ur:
richtinggevende rapportage
Burengerucht
Archievenblad
Burengerucht
Archievenblad
DEN zet de sokken erin
In de eerste week van mei liet de Vereniging Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) het Eindrapport Onderzoek
Metadatabase Netwijzer Cultuur van de pers rollen. Het rapport bevat voorstellen voor de bouw van een lan
delijke digitale toegang tot het cultureel erfgoed. Een eerste impressie.
De Netwijzer wordt een vraaggestuurde internet
voorziening voor een zo breed mogelijk publiek
die informatie geeft over het cultureel erfgoed van
Nederland.
Tweeledig
De functionaliteit zal tweeledig zijn.Ten eerste een
Gouden Gids: informatie over de erfgoed beheren
de instellingen. Ten tweede een eigenlijke zoek
functie, die het mogelijk maakt het erfgoed zelf
(of althans de gegevensbestanden die dat repre
senteren) met uiteenlopende vraagstellingen te
benaderen. De Netwijzer bestrijkt het hele erf
goed: het wordt een sector-overstijgende onder
neming, zij het dat een sectorale structurering
mogelijk is. De Gouden Gids moet binnen een
jaar te realiseren zijn, de eigenlijke zoekfunctie
via een stappenplan in drie of vier jaar.Tempo en
ambitieniveau liggen dus hoog.
Volgens de rapporteurs zal de Netwijzer de be
langstelling voor het culturele erfgoed aanwakke
ren doordat hij nieuwe gebruikers bereikt. Ook
mensen met interesse voor het erfgoed maar zon
der ervaring met het formuleren van vragen zullen
ervan profiteren: wie wat te vragen heeft maar
niet goed weet waar en hoe zal ons gemakkelij
ker weten te vinden. Daarnaast noem ik het sec
toroverschrijdende karakter als sterk punt.
Opzet
Het grootste deel van de rapportage betreft tech
nische en organisatorische aspecten van de Net
wijzer. Vooral de meer uitgewerkte deelrapporten
roeren kwesties aan als structurering van het sys
teem, vormgeving en zoekgeleiding, representatie van
het materiaal (de metadata, standaarden) en vraag
formulering, en gaan in op buitenlandse voorbeel
den. Stof genoeg dus voor heel wat pagina's, en
die zullen er in de nabije toekomst hoop ik ook
aan gewijd worden. Ik bespreek hier wat het
belangrijkst en meest dringend lijkt: niet de tech
niek maar de opzet van het geheel. Die bepaalt
immers wat we gaan doen en in welke volgorde.
De techniek en de organisatie betreffen het hoe,
en dat zien we dan wel. Al is een kwestie als: 'kan
men achter het voorgestelde interface de eigen, al
bestaande digitale hulpmiddelen behouden?' van
meer dan louter bijkomstig technisch belang.
Informatiebehoefte
Bij de ontwikkeling van informatiesystemen gaat
de vraag voor wie ze bestemd zijn en wat ze moe
ten leveren aan het ontwerp vooraf. Het rapport
behandelt dan ook eerst de informatiebehoefte
waaraan de Netwijzer moet beantwoorden. Het
onderscheidt de gemiddelde websurfer, zonder
speciale culturele belangstelling (voor het verleden)
en het overige algemene publiek, waarvan de
meerderheid 'per definitie' weinig interesse voor
het cultureel erfgoed heeft. Binnen het algemene
publiek bestaan echter twee doelgroepen: men
sen zonder specifieke culturele belangstelling,
maar die de combinatie internet-cultuur interes
sant vinden, en de hoogopgeleide 'culturati'. Deze
laatste subgroep neemt intensief aan het culture
le leven deel en zal vandaaruit mogelijk de Net
wijzer gebruiken. Vervolgens vormt het onderwijs
een aparte groep, die min of meer een eigen faci
liteit of benadering moet krijgen. Dan zijn er de
'specialisten', leken met een min of meer gerichte
erfgoed-belangstelling. Volgens het rapport heeft
de Netwijzer voor deze groep de grootste meer
waarde en moet de voorziening hier vooral op ge
richt zijn, "opdat zij zich kan vermenigvuldigen".
Ook de professionele onderzoekers zijn
'specialisten'. Zij worden geacht zelf hun
weg te vinden naar de relevante instellin
gen, maar voor hen zal raadpleging op
afstand van de (meta-)gegevensbestanden
bij de instellingen de winst zijn. Tenslotte
zijn er de erfgoedbeheerders zelf, in het
eindrapport niet, maar in het tweede
deelrapport wel als doelgroep
beschouwd (dat wijst, terecht, op het
belang van de Netwijzer als platform voor
informatie-uitwisseling tussen de beheer
ders).
Categorieën
Deze bepaling van de doelgroepen en
hun informatiebehoeften is essentieel
voor de beoordeling van het voorstel. De
opzet moet beantwoorden aan wat de
gebruikers kunnen en willen. Het ant
woord op de vraag of een dergelijk instru
ment nodig en nuttig is ligt hier. Ik denk
zelf dat een wat andere opzet meer per
spectief zou bieden. Het lijkt me dat men
teveel wil met een te beperkt scala aan
middelen. Als we het publiek in twee
categorieën indelen, met voorbijgaan aan
de tweedeling internet have's en -have-
nots, dan zijn er mensen zonder belang
stelling voor 'het verleden' (en dus voor
het erfgoed) en mensen met. De laatste
groep gaat weer in tweeën: mensen met
een vraag; en mensen met ongerichte,
laten we zeggen 'algemene' of 'in begin
sel' belangstelling. Voor de eerste categorie
heb je het zoeksysteem nodig. Dat is een
hele opgave: een zoeksysteem dat het
hele verleden bestrijkt, het hele erfgoed
als Fundgrube exploiteert, voor gebrui
kers van heel uiteenlopende aard! Alleen
voor onze sector is het al een klus, tech
nisch en organisatorisch, maar hij moet
toch gebeuren.
Erfgoed agenda
Hoewel een goed informatiesysteem op
zich wel gebruiksbevorderend zal zijn
(betere dienstverlening, vlotter en aange
namer werken voor de gebruiker), voor
het echt aanwakkeren of aanzuigen van
de belangstelling, is nog wat anders
nodig: het moet zich richten op het deel
van het publiek dat (nog) geen vragen
heeft. Is het logisch een Gouden Gids aan
te bieden als eerste ingang en stofzuiger-
mond? Die Gids is immers alleen interes
sant voor wie al een vraag heeft; er moet
juist iets komen dat belangstelling op
roept, vraag schept.Welnu, dat kan (ik ver
zin maar wat voor de discussie) met bij
voorbeeld: Een erfgoedagenda. Wat is er te
melden aan verleden-gerichte of historisch-
aspect-bevattende, gebeurtenis, nieuws?
Wat bieden erfgoedbeheerders daarbij
aan? Salontafel en cultureel-supplement
informatie, gericht op het wekken van 'eet
lust' bij mensen met een globale (histo-
risch-)culturele belangstelling, alweer met
verwijzing naar wie van ons daarover wat
heeft. Samen met het vorige een perma
nente stroom leuke dingen voor de men
sen met internet, maar allemaal met een
feitelijke doorverwijzing naar de Gouden
Gids, waarvan de voornaamste functiona
liteit niet alleen is adresboek plus, maar
vooral: als je iets wilt weten over dan
moet je zijn bij ....(waarop de instelling in
kwestie zich leuk presenteert en ruimhar
tig verwijst naar broeder- en zusterinstel
lingen. Geen concurrenten maar partners:
geen koekdeling maar koekvergroting in
teamverband). De Gids is zo tevens het
eerste algemeen interface voor het vaag-
zoekende publiek. Dat hoeft niet zo moei
lijk te zijn. Ieder mag zichzelf omschrijven
en aanprijzen, het zoeken gaat full-text op
deze reclameteksten en via een set algeme
ne standaard-indextermen, geografica en
chronologische bepalingen zoals het rap
port die ook aanbeveelt. Verder ligt een ge
nealogische module voor de hand. Hier
achter komen alle digitale genealogische
initiatieven die ons (archief)land rijk is.
Weer met doorverwijzing voor wie verder
wil. Ook andere standaardonderzoeken
(naar huizen, b.v.) zijn toe te voegen.
Meer structuur
We krijgen dus actualiteit, conversatieto
pics, standaardvragen (genealogie, ency
clopedie, FAQ's) om te hengelen in de vij
ver met het meestbelovende publiek. Als
het meezit en we het goed doen, gaat wie
we vangen over naar de categorie mensen
met een vraag voor het eigenlijke zoek
systeem. Misschien lijkt dit niet veel an
ders dan wat het rapport voorstelt, maar
de publieksbeschouwing en de daaruit-
voortvloeiende systeemonderdelen wor
den wel anders, sluiten beter op elkaar
aan, zijn op meer manieren bruikbaar.
Bijvoorbeeld: wat voor het onderwijs
gemaakt wordt kan, al dan niet aangepast,
ook als salontafel-info dienen. De zaak
heeft zo naar mijn idee meer structuur. Dat
het eigenlijke zoeksysteem tenslotte met
een minder diffuse doelgroep wordt
belast, lijkt mij een voordeel.
De bal in het veld
Dit is geen afwijzing van het idee als zo
danig. Integendeel, een landelijke toegang
lijkt me gewenst (de buitenlandse voor
beelden in het rapport geven al aan dat het
niet om hersenspinsels gaat) en het is
belangrijk dat er nu een uitgangspunt is.
Maar er is nog wel wat te doen om de
zaak in een bevredigende vorm te krijgen.
Vandaar alvast wat losse ideetjes; geza
menlijk hebben we zeker meer en betere.
We moeten op korte termijn aan de slag.
Het voorstel bevat een krap tijdschema.
DEN en de Netwijzer lijken het kanaal
waarlangs de politiek middelen voor de
internet-toegankelijkheid beschikbaar wil
stellen. Daar hebben we rekening mee te
houden.
Het rapport is een goed startpunt. De sa
menstellers ervan en DEN hebben de bal
in het veld gebracht. Hoe gaan we er mee
spelen? 3
28 Archievenblad
Juni 1999
Juni 1999
Archievenblad 29
Tijdens het symposium rond de
ledenvergadering op 1 9 maart jl.
te Amsterdam deed staatssecre
taris Van der Ploeg interessante
uitspraken over de wenselijkheid
van een nationale digitale toegang
tot het cultureel erfgoed beheerd
door (niet zijn volgorde) archie
ven, musea, monumentenzorg,
archeologische instellingen en
bibliotheken. Voor deze Netwij-
zer Cultuur stelde hij financiën in
het vooruitzicht, onder regie van
DEN te besteden. Reden genoeg
om binnen het archiefwezen be
langstelling voor deze ontwikke
ling te vragen - en te tonen. Johan
van de Walle, een van de opstellers
van het rapport dat het uitgangs
punt vormt voor de ontwikkeling
van de Netwijzer. kondigde die
zelfde dag aan dat het in mei be
schikbaar zou zijn en het ligt er
dan ook. We kunnen ons een oor
deel vormen over de opzet en
onze standpunten bepalen:
inhoudelijk-technisch en
organisatorisch-strategisch.
In opdracht van DEN stelde een
werkgroep onder leiding van prof.
E. Tan (VU Amsterdam) het rap
port samen. Het is gebaseerd op
twee deelonderzoeken:
'Inventarisatie van bestaande in
formatiesystemen en mogelijke
oplossingen voor een verwijska-
mer en metadatabase', samenge
steld door van de Walle (TNO-
STB Delft) en R Bison (Sentient
Machine Research, Amsterdam);
en 'Stappen naar een interface
voor de verwijskamer/metada-
tabase' (E. Vos, VT&HR Eemnes).
Ze zijn ter inzage via:
http://www.vthp.nl/netwijzer/htm.
Door Maarten van Driel
Vakdeskundigen
Breedte
Relaties tussen breedte en diepte van de informatiebehoefte bij verschil
lende klantengroepen: publiek, onderwijssector en vakdeskundigen.
hoofd inventarisatie Rijksarchief in Gelderland,