zeer velen zijn ook al geschre
ven; hele boekenkasten staan vol met studies over de relatie tussen de Republiek en
Indië of Suriname en over Nederlanders in Zuid-Afrika, op Sri Lanka, noem maar op. Met
zijn De betrekkingen tussen Algiers en Nederland 1604-1830 voegde G. van Krieken vorig
jaar een nieuwe loot aan deze grote stam toe.
De economie van Algiers, een bui
tenpost van het Ottomaanse rijk, dreef in
de zeventiende eeuw bijna uitsluitend op
de kaapvaart. Algerijnse kapers waren in
de Middellandse Zee en in de Atlantische
Oceaan constant op zoek naar schepen
die zij konden enteren en opbrengen. Bij
aankomst in Algiers besliste een recht
bank of het schip een 'goede prijs' was.
Was dit het geval, dan kon het schip,
samen met de lading en bemanning ver
kocht worden. De opbrengst werd ver
deeld tussen de pasja, de reder, de kapi
tein en de bemanning van het kaper
schip. Als het schip niet tot 'goede prijs'
werd verklaard, bijvoorbeeld omdat het
van een bevriende mogendheid was, dan
gingen schip en bemanning vrijuit. Het
was de Algerijnen er dan ook veel aan
gelegen om met niet te veel mogendhe
den bevriend te zijn. Daarnaast moest
Algiers ook niet met te veel mogendhe
den in vijandschap leven, want dat zou
de kans op grootscheepse aanvallen op
Algiers of Algerijnse schepen vergroten.
Op het hoogtepunt van de kaapvaart
speelde de pasja daarom een ingewikkeld
diplomatiek spel van aanhalen en afsto
ten. De angst voor de kapers was bij veel
zeemogendheden zo groot dat zij bereid
waren de vrede met Algiers te 'kopen.'
Het kostte die staten ieder jaar handen
vol cadeaus, uiteenlopend van goud en
sieraden tot buskruit en scheepsmasten,
om de Algerijnen te vriend te houden.
Maar, omdat de opbrengst van deze gif
ten kleiner was dan de opbrengst van de
kaapvaart, zei de pasja regelmatig de
vrede op; alleen met nog grotere cadeaus
konden de Westerse mogendheden deze
weer herstellen.
Uit het boek van Van Krieken blijkt dat
ook de Republiek niet ontkwam aan de
Algerijnse kapers. In de loop van twee
eeuwen zijn waarschijnlijk tussen de vijf-
en zevenhonderd Nederlandse schepen
in hun handen gevallen. Aangezien de
meeste schepen een redelijk kleine
bemanning hadden, wil dit zeggen dat
ongeveer zes- a zevenduizend Neder
landers als slaaf in Algiers terecht zijn
gekomen. In die zelfde periode leefden
de Republiek en Algiers af en aan in oor
log en in vrede met elkaar.
Van Krieken beschrijft uitgebreid de
diplomatieke onderhandelingen die in
tijden van 'vrede' gevoerd werden over
de Nederlandse slaven in Algiers en het
geschenk dat de Republiek ieder jaar ver
plicht was te leveren. Ook de pogingen
van onder andere Michiel de Ruyter om
in tijden van oorlog Algiers in te nemen,
komen aan de orde. De auteur beroept
zich vooral op materiaal uit het
Algemeen Rijksarchief, met name de Lias
Barbaryen van de Staten-Generaal en de
collectie De Ruyter. Jammer dat Van
Krieken niet zo precies is met zijn bron
vermeldingen. In het boek staan hele ali
nea's, bijvoorbeeld over de opbrengst
van een schip, of de feiten of opvattin
gen van figuren uit die tijd, zonder enige
bronvermelding. Vaak gelden eindnoten
voor meer dan een alinea en vermeldt
een noot meerdere bronnen. Op deze
Gerard van Krieken
De betrekkingen tussen Algiers en Nederland
manier is vaak niet duidelijk uit welke
bron informatie afkomstig is, wat de
betrouwbaarheid (of de intersubjectivi
teit) van het onderzoek niet ten goede
komt. Daarnaast is het boek nu en dan
niet meer dan een opsomming van bij
voorbeeld de verschillende pogingen van
een Nederlandse consul in Algiers om
slaven vrij te krijgen. Wel komen de rela
ties tussen de Republiek en Algiers heel
duidelijk naar voren, maar het kost nu en
dan nog al wat moeite om het boek niet
opzij te leggen of enkele pagina's gewoon
over te slaan.
Ingmar Koch, student archivistiek
archievenblad