Double-Up. verdraaid handig van Magista!
Archievenblad
grafie alles te raadplegen en te gebruiken.
Het is daarom jammer dat in dit boek een
verantwoording van het gebruikte archief
materiaal ontbreekt, maar hierbij moet
men bedenken dat dit een publicatie is en
het materiaal voor het oorspronkelijke
proefschrift wellicht voor een deel niet is
uitgegeven. Daarom beperk ik mij tot de
vaststelling dat met deze omvangrijke en
gedegen - maar ook erg gedetailleerde en
wat brokkelig overkomende - studie over
het regeringsbeleid het laatste woord
over het Nederlandse engagement ten
aanzien van zijn stamverwante broeders
nog lang niet is gezegd: van de Kerken en
van taalculturele organen als het Alge
meen Nederlands Verbond (ANV) haalt
De Boer slechts publicaties aan. De kerk
historische en de cultuurhistorische bena
dering liggen nog volledig braak, en dat
terwijl de naoorlogse archieven van de
kerken alom in den lande bewaard zijn
gebleven. Voor het cultuurhistorische
aspect, bijvoorbeeld de vraag in hoeverre
Nederlandse en Zuidafrikaanse schrijvers
zich met elkaar verwant hebben gevoeld
en de receptie van het - ondanks alles on
derschatte - Afrikaanse werk van dissiden
ten als Breyten Breytenbach, zijn daar
archieven van de Maatschappij voor
Nederlandse Letterkunde in de UB
Leiden, van het ANV in het Archief en
Museum voor het Vlaams Cultuurleven in
Antwerpen, en het Letterkundig Museum
in Den Haag.
Wat echter meer zorg baart is de te ver
wachten volledigheid van het bronnen
materiaal dat wel binnen De Boers werk
terrein valt. Een voorbeeld: op p. 258-259
is sprake van een (volgens de schrijver
ongewenste) samenwerking tussen de
Nederlandse Inlichtingendienst Buiten
land (IDB) en de Zuidafrikaanse inlichtin
gendiensten van Vorster c.s. Dit feit kan in
de toekomst een onderwerp van nader
onderzoek zijn. Maar zoals bekend heb
ben de lotgevallen van het IDB-archief tot
een parlementair-politiek schandaal
geleid en is het twijfelachtig of de details
over deze vorm van collaboratie ooit
boven tafel komen. Maar ook andere
archiefstukken vallen op dit moment nog
onder niet overgedragen bestanddelen
die onderwerp zijn van het nog lopende
PIVOT-onderzoek. Het mag natuurlijk
nooit gebeuren dat archiefstukken, die
ooit onder ogen van een onderzoeker zijn
geweest, straks op grond van een vastge
stelde selectie lijst verdwijnen.
Men kan met dit voorbeeld voor ogen in
ieder geval proberen zijn normen op het
gebied van archiefselectie nader te moti
veren. Ik doe een poging dit aan de hand
van enkele voorbeelden uit dit boek
nader uit te werken.
Het overheidshandelen ten aanzien van
het apartheidsbeleid bestaat, voorzover
uit het proefschrift kan worden opge
maakt, globaal uit
het al dan niet instemmen van resolu
ties en andere besluiten van internatio
nale verdragsorganisaties of het open
baar maken van Nederlandse standpun
ten: in dit geval wordt uitvoerig inge
gaan op VN-resoluties, waaraan Neder
land herhaalde malen zijn stem heeft
onthouden.
het nemen van diplomatieke stappen
om de Zuidafrikaanse regering tot ande
re gedachten te brengen
beslissingen ten aanzien van wapenem-
bargos en de uitvoer van apparatuur
voor kernenergie naar Zuid-Afrika,
waaraan door De Boer aparte hoofd
stukken zijn gewijd.
Met name het laatste punt vergt enige
toelichting. Kunnen de eerste twee pun
ten betrekking hebben op voorbereiding
van beleid, het laatste heeft te maken met
de toepassing van reeds vastgestelde
regels met betrekking tot strategische
goederen in het kader van de In- en uit
voerwet en het exportkrediet. Verant
woordelijk hiervoor zijn de ministeries
van Economische Zaken en Financiën. Nu
vermeldt De Boer niet hoe beleidsbesliss
ingen tot 'een selectief wapenembargo'
naar Zuid-Afrika administratief worden
uitgewerkt en welke regels daarbij wor
den toegepast: Citaten van AMVB's en
regelingen in Staatsblad en Staatscourant
ontbreken op zijn literatuurlijst. Dat is
begrijpelijk, omdat zijn onderzoek opinies
en motivaties betreft. Daarnaast bestaat er
al een monografie over het Nederlands
wapenexportbeleid, namelijk dat van K.
Colijn en P. Rusman over de jaren 1963-
1988 ('s-Gravenhage, 1989), waarnaar De
Boer verwijst. Deze monografie is het
gevolg van een door het Instituut
Clingendael geïnspireerde studie over ver
zoeken om leveranties van marinemateri
aal, onder meer aan Indonesië en Taiwan,
die andere gevallen van 'binnenlandise-
ring' kan aantonen. Mede daaruit kan men
opmaken dat de beleidsbeslissingen wor
den genomen bij elke individuele aanvra
ge om wapens te mogen exporteren; "Het
Nederlandse wapenexportbeleid is in de
kern een vergunningenbeleid", stelt
Colijn dan ook in zijn aandeel van het
proefschrift op p 49 vast, waarin een uit
voerig institutioneel onderzoek en een
analyse van de producten is opgenomen.
In alle gevallen moest in de jaren '60 bij
elke beslissing ten aanzien van Zuid-
Afrika worden afgewogen of bepaalde
wapens werden gebruikt om de binnen
landse bevolking te onderdrukken. Onder
dit embargo kwamen uiteindelijk ook
orders van de rederij Verolme te staan
voor leveringen van marinematerieel,
zoals onderzeeboten. Deze in toenemen
de mate omstreden leveranties werden
onderwerp van heftige politieke debat
ten. Deze casuïstiek leert ons dat er ook
op beschikkingsniveau bij de uitvoering
van vastgestelde regelingen 'beleid' kan
worden vastgesteld, althans belangrijke
overheidshandelingen kunnen worden
betrapt.
Proefschriften als dat van De Boer kun
nen dus, wanneer zij op een bepaalde
manier gelezen worden, antwoord geven
op de vraag of er op het gebied van toe
passing van regels, grofweg genoemd 'uit
voering', geen procedures plaatsvinden
die politieke consequenties kunnen heb
ben. In het geval van wapenembargo's,
die plaatsvinden op een vrij laag beslis
singsniveau, kan dit wel degelijk het geval
zijn. Een door het Internet gestuurde blik
in de Centrale Catalogus van onze weten
schappelijke bibliotheken kan ons daar
van verder overtuigen. Het is voor het
driehoeksoverleg bij de vaststelling selec
tielijsten van belang dat in ieder geval de
vertegenwoordiger van de archiefdienst
op de hoogte is van de stand van het his
torisch onderzoek naar het beleidsterrein
waarvan de gegevens moeten worden
geselecteerd.
40 Archievenblad
December 1999
Jan Bervoets,
medewerker Onderzoek Selectie Toezicht en Advies van het
Algemeen Rijksarchief en verbonden aan verschillende project
teams van PIVOT.
De Double-Up is het systeem voor de toe
komst. Dit systeem is de ideale oplossing voor
flexibele werkplekken en voor afdelings
archieven. Met de Double-Up van Magista
wordt er een fraaiere en meer centrale berging
gecreëerd voor al uw dossiers. Bovendien
bespaart u met de Double-Up op uw vloer
oppervlak:
3 Double-Ups vervangen 6 jaloezie- of
draaideurkasten 50% minder m'
1 Double up vervangt 4 maal een 4 laden-
kast - de besparing loopt op tot 80%!
De Double-Up wordt met tal van interieurs
geleverd en in tal van kleuren, zodat de kast
precies is af te stemmen op uw behoeften en
het andere meubulair van uw kantoor
inrichting.
Meer weten?
Vul dan de bon in.
Ja, ik wil meer weten over
Magista's oplossingen
Bel mij voor een afspraak
Stuur mij informatie over:
Double-Up
Archiefinrichtingen
Kantoorinrichtingen
Naam
t.a.v.
Adres-
Postcode-
Plaats
Telefoon-
C€ Gr** Magista B.V. Oosteinde 6, Postbus 1NL-9300 AA Roden Tel. 0031/50-5025500, Fax 0031/50-5025505 www.magista.nl, E-mail: magista@magista.nl
O