Education pamapaiïnt a Archievenblad Een dienstbelang voor élke archivaris Opleidingen 'nieuwe stijl' Archivarissen kennen hun eigen initiële opleidingen en diploma's waarmee zij het beroepsveld en de archief diensten binnenkomen. Het hoge tempo waarin het vak zich de laatste jaren zowel nationaal als internationaal ontwikkelt, leidt tot opleidingen en diploma's die op een nieuwe leest zijn geschoeid. Niet alleen de jonge beroepsgenoten hebben nieuwe beroepskwalificaties nodig. Ook actieve archivarissen die al een tijd in het vak werkzaam zijn moeten bijblijven. De Archiefschool werkt dan ook hard aan een programma voor bij- en nascholing. De 'éducation permanente' is in het belang van de individuele beroepsbeoefenaar, maar natuurlijk ook van de archiefdiensten. Samen met haar partners, de Universiteit van Am sterdam (UvA) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA) voert de Archiefschool in Amsterdam de beroepsopleiding uit van archivarissen, zowel op academisch als hbo niveau. De opleidingen Archi- vistiek-A en Archivistiek-B voeren de partners uit, waarbij binnen de programma's van de UvA en de HvA de Archiefschool de archivistische onder delen verzorgt. Bij- en nascholing van archivarissen De belangrijkste doelstelling van een programma voor bij- en nascholing van archivarissen die in het beroep werkzaam zijn, is hen vertrouwd ma ken met de 'state of the art' zodat zij daar konse quenties uit kunnen trekken voor hun eigen be roepsuitoefening. Naast inzicht in de ontwikkelin gen van de archivistiek is de toepassing daarvan in de eigen beroepspraktijk (de zogenaamde 'trans fer) van belang. Op dit moment is het programma voor bij- en nascholing volop in ontwikkeling bij de Archiefschool en gaat in de loop van 1999 van start. Hierbij werkt de Archiefschool nauw samen met de archiefdiensten en de beroepsorganisaties en met deskundigen uit het veld. De Archiefschool richt zich in eerste aanleg op de diensten, dus op de organisaties, om het bij- en nascholingsprogramma onder de aandacht te bren gen en op te zetten. Zij be nadert daarom niet direct de individuele archivaris, die uiteraard wel degene zal zijn die aan het pro- gramma deelneemt. De Archiefschool hanteert deze institutionele benadering (tegenover een individuele benadering) omdat het de diensten zijn die ervoor moeten kiezen hun medewerkers aan deze bij- en nascholing van archivarissen te laten deelnemen: het gaat om een dienstbelang. De dienst als werkgever ontwikkelt immers een personeels- en opleidingsbeleid om ervoor te zor gen dat zij haar dienstverlening van het vereiste professionele niveau kan laten zijn. In de ontwik keling en uitvoering van bij- en nascholing voor archivarissen gaat op wat ook voor andere beroe pen en beroepsgroepen geldt: een programma komt tot stand in nauwe samenwerking met het archiefwezen. Afbeelding 1 hieronder toont hoe het samenspel tussen de verschillende actoren in het werkveld verloopt. Het 'education continuüm' Bij- en nascholing moet niet een éénmalige aktie zijn, maar vraagt voortdurend de aandacht van beroepsbeoefenaars en van hun werkgevers. Er wordt niet voor niets over 'éducation permanente' 16 Archievenblad Mei 1999 Archievenblad gesproken, ofwel met een knipoog naar de moder ne archivistiek over het 'éducation continuüm'. Vandaar dat afbeelding 1 als een cyclische bewe ging moet worden bezien. De verschillende acto ren en activiteiten zijn van elkaar afhankelijk, zon der dat ze op elkaar hoeven te wachten. Door een voortdurende interactie vindt constant afstem ming en wederzijdse beïnvloeding plaats. Toch kunnen we een 'koninklijke weg' aangeven bij de ontwikkeling en uitvoering van een bij- en na scholingsprogramma. Dat is weliswaar een ideaal- plaatje dat de activiteiten lineair beschrijft, terwijl ze in werkelijkheid parallel plaatsvinden. We on derscheiden vier pijlers in het programma. De vier pijlers Kwalificatieprofielen zijn nodig om te weten aan welke eisen over kennis, vaardigheid en attitude de archivaris in de huidige beroepspraktijk moet beantwoorden. Het is de zaak van het werkveld (werkgevers en werknemers of hun vertegenwoor digers) om daarover overeenstemming te krijgen. Vervolgens moeten de diensten de profielen kun nen toepassen op de voor hen geldende omstan digheden. Natuurlijk zijn dergelijke profielen voor handen als we kijken naar de opleidingsprofielen van de hedendaagse initiële opleiding voor archiva rissen. Maar dat zijn profielen voor instromers in het beroepsveld, terwijl het bij- en nascholingspro gramma zich richt op archivarissen die al korter of langer in de beroepspraktijk werkzaam zijn. Het gaat dus om een samenhangend stelsel van in stroom- en doorstroomprofielen, die een afspiege ling zijn van functies en loopbaan mogelijkheden die in het werkveld bestaan. Het gaat daarbij vooral om de vakmatige, archivistische kwalificaties, maar er kan ook aandacht gegeven worden aan persoons gebonden kenmerken (bijvoorbeeld leidinggeven de of communicatieve vaardigheden). Het leerbeleid van de archiefdiensten is wezenlijk om dat de gekozen insteek die van de diensten is. Vanuit het personeelsbeleid en het leerbeleid van deze dien sten komt naar voren welke ontbrekende kwalifi caties medewerkers moeten verwerven. In samen spraak met de medewerkers worden de aanwezige kwalificaties beoordeeld in vergelijking met de vereis te en worden voor de ontbrekende kwalificaties (de vraag) geschikte modulen uit het programma (het aanbod) gekozen. Vandaar de relaties van beoorde len en makelen die zijn verbonden met dit blok. Wanneer de kwalificatie-profielen aansluiten bij de opvattingen over moderne archivistiek, dan kan (en zal) uit de behoefte-analyse blijken dat zittende archivarissen niet op alle punten aan de nieuwste kwalificatie-eisen voldoen. Daar ligt dan ook de noodzaak voor bij- en nascholing. Het modulair aanbod zijn de modules voor bij- en nascholing die de Archiefschool in het programma wil gaan aanbieden. De ontwikkeling van de modules gebeurt mede op basis van de kwalificatieprofielen. Maar ook signalen en vragen vanuit de diensten beïnvloeden de totstandkoming van het aanbod. De Archiefschool en haar partners brengen hun bij- en nascholingsaanbod onder in een gezamenlijke cata logus. De selectie gebeurt vanuit de leernoodzaak van de betrokken archiefdiensten en de verworven kwalificaties kunnen worden getoetst. Vandaar de relaties van ontwikkelen, makelen en toetsen waar mee dit blok is verbonden met de overige. Certificatie van de medewerkers die bepaalde mo dulen met goed gevolg hebben doorlopen, gebeurt mede aan de hand van de vereisten die uit de kwa lificatieprofielen vallen af te leiden. Deelcertificaten leveren uiteindelijk, santen met de uitkomsten van een beoordeling van kwalificaties die bijvoorbeeld in de praktijk zijn verworven, de erkenning van een medewerker als archivaris op, die voldoet aan de actuele kwalificatie-eisen. Vandaar de verbindingen toetsen en erkennen waarmee dit blok is verbon den met de overige. Instrumenten die voor toetsing en erkenning worden gebruikt na de afronding van modules, kunnen ook worden ingezet voor de be oordeling van praktijkervaring. Vandaar de stippel lijn beoordelen waarmee dit blok verbonden is met het leerbeleid van organisaties, buiten het blok modulair aanbod om. Inmiddels houden verschillende diensten en be roepsorganisaties zich bezig met het formuleren van hun kennis- en/of opleidingsbeleid. De beroeps organisaties (verenigd in de Koepel) zijn doende de ontwikkeling van een kwalificatiebeleid als één van de speerpunten ter hand te nemen en denken se rieus na over de kwestie van de certificatie. Door dat de Archiefschool nauw samenwerkt met deze actoren, kan men de ontwikkelingen op elkaar af stemmen om een kortsluiting tussen de vraag naar en het aanbod van bij- en nascholings-activiteiten tot stand te brengen. Tegelijkertijd wordt gegaran- Mei 1999 Archievenblad 17 Door Thijs Laeven* U i, Sinds de invoering van de Ar chiefwet 1 995 wordt voor de hogere posities in het openba re archiefwezen een diploma Archivistiek-A of -B vereist. In het lopende cursusjaar zal de eerste lichting afgestudeer den een feit zijn. De program ma's voor de twee opleidingen heeft de Archiefschool geheel nieuw ontwikkeld vanuit de nieuwste inzichten, methodes en theorieën van de archivis- tiek. zowel nationaal als inter nationaal. We kunnen daarom spreken van 'nieuwe stijl' op leidingen. Als tweede kenmerk van deze 'nieuwe stijl' geldt dat ze ingebed zijn in de bredere studierichtingen van de Boek- Archief- en Informatie-weten- schap (UvA) respectievelijk de Informatiedienstverlening en - voorziening (HvA). De 'nieuwe stijl' programma's onderschei den zich van de programma's voor middelbaar en hoger ar- chiefpersoneel die tot 1996 door de Archiefschool werden uitgevoerd. Destijds werden deze programma's vanuit - zeg gen we nu - een meer traditio neel beroepsbeeld van de archi varis ontwikkeld en uitgevoerd. De Archiefschool beluisterde en onderkende de noodzaak om voor archivarissen die in de afge lopen tientallen jaren met deze diploma's aan het werk zijn ge gaan. een bij- en nascholings programma op te zetten. Dat is nodig om de vooruitgang en de ontwikkeling in het vakgebied te kunnen vertalen naar de da gelijkse werkpraktijk van de actieve archivarissen zodat de kwaliteit van hun werk ook voor de toekomst is gegarandeerd. erkennen certificatie toetsen kwalificatieprofielen beoordelen beoordelen leerbeleid diensten ontwikkelen modulair aanbod 'imakelen /catalogus Daarnaast was het ministerie van Onderwijs Cultuur en We tenschappen - vanuit zijn ver antwoordelijkheid voor het culturele erfgoed - ervan over tuigd dat een actualiserings- programma aan zittende archi varissen moet worden aange boden. Dit programma moet de actie ve archivarissen met een wat traditionelere opleiding ver trouwd maken met de nieuwe inzichten, methodes en theo rieën die in de archivistiek op dit moment opgeld doen even als met de inbedding van het vak in het bredere terrein van de informatiekunde. Overigens hebben vele archi varissen reeds indirect'met de ontwikkelingen kennis gemaakt in hun rol van stagebegeleiders voor studenten 'nieuwe stijl'. De belangrijkste vernieuwin gen, invloeden en tendenzen in het beroep en de beroeps opleiding van archivarissen samengevat in enkele tref woorden: het'records continuüm' (werk-)procesgebonden informatie digitalisering en kantoor automatisering interdisciplinaire benadering van het vak internationalisering professionalisering beroepsstandaarden en beroepsethos

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 8