Aangeboden: veranderinqsmanaqer met opleiding Max Beekhuis aaat commercieel 1= Interview r\ Archievenblad Interview Archievenblad 20 Archievenblad Vanaf november moet het openbaar archiefwezen het zonder Max Beekhuis stellen. Als een van de weinigen zette hij de stap om bij de commerciëlen te gaan werken. Hoe kijkt hij terug op zijn carrière als veranderings manager, op de reorganisaties binnen het ARA en waarom deze stap? Beekhuis over de cultuur binnen het archiefwezen en de archivistiek. Nog een keer: een - gratis - advies! helder doel. Sindsdien ben ik eigenlijk bezig met de verandering van de organisatie van aanbod- naar vraaggericht. Vandaar dat ik wel als veranderings- manager wordt gezien. En zo zie ik mezelf ook." Buffels of regenwulpen "Doelen moeten helder zijn, evenals de bijdrage van de medewerkers aan het realiseren daarvan. Iedere medewerker moet op het leveren van die bijdrage worden aangesproken. Vergelijk een organisatie maar eens met een kudde buffels. Als je die blind wilt maken moet je de voorste buffel doodschieten, want dat is de enige die weet welke kant hij op wil. Maar dat is toch niet de manier om een organisatie te leiden, dat moet meer zoals een vlucht regenwulpen de weg vindt. Iedere regenwulp weet welke kant die op moet. Dat is dan wel de meest optimale organisa tie en die bestaat helaas niet. De 'neuzen zoveel mogelijk in dezelfde richting' is al heel wat. Er is altijd sprake van hiërarchie en verschillende ver antwoordelijkheden, twee uitersten waartussen je moet laveren. In de laatste reorganisatie van het Algemeen Rijksarchief kon ik met de steun van de toenmali ge directeur Jan Boomgaard en van de andere leden van het MT een deel van mijn ideeën kwijt, Ik was de woordvoerder naar de medewerkers toe. Een hele leuke tijd." Normen en waarden "De afgelopen 10 jaar volgde de ene reorganisatie de andere in korte tijd op. Dat was onvermijde lijk. Om te beginnen bestond hij al vanaf 1928 en heerste er een cultuur van weinig en slecht lei ding geven. Daar waren de leidinggevenden ook niet voor opgeleid en niet op geselecteerd. De medewerkers beschouwden hun eigen normen en waarden als die van het bedrijf. Met name daarin bracht de reorganisatie van 1994/95 veran dering: nieuwe leidinggevenden gingen het gevecht aan met de medewerkers over het nieu we normen-en-waardenpatroon. Al vanaf 1989 "Archiveren, dat is gewoon papieren op volgorde zetten. Archivistiek is dan ook een kunde, geen wetenschap. Kijk maar naar het onderzoekspro gramma van Eric Ketelaar, daar komt het woord archivistiek nauwelijks in voor. Ketelaar bemoeit zich met 'de context van de administratieve neer slag' en dan doe je aan organisatiekunde, be stuurskunde en dergelijke, en dat is volgens hem dan archivistiek. Daar kan ik mee leven." Opgeleide leidinggevende "In 1988 werkte ik bij Willem Goelema. Van hem moest ik naar Leiden om geschiedenis te stude ren en dat deed ik van '88 tot '90. Om verder te komen was een doctoraal wel het minste. Al met al draaide het bijna uit op een studie 'bestuurs kunde'. In 1991 ging ik voor het PIVOT project werken en volgde daarvoor een zeven weken durende, peperdure cursus 'management in het bedrijfsleven' in Noordwijk. Zodoende ben ik eigenlijk een van de weinige opgeleide leidingge venden in de gehele Rijksarchiefdienst. Het archiefwezen, in het bijzonder de Rijks archiefdienst, was sterk gericht op het depot. Ketelaar is begonnen met het vraaggericht maken van de organisatie. Hij zei in 1989 als eerste hard op dat de RAD er voor de burger is. Dat was een November 1999 ok me/Kev/ Den/-/we] /s Mgeioej \?t} Je ffipwsKÏe zyn was er gepraat over reorganisatie en er was te veel tijd verstreken met de invoering ervan. Die eerste ronde werden nogal wat compromissen gesloten om zoveel mogelijk medewerkers bin nen boord te houden. In 94/95 moest er binnen een paar maanden tijd iets gebeuren waar zes jaar over was gepraat. Nadat het MT een nieuwe iden titeit had vastgesteld, bleek de erbij horende structuur niet aanwezig. Gezien het compromis karakter van de eerste reorganisatie was een tweede onvermijdelijk. Deze verliep sneller, bin nen een periode van twee jaar. Het hele MT was de breker, maar ik was de woordvoerder in mijn functie als projectleider reorganisatie. Ik ging er het hardste tegenaan, het liefste waar iedereen bij zat om te tonen dat we het meenden. Ik vraag mensen alleen dingen die ze kunnen, dat motiveert omdat ze dan naar hun werk gaan in de wetenschap dat ze daar dingen doen die ze leuk vinden en kunnen. Als ze niets kunnen dan is het beter dat ze vertrekken. In het archiefwezen was het toch zo, dat wie inventarisator was, dat ook tot zijn pensioen bleef. Wie dat wil doorbreken, krijgt dus al gauw de naam van veranderingsmanager." Bereikte doelstellingen en missie "De reorganisatie van het ARA heeft wel het een en ander opgeleverd. Wat betreft de verbetering van de dienstverlening waren de ontevreden klanten in de studiezaal een goede stimulans. Het doel:'geen ontevreden klanten', heb ik nog niet bereikt voor mijn vertrek. Wel is er nu één studie zaal waar alle bronnen worden aangeboden, of we ze nu hebben of niet; die makelaarsfunctie wilde ik realiseren. Het streven is een virtuele stu diezaal in samenhang met het concept van volle dige zelfbediening; de 'brug van brein naar bron' zoals Ketelaar het noemt, is al geïnstrumentali- seerd. De 'back-office' is zoveel mogelijk naar voren georganiseerd. Wat betreft de acquisitie wachten we niet totdat de archieven worden overgedragen. We constateren een vraag en moe ten er voor zorgen dat het antwoord wordt 'inge kocht' bij de administratie. Een vraaggestuurde acquisitie dus. Door de reorganisatie kreeg het ARA een positiever, scherper, eenduidiger profiel; het veelkoppig monster van vier of vijf afdelingen is verdwenen. Verder zijn we voor de overheids administratie de afgelopen tien jaar een heel betrouwbare partner gebleken. Intern wordt er zakelijker gedacht en gehandeld. Er is een duidelijker besef van de bestaansreden van de organisatie, namelijk de klant helpen. Een negatief punt vind ik de geringe aandacht voor de relatie met de universiteiten. Dat is een mooie taak voor het nieuwe hoofd publieksdiensten. Ook moet het ARA meer aandacht geven aan digi tale archieven wil het een centrum worden van de digitale ontwikkeling. De vestiging van een onderzoeksexpertisecentrum is een eerste stap." 3^ if November 1999 Archievenblad 21 Door Nicoline J. Ekama van Dorsten en Laurens Priester De in Arnhem geboren Max Beekhuis is nu 44 jaar. Omdat hij geen idee had wat hij na de middelbare school zou gaan doen, werd het vakken vullen bij Albert Heijn. Na zeven maanden was de lol daar wel af en wilde hij wel gaan stu deren. MO geschiedenis gevolgd door MO wiskunde, een studie die hij niet zou afmaken. Zijn eerste kennismaking met het archiefwezen was bij het Gemeentearchief Nijmegen, waar hij bij Jan Buylinckx (nu streekarchivaris in Bomme- lerwaard) per 1 september 1 980 aan een stage voor middelbaar archiefambtenaar begon. Een sollicitatie naar een betaalde stage bij de Algemene Rijksarchivaris Ribberink werd afgewezen: Beekhuis sprak geen Frans, hetgeen blijkbaar voorwaar de was voor een stageplaats bij het Algemeen Rijksarchief. In augustus 19 81 startte Beekhuis zijn carrière in het archiefwezen. Zijn eerste baan was inspecteur bij het Rijksarchief in Zuid-Holland. Daarna ging het in rap tempo omhoog: onder Willem Goelema bij de Rijksarchief inspectie; vanaf 1 98 9 staf medewerker bij Eric Ketelaar; daarna projectleider PIVOT met Roelof Hol en vervolgens hoofd dienstverlening bij het ARA. Zijn meest recente functie bekleedde hij maar kort: afgelopen januari werd Beekhuis benoemd als lid van het Directieteam RAD, waar hij belast was met de landelij ke projecten (ABS-Arclleion; Gen-Lias; digitaal depot). 6 BRf)NDHWDeNl j" V aepi vot£een.& t RUS li ui BOB SBB S BB IBS BBS SB "Ik wil toch nog even reage ren op de reactie van Maarten van Driel op een vorig interview. Hij deed dat in het Archievenblad van maart en het ging over het concept van volledige zelf bediening, waarvan ik zei dat de klassieke manier van ontsluiting per archief niet meer past. De klanten vragen om een thematische ontslui ting, vandaar de POP-gids; de Japangids is er gekomen omdat er een koopkrachtige vraag was naar alles over Japan. Dat gaat dwars door archieven heen. Het gaat om een pertinentiebeginsel in logische zin, niet in fysieke zin. Ik denk dat Van Driel het fysieke en logische door elkaar haalt: fysiek laat je alles staan, logisch kun je eindeloos thematisch ont sluiten. Je moet ook niet bang zijn om stukken over te slaan. Met 5% van het bestand (archiefblokken) kan ik 95% van alle vragen beantwoorden. Binnen die 5% wijs ik de archiefstukken aan, waarmee die 95% van de vragen wordt beantwoord. Elke archivaris die zijn klan ten en zijn depot goed kent, kan dat. Die getalsver houding klopt bij iedereen." Algemeen Rijksarchief Door de reorganisatie nu een sterker, positiever en eenduidiger profiel

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 10