De studiezaal Schel haas werk in uitvoering Een jaar of vijftien geleden kocht ik mijn eerste personal computer, waarbij 'per sonal' betekende dat hij op je bureau paste. Tot de jaren '80 waren computers vele kubieke meters groot, maar nu kwa men er exemplaren op de markt die niet een hele kamer in beslag namen. Ik werk te toen aan een universiteit, waar, vreemd genoeg, de computer nog geen gemeen goed was. Mijn collega's wisten niet wat zij zagen. Met een hoop gereutel startte WordPerfect. Er verschenen groene letters op het zwarte scherm die ik er zelfs weer af kon halen zonder gum of Tipp-Ex te hoe ven gebruiken. En met een paar toetsen stelde ik een ratelende printer in werking, waar dezelfde tekst op papier uitkwam. Inderdaad, pas vijftien jaar geleden, maar toch al het stenen tijdperk van de computer. Sindsdien zijn de ontwikkelin gen onwaarschijnlijk snel gegaan. Toen was er een hele stapel floppy disks nodig om één programma te gebruiken. Nu staan al mijn programma's op de harde schijf, een netwerk of het Internet, zet ik er meerdere tegelijkertijd open en plak ik van alles van het ene in het andere docu ment. Toen was de opslagcapaciteit nog uit te drukken in kilobytes; nu kunnen we amper meer uit de voeten met termen als giga en tera. Toen kon je documenten alleen afdrukken op papier of opslaan op een diskette. Nu verzend ik een docu ment naar de andere kant van de aard bol. En als ik het toch wil afdrukken, doe ik dat in kleur. En misschien wel het meest onwaarschijnlijke is dat mijn nieuwste computer goedkoper was dan mijn eerste. Dit geweldige hulpmiddel bewijst niet alleen bij het schrijven, maar ook in het voorwerk zijn diensten, vooral dankzij het Internet. Toen ik studeerde en aan mijn dissertatie werkte, moest ik mijn informatie uit boeken en archiefstukken bij elkaar sprokkelen. Ruim de helft van de archiefdiensten in Nederland bezocht ik wel eens. Nu kan ik op het Internet de catalogi van nagenoeg alle grote bibliot heken raadplegen, zien of een boek beschikbaar is en het zelfs meteen reser veren.Steeds meer archieven zetten het Het papierloze kantoor is verder weg dan het papierloze toilet. overzicht van hun bestanden op het internet, soms zelfs met de inventarissen erbij. Ik maak weinig vergeefse reizen meer en kan mijn tijd ter plaatse efficiënt besteden. Illustraties voor een tekst kan ik van het Internet halen, want daar vind ik zowel middeleeuwse miniaturen als science-fictionachtige strips. En wil ik een muziekje tijdens het werk, dan zet ik een cd-rommetje op. Allemaal ontwikkelingen die 'ge makkelijker en sneller, maar niet duur der' zijn. Toch zijn er wel degelijk nade len aan verbonden. De grootste bedrei ging is misschien wel dat de computer niet alleen wordt gebruikt door eindge bruikers van informatie, zeg maar: histo rici en genealogen. Ook in kantoren wordt informatie digitaal aangemaakt en verwerkt en bereikt deze zelfs nooit het papieren stadium. Dat is niet zo heel erg als het gaat om gegevens die wij archiva rissen kwalificeren als 'voor vernietiging vatbaar'. Is dat niet het geval, dan zijn er maatregelen nodig. De informatie moet op papier worden uitgedraaid, zodat zij op de traditionele manier kan worden beheerd en beschikbaar gesteld. Of zoda nig digitaal worden opgeslagen dat zij ook in de toekomst in goede, geordende en toegankelijke staat beschikbaar is. Dat hiervoor voorzieningen nodig zijn, staat voor iedereen vast. Als er morgen iemand mijn dienst binnenwandelt om zijn archief over te dragen en dat blijkt te bestaan uit een stapel 51/4 inch floppy disks, dan heb ik een probleem. Heel mis schien staat er ergens in de gemeente nog een computer waar zij in passen, maar dan is het niet zeker of de informatie die erop staat, nog wel leesbaar is. Zo zijn er al heel wat programma's en systemen ter ziele gegaan. Zal wat wij nu trots het informatietijdperk noemen, voor latere historici een zwart gat blijken te zijn? De tijd zal leren of dit een doemscenario is. Misschien zijn de echt belangrijke stukken toch wel vaak op papier beschik baar. Want de meeste mensen zijn daar aan gehecht. Met de komst van de com puter is er tegen alle voorspellingen in eerder meer dan minder papier geprodu ceerd. Vandaar de uitspraak dat het papierloze kantoor verder weg is dan het papierloze toilet. 10 werk in uitvoering basis van de Digitale Stamboom of onze inventarissen misschien dat er in Delft weinig te halen is voor hun onderzoek, en besparen zich een reis of stellen die uit. Het kan echter ook andersom: men sen die altijd gedacht hadden dat Delft geen aanknopingspunten bood voor hun onderzoek, komen misschien op het Internet toch interessante gegevens tegen en besluiten eens persoonlijk verder te komen speuren. En er zijn mensen die met behulp van de Digitale Stamboom een begin maken met hun genealogisch onderzoek en in een later stadium dieper willen graven in andere bronnen. Dit alles komt duidelijk naar voren uit het gebruikersonderzoek dat wij hebben verricht op de internetsite van de Digitale Stamboom, zeg maar: een soort nul meting. Begin 2000 hielden wij een soortgelijke enquête onder de bezoekers van onze studiezaal. Als die ook is uitge werkt, combineren wij de uitkomsten. We beschikken dan over interessante gegevens over de relatie tussen Internet gebruik en archiefbezoek. Ik zal daarover te zijner tijd graag rapporteren in het Archievenblad. hun tijd efficiënt aan het raadplegen van de bronnen zelf, in plaats van eindeloos te zoeken in kaarten bakken of te blade ren in inventarissen. Dat is heel prettig voor hen, maar ook voor ons. Wij zijn namelijk nogal krap behuisd. Jaarlijks moesten wij regelmatig het bordje 'vol' op de deur hangen. Omdat mensen nu sneller klaar zijn, is de studiezaal tegenwoordig nog maar zelden volledig bezet. Dat is niet erg, want de legitimiteit van ons bestaan hangt niet af van bezoekcijfers. Als wij al bezoekers kwijt raken, is dat naar mijn idee een tij delijk verschijnsel. Sommigen hebben nu eenmaal voldoende aan de summiere Ik stel mij voor dat onze studiezalen over een aantal jaren bevolkt worden door mensen die niet alleen onderzoek doen in onze eigen bestanden, maar in bronnen uit heel Nederland en misschien wel uit heel de wereld. gegevens die wij via het Internet beschik baar stellen, met name de beginnende genealogen. Anderen concluderen op Bij mijn eerste bezoek aan het ge meentearchief van Delft stond de studie zaal vol met ladenkas- ten met daarin enkele miljoenen systeem kaartjes. Op de meeste daarvan stonden na men van personen die voorkwamen in de doop-, trouw- en begraafboeken, die in Delft zijn bewaard vanaf 1575. Tot de invoering van de burgerlijke stand in 1812 zijn dit de belangrijkste bronnen voor genealogisch onderzoek, maar met een probleem. Elke kerk hield zijn eigen registers bij en plaatste de nieuwe inschrijvingen daarin chronologisch. On handig als je op zoek bent naar personen van wie je niet weet wanneer en in welke kerk zij zijn gedoopt, getrouwd of begra ven. Voor het gemak van de gebruikers van deze populaire bronnen kwamen er dus alfabetische indexen met een verwij zing naar het deel en het folionummer waar een bepaalde naam wordt genoemd. En fiches op patronym of andere kruisver wijzingen. Al met al resulteerde dit in soms wel drie of meer kaartjes per per soon. Voor zulke bestanden is de computer een zegen, omdat je al die systeemkaartjes kunt invoeren in een database en eigen lijk direct op het Internet kunt plaatsen. Mensen die thuis of op het werk over Internet beschikken, kunnen alvast kij ken welke bronnen zij in je studiezaal willen raadplegen. Dit spaart de archiva ris veel ruimte en de bezoekers veel tijd. Wij merken dat goed in onze dienst verlening in de studiezaal. Sinds onze Digitale Stamboom en inventarissen op het Internet staan, krijgen wij bezoekers die van tevoren hebben uitgezocht wat zij willen inzien. In de studiezaal besteden zij 11 Door Gerrit Verhoeven Ter gelegenheid van het afscheid van zijn Leidse collega Theo Schelhaas vorig jaar had de organisatie Gerrit Verhoeven ge vraagd iets te vertellen over digitalisering 'en zo'. Het werd een verhaal over verleden, heden en toekomst, van computer via virtu ele studiezaal naar een visioen. Nu, onder het motto 'beter laat dan nooit', in bewerkte vorm in het Archievenblad. Onwaarschijnlijk Foto: Marieke de Haan. Zwarte gat Thuis achter je pc kijken welke bronnen je in de studie zaal wilt raadplegen. archievenblad april 2000 Hoe kom je er achter in welke kerk iemand is gedoopt, getrouwd of begraven? Systeemkaartjes De studiezaal april 2000 archievenblad I

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 5