mm burengerucht logieën die op dit moment bestaan in relatie tot digitale archiefbescheiden. Bedoeld als bijdrage aan de ICA-terminologie voor ar chieftermen. Functionele eisen aan recordkeeping: een over zicht van initiatieven op dit terrein Core competencies (kwalificatie-eisen): welke vaardigheden en kennis zijn nodig om als archivaris ook in het digitale tijdperk te kun nen functioneren? Terminologie: samenstelling van een vergelij kend overzicht van de verschillende termino- Moet het NAA de rol van toegangspoort voor alle overheidsinformatie op zich nemen? Centraal bij dit alles staat evenwel de uitwerking van de vier principes uit de 'Guide' die voor archiefdiensten als uitgangspunt zouden moe ten gelden in het ICT-tijdperk. De presentatie van een eerste versie, getiteld 'Archives and Current Records: Towards a Set of Guiding Principles', was tijdens de CITRA in Stockholm in September 1998. Inmiddels is een aangepaste versie in Janus verschenen, waarop iedereen commentaar kan leveren. De commissie ver werkt dat commentaar en presenteert een nieu we versie op het Archiefcongres in Sevilla. 1. Archiefdiensten dienen bij te dragen tot het vaststellen van beleidsplannen, procedures, systemen, standaards en praktijkervaringen die archiefvormers ondersteunen bij het creë ren en vastleggen van betrouwbare, authen tieke en bewaarbare archiefbescheiden. 2. Archiefdiensten dienen betrokken te zijn in de gehele levensloop van archiefbescheiden (conceptie, creatie en behoud) om zowel de creatie als de vastlegging, het behoud en de continue toegankelijkheid van die beschei den die voor langdurige bewaring in aanmer king komen, te garanderen 3. Archiefdiensten dienen zowel het selectiepro ces van archiefbescheiden met cultuurhistori sche waarde als het proces dat het intellectu eel beheer van deze bescheiden door de tijd heen verzekert, aan te sturen 4. Archiefdiensten dienen eisen m.b.t. behoud en toegang te formuleren om te verzekeren dat archiefbescheiden met cultuurhistorische waarde beschikbaar, toegankelijk en interpre teerbaar blijven. Kern van dit verhaal is dat archiefdiensten zich zelf zodanig positioneren dat zij van het begin (de conceptie) af aan actief betrokken zijn bij archivering of beter de archieffunctie. Het stuk gaat vervolgens in op de implicaties die dit voor archiefdiensten heeft of zou moeten hebben. Het geheel is bedoeld om archiefdiensten te hel pen hun positie te bepalen in de huidige, digita le samenleving. Wat van ver komt, is lekker, luidt het gezegde. Dat lijkt ook het geval met de ontwikkelingen op het terrein van digitale archivering in Australië. Het land wordt gezien als een voorloper. Bekend zijn nieuwe begrippen als records continuum, records management standaard, een aanzet voor recordkeeping metadata e.d., die in Australië ont staan zijn. Inmiddels is duidelijk dat al deze zaken veel invloed hebben op het archiefvak. Ter ere van beide ICA-committees was door de NAA dus een seminar georganiseerd, waar Australische collega's kort uit de doeken deden hoe het archiefwezen daar is geregeld (niveau van federatie, staat en gemeenten en bibliothe ken), welke onderwijs- voorzieningen op archiefgebied er zijn, en welke beroepsorganisa ties bestaan en wat zij doen. Voorts kwam een aantal belangrijke onderwerpen die betrekking hebben op (digitale) archivering, toegankelijk heid en metadata en toegangen nog aan bod. Als dagsluiter gaf Erik Ketelaar een impressionisti sche samenvatting. Evenals in Nederland is ook in Australië de vraag aan de orde welke rol een archiefdienst zou moe ten hebben. Zou het NAA bijvoorbeeld de rol van toegangspoort voor alle overheidsinforma tie op zich moeten nemen? Op dit moment wordt dat nog afgewezen, maar of dat zo blijft, is nog maar de vraag. Een tweede dilemma waar men mee worstelt, is de vraag of er twee verschillende organisaties zouden moeten zijn: één gericht op recordkee ping en archivering en de andere op de toegang tot historische informatie tezamen met andere cultuurinstellingen. Sommige Australische colle ga's zijn van mening dat beide geïntegreerd die nen te zijn, want ze kunnen niet zonder elkaar, anderen leggen de nadruk bij de cultuurfunctie van een archiefdienst. Een interessante ervaring was te zien dat het NAA inmiddels voor eigen gebruik een records management applicatie (voor digitale archive ring) heeft ingevoerd. De idee er achter is aan den lijve te ervaren wat het is om digitaal te archiveren en natuurlijk om het goede voor beeld te geven. De gebruikte applicatie heet TRIM, oorspronkelijk een pakket voor postregis tratie, maar nu verder ontwikkeld tot een recordkeeping (of records management) applica tie.'4' Deze actie heeft in ieder geval bijgedragen tot een groeiend bewustzijn bij de archiefmede- werkers. Nu was dit al gestimuleerd, want enige tijd geleden is de gehele staf van het NAA ver plicht om een speciaal ontwikkelde cursus over de nieuwste ontwikkelingen op het terrein van digitale archivering te volgen en een bijbe horend examen af te leggen. Deze cursus was ontwikkeld door Monash University (School for Information Management and Systems, SIMS) en bestond uit 'distant learning modules'. Degenen die zich hierin niet konden vinden, werd aangeraden een andere baan te zoeken. In de praktijk betrof dit slechts een enkeling. Het bleek dat de meeste medewerkers zelfs boven het vereiste niveau afstudeerden! Mijns inziens een voorbeeld dat navolging ver dient in Nederland, indien men in de digitale wereld wil functioneren. Tenslotte was ik betrokken bij een seminar/ workshop georganiseerd door Monash Uni versity, Records Continuum Research Group uit Melbourne (Sue McKemmish, Livia Iacovino en Frank Upward) en Recordkeeping Systems Pty. Ltd. uit Sydney (Barbara Reed en Glenda Acland)'5'. De workshop was getiteld 'Doing business electro nically: Electronic Commerce and Recordkeeping' Deelnemers kwamen uit het archiefwezen, bedrijfsleven (consultancy) en overheidsorgani saties. Sprekers waren afkomstig van Monash University, overheidsorganisaties (zowel organi saties die zelf bezig zijn zich op Internet te profi leren als regelgevende organisaties), bedrijfsle ven (consultancy op dit terrein en softwareleve rancier), archiefdiensten als de National Archives of Australia en de State Records Authority van New South Wales en twee buiten landers, John McDonald van de National Archives in Canada en ikzelf. Zo konden we ook ontwikkelingen in Canada en Nederland verge lijken, waarbij opviel dat die elkaar nauwelijks ontlopen. Dat geldt zowel voor de ambities van de respectieve overheden als voor de problemen, waarmee we worden geconfronteerd en worstelen. Het thema van deze workshop was recordkee ping in relatie tot de toenemende tendens om elektronisch transacties mogelijk te maken. Nieuwe ontwikkelingen die worden gevat onder de noemer e-commerce, waartoe in dit geval ook electronic government werd gerekend. Veel over heden hebben wat dit betreft hoge ambities. Zo wil het programma Elektronische Overheid zoals door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geformuleerd en door de Tweede kamer goedgekeurd, dat in Nederland in 2002 25% van alle dienstverlening door overheidsorganisaties elektronisch beschik baar is. Het vergt veel werk om dat te bereiken. De infrastructuur om een dergelijke dienstverle ning mogelijk te maken ontbreekt immers nog vrijwel. En al gaan de ontwikkelingen snel, zaken als informatiebeveiliging, de betrouw baarheid van digitale handtekeningen, bescher ming van privacy, intellectueel eigendom, en archivering staan nog in de kinderschoenen als het gaat om digitale com municatie. Topics op deze workshops waren het records conti nuum model en het meta data-model voor record- keeping, beide ontworpen door de Records Conti nuum Research Group van Monash University. Met name het laatste model is voor veel mensen een inge wikkeld probleem. Hoe is het mogelijk al die ver schillende soorten metada ta die nodig zijn, te onder scheiden en vervolgens vast te stellen wat nu eigenlijk precies nodig is? Duidelijk werd wel dat die wereld van elektronische communicatie in hoge mate afhankelijk is van een goede beschrijving van de beschikbare over heidsdiensten en van wat er feitelijk is gecom- Een tweede dilemma waar men mee worstelt, is de vraag of er twee verschillende organisa ties zouden moeten zijn: één gericht op recordkee ping en archivering en de andere op de toegang tot historische informatie tezamen met andere cul tuurinstellingen. sasm som 3 23 DARWIN; in-a i Timber Creek 5** Bungle Bungle N.R Halle Creek Broome Fitzroy Crossing Pardoo Station OAIice .Monkey Mia Falbarrl N.P. Nambung N.P. t PERTH GROT£ ^stral/s a GOLF SYDNEY CANBERRA De vier principes 22 I 1 archievenblad april 2000 Archiefwezen in Australië Doing business electronically 'Record' uit een orale traditie. De context van deze rotsteke ning van Aboriginals in Arukemland werd er bij verteld. april 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 11