ilmarchieve Estland audio visueel Archievenblad Maatschappelijke Transformatie Hoewel het Estse Filmarchief het best ontwikkeld is van de drie Baltische archieven zijn ook hier de sporen van de Sovjetbezetting zichtbaar. Ook wat openbaarheid betreft tracht men er de roest van die bezettingstijd te verwijderen. Bewustzijn van de noodzaak van vernieuwing en een eigen inzet naar vermogen tekent de bewonderenswaardige houding van de archieven in Estland. Cellenblokken 32 Archievenblad Juni 1999 audio visueel Archievenblad Onafgemaakte projecten Enge videocassettes De inzet van de archiefmedewerkers van hoog tot laag zou ook zonder de geschetste problemen indrukwekkend zijn en is dat nu des te meer Grote bewondering Juni 1999 Archievenblad 33 lil 1 'lil Het bezoek van Harry Romijn (GAVA. Groningen) en mij aan 1 Tallinn is onderdeel van een bilateraal bijstandsproject dat de Staatskanselarij bij de KVAN heeft aangevraagd via haar vroegere Commissie Europese Samenwerking. Net als de pro jecten voor Litouwen en Let land wordt het gefinancierd door de Nederlandse Ambassa des ter plekke. Ze vallen niet in de rubriek Cultuurbehoud en nog minder in die van Ar chiefontwikkeling. want daar is nauwelijks een gulden, laat staan kroon, lat of litas voor te vinden. Wel vallen ze onder Maatschap pelijke Transformatie. De taak van het archief - overheidsbe leid in terugblik transparant maken, zodat de burger in staat is zijn recht te halen en in het algemeen om gegevens te ver garen die voor hem belangrijk zijn - is voor die Transformatie van wezenlijk belang. Moge de openbaarheid van archieven in het Westen een vrij algemeen aanvaard gegeven zijn, waar de USSR heeft bestaan is dat aller minst vanzelfsprekend. Inte gendeel, met de allerbeste inten ties en geheel conform regels en traditie is men soms heel creatief in het bedenken van redenen waarom een gegevens verzameling juist niet openbaar is. Ook in de Baltische staten die zich tijdens hun Eerste Repu bliek (ca. 1 920-ca. 1 940) zo nadrukkelijk op het Westen oriënteerden, is het nodig wat dat aangaat de roest van de be zettingstijd te verwijderen. Door Robert Egeter van Kuyk' Een boottocht van Helsinki Zuidwaarts brengt ons al na 3'A uur in zicht van de Estse hoofdstad. Achter de kranen en gebouwen, een boulevard en het park waarin het presidentiële paleis Kadriorg, Catharinadal, ligt, is het beeld van Tallinn onmis kenbaar. De muren om de oude Hanzestad zijn achter het park, ooit de omgrachting, nog vrijwel intact. Van de zee uit gezien is de Havenpoort met de Dikke Margaretha, de verdedigingspoort met zijn geschutsplatform, het eerste dat opvalt. Daarach ter rijzen de muren op van de Toompea, de citadel met het kasteel uit 1219 dat nog steeds het Estse parlement en kabinet huisvest, met ervoor de gro te torens van de Alexander Nevskykathedraal en eromheen de adelspaleizen die alle worden geres taureerd. Hoogste toren is de Lange Herman, ge bouwd door de Lijflandse Orde en nu, met de blauw-zwart-witte Estse vlag erop, een symbool van de heroverde Estse onafhankelijkheid. Over dit panorama luiden 's avonds de klokken van de Dom ter beëindiging van de dag, klinkt bij zons ondergang het volkslied en wordt de vlag op de Lange Herman gestreken. Verderop liggen de romantische 19e eeuwse wijken en de aanmerke lijk minder romantische bouwsels uit de tijd van de Sovjetbezetting. En nog verder ligt het bebos te, mooie Estland dat iets groter is dan de hele Be nelux en maar enkele miljoenen mensen telt. Eén van die bouwsels is een U-vormige gevangenis uit de late vijftiger jaren waarin Esten met afwijken de denkbeelden werden opgeborgen. Individuele en groepscellen liggen aan weerszijden van een gang die aan beide kanten uitkomt op het administra tiegebouw en een desolate binnenplaats omsluit. De cellen waren beperkt van ruimte en erg donker door de bruine afwasbare verf op de muren en de stalen deur en slechts minuscule raamopeningen die verwezen naar het bestaan van een buitenwe reld. Hier kwam een aantal jaren geleden het Eesti Filmiarhiiv (EFA), het Estse Nationale Filmarchief terecht, dat wel blij was de onvriendelijke kelders en tussengangen van hun Nationale Archief te kun nen verlaten, maar niet helemaal op deze nieuwe omgeving was voorbereid. Er moest dan ook di rect een groot aanpassingsprogramma worden gestart voor 20 miljoen Estse kroon (fl. 1 EEK 6,30). Zo kon men het administratiegebouw ge schikt maken voor het archief en zijn bezoekers. De dikke muren van het cellenblok bleken een ver kapte zegen omdat ze na een grondige opknap beurt perfect waren voor filmopslag met boven dien de garantie van een redelijk permanente temperatuur en vochtigheid. Een desolate binnenplaats als middelpunt van de Eesti Filmiarhiiv, gehuisvest in een voormalige gevangenis. (Foto's: Harry Romijn) Hoewel het Estse archief het best ontwikkeld is van de Baltische archieven zijn ook hier bijna tien jaren na het begin van de Tweede Republiek de sporen van de bezetting duidelijk zichtbaar. Niet alleen in de cellen, maar ook in de als regel grof- stoffelijke apparatuur. Handmatig te bedienen houten omspoeltafels zijn gewoon, hoewel er ook een mooie nieuwe Debrie montagetafel staat dank zij een schenking. De computers vormen geen netwerk, en die waarmee de collecties films, foto's, videobanden en geluid worden ontsloten gebrui ken een software waarvoor geen back-up service in Estland aanwezig is. Dat is niemand op het EFA aan te wrijven - je bent al blij met het aanbod van die software, want het alternatief is handwerk en geld voor meer is er niet. Naast het nationale archief zijn er in Tallinn ook de archieven van de Eesti Radio en de Eesti Tele- visioon. Beide zijn slecht gehuisvest in overvolle stoffige kamertjes en kelders en lijden onder een bekend probleem in zich ontwikkelende landen: pro jecten worden wel vaak begonnen, maar niet afge maakt. Zo konden de radio archieven hun oude magneet banden van uiteenlopende lengte, soort en ouderdom overzetten op (analo ge!) DAT-cassettes: een cassette voor bewaring, een voor de programmaproduktie. Daarmee zou de acute ruimtenood voorlopig zijn opgelost. Maar toen de eerste serie gereed was, stopte het project en zat men met de oude banden en de nieuwe cassettes die tezamen meer in plaats van minder ruimte innamen! Het televisie-archief geeft voor rang aan het overzetten van de oude 2" en 1" ban den op moderne dragers, maar dit gebeurt mond jesmaat omdat nieuwe videocassettes niet zo vaak in de buurt komen en het onduidelijk is wie wat mag selecteren. De producer selecteert name lijk en het resultaat vindt men vaak bij hem thuis. De Estse archieven zijn onderdeel van de Riigi- kantselei, de Staatskanselarij, maar de omroep is verantwoording schuldig aan het Parlement. Het Ministerie voor Onderwijs en Cultuur komt eigen lijk alleen terzijde in het verhaal voor. Dit compli ceert de zaken aanmerkelijk, want Kanselarij en Par lement zijn niet de instellingen die primair voor de uitvoering van een beleid voor behoud van erf goed aanspreekbaar zijn. Dat blijkt niet alleen uit de begrotingsdiscussies, maar ook uit het beleid zelf. Formeel legt dat de verantwoordelijkheid voor de nationale Estse collectie bij het EFA, maar ver plicht de omroep niet zich daaraan te conformeren door met het EFA een vorm van depot uit te werken. De verantwoordelijkheid voor het wettelijk depot - ook van audiovisuele produkties - ligt bij de Na tionale Bibliotheek die ver volgens het nationale archief vraagt wat ze met die enge videocassettes en zo moet doen. Alleen hier erkent men dat de ver antwoordelijkheidsstructuur in de Sovjettijd duidelijker lag en dat het streven naar spreiding, althans nu, niet erg gunstig is. Dit werkt ook door in belangrijke zaken als de bevoegdheid tot het selecteren van materialen, die de archivarissen van de omroep ten enenmale ont beren, terwijl de nationale audiovisuele archivaris ze wel heeft, maar niet kan uitoefenen. Dit is één constatering tijdens het fact finding' bezoek. Na het seminar dat Harry Romijn en ik la ter in Tallinn leidden, constateren we ook dat we grote bewondering en respect hebben voor de houding en de aanpak van de Esten. De inzet van de archiefmedewerkers van hoog tot laag zou ook zonder de geschetste problemen indrukwek kend zijn en is dat nu des te meer, evenals hun pogen om hun achterstand in kennis en ervaring in te lopen. Hun vragen over auteursrechten, de effecten van wettelijk depot, selectienormen, samenwerkingsmogelijkheden, ontsluitingspro- blematiek, enzovoorts, waren gericht, ter zake en heel open. Hun inzet is misschien wel een bijzon der aspect van een algemene houding - "Dit is weer ons land en we doen wat we kunnen om het mooi en goed te maken". Er was ons gezegd dat Esten rustige, gereserveerde mensen zijn; maar net als de Letten (zie Archievenblad 103/2) blijken ook zij drukke praters. Met name als het gaat over opleidingen voor AV archivaris (ook in Holland buiten de GO niet voorhanden), beschrij vingsnormen voor bewegend beeld, acquisitie en auteursrechten. Het betekent een goede kennismaking met de melodieuze, helaas geheel onverstaanbare, Estse taal. Tegen die achtergrond is het dan ook een bewijs van visie dat men archieven zo expliciet beschouwt als gegevensbe standen waarvan de informatie van groot belang is bij de opbouw van de nieuwe, demo cratische samenleving. In aantallen uitgedrukt zijn alle Estse audiovisuele archie ven van bescheiden omvang. De nationale collecties groeien jaarlijks en gaan terug tot 1 870 (foto's), 1 908 (geluids opnamen) en 1 91 2 (films). De filmcollectie is ca. 4 miljoen meter groot naast (in 1 997) 230 uur video: de geluidscol lectie beslaat een 24.000 documenten inclusief muziek programma's en -produkties en de verslagen van de Raad van Ministers en het Parle ment; de fotocollectie telt een 320.000 documenten. Het nationale archief heeft een jaar begroting van EEK 3.9 miljoen. Het televisie-archief telt 30.000 films en 1 0.000 uur video met een jaarlijkse groei van 1 000 uur en moet het doen met EEK 1 miljoen per jaar, terwijl het radio-archief 1 9.000 uur pro gramma's en produkties telt met een jaarlijkse groei van bijna 1 000 uur en een begro ting van ca. EEK 1 miljoen. Misschien geen schokkende getallen voor ons, tot we ze relateren aan de begrotingen en horen dat er alleen al voor films een conservatie-achter stand van 5 6 mensjaar is.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 16