en de ministeriële regels Juridische Zaken Archievenblad Juridische Zaken Archievenblad ff:,. De kwaliteit van materialen waarop en waarmee archiefstukken worden opgemaakt en de vereisten waaraan archiefruimten en archiefbewaarplaatsen moeten voldoen zijn essentieel voor het behoud van archieven. Deskundigen op dit gebied zijn de provinciale archiefinspecteurs. Al vanaf 1929 zijn zij belast met het toezicht op de bouwkundige kant van archiefbewaarplaatsen. Bij de nieuwe regelgeving over genoemde kwaliteitsei sen speelde de archiefinspectie dan ook een belangrijke rol. Regeling duurzaamheid archiefbescheiden Roze brochure Gebrek aan normen Het is duidelijk dat de gezamenlijke Nederlandse papierhandel kwaliteits eisen maar lastig vindt Geen kleurenfotografie Archiefruimten en -bewaarplaatsen 18 Archievenblad Augustus 1999 Augustus 1999 Archievenblad 19 ia Totstandkoming van twee regelingen Sinds 1 januari 1 996 zijn de artikelen 1 1 en 1 3 van het Archiefbesluit 1 995 van kracht. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap krijgt daarin de opdracht nadere regels vast te stellen voor de kwaliteit van de materialen waarop en waarmee archiefstukken worden opgemaakt en voor de vereisten waaraan archiefruimten en archiefbe waarplaatsen moeten vol doen. Artikel 1 2 geeft de minister de bevoegdheid om nadere regels te stellen voor een normering van de toe gankelijkheid van archiefbe scheiden. Met het opstellen van de eisen voor de duurzaamheid van archiefbescheiden en voor archiefruimten en archiefbewaarplaatsen werd in 1 996 een werkgroep belast, opgericht door de Rijksarchiefdienst. De leden van de werkgroep waren F. Keverling Buisman (voorzit ter), j. Hofman, T.G.A. Steemers en A.j.M. den Teuling. Het Projectbureau digitale duurzaamheid zou zich met de toegankelijkheid bezighouden. Toegankelijkheid, te regelen op grond van artikel 1 2 van het Archiefbesluit, en duur zaamheid, te regelen volgens artikel 1 1. blijken echter wat de digitale vorm van archief stukken betreft, niet of nau welijks van elkaar te schei den of te onderscheiden. Daarom besloot men al snel, dat het besluit te baseren op artikel 1 1 geen artikel zou Door Arnold den Teulin; Voor papier en de meeste andere dragers geldt, dat het wel heel slecht moet zijn, wil het een ter mijn van 1 tot 10 jaar niet overleven. Vandaar dat de Regeling duurzaamheid archiefbescheiden 1999 zich beperkt tot de bescheiden die, ingevol ge selectielijsten, voor blijvende bewaring in aan merking komen. Terecht gaat de wetgever er van uit dat voor stukken met een beperkte bewaarter mijn de gewone zorgplicht voor de archiefbe scheiden voldoende zal zijn. Toch blijft absolute zorgeloosheid misplaatst: sommige thermische papieren zijn zeer slecht en de kwaliteit van de intussen in onbruik geraakte floppy disks op z'n zachtst gezegd dubieus. Formeel beschikken de lagere overheden voor de kwaliteit van informatiedragers en hun ver pakking over een (roze) brochure met als titel 'Normen goede en geordende staat en criteria bewerking code-archieven', verspreid door het Landelijk overleg van provinciale archiefinspec teurs in 1994. Besturen van gemeenten en water schappen kregen hierbij de mededeling, dat het provinciale archieftoezicht de brochure voortaan bij de kwaliteitstoetsing als uitgangspunt zal hanteren. Enige jaren later, bij de invoe ring per 1 januari 1998 van de Algemene wet bestuurs recht, derde tranche, werd de verhouding tussen lagere overheidsorganen en toezichthoudende bestuursorganen geregeld. Ook die tussen provincies enerzijds en gemeen ten en waterschappen anderzijds. Vanaf dat moment hadden deze regels de formele status van beleidsregel, een van de vormen van materië le wetgeving: in principe dienen de overheidsin stellingen zich eraan te houden, maar het provin ciaal bestuur heeft een zekere vrijheid bij de toe passing ervan. Permanent houdbaar papier Eisen en beproevingsmethoden Permanent paper - Socuire NEN 2728 NEN 2728:1992 Het merkteken voor papier dat aan de NEN 2728 voldoet. Kop van het normblad NEN 2728 Permanent houdbaar papier. In 1994 kon de brochure slechts naar één kwaliteits norm voor permanent houd baar papier verwijzen, de NEN 2728. Het enige andere terrein waarop voldoende normering beschikbaar was, is de zwart- wit-fotografie. Tot voor kort moest in de conceptregeling zelfs een plek open blijven voor een norm voor de kwali teit van printers en droogkopieermachines. Wel ontwikkelde het Centraal Laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en weten schap - intussen opgegaan in het Instituut Collectie Nederland - door lopend kennis. Na 1994 legde dit instituut deze vast in een serie kwaliteitseisen voor de verpakking van voor blijvende bewaring bestemde archiefstukken en andere voorwerpen van cultureel belang. Leveranciers van dergelijke verpakkingsmaterialen blijken gemakkelijk op de veranderende vraag van het archiefwezen te kun nen inspelen. Zonder enorme prijsverhoging leveren zij geschikte kwaliteiten dossieromslagen en archiefdozen. 'Zuurvrij' is daarbij al lang niet meer het enige kwaliteitskenmerk. Voor blijvend te bewaren archiefbescheiden is papier is nog steeds de belangrijkste informatie drager. Hier is de situatie complexer. Helaas kan men nog steeds niet in de kantoorboekhandel een pak papier kopen met een merkje - NEN 2728) erop. Zelfs papier dat aan de ISO-norm voor 'permanent paper' voldoet - waarvan de kwaliteit door het ICN en TNO trouwens als onvoldoende wordt beschouwd - is niet te koop. Bij de aanbesteding door overheidsinstellingen is het echter wel mogelijk Zo betaalt het ministe rie van defensie al enkele jaren een concurreren de prijs voor kwalitatief goed papier en TNO controleert de kwaliteit. Het is echter wel duide lijk dat de gezamenlijke Nederlandse papierhan del kwaliteitseisen maar lastig vindt."Als het maar zuurvrij is en niet in de kopieermachine uit elkaar valt, dan is het ook wel voldoende houd baar", is de mening van menige papierverkoper, en: "er zijn ook geen normen voor kopieermachi nes". Beide stellingen zijn apert onjuist. Kopieermachines reageren slecht op zuur en basisch papier en moeten dus uitsluitend wor den bediend met chemisch neutraal papier. Chemische neutraliteit wordt bereikt door te bezuinigen op goede grondstoffen. Men compen seert dat door tot 20% van het volumegewicht calciumcarbonaat (krijt dus) toe te voegen. Het daardoor ontstane gebrek aan vezelsterkte wordt gecompenseerd met niet nader omschreven che mische toevoegingen waarvan de stabiliteit op de lange duur volstrekt onduidelijk is. Dergelijk papier, getest volgens NEN 2728, voldoet niet. De zorgdragers (overheidsorganen dus) dienen dan ook door een certificatieplicht zichzelf en de toe zichthouders ervan te overtuigen dat het gelever de materiaal aan de eisen voldoet. Ook voor kopieerprocédés is er intussen een bruikbare, gepubliceerde en dus in de ontwerp regeling opgenomen ontwerp-ISO-norm van enkele jaren oud; er waren echter al eerder ver scheidene bruikbare testmethoden in omloop. Voor ballpoints was er altijd al een DIN-norm, waar nu een ISO-norm aan is toegevoegd, alsme de een voor roller-ballpennen en de genoemde ontwerp-ISO-norm die betrekking heeft op ande re schrijfmaterialen. Voor zwart-wit-fotografie, met inbegrip dus van de microfilmtechniek, bestaat al een aantal voor de houdbaarheid relevante normen. Daarnaar verwijst de regeling zoveel mogelijk. Voor kleu renfotografie en voor andere chemische procédés bestaan deze niet. Binnen de financiële middelen en vooral ook binnen het beschikbare tijdsbestek waren deze niet te ontwikkelen. Voor blijvend te bewaren archiefstukken is het gebruik van deze technieken dan ook niet toege staan. Voorzover ze in het verleden gebruikt zijn, vallen de producten ervan onder de zorgplicht, onder het hoofdstuk conservering. Er bestaat goede vakliteratuur op het gebied van de houd baarheid van kleurenfoto's, maar daar is geen normering uit te halen. Er zijn grote onderlinge verschillen tussen merken en tussen typen van hetzelfde merk. Hetzelfde geldt voor lichtdruk- procédé's. Gelukkig is het grootschalige gebruik van lichtdruktechniek intussen verleden tijd en werken niet alle moderne plotters en printers, gekoppeld aan digitale tekensystemen, met wateroplosbare inkt uit inkjetprinters. Op deze modernere systemen is de nieuwe regelgeving al wel toepasbaar. Concluderend blijkt er sprake van een vorm van continuïteit bij de overgang van de huidige situ atie naar de nieuwe regelgeving. In de praktijk zijn er problemen te verwachten met de invoe ring van de papiernorm. Ook zullen niet alle kopieermachines onmiddellijk volgens de nieu we ISO-norm getest kunnen zijn, te meer omdat er voor de Nederlandse situatie twee clausules zijn toegevoegd. Onder de oude wet waren geen regels voorzien voor de bouw en inrichting van archiefruimten, speciale ruimten waarin archiefstukken berust ten na afdoening door de administratie. In 1983 stelde de minister van Binnenlandse zaken op grond van het uit 1980 daterende Koninklijk besluit algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministratie een Voorschrift inrichtingsei sen voor nieuwe archiefruimten in Nederland vast, dat bijgevolg alleen op de rijksdienst van toepassing was. Omdat dit Koninklijk besluit tegelijk met de invoering van de Archiefwet 1995 per 1 januari 1996 verviel, ontstond er voor de rijksdienst tot de invoering van een nieuwe rege ling - strikt juridisch - een vacuüm. Wel bleef de algemene zorgplicht natuurlijk. bevatten omtrent de duur zaamheid van digitale archiefbescheiden. Uiteindelijk kwam alleen de optische schijf als gegevens drager in de conceptregeling terecht. De eerste ontwerpen van de werkgroep werden in maart 1 997 onder diverse deskun digen en belanghebbenden verspreid, met name de pro vinciale archiefinspecteurs. Zij zijn immers - sinds een Koninklijk besluit van 1 929 gebaseerd op de Archiefwet 1 9 1 8 - door de provinciale besturen belast met het toe zicht op de bouwkundige kant van archiefbewaarplaat sen. Om diezelfde reden was een provinciale archiefin specteur lid van de werk groep en nam deze in feite ook de redactie van de con ceptregeling voor zijn reke ning. Al op grond van de Archiefwet 1 962. ingevoerd in 1 968. moeten de archief bescheiden niet alleen in geordende, maar ook in goede staat in archiefbe waarplaatsen worden bewaard. De Archiefwet 1 962 voorzag echter niet in een uitvoeringsregeling op dit punt; de enige regelge ving was het op de Warenwet gebaseerde Papierbesluit. Sinds de intrekking van dit besluit in 1 977 was dezelfde inspec teur betrokken bij pogingen vanuit het archiefwezen om te voorzien in de ontstane leemte.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 9