Prioriteitstelling bij restauratie 1 de praktijk Ter bescherming van archiefstukken tegen beschadigingen door een ongunstige temperatuur en luchtvochtigheid, be schikt het Stadsarchief van Zutphen over een klimaatbeheersingsinstallatie. Door een ernstige storing had deze installatie het omgekeerde effect, zodat in het (lange) weekend van 30 april tot 3 mei '99 in een deel van het archief een tropisch klimaat heerste. Door snel in te grijpen bleef de schade gelukkig beperkt. Hoe kon dit gebeuren? Natuurlijk stond de installatie onder strenge controle. De problemen waren ontstaan omdat het installatiebedrijf enkele nieuwe onderdelen had geplaatst. Bij het opnieuw afstellen is er iets misge gaan, met alle gevolgen van dien. Een menselijke fout die in elke archiefbewaar plaats in een catastrofe kan uitmonden. Direct na het constateren van de tro pische omstandigheden trof het personeel -zowel van de restauratieafdeling als van het archief- maatregelen. Vanzelfsprekend met -dankbare- gebruikmaking van de expertise van het Instituut Collectie Nederland en de Provinciale Archief inspectie. Extra drogers en controle van de archieven op schimmels; gelukkig bleken slechts enkele stukken aangetast. Deze zijn direct ontsmet met onder andere TEGO 51/15 DL. Bovendien zijn er mon sters op kweek gezet, waarbij ook de bui zen van de klimaatbeheersingsinstallatie niet werden vergeten. Sinds 'de ramp' controleren we ook scherper op schim mels. Bovendien is er apparatuur geplaatst om eventuele problemen met tempera tuur en luchtvochtigheid direct te signale ren en te melden. Met behulp van een luchtkwaliteitsonderzoek, waarbij micro organismen worden gedetermineerd, kun nen we gezondheids-technische en papier-technische waarden in de gaten houden. Op een aantal plaatsen werden in de uitblaaslucht van de installatie schimmels en een verhoogde concentratie gisten geconstateerd; ontsmetting van het kanalenstelsel was het advies. Uit de resul taten van diverse onderzoeken weten we dat de negatieve gevolgen gelukkig beperkt zijn gebleven. De administratieve afwikkeling, zoals aansprakelijkheidsstel ling, laten we hier verder buiten beschou wing. Een verscherpte controle op actieve schimmels blijft voorlopig nog wel nodig, zeker zolang nog niet alle maatre gelen zijn getroffen. Kennis van de vóór 'de ramp' aanwezige schimmelsporen maakt dit goed mogelijk. In 1998 hadden we al een schadeinventarisatie op stuks niveau gemaakt van het Oud Archief van Zutphen (OAZ) en het Oud Rechterlijk Archief (ORA), in totaal 134 meter mate riaal. Daardoor weten we dat 485 inven tarisnummers (12% OAZ, 4% ORA) spo ren van schimmels en bacteriën uit het verleden dragen. De monsters hiervan bleven vijf dagen op kweek staan, waarna bleek dat er geen actieve schimmel aan wezig was. Uit de inventarisatie wisten we exact welke archiefstukken we met extra zorg moesten controleren op door 'de ramp' actief worden van schimmels. Andere archiefstukken en -bestanden zijn steekproefsgewijs gecheckt. Schadeinventarisatie op stuksniveau is in dit geval zeer nuttig gebleken, maar vergt ook een enorme tijdsinvestering. Toch hebben we hiervoor gekozen en niet voor een globale inventarisatie op basis van steekproeven. Het OAZ en het ORA vormen de kern van het Stadsarchief. Het zijn twee van de oudste en meest geraad pleegde archieven in de archiefbewaar plaats. We wisten dat het OAZ in 1878 en in 1924 door lekkage ernstig was aange tast, maar een nauwkeurig inzicht in de materiële staat van beide archieven was er niet. Inmiddels zijn de 4840 inventaris nummers gecodeerd met een schadecode, zonder te letten op noodzaak van restau ratie op esthetische gronden, maar uit sluitend functionele. We gebruikten een standaardlijst met 25 schadesoorten (zie kader) die is gebaseerd op de Schadeatlas van de Rijksarchiefdienst. De daarin genoemde schadesoorten zijn gespecifi ceerd naar de oorzaak van de schade. 24. oorlog Uit bovenstaande volgt een restaura tieprioriteit met vier gradaties; Prioriteit 1: in (zeer) slechte staat: stukken die om restauratie schreeuwen. Bijvoor beeld: dermate verzwakt dat ze fragmen ten (en dus vaak ook informatie) verlie- 28 de praktijk zen tijdens raadpleging. Meestal niet alleen bepaald door de schadesoort, maar vooral door de gradatie van de schade. Ook de combinatie van verschillende schadesoorten kan de ernst van de staat bepalen. Denk maar aan vervilt papier door vocht en schimmels, of inktvraat in klasse 4, waarbij de letters al door het papier gevallen zijn. Zelfs oude reparatie- en restauratieschade, zoals scheuren die geplakt zijn met plakband of zelfklevend folie, past in deze prioriteit. Prioriteit 2: in matige staat: stukken die extra zorg bij transport en raadpleging verdienen. Bijvoorbeeld: door ongedierte aangetast, maar het papier is nog stevig genoeg en zal niet direct fragmenten ver liezen. Ook banden waarbij de bindingen zijn gebroken en het risico bestaat dat katernen loslaten, vallen in deze catego rie. Eventueel: beginstadium van zuur- schade en schade door intensief gebruik. Prioriteit 3: in redelijke staat: met conser verende maatregelen goed te behouden. Banden met kale hoeken, stukken die vuil zijn (oppervlaktevuil) en stukken in verzuurde omslagen of gescheurde dozen behoren hiertoe. Prioriteit 4: in goede staat: slechts perio dieke controle nodig om de huidige materiële staat te behouden. Follow-up Het ligt voor de hand om bij restauratie te beginnen met de stukken met prioriteit 1 en pas daarna verder te gaan met priori teit 2 enz. Uit de schadeinventarisatie bleek dat er voor prioriteiten 1 en 2 uit deze twee archieven in totaal 98.411 res tauratiehandelingen nodig zijn; een aar dige werkvoorraad voor de komende jaren. Het voordeel van de kennis uit de inventarisatie is dat het enorme efficien cywinst oplevert. Het restauratieatelier kan gericht werken en seriematig stukken met dezelfde schadesoort behandelen. Sommige stukken met prioriteit 1 wor den echter zelden of nooit geraadpleegd, terwijl dat met sommige stukken met pri oriteit 2 wekelijks is. Zo worden prioriteit 2-stukken snel prioriteit 1, terwijl de pri oriteit 1-stukken tezelfder tijd niet verder te lijden hadden. Om de restauratiewerk zaamheden goed te kunnen plannen, kende de afdeling externe dienstverle ning een code voor de raadpleegfrequen- tie aan de stukken van het OAZ en het ORA toe, die bestaat uit de eerste vier let ters van het alfabet: A: vaak geraadpleegd, minimaal éénmaal per maand B: geregeld, éénmaal per kwartaal C: soms, éénmaal per half jaar D: (bijna) nooit, éénmaal per jaar of minder. Deze combinatie van restauratieprioriteit en raadpleegfrequentie bepaalt de volgor de van restauratie: de stukken met code 1- A komen eerst aan de beurt, de stukken met code 2-D het laatst. Maar stukken met code 2-A gaan voor de stukken met 1-C. Om de materiële staat van de stukken voor de restauratie niet te laten verslech teren, heeft de restauratieprioriteit ook gevolgen voor de raadpleging. Stukken met code 1 zijn in principe niet meer raadpleegbaar tot na restauratie. Bij een frequentie van A of B koppe len we aan restauratie een verfilmings- of digitalise ringsproject. Stukken met code 2 zijn wel raadpleeg baar, maar uitsluitend met handschoenen aan. Zeker stukken met de combinatie 2-A of 2-B zullen door gebruikersschade snel achteruit gaan. Daarom zijn zowel bij het raadplegen als bij het halen en brengen hiervan hand schoenen verplicht, zeker ais er een omslag ontbreekt. De schadesoort die geleid heeft tot schadeprioriteit 2 hoeft echter niet per se door contact met de huid veroorzaakt te zijn. Het dragen van hand schoenen heeft vooral tot doel iedereen bewust met het object om te laten gaan. Natuurlijk beschermen handschoenen het stuk tegelijkertijd tegen extra zuurschade en vervuiling door aanraking. Om direct voor alle medewerkers helder te maken welke stukken in slechte of matige staat verkeren, hebben de etiketten van de archiefstukken kleurstickers: voor priori teit 1 signaalkleur rood en prioriteit 2 een andere kleur. De externe dienstverlening en de restauratieafdeling houden regulier overleg om (vooral) gebruikersschade in de toekomst zoveel mogelijk te beperken. Nu de kernbestanden zijn geïnventa riseerd, kan de restauratie hiervan begin nen. Natuurlijk willen we ook inzicht in de materiële staat van andere archieven. Om alle archieven en collecties op stuks niveau te bekijken, zou te tijdrovend zijn. Daarom is nu aan het archieven overzicht een raadpleegfrequentie per archief toegekend. Archieven met code A of B verdienen bij schadeinventarisatie meer aandacht dan archieven met code C of D. Archieven met code A komen nog wel in aanmerking voor inventarisa tie op stuksniveau. 29 IWflt doen we eerst? Door Stein de Valk en Anette Hage-de Lange* Dankzij een bijna-ramp werd het voor het Stadsarchief Zutphen duidelijk: een goede samenwerking tussen restaurator en archivaris is het behoud voor alle informatiedragers. Deze crisis en de geko zen opzet van schadeinventarisatie en restauratieprioriteit, maakten dat ze in Zutphen nu -zowel positief als negatief- uit ervaring kunnen meespreken. Maatregelen De resultaten van de kweek in de schaaltjes. De actieve schimmels in de buizen van de klimaatinstallatie waren aanleiding voor het luchtkwaliteitsonderzoek. Kennis door schadeinventarisatie Schadecode Lijst van Schadesoorten: mechanische schade 2. vuil 3. intensief gebruik 4. berging 5. insectenvraat 6. muizenvraat 7. oude reparaties 8. zelfklevende tape (plakband, boeklon e.d.) 9. band beschadigd 10. binding beschadigd 11. kneep ingescheurd 12. hol getrokken rug (snoekenbek) 13. bros papier (brittle) 14. water/vocht 15. uitvloeiende inkt/pigment 16. verbleekte inkt/pigment 17. vervilt papier 18. schimmelvlekken 19. foxing- weervlekken 20. oxidatievlekken 21. inktvraat 22. kopervraat 23. brand 25. perkament: vervorming of vergipsing N.B. Op het schadeinventarisatieformulier staan bijvoorbeeld ook het bekledingsma teriaal en constructie van een band. Tevens is er ruimte voor afwijkende scha des of bijzonderheden (welke soort tape is gebruikt, insectensoort enz.). Prioriteiten en gradaties archievenblad april 2000 Stukken met actieve schimmel werden direct ontsmet met een TEGO-oplossing. Kort daarna deed behoudsmedewer- ker Han Molewijk het hier en daar nog eens dunnetjes over. Handschoenen Restaurator Stein de Valk bekijkt de stukken met werkelijk vochtschade van de ramp; het ging (slechts) om vier strekkende meter archief. Andere archieven en collecties respectievelijk hoofd restauratieatelier en hoofd externe dienstverlening Stadsarchief Zutphen. april 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 14