Wees er zuini De praktijk Archievenblad Zeer gewaardeerde aanvulling In de culturele sector zijn vrijwilligers niet meer weg te denken. Musea betitelen deze onbetaalde arbeids krachten in officiële stukken wel als 'paramuseale' medewerkers, bij bibliotheken en archieven houdt men het op vrijwilligers. Hun aandeel is vaak substantieel, de waardering voor hun inzet en prestaties in de regel posi tief. De hoofdmoot Harde kern Van winkelbediende tot kapitein 20 Archievenblad Juni 1999 De praktijk Archievenblad Additionele werkzaamheden Lange adem Juni 1999 Archievenblad 21 Door Agnes Jonker v.l.n.r. Mw. N. de Bruijn, Dhr. H. Carlier, Mw. V. Regout en Dhr. J. Maigret, vrijwillige medewerkers in het Streekarchivariaat Kromme- Rijngebied - Utrechtse Heuvelrug. (foto: Hans Dirksen)) Vorig jaar publiceerde Hollands Historisch Magazine (jrg 3, nr 3) de resultaten van een onder zoek onder acht archiefdien sten in de provincies Noord en Zuid -Holland. Het algemene beeld dat naar voren komt. is dat het werk van vrijwilligers meestal een zeer gewaardeerde aanvulling is van het werk van professio nele krachten. Soms is het zelfs een regelrechte vervanging. In het archiefwezen lijkt ieder nog zijn eigen boontjes te dop pen als het gaat om vrijwilligers. Zijn archiefdiensten eigenlijk wel op de hoogte van eikaars ervaringen? Is het archiefwe zen toe aan meer uniformiteit in de afspraken die diensten maken met hun vrijwilligers? Het Archievenblad verkende de situatie. Over afspraken zwart-op-wit Toch klinken er wel bezwaren. Het beslag dat vrijwilligers leggen op de begeleiding door de be roepskrachten zou te veel gevraagd zijn. Maar nie mand zal ontkennen dat de dienstverlening aan kwaliteit inboet wanneer vrijwilligers het archief de rug zouden toekeren. Onmisbaar zijn ze. Het Rijksarchief in Drenthe bewaart de archieven van de rijks- en provinciale overheid en archieven van particulieren, zoals kerken, verenigingen, bedrijven of archieven van Drentse families en personen. Daarnaast heeft het een uitgebreide cultuurhistorische bibliotheek. In totaal werken er 48 mensen, van wie 18 in vaste dienst. De 'niet- formatieve' medewerkers vormen dus de hoofd moot van het personeelsbestand. En van hen zijn veruit de meesten vrijwilliger. Er hebben altijd wel vrijwilligers rondgelopen, maar sinds 1996 is dit aantal explosief gestegen. In dat jaar startte het samenstellen van een digitale index op de ruim 700.000 akten van de burgerlijke stand. Een project van een dergelijke omvang en tijdsduur - een voorzichtige schatting wijst uit dat pas na zes jaar de gehele index via de computer te raadple gen zal zijn - kan alleen van de grond komen met behulp van vrijwilligers. Een oproep in regionale dagbladen en op radio en tv leverde niet minder dan 73 aanmeldingen uit heel Drenthe op, voor namelijk VUT-ers en in mindere mate huisvrou wen, jongeren en 65+ers. De mannen waren in de meerderheid, met een breed scala aan opleidin gen en beroepservaring. Eén ding had een ieder echter gemeen: genealogische interesse. Als 'eisen' stelde het Rijksarchief dat men voldoende computerervaring had en nauwkeurig en gedisci plineerd kon werken. Kennis van vroeg-negen- tiende eeuws schrift was bovendien een pré. Veruit de meeste vrijwilligers wilden thuis wer ken, maar een klein aantal, dat juist het contact met anderen zocht, begon in het Rijksarchief aan een niet onbelangrijke taak: het thuiswerk contro leren. Hierbij wordt in nog grotere mate een beroep gedaan op de vereiste eigenschappen. Zij werden in een werkrooster ingedeeld met werk tijden die varieerden van twee - het minimum waarvan het archief uitging - tot vijf dagdelen. Om dit mammoetproject goed op de rails te krij gen en bevredigend af te ronden, is een formatie- ve medewerker vrijgemaakt van zijn normale werkzaamheden en aangesteld als projectleider. Hij stelde een projectplan op en ging zich voor namelijk bezighouden met werkvoorbereiding en -verdeling en voortgangscontrole. Verder vindt er periodiek werkoverleg plaats met de 'controle groep' en is er contact met de thuiswerkers. Door middel van toegezonden verslagen van het werk overleg en een nieuwsbrief blijven zij bovendien op de hoogte van het project en behouden zij het gevoel erbij te horen en serieus te worden geno men. Het totaal aantal vrijwilligers is sinds het begin afgenomen. Mensen krijgen werk, beginnen aan een studie, verhuizen, overlijden of hebben er gewoon geen zin meer in. Momenteel is er een 'harde enthousiaste kern' van zo'n vijftig vrijwilli gers overgebleven, die steeds meer ervaring op bouwt en - zoals het zich nu laat aanzien - tot aan het eind zal meedraaien. Negen gemeenten met een gezamenlijk inwoner tal van 134.000 werken sinds eind 1996 samen in het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied - Utrechtse Heuvelrug: Amerongen, Bunnik, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Houten, Leersum, Maarn en Wijk bij Duurstede. De organisatiestructuur is een tussenvorm van het centrale streekarchief en het decentrale streekarchivariaat. De publieke dienstverlening aan de grootste groep archiefbe zoekers, de genealogen, is geconcentreerd in Wijk bij Duurstede. Hier is een studiezaal waar de belangrijkste genealogische bestanden van de participerende gemeenten op microfiche zijn te raadplegen. Twee gemeenten brachten ook hun openbare, statische archieven in Wijk bij Duur stede onder; de overige statische archieven bleven in de eigen gemeentelijke archiefbewaarplaats. Het aantal betaalde formatieplaatsen bij het streekarchivariaat is 2,5 fte, vervuld door drie vaste personeelsleden met een archiefopleiding. Daarnaast zijn er twee medewerkers fulltime werk zaam in het kader van de Wet Inschakeling Werk zoekenden. Eind 1998 telde het streekarchivariaat zestien vrijwilligers, waarvan er elf in en hoofdza kelijk ten behoeve van Wijk bij Duurstede actief waren en vijf in en voornamelijk ten behoeve van Driebergen-Rijsenburg. De jongste is 42 jaar, de oudste 78; de meesten zijn boven de zestig. Hun achtergrond loopt sterk uiteen: wat opleiding betreft van lagere school tot universiteit en wat beroepsuitoefening betreft van winkelbediende tot kapitein op de grote vaart of wetenschappelijk medewerker. Het belang van de vrijwilligerswerk- zaamheden staat buiten discussie, beaamt de streekarchivaris, met name waar het gaat om het nader toegankelijk maken van archiefbestanddelen. Een aantal vrijwilligers meldde zich uit eigen beweging aan bij het streekarchivariaat, anderen waren al actief in de plaatselijke historische ver eniging, en weer anderen zijn gericht geworven. De archiefdienst verlangt dat zij nauwkeurig wer ken en minimaal een dagdeel per week beschik baar zijn. Er bestaan geen schriftelijke afspraken of overeenkomsten met de vrijwilligers; uiteraard zijn er wel mondelinge afspraken gemaakt over de taakverdeling binnen een project en de dagen waarop men aanwezig is. De werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd zonder intensieve begeleiding door het vaste personeel. Een groep werkt aan een huizenproject waarin huisnum mergegevens en kadastergegevens uit de 19de en 20ste eeuw van huizen in Wijk bij Duurstede aan elkaar gekoppeld worden. Een ander groepje werkt aan een nadere toegang op de akten van de burgerlijke stand. De overige vrijwilligers wer ken grotendeels individueel. Het gaat in de mees te gevallen om werkzaamheden die gezien de bestaande begroting als additioneel moeten wor den beschouwd. Met de begeleiding en de coör dinatie zijn op jaarbasis globaal 15 werkdagen gemoeid. Jaren geleden kreeg de vestiging in Eindhoven van het Streekarchief regio Eindhoven vrij onverwacht een grote groep vrijwillige medewerkers over de vloer. Nadat het gemeentebestuur in 1976 had be sloten tot een zesjarig project 'geschiedschrijving 1810-1960', zag het archief zich voor de onmogelij ke taak gesteld een groot aantal archiefbestanden binnen korte tijd toegankelijk te maken voor de on derzoekers. Ervaring met vrijwilligerswerk had het archief toen nog niet. Op een oproep in de krant reageerden ongeveer veertig mensen, waarbij de vrouwen in de meerderheid waren. De leeftijd varieerde van 40 tot ruim 60, het opleidingsniveau van lagere school tot universiteit. De enige eis die aan de vrijwilligers werd gesteld, was dat zij elke week tenminste een paar uur aan hun taak zouden besteden. Gedurende zes jaar bewerkten zij gemeenterekeningen met bijlagen en notariële archieven en kleurden zij afdrukken van de minuut plans van het kadaster in op grond-gebruik. De begeleiding was een taak voor het studiezaalperso- neel. Tijdgebrek en computeronkunde verhinder den destijds om de resultaten van het werk in te voeren in computerbestanden. Het vele, nuttige werk dat is verricht, ontsteeg uiteindelijk het stadi um van de kaartenbakken niet. Van de oorspronke lijke groep bleven zo'n vijftien mensen zich na afloop van het project bezighouden met het toe gankelijk maken van archieven. Waren tijdens de eerste periode de notariële archieven slechts sum mier bewerkt, nu lag er voor het archief de kans om notariële en rechterlijke archieven, bevolkings registers en andere bestanden te laten klapperen. Inmiddels zijn alle notariële archieven uit de perio de voor 1811 geklapperd op persoonsnamen, beroepen en toponiemen. Het indiceren van de doop-, trouw- en begraafboeken en, toen dat af was, de rechtelijke archieven voerden leden van heemkundekringen in samenwerking met andere vrijwilligers als thuiswerk uit. Na terugkeer contro leerde de afdeling archieven het werk en voerde een datatypiste het in, waarna een studiezaalmede werker het typewerk weer controleerde. Op het ogenblik werken er twaalf vrijwilligers in de studie zaal, waaronder één man; op één na zijn zij allemaal begonnen in 1976. Ook zijn er nog enkele vrijwilli gers thuis aan de slag. zijn de meningen verdeeld. Het is aan te bevelen om een con tract te sluiten met de vrijwilli gers. zegt de een. Absoluut niet nodig, vindt een ander; door een zakelijke opstelling haken de mensen af. Het alge mene oordeel is overwegend positief: "We moeten onze vrijwilligers als beroepskrach ten beschouwen en zuinig op hen zijn. Want zonder hun bij drage zou een heleboel belang rijk werk blijven liggen. Van de tien door het Archievenblad aangeschreven archieven stuurden er acht een reactie in: de provincies Holland zijn buiten de selectie gehouden. Het gemeentear chief in Groningen praat liever niet mee over het onderwerp: daar is maar weinig ervaring opgedaan met vrijwilligers. In het gemeentearchief Middelburg is het uitsluitend aan ruimte- en tijdgebrek toe te schrijven dat er momenteel geen vrijwilligers werken. In een recent verleden was dat compleet anders en ook in de nabije toekomst, zodra de integratie van het Rijksarchief in Zeeland, het Gemeente archief Veere en het Gemeente archief Middelburg een feit is, zijn vrijwilligers weer van harte welkom. En kleinere diensten? Diensten met een krappe behuizing en een klei ne bezetting hebben nog net de tijd gevonden om een ant woord in te sturen; als blijkt dat zelfs daar veel vrijwilligers werken, dan gaat het om een kunststukje van niveau.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 10