juridische zaken Het rapport van de Rijksarchiefinspectie verschijnt in mei 2000 onder de titel 'De andere overheidsorganen. De archiefwet en de zelfstandige bestuurs organen'. voor het archief van de zbo's zonder rechtspersoonlijkheid is ook de betrokken minister zorgdrager in de zin van de Archiefwet. Of een bedrijf, stichting of persoon met 'open baar gezag' is bekleed, is lang niet altijd gemak kelijk vast te stellen. Zelfstandige bestuursorga nen zijn dikwijls moeilijk als zodanig te herken nen; in de instellingsregeling of het aanwijzings besluit wordt zelden gewezen op de zbo-status. Verder is de scheidslijn tussen wettelijke rege ling en zelfregulering vaak erg dun. Zijn er geen gegevens bekend over de zbo-status, dan staat één vraag centraal: bepaalt de instelling of per soon krachtens wettelijk voorschrift (en niet krachtens een overeenkomst) eenzijdig de rechtspositie van andere rechtssubjecten? In voorkomende gevallen kan de rechter een pri vate rechtspersoon als zelfstandig bestuursor gaan aanmerken. Dit gebeurt veelal bij stichtin gen die van het rijk een zak geld krijgen, om deze onder slachtoffers of andere belanghebben den te verdelen. Sedert de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht in 1994 heeft de rechter in vijf zaken beslist over de zbo-status van privaatrechtelijke rechtspersonen.|s| De eer ste maal gebeurde dit bij de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers te Heerlen.'5' Voor de aansturing en het toezicht houden op zbo's is het noodzakelijk te weten, welke zbo's er zijn. Ook voor het archiefwettelijk toe zicht en het verwerven van archieven is het belangrijk te weten, welke zbo's er zijn of zijn geweest. Totnogtoe ontbreekt een betrouwbaar en actueel overzicht; in zijn jaarverslag over 1998 heeft de Nationale ombudsman dan ook gevraagd om een gezaghebbende en volledige lijst.'7' Omdat de Rijksarchiefinspectie inzicht op haar inspectieveld moet hebben, werkt zij al enige tijd aan een overzicht, dat voldoet aan de eisen van juistheid, actualiteit en volledigheid.'8' Voor de betrouwbaarheid hiervan is het van belang de 'slecht herkenbare' zbo's alsnog op te sporen en bij 'twijfelachtige' zbo's definitief uit sluitsel te geven over hun al dan niet zbo-zijn. Wat het aantal zbo's op dit moment betreft, omvat het bestand van de Rijksarchiefinspectie per 1 januari 2000 circa 380 zbo's. Hiervan heb ben er ongeveer 205 een privaatrechtelijke rechtsvorm, de notarissen en de apk-keuringsta- tions niet meegerekend. Van de circa 170 zbo's met een publiekrechtelijke organisatievorm bezitten 95 bestuursorganen geen eigen rechts persoonlijkheid en circa 75 wel. Het is opmerke lijk dat van de 380 zbo's circa 280 bestuursorga nen tot een cluster van overeenkomstige zbo's te rekenen zijn. Zo'n 100 zbo's staan op zichzelf. Naast al deze zbo's zijn er momenteel iets min der dan 70 pbo-organen. Nu we enig zicht hebben op het begrip zbo als zodanig, is het van belang vast te stellen hoe de zbo's zich verhouden tot de Archiefwet 1995. De publiekrechtelijke zbo's vielen, evenals de pbo-organen, al onder de Archiefwet 1962. De privaatrechtelijke zbo's zijn nieuwkomers en vallen pas sinds 1 januari 1996, toen de Archiefwet 1995 in werking trad, onder deze wet.'9' Voor publiekrechtelijke en privaatrechte lijke zbo's geldt een verschillend regime. Het archief van de publiekrechtelijke zbo's en van de juridische zaken pbo-organen valt voor honderd procent onder de Archiefwet. Het archief van privaatrechtelijke zbo's valt slechts onder de Archiefwet, voor zover dit samenhangt met de uitoefening van openbaar gezag. Bijvoorbeeld als het gaat om archiefbescheiden als beschikkingen, beleidsre gels en andere besluiten van algemene strek king, plus de onderliggende stukken (bijvoor beeld aanvraag, advies, toetsingsstukken e.d. bij beschikkingen). De Archiefwet 1995 is niet van toepassing op bescheiden die niet samenhangen met de uitoefening van openbaar gezag, zoals wanneer ze de uitoefening van commerciële activiteiten en de bedrijfsvoering betreffen. In de systematiek van de Archiefwet berust de zorg voor de archiefbescheiden van het rijk bij de ministers en de presidia van de hoge colle ges (art. 23). Artikel 41 van de Archiefwet 1995 regelt de archiefzorg van de 'overblijvende' over heidsorganen. Dit zijn in ieder geval de pbo- organen, de publiekrechtelijke zbo's met eigen rechtspersoonlijkheid en verder de privaatrech telijke zbo's en personen met openbaar gezag bekleed. De zorg berust bij het (dagelijks) bestuur. Maar geldt artikel 41 ook voor de publiekrechtelijke zbo's zonder eigen rechtsper soonlijkheid? Als onderdeel van de rechtspersoon Staat der Nederlanden behoren de zelfstandige bestuursor ganen zonder eigen rechtspersoonlijkheid tot het rijk. Wat hun financieel en personeel beheer betreft vallen ze onverkort onder het regime van de Comptabiliteitswet en de Ambtenarenwet. De minister is in deze verantwoordelijk. Deze lijn doortrekkend, draagt de minister ook voor het archiefbeheer, dat immers eveneens een aspect van de bedrijfsvoering is, de volle verantwoorde lijkheid. Met andere woorden: voor het archief van de zbo's zonder rechtspersoonlijkheid is ook de betrokken minister zorgdrager in de zin van de Archiefwet.'10' In de systematiek van de Archief wet 1995 is art. 23 (rijksorganen) en niet art. 41 (andere overheidsorganen) van toepassing. Enkele jaren geleden verscheen in dit blad een artikel van Hans Waalwijk, beleidsmedewer ker archiefbeheer en -onderzoek bij de Neder- landsche Bank, dat ging over de uitbreiding van de werkingssfeer van de Archiefwet 1995 tot de privaatrechtelijke zbo's (Archievenblad 1997/5 pp. 7-14). Waalwijk vroeg zich daarin af of de Archiefwet 1995 terugwerkende kracht had. Wat hij bedoelde was: geldt de Archiefwet ook voor het archief dat gevormd is in de tijd dat de Archiefwet 1995 nog niet op de betreffende instelling van toepassing was? Het antwoord is ja. Tenzij anders bepaald, geldt bij de invoering van wetgeving als hoofdregel, dat een wet 'onmiddellijke werking' heeft. Hiermee is bedoeld en ik citeer de Aanwijzingen voor de regel geving nr. 166: "Een nieuwe regeling is niet slechts van toepassing op hetgeen na haar inwerkingtreding voorvalt, doch ook op hetgeen bij haar inwerkingtreding bestaat, zoals bestaan de rechtsposities en verhoudingen Bij privaatrechtelijke zbo's geldt weer, dat uit sluitend de bescheiden die betrekking hebben op de openbaar gezag taken, archiefbescheiden in de zin der wet zijn. De onmiddellijke werking slaat dus alleen op de neerslag van die taken. Conclusie Op alle bestuursniveaus functioneren be stuursorganen, die ten opzichte van de demo cratische bestuursorganen een zelfstandige posi tie innemen. Hoewel zbo's onderdeel van het rijk kunnen zijn, vallen zij niet onder het hiërar chisch gezag van een minister: deze kan een zbo immers geen bijzondere aanwijzingen geven. Op centraal niveau zijn de algemene normen die bij de instelling van zbo's in acht genomen moe ten worden, in de Aanwijzingen inzake zelfstandi ge bestuursorganen vastgelegd (1996). Hoewel vele zbo's reeds lange tijd bestaan (denk aan de openbare universiteiten, ziekenfondsen en kamers van koophandel), nam door de externe verzelfstandiging van buitendiensten de diversi teit van de zbo's sterk toe. De Rijksarchief inspectie schat het aantal zbo's momenteel op zo'n 380. Iets meer dan de helft hiervan heeft een private rechtsvorm. Van de circa 170 publiekrechtelijk vormgegeven zbo's bezitten 95 bestuursorganen geen eigen rechtspersoonlijk heid en circa 75 wel. In 1968 zijn de publiekrechtelijke zbo's met rechtspersoonlijkheid, in 1996 de privaatrechte lijke zbo's onder het bereik van de Archiefwet gebracht. Ook op het archief dat voor de invoe ring van de Archiefwet 1968 of de Archiefwet 1996 ontstond, is de wet van toepassing. In de systematiek van de Archiefwet is een zelfstandig bestuursorgaan dat eigen rechtspersoonlijkheid bezit en dus geen deel vormt van de Staat der Nederlanden (rijk), 'zorgdrager' en is art 41 daar op van toepassing. Zelfstandige bestuursorganen die onderdeel van de Staat der Nederlanden vor men (ongeveer een vierde deel van het totaal aantal zbo's), zijn daarentegen geen zorgdrager. 19 In veel plaatsen verzorgen privaatrechtelijke energiebedrijven, waarvan de aandelen voorals nog in handen van de lagere overheden zijn, de levering van gas en elektriciteit. Zijn dat nu overheidsorganen in de zin van de Archiefwet? Een privaatrechtelijk energiebedrijf kan de taken inkoop en distributie van energie zonder wettelijke bevoegdheden uitoefenen. Het ener giebedrijf ontleent zijn bevoegdheden aan de overeenkomst en de algemene voorwaarden die het met de 'klant' sluit. Er is hier geen sprake van bevoegdheden met een wettelijke grond slag en dus niet van enig openbaar gezag. Vandaar dat het energiebedrijf geen zbo is, ook al kan de burger bij geen enkel ander bedrijf gas of electriciteit kopen.141 Foto: Gemeentearchief Schiedam. Betrouwbaar overzicht Reikwijdte Archiefwet archievenblad april 2000 Zbo's als zorgdrager Onmiddellijke werking inspecteur bij de Rijksarchiefinspectie [1] Voor de zelfstandige bestuursor- ganen op gemeentelijk niveau, zie het proefschrift van S.E. Zijlstra, Zelfstandige bestuursor ganen in een democratische rechtsstaat, 's-Gravenhage 1997. [2] Naast zbo's wordt ook gespro ken van obo's (organisaties met een binding met de overheid) en van rwt's, rechtspersonen met een wettelijke taak. De Alge mene Rekenkamer hanteert de tweede definitie, die voor een belangrijk deel overeenkomt met de zbo's. [3! Wet Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers, Stb. 1996, 334, gewijzigd, Stb. 1999, 30. [4] Zie ook de brief van de toenma lige algemene rijksarchivaris aan de Vereniging van Energiedistri butiebedrijven, afgedrukt in Nieuws van Archieven, 1995/9, p. 243. [5] Zie H.J. Simon, Handleiding Awb-praktijk ('s-Gravenhage, 1998), pp. 20-21. [6] Trekt men de redenering van de rechter consequent door, dan kan men alle gesubsidieerde stichtingen, die niet met open baar gezag bekleed zijn, als zbo aanmerken. [7] Het Ministerie van BZK heeft kort geleden op www.over- heid.nl een alfabetische lijst van zbo's op internet gezet. Bij een deel van de zbo's is doorlinken naar de website van die zbo's mogelijk. [8] Overzichten van zbo's lijden aan een aantal gebreken: 1) vele clusters van zbo's zijn niet nader gespecificeerd, zodat deze niet bij naam bekend zijn; 2) de overzichten bevatten niet alle bestuursorganen die aan de zbo-defmitie voldoen (sommige ministeries spannen zich meer dan andere in); 3) door de per manente organisatieverandering van de overheid bevat een over zicht snel verouderde gegevens. [9] Dit wil niet zeggen dat alle publiekrechtelijke zbo's weten, dat de archiefwetgeving op hen van toepassing is. Wel is de bekendheid van de zbo's met de archiefwetgeving door een aan tal onderzoeken van de Rijks archiefinspectie de laatste jaren sterk verbeterd. [10] Overigens: voor de archiefbe scheiden van de adviescolleges ex art. 79 Grondwet, die een even zelfstandige positie vervul len in ons staatsbestel, dragen de ministers eveneens de zorg. april 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 9