«te «te KVAN nieuws Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland Gezocht: archieven voor de Geschiedenisdagen Op vrijdag 17 en zaterdag 18 novem ber 2000 worden voor het eerst in Nederland de Geschiedenisdagen georgani seerd. Het thema is 'Nederland in de kolo niën, de koloniën in Nederland'. Als toepas selijke locatie is gekozen het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam. Per dag kunnen ongeveer 500 mensen deelne men. In de organisatie participeren naast de KVAN het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, het Nederlands Centrum Volkscultuur, het Historisch Platform, de Nederlandse Museum Vereniging en de Vereniging van Geschiedenisleraren in Nederland. Bij gebleken succes wordt gepro beerd van dit evenement een jaarlijkse gebeurtenis te maken. De vrijdag is vooral bedoeld voor de achter ban van de deelnemende organisaties. Omdat niet eerder zo'n evenement is gehou den, moet de gelegenheid te baat worden genomen om met elkaar kennis te maken. Via platforms, forums, discussies en presen taties van voorbeeldprojecten (waar moge lijk rond het thema) kunnen de mogelijkhe den tot samenwerking worden verkend. Op zaterdag wordt het algemene historisch geïnteresseerde publiek verwacht. Hier kun nen de verschillende organisaties laten zien wat zij op het terrein van het thema te bie den hebben. De KVAN wil alle archiefdien sten in de gelegenheid stellen projecten aan te melden die tijdens de Geschiedenisdagen kunnen worden gepresenteerd. Zij moeten uiteraard iets te maken hebben met het thema. Daarnaast moeten zij bij voorkeur een interdisciplinair karakter dragen. De bedoeling is immers om aan collega's uit de archiefwereld en uit andere organisaties dui delijk te maken wat de meerwaarde van samenwerking kan zijn. Suggesties voor pre sentaties, in welke vorm dan ook, kunnen worden gemeld bij het bureau van de KVAN. Verslag Stichting Tehuis voor Archiefambtenaren (Morren- stichting) over 1998 Het gebruik van de faciliteiten van de Morrenstichting door de archivaris sen is ten opzichte van 1997 enigszins Doelgroepen ter discussie op CANNet studiedag Op 27 oktober 1999 is op de jaarlijk se CANNet-studiedag van gedachten gewisseld over de huidige en eventueel toekomstige doelgroepen van categoriale instellingen. De cultuurnota van staatsse cretaris Van der Ploeg over de participatie van jongeren (leerlingen) en minderhe den met andere culturele achtergronden was daarbij natuurlijk mede - impliciet - aan de orde. Maar ook thema's als de platformfunctie, die CANNet-instellin- gen meer in het algemeen vervullen op hun specifieke terrein (de architectuur, de sociale geschiedenis, het kloosterwe zen, de maritieme historie, de vrouwen beweging, de genealogie etc.), de (on)wenselijkheid van financiële contra prestaties voor (welke?) vormen van dienstverlening en de wijze van benade ring van de diverse doelgroepen stonden in de discussies centraal. Daarnaast ver zorgde het NAi een diapresentatie over de Nederlandse architectuurgeschiedenis en een rondleiding door het gebouw. In de debatten over de bovengenoemde thema's beet een panel steeds het spits af en de leden daarvan (de heren A.J. Lever, E. van Huis, R. Hol, J. Kloosterman en B. Sliggers) deden dat met verve. Over de vraag in hoeverre een instelling zich wat betreft haar specifieke aandachtsgebied ook in het publieke debat moet mengen bestond allerminst eenstemmigheid. Wat betreft de financiële contra-prestaties door bezoekers was er meer eensgezind heid. De basis-dienstverlening moet gra tis blijven, de teller mag moet pas gaan tikken bij specifieke vormen van dienst verlening; de subsidiegevende instanties hebbben echter veel te grote verwachtin gen van de daarmee te genereren inkom sten. Over de doelgroepen werd geconstateerd, dat veel CANNet instellingen hun ont sluitingsapparaat hebben afgesteld op hun specifieke (meest hoogopgeleide) doelgroepen. Er is een hele Vertaalslag' nodig voordat zij dat op een breed publiek hebben toegesneden. Dat kost tijd. En tijd bleek ook de belangrijkste factor in het debat over de "nieuwe' doel groepen. Zeker waar het gaat om minder heden (immigranten) met andere cultu rele achtergronden kunnen we op korte termijn geen grote toeloop naar het archiefwezen verwachten. Of, zoals Lever het verwoordde: "de eerste generatie heeft wel wat anders aan het hoofd"; dat gold omgekeerd ook voor Nederlandse emigranten in Australië of Amerika. Pas hun (klein)kinderen gaan op zoek naar hun roots en vinden dan de weg naar archiefinstellingen. Maar dat betekent niet dat we een afwachtende houding kunnen aannemen. De multiculturele samenleving dient in de archieven van die samenleving haar weerspiegeling te vinden. Maar de vruchten van inspan ningen in dit opzicht kunnen pas op de lange termijn geplukt worden. 42 I Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland KVAN nieuws gedaald. In totaal werden 335 overnachtingen in het Parkhotel Den Haag en in Scheveningen en Kijkduin geboekt. De kosten van het verblijf van de redactie JANUS in Nederland en het verblijf van de buitenlandse gasten ter gelegenheid van de her opening van het Koninklijk Huisarchief heeft de Morrenstich ting voor haar rekening genomen, evenals die van het verblijf ten behoeve van een wetenschappelijk onderzoek naar Midden-Java. Het kapitaal van het Fonds Over- voorde maakt testamentair deel uit van het vermogen van de Morrenstichting. De doelstelling van het fonds spoort in grote lij nen met die van de Morrenstich ting met dien verstande dat de kring van belanghebbenden zich beperkt tot archiefambtenaren woonachtig in de gemeenten Dordrecht en Leiden. De opbrengst van het fonds Over- voorde van 1997 is in 1998 uitge keerd aan het Gemeentearchief van Dordrecht, dat het geld gebruikte voor de presentatie van de 'Geschiedenis van Dordrecht, deel 2' op 24 oktober 1998. Archivarissen die in Den Haag willen verblijven en die aan de voorwaarden van de stichting vol doen, kunnen op kosten van de Morrenstichting logeren in twee hotels in Den Haag. Een aanmeldingsformulier kunt u aanvragen bij het bureau van de KVAN of bij de Morren Stichting. Lezing Frieda van Diepen over het Project Herziening Archiefbestel "de tijd van de kleine kruidenier op de hoek is voorbij" Mevrouw Van Diepen werkt sinds mei 1999 aan een advies over de herziening van het archiefbestel. Het rapport zal in maart 2000 worden aangeboden aan de staatssecretaris. In de afgelopen maanden heeft zij met velen gesprekken gevoerd. Het is haar opgevallen dat archiefmensen grote bereidheid hebben om mee te denken, betrokken zijn en een positieve houding hebben. Zij was een relatieve buiten staander. In haar vroegere functie van gedepu teerde in de provincie Noord-Holland had zij weinig contact met de archiefwereld. Discussie en overleg bevorderen en draag vlak creëren voor een ander archiefbestel. Opvallend is dat de documentaire informa tievoorziening niet betrokken was bij haar onderzoek. Beleidsvoornemens formuleren voor de komende vier jaar. Instrumentarium aangeven voor het realise ren van beleid. Overheden stimuleren om actief aan nieuw beleid mee te werken. Van Diepen benaderde vooral de provincies. Alle provincies zijn bezig met integratie van cultureel erfgoed op het terrein van archeo logie en monumentenzorg. Van Diepen wilde dat zij ook een commitment uitspra ken ten aanzien van archieven. Dat is gelukt. Het Interprovinciaal Overleg heeft haar aan bevelingen goedgekeurd en opgenomen in cultuurconvenanten. Contacten leggen met aanverwante instel lingen ten behoeve van samenwerking. Feit is dat andere instellingen, met name op het terrein van musea, monumentenzorg, archeologie, met dezelfde dingen bezig zijn. Mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van educatie en digitalisering zijn aanwezig, maar een organisatorisch kader ontbreekt. Wensen van gebruikers in beeld brengen. Tot nu toe is men aanbodgericht geweest. Er moet meer geluisterd worden naar gebrui kers. Kansen aan de gebruikerszijde moeten in kaart worden gebracht. Bijvoorbeeld bij de basisvorming en het voortgezet onderwijs, die deze moeten ook weer niet overschat worden. Een goede voorbereiding is noodza kelijk. Onderzoek in archieven vraagt veel begeleiding en kost tijd. De protesten van leerlingen tegen te zware belasting van het studiehuis zijn een teken aan de wand. Bij gebruikers was opvallend dat velen de klein schaligheid en het persoonlijk contact in een archief als positief beoordelen. Van Diepen: "De tijd van de kleine kruidenier op de hoek is echter voorbij, wij werken toe naar een supermarkt". Exploitatie van de collecties moet een zwaar der accent krijgen. Dit betekent voortzetting van het huidige beleid van schaalvergroting en samenwerking. Het is van belang niet alleen aandacht te geven aan de grote instel lingen, maar ook op de kleintjes te letten. Verantwoordelijkheid van rijk, provincie en gemeente duidelijk maken. In de toekomst kan wellicht gedacht worden aan een schei ding tussen eigendom en beheer voor cultu reel erfgoed, waarbij wel kwaliteitseisen moeten worden vastgesteld. De gemeen schappelijke regeling gecreëerd na fusies van gemeente- en rijksarchieven, acht Van Diepen "een onding en een belemmering". Nader juridisch onderzoek naar andere oplossingen is noodzakelijk. Voortzetten van digitalisering. Bewerkstelligen van een cultuuromslag. Verandering van het archiefbestel vergt een cultuuromslag. Andere vaardigheden zijn nodig, met name op het gebied van marke ting en PR. Dit vereist her-, na- en bijscho ling. Al werkende moet een nieuwe structuur groeien. Dit zal zijn neerslag hebben in wet geving (kwaliteitseisen, ruimte voor maat werk, flexibiliteit). Nu is de Archiefwet geen stimulans, maar ook geen belemmering. 43 Hp De heer drs. C. Van *t Veen is per 1 april 1998 afgetreden als voorzitter/regent van het College van regenten in verband met zijn vertrek als directeur Cultureel Erfgoed van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Hiervoor in de plaats is toegetreden de nieuw benoemde direc teur Cultureel Erfgoed, de heer drs. R.J.M. van Hengstum. De samenstelling van het College van Regenten was per 31 decem ber 1998 als volgt: drs. Ph.C.B. Maar- schalkerweerd (voorzitter/regent); dr. M.W. van Boven (regent) en drs. R.J.M. van Hengstum (regent). 1 archievenblad maart 2000 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer J.N. Hanemaaijer (administrateur), Leeuwerik 47, 2295 PE Kwintsheul, tel. (0174) 29 58 06 (na 18.00 uur). Hp Mevrouw van Diepen sprak tijdens de extra leden vergadering op 23 december 1999. Zij vroeg zich af hoe haar voordracht tussen rondvraag en borrel eruit zou moeten zien. Een serieus verhaal of "a la Prins Claus de vraag voorleggen: wilt u mij nog horen of zullen we naar de borrel gaan?..." Wat was de opdracht? De aanbevelingen: maart 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 21