IB Kwaliteitszorg archiev Kwaliteitszorg Archievenblad Kwaliteitszorg Archievenblad Over welke eigenschappen moet de archivaris van vandaag beschikken om zijn professionele belangen in contact met anderen en andere disciplines optimaal te behartigen? Zijn aanpassingsvermogen wordt op de proef gesteld, hij funktioneert in breder verband en zijn positie is allerminst onomstreden. Welke nieuwe 'uit dagingen' moeten een plek in een nieuw functieprofiel krijgen en wie gaan daaraan voldoen? medewerker zijn vaktechnische en communica tieve mogelijkheden optimaal kan en wil benut ten, en dat de klant zijn wensen en klachten aan geeft in het vertrouwen dat er adequaat op gere ageerd wordt. Naast een heldere klachtenproce dure vormen duidelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden het fundament voor de mede werkers om klachten zelfstandig af te handelen. De visie dat elke klacht een advies is, is de basis van het klachtenbeleid; het biedt met andere woorden een kans om de professionele en per soonlijke ontwikkeling van de medewerkers te stimuleren en in het verlengde daarvan de dienst verlening beter in te richten. De klant moet het gevoel krijgen dat hij serieus wordt genomen en dat er een relatie met hem wordt onderhouden.2 Ook als er nooit geklaagd wordt, dan is het de vraag of daarvoor geen enkele aanleiding bestaat. Wellicht behandelen medewerkers bezoekers dermate afwijzend of ongeïnteresseerd, dat klan ten eenvoudigweg niet (meer) klagen. Ameri kaans onderzoek heeft aangetoond dat consu menten bij een negatieve aankoopervaring gemiddeld 22 personen hiervan op de hoogte stellen, terwijl een positieve ervaring gemiddeld slechts 8 maal wordt vermeld. Daarbij is sprake van een progressieve werking: de ontevredenheid spreidt zich als een olievlek uit.3 Archiefdiensten zijn dan wel geen commerciële bedrijven, maar toch... Relatie in plaats van product Uit de genoemde artikelen in het Archievenblad blijkt dat archiefmedewerkers eerder geneigd zijn om een product te leveren dan om een relatie te onderhouden. Onvolkomenheden in de dienstver lening bieden een kans om deze te verbeteren; een klacht is dan ook geen persoonlijke aanval. De archivaris moet uitstralen dat zijn medewer kers fouten mogen maken, maar mag ook ver wachten dat zij daarvan leren om hun persoonlij ke kwaliteit te verbeteren. Het is dan ook van groot belang dat de archivaris zijn medewerkers Vanaf april 1999 verschijnen in het Archievenblad artikelen over de kwaliteit van de dienstverlening in de studiezalen van archiefdiensten. Hierin valt op dat de archiefmedewerker gewend is om voor al productgericht te denken. De intrinsieke infor- matiewaarde van (archiefbronnen is echter veel minder van belang dan de klantwaarde van in-for- matiebronnen. Welke sturende rol heeft de archiva ris nu om de klantgerichtheid (en daarmee de kwaliteit) van zijn dienst op een hoger peil te bren gen? Een klantvriendelijke houding gaat beslist verder dan een glimlach om de mond. Het gaat om een grondhouding, bepaald door kwetsbaar heid. Klacht als gratis advies Om de kwaliteit van de dienstverlening te verho gen moet je klachten effectief behandelen. De wijze waarop dit gebeurt bepaalt mede de beeld vorming van de klant omtrent de kwaliteit van een organisatie. Omdat de archivaris verantwoor delijk is voor de kwaliteit van de te leveren pro ducten van zijn dienst, moet hij zijn medewerkers kunnen coachen op het gebied van de klantbena dering. De archivaris weet te bereiken dat de ruimte geeft om klachten bespreekbaar maken. Zo ontstaat er een voedingsbodem voor een dis cussie over knelpunten en hoe deze te verbete ren en een wederzijdse stimulans om oplossingen te realiseren. Periodieke bespreking van de kwali teit van de dienstverlening tijdens (werk)overleg is eigenlijk een must. Dit brengt niet alleen de dienstverlening in de studiezaal op een hoger plan, maar verschaft de archivaris tevens be trouwbare informatie om zijn beleid beter vorm te geven. Hij kan in gezamenlijk overleg werkwij zen en -methoden heroverwegen en desgewenst wijzigen of aanpassen. Coaching van de mede werkers in deze zin geeft hun het vertrouwen dat meedenken vanuit de klant niet nodeloos geschiedt, maar dat zijzelf de kwaliteit van de dienstverlening (dus hun eigen werk) positief kunnen beïnvloeden. Dit resulteert niet slechts in een betere klantbenadering, maar het verhoogt tevens de persoonlijke effectiviteit van de mede werkers, wat hun meer zelfrespect oplevert4. Dat professionele trainingen de archivaris en zijn medewerkers bij dit alles kunnen ondersteunen staat buiten kijf. Veel archiefdiensten beschikken over een potentieel 'klachtenpanel' in de vorm van gebruikerskringen en vriendenverenigingen: nodig hen (volgens de agenda) uit om kri tisch mee te denken en feedback te geven op de kwaliteit van de dienstverlening. Gezien de snelle (technologische) ontwikke lingen op het gebied van (commerciële) klantbenadering - en daarmee van het ver wachtingspatroon van het publiek - kan de archivaris met deze managementinformatie zijn voordeel doen. Het betekent voor hem vooral veranderingsmanagement, met ande re woorden inspelen op de steeds verande rende omgeving en zijn medewerkers hierin op een positieve manier laten participeren. Klantconcept en interne klant De ontwikkelingen op het terrein van informatie technologie en commerciële dienstverlening gedurende het laatste decennium hebben hun invloed op burger en overheid niet gemist. Enerzijds wil de burger bij de levering van pro ducten en diensten snel en goed geholpen wor den. Anderzijds groeit in overheidsland een hou ding van klantgericht - en klantvriendelijk hande len. De overheid is meer op haar omgeving gericht dan lange tijd het geval was. In dit ver band past het gedachtengoed van OL-2000. In het overheidshandelen dienen niet langer producten en diensten, maar de klant centraal te staan.4 Dit klantgerichte denken heeft ook archiefdiensten als onderdeel van de overheid niet onberoerd gelaten. Zo wordt het archiefwezen steeds meer geconfronteerd met een snel wisselende omge ving en vinden er binnen het vakgebied van de documentaire dienstverlening stormachtige ont wikkelingen plaats. Daarbij springen met name die van documentaire informatiesystemen in het oog, die meestal het geautomatiseerd documen- tenbeheer door de hele organisatie kunnen ondersteunen. DIV vervult daarbij een interme diaire rol jegens de interne klant. De wensen kun nen om velerlei redenen per afdeling of sector verschillen en moeten dan ook een belangrijke factor bij de systeeminrichting en gebruikersaf spraken zijn, wil het documentaire informatiesys teem (en daarmee DIV) zichzelf verkopen. Dit alles betekent dat de DIV-er vele gesprekspart ners en belangen met elkaar moet kunnen vereni gen. Dat geldt eens te meer voor verdere (sys teemontwikkelingen; klanten willen graag wor den gehoord en meebeslissen. Regelmatige moni toring is de DIV-er dan ook niet vreemd. Het ver baast daarom niet dat hij over aanzienlijke relatio nele vaardigheden moet beschikken om zijn archivistische boodschap aan de man te brengen. Of om met een reclameslogan te spreken: de boodschap is de verpakking. Vakkennis is mooi meegenomen, maar daarmee alleen redt de DIV- er het niet. Het creëren van draagvlak voor een systeem dat de eindgebruikers als een meerwaar de beschouwen, is dan ook van levensbelang voor DIV DIV als communicatief voorbeeld Wat kan de archivaris hier nu mee? In de eerste plaats bestaat er een toenemende overeenkomst met de DIV-er als het gaat om contacten met de klant. Het serviceniveau van de archiefdienst wordt in toenemende mate afgelezen aan de honorering van diens wensen. De archivaris is het aan zichzelf verplicht om de klanten aan zijn archiefdienst te binden. Een goed relatiebeheer zoals zich dat bij DIV-afdelingen de afgelopen jaren heeft ontwikkeld, kan daarbij als richtlijn gelden. Dit betekent overigens geenszins dat de 12 Archievenblad Oktober 1999 Oktober 1999 Archievenblad 13 Door Cees Heeren* !f'. Onlangs bracht het LOPAI een notitie uit over de gewenste ontwikkeling binnen het archiefwezen: 'Op weg naar een sluitend net van professio neel archiefbeheer'.1 Gezien de technologische, vakinhou delijke en organisatorische ontwikkelingen in en rond het archiefwezen zijn de archiefinspecteurs voor standers van de aanstelling van meer archivarissen. Van de omgevingsfactoren hoef ik slechts het OL 2000- concept (overheidsloket: begin jaren '90 door de overheid bedacht concept hoe de klant vele handelin gen bij een loket kan afhan delen te noemen en u begrijpt dat archiefdiensten en hun omgeving geenszins los staan van elkaar. Opvallend is dat de inspec teurs zich bij de recrutering van archivarissen onomwon den uitspreken voor de toet sing van kandidaten aan een aantal beroepskwalificaties. Vanouds maken die al deel uit van het beroepsprofiel, maar er is ook sprake van nieuwe 'uitdagingen' zoals de inspec teurs deze omschrijven. Een daarvan vormt een adequate toepassing van communicatie ve kennis en vaardigheden. Omgang met bestuurders, klanten, (vaste en vrijwillige) medewerkers, commerciële partners en allerhande des kundigen en adviseurs in andere disciplines vragen heden ten dage inderdaad nogal wat van de archivaris. Zowel relatiemanagement als het flexibel kunnen inspelen op wisselende omstandighe den zijn daarbij van groot Verbetering van de dienstverlening is een voortdurend aandachtspunt. belang. De noodzaak daartoe dient zich echter dwingend aan; de archivaris is tegen woordig niet meer alleen een inhoudelijke deskundige, maar vooral een manager van men sen en dat onder een steeds wisselend organisatorisch en technisch gesternte. Over welke eigenschappen moet de archivaris tegenwoordig beschikken om zijn professio nele belangen in contact met andere(n) (disciplines) opti maal te behartigen? Om op deze vraag een antwoord te kunnen geven is een verken ning van drie deelterreinen onontbeerlijk. In de eerste plaats de archivaris als coach van zijn medewerkers bij hun benadering van externe klan ten: klachtbenadering staat hierbij centraal. Ten tweede de rol van de archivaris in het interne krachtenspel binnen overheidsorganisaties, met daarbij speciale aandacht voor de voorbeeldfunctie van DIV (Documentaire informatie voorziening). Tenslotte de relatie tussen bestuur(ders) en de archivaris. Uit deze verken ning zal blijken dat de archiva ris over goede communicatie ve vaardigheden dient te beschikken om de archivisti sche uitdagingen vandaag de dag aan te kunnen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 6