ignalementen
literatuur
Zaken (archief van het ministerie te
Londen 1940-1945). Het kan echter inte
ressant zijn om de Zwitserse kant van het
verhaal eens te leren kennen. Daarover
verschenen de afgelopen jaren een paar
goede publicaties. De Zwitserse collega's
van het Bundesarchiv in Bern wijdden
eind 1996 hun jaarlijks verschijnende
Studiën und Quellen, Zeitschrift des
Schweizerischen Bundesarchivs (Verlag Paul
Haupt Bern 1996, nummer 22, ISSN 1420-
8725) bijna geheel aan Die Schweiz und
die Flüchtlinge. Met name de met grote
kennis van de archieven geschreven arti
kelen van Guido Koller over de ambtelij
ke praktijk van de Zwitserse vluchtelin-
genpoiitiek (pp 17-106) en van Heinz
Roschewski over het antisemitisme van
Heinrich Rothmund, de 'directeur-gene
raal' die verantwoordelijk was voor het
vluchtelingenbeleid bij het Zwitserse
Ministerie van Justitie (pp 107-136),
geven fundamentele informatie over het
Zwitserse beleid. Zo vermeldt Koller dat
in juli 1942 de Nederlandse gezant in
Bern, jhr mr J.J.B. Bosch van Rosenthal,
de politie in Genève er op moest wijzen
dat zij Nederlandse vluchtelingen met
inbegrip van joden die voorzien waren
van reguliere papieren, het land binnen
moesten laten. Rothmund verklaarde
later dat hij deze maatregel had genomen
omdat "die hollandische Exilregierung sich
für 'ihre' Flüchtlinge einsetzte". In augustus
1942 werd deze maatregel overigens
ongedaan gemaakt toen de Zwitserse
grenzen voor alle vluchtelingen werden
gesloten. Koller schrijft verder dat het
Bundesarchiv aan een database werkt
waarin gegevens over de vluchtelingen
in Zwitserland zullen worden opgeno
men. Inmiddels is deze database - met
op dit moment gegevens van ruim
67.000 personen - operationeel. Tege
lijkertijd verscheen eind 1999 in de serie
inventarissen van het Bundesarchiv de
uitgebreide archiefgids: Flüchtlingsakten
1930-1950; Thematische Übersicht zu
Bestanden im Schweizerischen Bundes
archiv. bearbeitet von Guido Koller und
Heinz Roschewski unter der Leitung von A.
Kellerhals-Maeder (Bern 1999), 309 p. Het
is een onmisbaar instrument voor wie in
Bern onderzoek wil doen naar de
In 1998 verscheen een bewerking
van de doctoraalscriptie van G.J. Staal, De
Nederlandse vluchtelingen in Zwitserland tij
dens de Tweede Wereldoorlog. Een Overzicht
(eigen uitgave Zeist, 118 pagina's; ISBN
90.804515.1.X). De econoom Staal studeer
de na zijn pensionering geschiedenis in
Utrecht en schreef onder begeleiding van
Friso Wielenga zijn bovengenoemde
scriptie. Hij wist veel nieuw materiaal op
te diepen uit diverse archieven van het
Algemeen Rijksarchief en het Ministerie
van Buitenlandse Zaken, zoals bijvoor
beeld over de financiering van de onkos
ten der Nederlandse vluchtelingen; daar
naast schrijft Staal uit ervaring: hij was
zelf vluchteling in Zwitserland.
Degene die zijn eigen (familie)geschiede-
nis op dit onderwerp wil onderzoeken
kan onder meer terecht bij het Algemeen
Rijksarchief (Gezantschapsarchief, ar
chief Militair Attaché en nog andere) en
bij het Ministerie van Buitenlandse
32
literatuur
Zwitserse vluchtelingenpolitiek. Hij be
staat uit twee delen: eerst krijgt de lezer
een kort, maar zeer nuttig overzicht van
begrippen en definities over de vluchtelin
genpolitiek, gevolgd door een beknopt
overzicht van de verschillende competen
ties bij de Zwitserse overheden en een
hoofdstuk over de al dan niet bewaard
gebleven archieven. Het tweede en groot
ste gedeelte van dit boek wordt gevormd
door de eigenlijke, thematisch opgebouw
de gids, waarbij de thema's weer zijn
onderverdeeld. Zo treft men onder
Gesellschaft und Politik onder meer het
onderwerp Staatsrason und Neutraliteit aan,
onder Rechtsetzung de onderwerpen
Internationale Gründlagen en Konferenz von
Evian und Intergovernmental Committee on
Refugees en onder het thema Vollzug zijn
ondermeer de verwijzigingen te vinden
naar dossiers betreffende Zivile Flüchtlinge,
Militarfliichtlinge, Internierung en Repa-
triierung, Heimerschaffung Weiterwanderung.
Dat bij de verschillende thema's en
onderwerpen soms naar dezelfde archief
bestanden wordt verwezen, is voor de
lezer alleen maar prettig: het vermindert
het zoeken in een naar zijn aard toch
nogal technisch boek. Overigens kan
iemand die op zoek is naar zijn 'eigen'
dossier of naar dat van een familielid
natuurlijk ook rechtstreeks het
Bundesarchiv benaderen met de vraag of
in de database de gezochte persoon voor
komt (adres: Archivstrasse 24, CH-3003
Bern; e-mail: bundesarchiv@bar.admin.ch;
website: www.admin.ch/bar).
Er bestond groot ongenoegen over de
mogelijkheden tot het doen van contem-
porain-historisch onderzoek in over
heidsarchieven. Openbaarheidstermij
nen van vijftig tot honderd jaar en soms
nog langer zorgden er toen voor dat bij
voorbeeld historisch onderzoek naar het
interbellum door het overgrote deel der
onderzoekers alleen met behulp van
gedrukt materiaal kon plaatsvinden. Dit
leidde in de jaren zestig tot de oprichting
van het Archiv fiir Zeitgeschichte (AfZ) bij
de Eidgenössische Technische Hochschule
(ETH) in Zürich, dat geleidelijk een eigen
collectie privé-archieven van personen
en instellingen opbouwde. In de ruim
dertig jaar van zijn bestaan is het AfZ in
Zwitserland uitgegroeid tot een respecta
bel archief- en onderzoeksinstituut. Het
beschikt over een grote collectie belang
wekkende privé-archieven en documen
tatiemateriaal, waaronder ook micro
films van elders aanwezige archieven en
zo'n 25.000 foto's. Wie onderzoek wil
doen naar het Zwitserse vluchtelingenbe
leid in de Tweede Wereldoorlog doet er
goed aan niet alleen naar Bern te reizen,
maar ook Zürich aan te doen. Vorig jaar
verscheen een belangrijk hulpmiddel,
een archievenoverzicht. Klaus Urner,
Marie-CIaire Daniker, Thomas Ehrsam en
Claudia Hoerschelmann schreven geza
menlijk Das Archiv für Zeitgeschichte und
seine Bestande (Verlag Neue Zürcher
Zeitung, Zürich 1999, ISBN 3.85823.763.9).
Dit 359 pagina's tellende archievenover
zicht lijkt in zijn opzet het meest op onze
gedrukte serie archievenoverzichten uit
de eind jaren zeventig en begin jaren
tachtig, maar met een klein doch belang
rijk verschil: de informatie per archief of
documentaire verzameling is veelal uit
gebreider. Naast persoonlijke archieven
van bijvoorbeeld Otto Zaugg, tijdens de
oorlog chef van de Zentralleitung für
Arbeitslager, en Carl Lutz, de bekende
Zwitserse consul in Budapest die vele
joden het leven heeft gered, bevinden
zich er ook de archieven van de
Schweizerischer Israelitischer Gemeindebund
(SIG), de overkoepelende organisatie van
alle joodse gemeenten in Zwitserland, en
het Verband Schweizerischer Jüdischer
Fiirsorgen (VSJF), een joodse hulporgani
satie. Het archief van de Zwitser Saly
Mayer, vertegenwoordiger tijdens de oor
log voor de Amerikaanse American Jewish
Joint Distribution Committee (JOINT) met
wie de Nederlandse vluchteling M.H.
Gans en het Nederlandse Gezantschap te
Bern te maken hadden, bevindt zich in
New York bij de JOINT, maar het AfZ
bezit er microfilms van. Dit archieven
overzicht geeft een practisch eerste ont
sluiting van ruim 2 kilometer archief- en
documentatiemateriaal (www.afz.ethz.ch).
Eind december 1999 verscheen in Bern
het rapport van de zogenaamde
Unabhangige Experten Kommission, de
commissie-Bergier, over het vluchtelin
genvraagstuk in Zwitserland gedurende
de Tweede Wereldoorlog. Het rapport
van de commissie, Die Schweiz und die
Flüchtlinge zur Zeit des Nationalsozialis-
mus, bevat 360 pagina's met daarnaast
nog vier uitgebreide detailstudies, onder
meer over Zwitserland en de losgeldaf
persingen van Nederlandse joden. Het
rapport is momenteel ook op de website
van de commissie te raadplegen:
www.uek.ch onder Berichte. Voor wie
goed thuis is in het onderwerp, bevat het
niet veel schokkends meer. Natuurlijk,
het is allemaal waar: tienduizenden
vluchtelingen zijn indertijd bij de
Zwitserse grens teruggestuurd, vaak met
de dood in Auschwitz of elders tot
gevolg. Maar dat was al bekend uit eerde
re literatuur. De waarde van het rapport
is gedeeltelijk emotioneel en ligt onder
meer in het feit dat een onafhankelijke
internationale commissie van historici
de Zwitsers nog eens een spiegel voor
houdt. Ontkennen kan niet meer. Voor
degene die zich voor het eerst in het
onderwerp wil verdiepen, is het rapport
een 'must'. Wel is het nog interessant om
te lezen dat in de situatie aan de grens in
het kanton Genève, waar ook veel
Nederlandse vluchtelingen Zwitserland
binnen trachtten te komen, bij tijd en
wijle van grote willekeur door Zwitserse
beambten sprake was. Eén van hen wordt
in dit rapport tot scapegoat gemaakt; de
man werd al in 1946 door een eigen
Zwitserse militaire rechtbank veroor
deeld wegens ongeoorloofde uitzettingen
(refouleringen)mishandelingen en dief
stal van bezittingen van vluchtelingen,
waaronder nogal wat Nederlanders. Voor
Nederlandse onderzoekers is het plezierig
dat dit rapport de vindplaatsen van de
gebruikte gegevens nauwkeurig ver
meldt; tezamen met de gids van het
Bundesarchiv en het archievenoverzicht
van het AfZ is zo in één jaar tijd een
uiterst nuttig instrumentarium ontstaan
voor verder onderzoek. De scriptie van
Staal en de artikelen van Koller en
Roschewski zijn daarbij zeer geschikt als
inleiding op dit onderwerp.
33
Wie zou menen dat over de Tweede Wereldoorlog alles wel geschreven is en een goede
boekwinkel binnenloopt, ziet het gestaag groeiend aantal nieuwe publicaties liggen.
Een onderwerp waaraan tot nu weinig aandacht is besteed, betreft de Nederlandse vluch
telingen in Zwitserland tijdens de oorlog. Tot voor kort moest de geïnteresseerde lezer
het doen met een beperkt aantal pagina's in deel 9 van Het Koninkrijk der Nederlanden
in de Tweede Wereldoorlog van dr L. de Jong. Bijna alle andere publicaties over dit
onderwerp betreffen memoires van Nederlandse vluchtelingen zelf. De laatste in deze
serie is het wat geromantiseerde boek De Vlucht van Jan de Hartog, waarvan het ver
schijnen vorig jaar vergezeld ging van een - heel wat feitelijker en zakelijker - televisie
documentaire over hetzelfde onderwerp. Omdat collega's wellicht wel eens vragen over
dit onderwerp van archiefbezoekers krijgen, volgt hier een signalering van enkele recent
verschenen publicaties.
archievenblad
mei 2000
Sierk Plantinga, Algemeen Rijksarchief
mei 2000
archievenblad