Registratie particuliere archieven Zichtbaarheid van cultureel erigoed 1 nieuws uit het veld De algemene opvatting was dat een centrale registratie van particuliere archieven geen haalbare kaart is. Een centrale presentatie van decentraal gere gistreerde gegevens daarentegen is met de huidige ICTmogelijkheden juist wel heel goed te realiseren. Daarom is er een kleine projectgroep ingesteld, die voor september 2000 een symposium over dit thema voorbereidt. De projectgroep zal dan een voorstel inbrengen met een conceptrichtlijn voor het opzetten van registratieprojecten en de presentatie van registratiegegevens op Internet.Daarnaast wil de projectgroep een zo volledig mogelijk overzicht geven van alle lopende Nederlandse registratie projecten. Vertegenwoordigers van een aantal van dergelijke projecten zullen als spreker optreden en hun project presen teren. DivA roept iedereen op om alle bekende registratieprojecten van particuliere archieven aan te melden. Daarbij is het niet van belang wie de registratie uit voert, of dat nu een archiefbeherende instelling, een onderzoeksinstelling of een particulier initiatief is. drs. P.G.M. Diebeis (KVAN; sectie SPArc) F.J. Hoving (DivA) B.C. Langhorst (NVBA; sectie Historische Bedrijfsarchieven) drs. J.D.J van Oss (Gemeentearchief Amsterdam/SPArc) drs. P. Post (CANNet) Bronnen op het spoor Vanaf 1 maart jl. zijn de archieven over de 150-jarige geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen voor het publiek ter inzage in het Utrechts Archief. 21 april was de officiële overdracht waarbij de bur gemeester van Utrecht mw. mr. A.H. Brouwers-Korf de archieven symbolisch in ontvangst nam. De afgelopen jaren werd de waardevolle collectie materiaal geïn ventariseerd; hierdoor kon ter ere van de overbrenging een boekje verschijnen met als titel 'Bronnen op het spoor. Gids voor onderzoek naar de geschiedenis van de spoorwegen in Nederland'. De van vele illustraties voorziene gids belicht in elf thema's de geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen en is tevens een handige wegwijzer voor de onderzoeker. Archos één gulden per pagina Abonnees op de handboeken Informatieweten schap en Archief beheer in de praktijk ontvin- J gen vorig jaar zeven maal de Nieuwsbrief Archos, met daarin korte berichten uit de wereld van informatiebe heer en -verwerking. Uitgever Samsom is blijkbaar zo tevreden over de inhoud en het bereik van de nieuwsbrief dat met ingang van dit jaar Archos tien keer verschijnt als magazine. Met deze vernieuwing - groter formaat, gebruik van illustra ties - wil de redactie inspelen op de groeiende behoefte aan praktijkge richte informatie bij informatiebe heerders en -verwerkers. Bibliothe carissen, archivarissen, documentai re informatieverzorgers, hen beoogt de redactie van Archos allemaal te bedienen, zo blijkt uit de inhoud van het januari/februarinummer. Het meest in het oog springt wel de prijs: een jaarabonnement (tien nummers van 16 pagina's elk) kost maar liefst 139 gulden. Abonnees op de genoemde handboeken kregen vorig jaar de nieuwsbrief er gratis bij, maar dit jaar betalen zij 115 gulden. Voor een los nummer dient 16 gul den - of 1 gulden per pagina - te wor den neergeteld! Ter vergelijking, een abonnement op uw lijfblad kost als niet-lid van de KVAN 140 gulden per jaar (tien num mers van minimaal 48 pagina's elk). nieuws uit het veld Alle erfgoedsectoren waren vertegen woordigd: archieven, musea, monumen tenorganisaties, consulenten regionale geschiedenis maar ook de politiek en de ambtenarij. Op 28 januari staken zij de hoofden bij elkaar om te praten over samenwerking. Doel: het bevorderen van de interesse voor cultureel erfgoed. De dag was georganiseerd door de Werk groep Regionale Geschiedenis van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur. "Maak je culturele schatten zichtbaar". Deze opmerking maakte rijksarchivaris Keverling Buisman in de forumdiscussie. De rijksarchiefdienst werkt op het ogen blik hard aan een cultuuromslag naar een meer klantgerichte instelling. Tegenwoordig is conserveren van oude papieren niet meer de hoofdzorg. Het is ook belangrijk om het papieren culturele erfgoed zo toegankelijk mogelijk te maken voor het publiek. Zoals Keverling Buisman het formuleerde: de archieven moeten zich omvormen tot "cultuurhistorische VW's', een vraagbaak voor de consument die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de eigen streek. Ook binnen de ande re erfgoedsectoren is eenzelfde omslag in het denken waar te nemen. Zij zijn zich aan het herorganiseren op provinciaal niveau. Zo werkt de Rijksdienst voor de Monumentenzorg bijvoorbeeld aan pro vinciale steunpunten. De ondersteuning van de lokale en regionale geschiedenis was al langer op dit niveau geregeld, via consulenten regionale geschiedenis die vanuit de provincie betaald worden. Dagvoorzitter Michiel Gerding - provin ciaal historicus van Drenthe - onder scheidde vijf soorten erfgoed: 1. 'fysiek': landschap- en monumenten organisaties; 2. 'onzichtbaar': archeologen; 3. 'opgeborgen': archieven en musea; 4. 'levend': living history groepen, onder- steund door het Neder lands Centrum voor Volkscultuur 5. 'immaterieel': histori sche verenigingen, on dersteund door de pro vinciale consulenten regionale geschiedenis Gerding maakte duidelijk dat de andere instellingen niet buiten de bijdrage van de lokale en regionale geschiedenis kun nen. Volgens hem gaat het om "het erf goed tussen de oren". Om de verhalen die de gebouwen en ook de voorwerpen en objecten uit archief en museum tot leven brengen. Daarbij levert de lokale geschie denis, via haar achterban van lokaal-his torische verenigingen, ook het benodigde maatschappelijke draagvlak. Voor het welslagen van onze cultuurhistorische doelen en wensen is dat van groot belang. Alle erfgoedinstellingen hebben tegen woordig dezelfde doelstelling: een geïn tegreerd verhaal over het verleden vertel len, waardoor brede groepen zich aange sproken voelen. Wat is er logischer dan om met elkaar samen te werken en zo een gezamenlijk erfgoedbeleid uit te stip pelen? Een laatste partner in het geheel, die daar sterk op aandringt, is de over heid. De Utrechtse gedeputeerde D.H. Kok hield op de studiedag een pleidooi voor meer integratie van de verschillende erfgoedsectoren: dat maakt het voor de subsidiegever wel zo overzichtelijk. Zoals in Utrecht, waar de Federatie Stichts Cultureel Erfgoed functioneert als een soort erfgoedhuis waarin monumenten organisaties als de Molenstichting sa menwerken met onder meer de Stichting Stichtse Geschiedenis. Voor andere organisaties is het heel over zichtelijk om zich bij één gezamenlijk loket te kunnen vervoegen. Het onderwijs biedt tegenwoordig volop kansen voor de culturele instellingen waar het gaat om kunst en cultuur, met name in het kader van het schoolvak Culturele en Kunst zinnige Vorming (CKV) voor het voortgezet onderwijs. Zoveel bleek uit de bijdrage van Claartje Bunnik, projectleider van Erfgoed Actueel, het bureau dat door OC en W is opgezet om de cultuureducatie op school te bevorderen. Met dit nieuwe vak wil men de leerlingen zelf cultuur laten ervaren door het bezoeken van voor stellingen, tentoonstellingen, enzovoorts. Bunnik presenteerde enkele voorlopige cijfers over die "buitenschoolse activitei ten'. Daaruit bleek dat de historische musea verreweg het populairst zijn: zeker 70 van de klassen bezoekt minstens lx per jaar een museum. Goede tweede waren de monumenten, met minstens lx per jaar een bezoek van ongeveer 40 van de scholen. Helemaal onderaan staan de archieven: slechts 3% maakt gebruik van deze voorziening. Hier lijkt dus een wereld te winnen. Archieven beheren immers het papieren onderdeel van het culturele erfgoed, dat nergens anders te vinden is. Een nieuwe uitdaging? Decentralisatie op provinciaal niveau is een algemene trend. Zorgpunt is nog wel de coördinatie: in alle sectoren zijn welis waar nieuwe structuren aan het ont staan, maar de coördinatie is soms nog ver te zoeken. Hoe gaan de erfgoedhui zen, regionale historische centra en de monumentensteunpunten met hun brede doelstellingen hun taken op elkaar afstemmen? Nader overleg is nodig. NIEUWS uit Eind november vorig jaar vond bij DivA een discussiebijeenkomst plaats over de regis tratie van particuliere archieven. Centraal hierin stond de vraag of DivA op dit terrein een rol kan vervullen en met welke inhoud. Aanwezig waren vertegen woordigers van het Algemeen Rijksarchief, CANNet, de KVAN, de NVBA, het Nederlands Audiovisueel Archief, het Gemeentearchief Amsterdam en het wetenschappelijk onder zoeksbureau Diopter. Deelnemers in de projectgroep zijn: Info: bureau DivA, (020) 462 77 22 of diva@divakoepel.nl. Info: Het Utrechts Archief Alexander Numankade 199-201 3572 KW Utrecht Tel. (030) 286 66 11, Fax (030) 286 66 00 utrecht@ad.archief.nl s meeP,tearchivaris archievenblad april 2000 het veld Cultuurhistorische VW's Draagvlak Samenwerking Erfgoedonderwijs Een echte smartlap was van textiel. (Uit: Traditie.Tijdschrift over tradities en trends, jg 5, nr. 4) Info: Nederlands Centrum voor Volkscultuur NCV, Lucasbolwerk li, 3512 EH Utrecht Tel. (030) 231 99 97. Fax: (030) 233 40 47 Ook voor het bestellen van het rapport "Cultureel erfgoed: nieuwe samenwerkings vormen en kruisbestuivingen' met de lezin gen van de studiedag. Albert van der Zeijden NCV april 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 3