Groot. en blauw Rotterdam mam Kwaliteitsonderzoek Archievenblad Een kwaliteitsonderzoek In navolging van het Public Record Office in Londen voerde de Rijksarchiefdienst met ingang van 1 januari 1999 een kwaliteitshandvest in met kwaliteitsnormen ten aanzien van de dienstverlening aan de bezoeker op het gebied van ruimtelijke voorzieningen, openstelling studiezaal, informatie en registratie, service en raadpleging. Hoe staat het met de kwaliteit van de dienstverlening in de studiezalen van de Nederlandse archiefdiensten? Redacteuren van uw lijfblad brengen de komende maanden werkbezoeken aan studiezalen. Na Tilburg is nu Rotterdam aan de beurt. 14 Archievenblad Juni 1999 Archievenblad Juni 1999 Archievenblad 15 Door Joyce Pennings De weg naar het Rotterdamse gemeentear chief is gemakkelijk te vinden. Direct na het verlaten van het Centraal Station valt mijn oog op groene bordjes, waar gelukkig ook het gemeentearchief op voorkomt. Nog geen kwartiertje lopen en daar duikt het achter station Hofplein op. Sinds au gustus 1998 huist het gemeentearchief hier in de voormalige garage van de Rijks Automobiel Centrale. En dat is nog goed te zien aan het gebouw. De entree wordt gevormd door een enorme hal, waar een eenzame mevrouw aan een balie mij door verwijst naar boven voor de studiezalen. Achter haar kan ik mijn tas in een kluisje stoppen en mijn jas ophangen. Behalve een koffie- en theeautomaat valt mij hier zo direct niets interessants op. Het geheel maakt een wat kale en kille indruk, een gevoel dat mij in mijn verdere tocht door het gemeentearchief bij blijft. Op aanwijzing van de vriendelijke dame achter de balie klim ik twee trappen om hoog naar de studiezalen. Het steriele trap penhuis met zijn blauwe tegels doet me denken aan een zwembad. Op de eerste verdieping zie ik een groepje mensen in een - ook weer - immense ruimte met el kaar praten aan een paar tafels. Het blijkt de personeelskantine te zijn. Eindelijk be reik ik mijn doel: de studiezalen. Maar voor dat ik een voet over de drempel mag zet ten dien ik mij eerst als bezoeker in te schrijven aan een loket dat zich niet in de studiezalen, maar nog in de gang bevindt. Ik hoef me niet te legitimeren. Aan de da me achter het loket leg ik uit dat ik een bouwtekening zoek van de beroemde - nu honderdjarige - Rotterdamse wolken krabber, het Witte Huis. Daarvoor moet ik in studiezaal 1 zijn, waar - ook weer een behulpzame medewerker - mij tot zijn ei- gen verdriet moet vertellen dat ik voor het exacte dossiernummer van de desbetref fende bouwtekening eerst naar bouw- en woningtoezicht moet bellen. Het gemeen tearchief heeft wel de dossiers, maar niet de nummers! Mijn vraag is een beetje flauw, omdat ik bij voorbaat al het antwoord weet; de avond daarvoor heb ik dat al op de helder opgezette website van het ge meentearchief Rotterdam gelezen. Omdat ik geen zin heb weer die twee trappen te moeten lopen om een telefoontje naar bouw- en woningtoezicht te plegen, vraag ik of er nog meer materiaal voorhanden is over het Witte Huis. Ik krijg een duidelijke instructie over de aanwezige toegangen op de bibliotheek en de vele foto's die het gemeentearchief rijk is. Handig dat archieven, bibliotheek en beeld materiaal allemaal in één studiezaal te raadplegen zijn! De verschillende toegan gen staan ook zeer handzaam dicht bij elkaar. De foto's kun je in de vorm van re producties zelfs meteen inzien. Ondanks de enthousiaste en vriendelijke uitleg van de studiezaalmedewerker begrijp ik toch een aantal dingen niet. In de folder van het gemeentearchief lees ik dat men 600.000 foto's in huis heeft. Slechts een klein deel staat in de vorm van reproduc ties in de studiezaal, maar hoe vind ik de rest? Enigszins verward raak ik over de mededeling in de geautomatiseerde cata logus op de bibliotheek dat een met een gemerkt boek zich hier bevindt. Waar moet ik voor de andere boeken dan naar toe? De vriendelijk meneer achter de balie durf ik het niet meer te vragen en een schrifte lijke instructie kan ik nergens vinden. Dan maar wat in de fotobakken gesnuf- feld, waar ik het Witte Huis op vele foto's tegen kom. De bakken doen wat amateu ristisch aan: klein formaat foto's met op de achterkant een negatiefnummer voor nabestellingen. Het is alsof je in de schoe nendoos met oude foto's van je oma neust. Om mijn zoektocht compleet te maken neem ik het archievenoverzicht ter hand. Misschien dat ik daar nog een archief te gen kom met informatie over het Witte Huis. Het archievenoverzicht blijkt echter alfabetisch op naam geordend te zijn. Dat is zoeken naar een speld in een hooiberg. Een systematische geordende lijst van ar chieven zou me misschien nog op een idee gebracht hebben, maar helaas kan ik die nergens vinden. Opvallend is de grote collectie handboeken die de studiezaalbe zoeker tot zijn of haar beschikking staat. Erg prettig om naslagwerken zo dicht bij de hand te hebben. Genoeg gespeurd, het wordt tijd om eens om me heen te kijken. De blauwe tegels van het trappenhuis vinden in de studie zaal hun voortzetting in blauwe stoelen en vloerbedekking. De inrichting van de studiezaal is strak, helder en functioneel. Het geheel doet een beetje jaren tachtig zijn geweest die men goedkoop op de kop kon tikken! Ik neem rustig de tijd de verschillende collecties in deze studiezaal verder te bekijken. Blijkbaar houdt de aanduiding zelfbediening voor deze studiezaal ook een zekere zelfredzaamheid in: de studie zaalmedewerker die midden in de studie zaal achter een balie is gezeten kijkt niet op of om. Na tien minuten verlaat ik stu diezaal 2 weer zonder dat hij mij een blik waardig heeft gekeurd. Wanneer ik de trappen weer ben afge daald valt mij in de grote hal beneden in eens de tentoonstellingsruimte op. Deze heb ik bij mijn binnenkomst hele maal over het hoofd gezien. Er blijken prachtige affiches te hangen die door H.J.A. Hofland zijn geselecteerd. In de enorme ruimte die oorspronkelijk als depot is bedoeld, komen de vele affi ches met hun geweldige afmetingen goed tot hun recht. Het is de enige publieks ruimte in het gemeentearchief Rotter dam waar ik het grote en kale ervan als positief ervaar. 3 Doorlopend naar studiezaal 2, waar de be langrijkste genealogische bronnen een plaats hebben, wordt mijn oog meteen onaangenaam getroffen door een ronde tafel met felle oranje readers voor het le zen van microfiches. Dat moet een partij aan. Een gevoel dat nog versterkt wordt door de vele ouderwetse bakken met fiches waarop gegevens uit de notariële archieven. In een stad waar moderne vormgeving en design hoog in het vaan del staan stelt dit enigszins teleur. Zou men na de verbouwing van de voormalig parkeergarage geen geld meer over heb ben gehad voor een wat sjiekere inrich ting? Zeker in een tijd waarin cultuur-histo risch geïnteresseerden kunnen kiezen uit een groot aanbod van cultuur-historische attracties, zou het scheppen van een inspirerende en stijlvolle omgeving een punt van aandacht moeten zijn voor een architect die als opdracht krijgt een archiefgebouw te ontwerpen. Een archief bezoeker anno 1999 verwacht niet alleen de door hem of haar gezochte informatie te vinden, maar doet dit ook het liefste in een mooie en aangename omgeving.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 7