[HMM\ nederlandse vereniging van bedrijfsarchivarissen Hans Dreese, bedrijfsarchivaris van de eeuw? Marcel Johan (Hans) Dreese werd op 13 juli 1916 te 's-Gravenhage geboren. Na zijn middelbare schoolopleiding werkte hij van 1935 tot 1938 als tweede secretaris voor de organisatie van de Wereld-Jamboree, gehouden in 1937 te Vogelenzang, Bloemendaal. Van 1938 tot 1940 was hij archivaris/bibliothecaris bij de Algemene Vereniging voor Vreemde lingenverkeer. Zijn loopbaan liep verder langs de bibliotheek van Van der Heem en het Nederlands Binnenvaartbureau, waar hij als bureauchef ook het archief onder zijn beheer had. Na de tweede wereldoorlog trad Dreese in dienst van het NIDER, waar hij als adviseur registra tuurplannen vervaardigde voor onder meer de toenmalige Rijksverkeersinspec ties en het Hoofdkantoor van de KLM. Aansluitend werd hij in 1946 chef van het bureau Literatuurdocumentatie van het Directoraat-Generaal voor het Verkeer en de Scheepvaart. In die jaren was hij reeds een fel voor stander van de eenheid van documenta tie, archief en bibliotheek. Niettemin werd hij in die tijd in bibliotheekkringen primair als 'archiefman' beschouwd. Op 1 januari 1948 trad hij in dienst bij Unilever N.V. te Rotterdam met als opdracht een documentatiesysteem op te zetten en uit te bouwen. Zijn werk steun de op twee zuilen: de bibliotheek én het archief. Dreese was een bekwaam, ambi tieus en vooral praktisch ingesteld per soon. Binnen het Unilever-concern, zowel in Nederland als in het buitenland, gaf hij advies op het terrein van archief, bibliotheek en documentatie. Hij drukte er een stempel op de interne en externe informatievoorziening. Reeds in de jaren vijftig startte Dreese met het werwerken van bibliotheekgegevens via de computer, destijds een primeur in Nederland. Op 31 juli 1981 ging hij met pensioen. Dreese was de oprichter van de voor loper van de NVBA, de Nederlandse Documentalistenkring (NDK), die op 18 maart 1947 het levenslicht zag. Hiervan was hij tot 1949 secretaris en van 1949 tot 1953 voorzitter in welke hoedanigheid hij zich inzette om die organisatie om te zetten tot de huidige NVBA. De oprich ting hiervan vond plaats op 11 november 1953. Eigenlijk was er slechts sprake van een naamsverandering. Inhoudelijk ble ven het doel en de doelgroep hetzelfde: namelijk de belangen behartigen van degenen die binnen het bedrijf de infor matie uit interne én externe documenten verzorgden. Van de NVBA was hij van 1953 tot 1955 en van 1960 tot 1965 voorzitter; in totaal dus dertien jaar bestuurslid. Hij vertegen woordigde de NVBA in vele commissies en legde waardevolle contacten met ver wante organisaties in binnen- en buiten land. Verder zette hij zich met verve in voor zowel een goede organisatie van de opleiding tot bedrijfsarchivaris als voor de verdieping van de daarbij geboden leerstof. Dit laatste onder meer door eigen bijdragen te leveren aan de theore tische grondslagen van de bedrijfsarchi- vistiek. Het is niet vreemd dat bestuur en leden van de NVBA (op 2 juni 1965 te Dordrecht) besloten hem op grond van al zijn verdiensten bij het neerleggen van zijn voorzitterstaak unaniem te benoe men tot Erelid van de NVBA. Dreese was jarenlang voorzitter van de commissie Documentatie van het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI), die normen opstelde voor formaten en indeling van documenten. Hij ontving op 28 mei 1980 de legpenning van het NNI. Daarnaast was hij gedurende zijn gehele loopbaan lid van de Nederlandse Classificatie Commissie, ter bestudering en formulering van de beginselen van de documentaire classificatie. Hij vertegen woordigde Nederland in Bombay op het congres van het Internationale Classi ficatie Committee en was de samensteller van het in 1975 gepubliceerde Alfabe tisch Register op de Nederlandse UDC. GO Op 13 januari 1950 werd de Gemeen schappelijke Opleidingscommissie (GO geïnstalleerd met als doel een opleidings programma te verzorgen voor bedrijfsbi- bliothecarissen, bedrijfsarchivarissen en documentalisten, zowel op hoger als op lager niveau. De eerste taak was om de bestaande cursussen tot één geheel samen te voegen. De cursus Beheersdocumen- tatie van het NIDER was de basis van de eerste archiefcursus van de GO. Deze cur sus was inmiddels uitgegroeid tot 27 les sen, die het gehele terrein van de bedrijfs- archivistiek omvatten. Reeds tijdens deze installatie wees Carel Bloemen, lid van de GO-commissie en Archivaris bij de Staatsmijnen in Limburg, op zijn afwijkende opvatting op archivistisch gebied. Dreese gaf op 10 maart 1950 een over zicht van de opleiding tot 'beheersdocu- mentalis', zoals de bedrijfsarchivaris in het begin werd genoemd. Hij ging uit van een ordening op basis van de bedrijfs- functies, hetgeen tot een controverse met Bloemen leidde, die stelde dat archieven geordend moeten worden naar de archiefvormende organen (het herkomst- beginsel). Een aparte commissie moest zorgen "eikaars taal te leren verstaan." Intussen was er ook een subcommissie Opleiding archiefpersoneel in de weer. In de cursus werden de opvattingen van Bloemen en Dreese naast elkaar gedo ceerd, hetgeen nogal eens vragen opriep. In 1951 ging de cursus Bedrijfs- archiefkunde van start, opgezet door de 4 6 I nederlandse vereniging van bedrijfsarchivarissen GO-Adviescommissie-B onder voorzitterschap van Dreese; hij was vooral een bekwaam en bezield docent van deze cursus. In 1951 werd hij penningmeester van de GO en bleef dat tot 1964. Onder de druk van de tijd, door voortschrijdend inzicht en de ontwikkeling van het vak werd in 1958 de cursus Bedrijfsarchiefkunde gesplitst in BI en B2, respectievelijk voor aankomend en gevorderd personeel. De adviescommissie-B van de GO onder leiding van Dreese had hier eerder een rapport over uitgebracht. Op 18 juni 1971 werd de GO een stichting; Dreese behoorde tot de eerste twaalf personen die daar destijds het bestuur van vormden. In 1975 trad hij af als voorzitter van de Adviescommissie-B en schreef tezamen met Piet van IJzendoorn enige jaren later een Aanloopnota over de professionalise ring van de GO. Hij werd ook aangewezen als vertegenwoordiger in het permanente Neder lands-Vlaams Overlegorgaan. In 1980 werd hij als GO-secretaris opgevolgd door mevrouw Wamsteker-Meijer. Al met al had hij er toen der tig bestuursjaren bij de GO opzitten. GO-voorzitter professor Kouwenhoven schreef in OPEN, jaargang 12, nr. 4 van april 1980 een afscheidsartikel waaruit het volgende citaat komt: "Dreese is een bescheiden mens. Toen ik hem in december tijdens een feestelijke afscheidsmaaltijd enkele lovende woorden mocht toevoegen, was zijn enigszins bitse, maar toch geen ontstemming uitdrukkende, reactie dat hij zichzelf in die woorden niet herkende. Deze bescheidenheid van iemand die zich dertig jaren belangeloos voor de opleiding heeft inge zet, prikkelde mij tot het schrijven van het bovenstaande. Gaarne wens ik hem (en ik doe dat mede namens velen die hem kennen) een welverdiende rust toe." Op grond van zijn vele verdiensten werd Dreese op 5 april 1984 koninklijk onderscheiden tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Nog steeds is de in Doetinchem wonende 'eminence grise' lid van de NVBA en volgt met belangstel ling de ontwikkelingen. Millennium en bedrijfsarchieven Ik denk van wel. De komende tien jaar zou in het teken moeten staan van de bewustwording van het nut van bedrijfsarchieven. Nog veel bedrijven vinden geld uitgeven voor archiveren een noodzakelijk kwaad. Zo min mogelijk bewaren en zo kort mogelijk, is vaak het managementdenken; een onjuiste zienswijze. Ook de culturele waarde van bedrijfsarchieven verdient veel meer aandacht. Archiefbestanden moeten veel vaker beschikbaar wor den gesteld aan onderzoekers die het materiaal op historische waarde kunnen toetsen. Voor het zover is moeten wij archivarissen het nut van dit soort archieven verkopen aan het management. Op aandrin gen van de NVBA heeft de DivA nu een project geformuleerd over de bewustwording van de waarde van bedrijfsarchieven voor het cultureel erfgoed, waarvoor dan een duidelij ke brochure ontwikkeld moet wor den. In mijn ogen is dit lang niet voldoende. Een brede aanpak door VNO/NCW met MKB-Nederland met input vanuit de NVBA zou deze bewustwording op gang moeten brengen.Welke topondernemer op het niveau van de orkaan Gilbert zou deze belangrijke kar willen trekken? Ik doe bij deze een oproep aan onze staatssecretaris Rick van der Ploeg om eens met zijn collega van economi sche zaken te brainstormen over welke (oud)ondernemer zij willen vragen om dit ontbrekend cultureel erfgoed te bewaken en in overleg met de bedrijven te komen tot - mis schien wel wettelijke - verplichtingen omtrent behoud en gebruik van gese lecteerde bedrijfsarchieven. Zowel bedrijfsleven als overheid zullen hier voor geld beschikbaar moeten stel len.De NVBA - en ik weet zeker ook het DivA bestuur - willen alle onder steuning leveren voor dit initiatief. Ik zie dat helemaal voor me: bedrijven waar bedrijfsarchivarissen de archieven selecteren op bruikbaar heid voor behoud van dit belangrijke culturele erfgoed. De archivarissen hebben in hun opleiding specifiek geleerd hoe te selecteren. De over dracht vindt plaats aan het Nationaal Bedrijven Archief (NBA) in het cen trum van het land. Het NBA kent vele meters papieren archief, maar nog veel meer elektronische archieven. Het probleem van digitale duurzaam heid is dan opgelost door normvoor schriften waaraan men zich wil ver plichten m.b.t. de standaards. In het NBA zet men zich in om alle vormen van archieven via Internet beschik baar te stellen voor onderzoek. Verenigingen, studiegroepen en instellingen verwant aan de bedrijven hebben hun weg gevonden naar de NBA. Grote groepen mensen komen langs om corporele documenten te bewonderen en een pronkkamer geeft een historisch overzicht van de NVBA waar ook hun archieven naast elektro nisch, fysiek beschikbaar blijven. Dit moet toch binnen 10 jaar te realiseren zijn; dan kan ik als 70-jarige aanwezig zijn bij de officiële opening van het NBA. Werf dit jaar veel nieuwe leden voor onze vereniging, dat is van grote invloed op het verwezenlijken van deze droom. 47 Als er één pleitbezorger is geweest in Nederland van het nut van de eenheid van de documentaire informatie, dan is dat zeker Marcel Johan Dreese geweest. Hoewel in zijn actieve periode steeds geassocieerd met Unilever en de NVBA, was Dreese echter op meerdere terreinen actief. Zijn belangrijkste bijdrage tot de ontwikkeling van de bedrijfsar- chivistiek is nog steeds de formulering van de archiefordening op basis van de samenhang tussen de onderdelen van de bedrijfsfunctie, de zogenaamde functionele archiefordening. Werkkring NDK en NVBA Normalisatie en classificatie Docent 1 archievenblad maart 2000 Afscheid Harry Strijkers De millenniumbug is achterwege gebleven. Velen hebben opgelucht gereageerd. Anderen vragen zich af of wij bij de neus genomen zijn door computerdeskundigen. Is het belangrijk om hierop een antwoord te krijgen? Met man en macht is gewerkt om computersystemen aan te passen op 1- a-00. Veel software en hardware is vervan gen door nieuwe beproefde systemen. Nederland gaat met goed vertrouwen en volledig geactualiseerd de nieuwe eeuw in. Kunnen wij archivarissen nog iets leren van deze aanpak? Hoe zou in 2010 met het bedrijfsarchief worden omgegaan? Arie Otten, voorzitter NVBA maart 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 23